Page 57 of 96

Periodiek onderhoud en afstelling
6-16
6
DAU59162
Banden
Banden zijn het enige contact tussen de
machine en het wegdek. Veiligheid onder
alle rijomstandigheden hangt af van een re-
latief klein contactoppervlak met het weg-
dek. Het is daarom essentieel om de
banden te allen tijde in een goede conditie
te houden en deze op tijd te vervangen
door de voorgeschreven banden.
Bandenspanning
De bandenspanning moet voor elke rit wor-
den gecontroleerd en indien nodig worden
bijgesteld.
WAARSCHUWING
DWA10504
Rijden met deze machine met een on-
juiste bandenspanning kan leiden tot
verlies van de controle met mogelijk ern-
stig letsel of overlijden tot gevolg.
De bandspanning moet worden ge-
controleerd en afgesteld terwijl de
banden koud zijn (wanneer de tem-
peratuur van de banden gelijk is aan
de omgevingstemperatuur).
De bandspanning moet worden
aangepast aan de rijsnelheid en het
totale gewicht van rijder, passagier,
bagag
e en accessoires dat voor dit
model is vastgesteld.
WAARSCHUWING
DWA10512
Belaad uw machine nooit te zwaar. Rij-
den met een te zwaar belaste machine
kan leiden tot een ongeval.
Inspectie van banden
Voor elke rit moeten de banden worden ge-
controleerd. Als de bandprofieldiepte op
het midden van de band de vermelde limiet
heeft bereikt, de band spijkers of stukjes
glas bevat of wanneer de wang van de
band scheurtjes vertoont, moet de band
onmiddellijk door een Yamaha dealer wor-
den vervangen.Bandenspanning (gemeten op kou-
de banden):
Belading tot 90 kg (198 lb):
Voor:
180 kPa (1.80 kgf/cm², 26 psi)
Achter:
200 kPa (2.00 kgf/cm², 29 psi)
90 kg (198 lb) tot maximumbela-
ding:
Voor:
180 kPa (1.80 kgf/cm², 26 psi)
Achter:
225 kPa (2.25 kgf/cm², 33 psi)
Maximale belasting*:
180 kg (397 lb)
* Totaal gewicht van bestuurder, pas-
sagier, bagage en accessoires
1. Wang van band
2. Bandprofieldiepte
UBR3D0D0.book Page 16 Friday, June 19, 2015 10:31 AM
Page 58 of 96

Periodiek onderhoud en afstelling
6-17
6
OPMERKING
De slijtagelimiet voor bandprofieldiepte is
voor diverse landen verschillend. Neem al-
tijd de lokale voorschriften in acht.
WAARSCHUWING
DWA10472
Laat sterk versleten banden door
een Yamaha dealer vervangen. Rij-
den op een machine met versleten
banden is niet alleen verboden,
maar dit heeft ook een averechts
effect op de rijstabiliteit, waardoor
u de macht over het stuur zou kun-
nen verliezen.
De vervanging van onderdelen van
wielen en remmen, inclusief ban-
den, dient te worden overgelaten
aan een Yamaha dealer, die over de
nodige vakkundige kennis en erva-
ring beschikt om dit te doen.
Rijd niet te snel direct na het ver-
wisselen van een band. Het band-
oppervlak dient eerst te zijn
ingereden voordat het zijn optimale
eigenschappen verkrijgt.
Bandeninformatie
Dit model is uitgerust met tubeless banden
en bandventielen.
Banden verouderen, zelfs als ze niet of
slechts sporadisch zijn gebruikt. Scheuren
in het rubber van het loopvlak en de wang
van de band, soms in combinatie met ver-
vorming van het karkas, zijn een teken van
veroudering. Oude banden moeten worden
gecontroleerd door bandenspecialisten om
na te gaan of ze geschikt zijn voor verder
gebruik.
WAARSCHUWING
DWA10902
Monteer altijd voor- en achterban-
den van hetzelfde merk en type.
Verschillende banden kunnen het
weggedrag van de machine veran-
deren, wat kan leiden tot een onge-
val.
Controleer altijd of de ventieldopjes
stevig zijn bevestigd om zo lucht-
lekkage te voorkomen.
Gebruik uitsluitend de hierna ver-
melde bandventielen en luchtven-
tielbuisjes om te voorkomen dat de
banden onder het rijden leeglopen.
Na uitgebreide tests zijn alleen de hieron-
der vermelde banden door Yamaha goed-
gekeurd voor dit model. Minimale bandprofieldiepte (voor en
achter):
1.6 mm (0.06 in)
1. Bandventiel
2. Bandventielbuis
3. Bandventieldop met afdichting
123
UBR3D0D0.book Page 17 Friday, June 19, 2015 10:31 AM
Page 59 of 96

Periodiek onderhoud en afstelling
6-18
6WAARSCHUWING
DWA10601
Deze motorfiets is uitgerust met specia-
le banden die geschikt voor zeer hoge
rijsnelheden. Let op het volgende om
deze banden zo effectief mogelijk te
kunnen gebruiken.
Gebruik bij vervanging uitsluitend
het voorgeschreven type banden.
Bij andere banden is het risico op
een klapband bij zeer hoge rijsnel-
heden niet denkbeeldig.
Gloednieuwe banden bieden op
sommige typen wegdek relatief
weinig grip tot
dat ze zijn “ingere-
den”. Het is dan ook verstandig de
eerste 100 km (60 mi) nadat een
nieuwe band is aangebracht rustig
te blijven rijden en pas daarna de
rijsnelheid te verhogen.
Voordat met hoge snelheid wordt
gereden moeten de banden zijn op-
gewarmd.
Pas de bandspanning steeds aan
volgens de rijomstandigheden.
DAU21963
Gietwielen
Let ten aanzien van de voorgeschreven
wielen op het volgende voor een optimale
prestatie, levensduur en veilige werking van
uw voertuig.
Voor elke rit moeten de velgranden
worden gecontroleerd op scheurtjes,
verbuiging, kromheid of andere scha-
de. Laat in geval van schade het wiel
door een Yamaha dealer vervangen.
Probeer het wiel nooit zelf te repare-
ren, hoe klein de reparatie ook is. Ver-
vang een wiel dat vervormd is of
haarscheurtjes vertoont.
Na het vervangen van een wiel of
band moet het wiel worden uitgeba-
lanceerd. Een niet uitgebalanceerd
wiel zal mogelijk slecht functioneren of
kan een slechte wegligging en een
verkorte levensduur van de banden
tot gevolg hebben. Voorband:
Maat:
100/80-17 M/C 52H(PIRELLI)-
52S(MICHELIN)
Fabrikant/model:
PIRELLI/SPORT DEMON
MICHELIN/PILOT STREET
Achterband:
Maat:
130/70-17 M/C 62H(PIRELLI)-
62S(MICHELIN)
Fabrikant/model:
PIRELLI/SPORT DEMON
MICHELIN/PILOT STREET
VOOR en ACHTER:
Bandventiel:
TR412
Luchtventielbuis:
V3002 (origineel)
UBR3D0D0.book Page 18 Friday, June 19, 2015 10:31 AM
Page 60 of 96

Periodiek onderhoud en afstelling
6-19
6
DAU22046
Vrije slag van de koppelingshen-
del afstellen
Meet de vrije slag van de remhendel zoals
getoond.
Controleer de vrije slag van de koppelings-
hendel regelmatig en stel indien nodig als
volgt af.
1. Schuif de rubber afdekking terug naar
de koppelingshendel.
2. Draai de borgmoer los.
3. Draai de stelbout van de koppelings-
speling richting (a) voor meer vrije slag
van de koppelingshendel. Draai de
stelbout richting (b) voor minder vrije
slag van de koppelingshendel.
OPMERKING
Als de voorgeschreven vrije slag van de
koppelingshendel wordt gehaald, zoals
hierboven beschreven, kunt u de stappen
4…7 overslaan.
4. Draai de stelbout bij de koppelings-
hendel richting (a) om de koppelings-
kabel losser te stellen.
5. Draai de borgmoer bij het carter los.6. Draai de stelmoer van de koppelings-
speling richting (a) voor meer vrije slag
van de koppelingshendel. Draai de
stelmoer richting (b) voor minder vrije
slag van de koppelingshendel.
7. Draai de borgmoer bij het carter vast.
8. Draai de borgmoer bij de koppelings-
hendel vast en schuif de rubber afdek-
king weer naar de oorspronkelijke
positie.
1. Stelbout voor vrije slag koppelingshendel
2. Vrije slag van koppelingshendel
Vrije sl ag van koppelingshendel:
10.0–15.0 mm (0.39–0.59 in)
1. Borgmoer
2. Stelmoer voor vrije slag remhendel (carter)
UBR3D0D0.book Page 19 Friday, June 19, 2015 10:31 AM
Page 61 of 96

Periodiek onderhoud en afstelling
6-20
6
DAUT1223
Vrije slag van voorremhendel
controleren
Meet de vrije slag van de voorremhendel
zoals getoond.
Controleer de vrije slag van de remhendel
regelmatig en laat indien nodig een
Yamaha-dealer het remsysteem controle-
ren.
WAARSCHUWING
DWA10642
Als de vrije slag van de remhendel niet
normaal is, wijst dat op een serieus de-
fect in het remsysteem. Laat het remsy-
steem vóór gebruik van het voertuig
nakijken of repareren door een Yamaha
dealer.
DAUM1355
Vrije slag van rempedaal afstel-
len
Meet de vrije slag van het rempedaal zoals
getoond.
Controleer de vrije slag van het rempedaal
regelmatig en laat deze indien nodig door
een Yamaha dealer afstellen.
WAARSCHUWING
DWAM1031
Als de vrije slag van het rempedaal niet
normaal is, wijst dat op een serieus de-
fect in het remsysteem. Laat het remsy-
steem vóór gebruik van de motorfiets
nakijken of repareren door een Yamaha
dealer.
1. Vrije slag remhendel
Vrije slag voorremhendel:
2.0–5.0 mm (0.08–0.20 in)
ZAUM1179
INFOINFO
1. Vrije slag rempedaal
Vrije slag rempedaal:
3.5–4.5 mm (0.14–0.18 in)
UBR3D0D0.book Page 20 Friday, June 19, 2015 10:31 AM
Page 62 of 96

Periodiek onderhoud en afstelling
6-21
6
DAUM3541
Remlichtschakelaars
Voor modellen met ABS
Het remlicht, dat wordt geactiveerd door
het rempedaal en de remhendel, moet op-
lichten nét voordat de remmen aangrijpen.
Stel de remlichtschakelaar achter indien
nodig als volgt af. De remlichtschakelaar
voor dient te worden afgesteld door een
Yamaha dealer.
Verdraai de stelmoer van de achterste rem-
lichtschakelaar en houd daarbij de rem-
lichtschakelaar vast. Draai de stelmoer in
de richting (a) om het remlicht eerder te la-
ten branden. Draai de stelmoer in de rich-
ting (b) om het remlicht later te laten
branden.
Voor modellen zonder ABS
Het remlicht, dat wordt geactiveerd door
het rempedaal en de remhendel, moet op-
lichten nét voordat de remmen aangrijpen.
Laat de remlichtschakelaars indien nodig
door een Yamaha dealer controleren.
DAU22393
Controleren van voor- en achter-
remblokken
De remblokken in de voor- en achterrem
moeten worden gecontroleerd op slijtage
volgens de intervalperioden voorgeschre-
ven in het periodieke smeer- en onder-
houdsschema.
DAU22421Remblokken voorrem
Elk voorremblok heeft een eigen slijtage-in-
dicatorgroef, zodat het remblok kan wor-
den gecontroleerd zonder de rem te
demonteren. Let op de slijtage-indicator-
groef om de remblokslijtage te controleren.
Wanneer een remblok zover is afgesleten
dat de slijtage-indicatorgroef vrijwel is ver-
dwenen, vraag dan een Yamaha-dealer de
remblokken als set te vervangen.
DAU22501Remblokken achterrem
1. Remlichtschakelaar
2. Stelmoer remlichtschakelaar
ZAUM1230
2
(a)(b)
1. Slijtage-indicatorgroef
1. Remvoeringdikte
ZAUM1180
1
UBR3D0D0.book Page 21 Friday, June 19, 2015 10:31 AM
Page 63 of 96
Periodiek onderhoud en afstelling
6-22
6
Controleer elk achterremblok op schade en
meet de remvoeringsdikte. Als een remblok
beschadigd is of als de remvoeringsdikte
minder is dan 1.5 mm (0.06 in), vraag dan
een Yamaha dealer de remblokken als set
te vervangen.DAU40262
Controleren van remvloeistofni-
veau
Controleer alvorens te gaan rijden of de
remvloeistof boven de merkstreep voor mi-
nimumniveau staat. Meet het remvloeistof-
niveau en let erop dat de bovenzijde van
het reservoir horizontaal staat. Vul indien
nodig remvloeistof bij.
Voorrem
Achterrem
WAARSCHUWING
DWA16011
Onjuist uitgevoerd onderhoud kan resul-
teren in verlies van remvermogen. Neem
de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht:
1. Merkstreep minimumniveau
1. Merkstreep minimumniveau
Aanbevolen remvloeistof:
DOT 4
ZAUM1209
I
NFOI
NFO
UBR3D0D0.book Page 22 Friday, June 19, 2015 10:31 AM
Page 64 of 96

Periodiek onderhoud en afstelling
6-23
6
Bij een te laag remvloeistofniveau
kan lucht binnendringen in het rem-
systeem, waardoor de rempresta-
ties afnemen.
Reinig de reservoirdop alvorens
deze te verwijderen. Gebruik uit-
sluitend DOT 4 remvloeistof uit een
onaangebroken verpakking.
Gebruik uitsluitend de aanbevolen
remvloeistof, anders kunnen de
rubberafdichtingen beschadigd ra-
ken met lekkage tot gevolg.
Vul bij met hetzelfde type remvloei-
stof. Toevoeging van een ander
type remvloeistof dan DOT 4 kan re-
sulteren in een schadelijke chemi-
sche reactie.
Pas op en zorg d
at tijdens het bij-
vullen geen water of stof het rem-
vloeistofreservoir binnendringen.
Water zal het kookpunt van de rem-
vloeistof aanzienlijk verlagen zodat
dampbelvorming kan optreden en
vuil de hydraulisch bediende klep-
pen van de ABS eenheid kan ver-
stoppen.
LET OP
DCA17641
Remvloeistof kan gelakte of kunststof
onderdelen beschadigen. Veeg gemors-
te remvloeistof steeds direct af.
Naarmate de remblokken afslijten, zal het
remvloeistofniveau geleidelijk verder dalen.
Een laag remvloeistofniveau kan duiden op
versleten remblokken en/of lekkage in het
remsysteem. Controleer daarom de rem-
blokken op slijtage en het remsysteem op
lekkage. Vraag als het remvloeistofniveau
plotseling sterk is gedaald een Yamaha
dealer om een inspectie alvorens verder te
rijden.
DAU22733
Remvloeistof verversen
Vraag een Yamaha dealer de remvloeistof
te verversen volgens de intervalperioden
voorgeschreven in het periodieke smeer-
en onderhoudsschema. Laat bovendien de
oliekeerringen van de hoofdremcilinders,
de remklauwen en de remslangen vervan-
gen volgens de intervalperioden of wan-
neer ze lek of beschadigd zijn.
Vloeistofafdichtingen: Vervang elke
twee jaar.
Remslangen: Vervang elke vier jaar.
UBR3D0D0.book Page 23 Friday, June 19, 2015 10:31 AM