3857-3. Zelf uit te voeren onderhoud
7
Onderhoud en verzorging
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E
De bandenspanningssensoren en -zenders zijn voorzien van een
unieke identificatiecode. Bij het vervangen van een bandenspan-
ningssensor en -zender is het noodz akelijk om de identificatiecode te
registreren. Laat de identificatiec odes registreren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Wanneer moeten banden worden vervangen
Banden moeten worden vervangen als:
●De slijtage-indicatoren zijn te zien op een band.
● De banden beschadigingen vertonen, zoals insnijdingen, scheuren of bar-
sten die zo diep zijn dat het binnenmateriaal zichtbaar wordt en bulten die
duiden op een interne beschadiging
● Een band vaak leegloopt of niet goe d kan worden gerepareerd vanwege de
grootte of plaats van de beschadiging
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige als u er
niet zeker van bent.
■ Vervangen van banden en wielen (auto's met bandenspanningswaar-
schuwingssysteem)
Als de identificatiecode van de bandenspanningssensor en -zender niet is
geregistreerd, werkt het bandenspanningswaarschuwingssysteem niet cor-
rect. Na ongeveer 10 minuten rijden gaat het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning gedurende 1 minuut knipperen en het blijft daarna branden om
aan te geven dat er een storing in het systeem aanwezig is.
■ Levensduur van de banden
Banden die ouder zijn dan 6 jaar moeten altijd door gekwalificeerd werk-
plaatspersoneel worden gecontroleerd, zelfs als er niet of nauwelijks met de
banden is gereden en de banden niet lijken te zijn beschadigd.
■ Brede banden (auto's met 195/50R16 banden)
In het algemeen slijten brede banden eerder en kan de grip op besneeuwde\
en/of gladde wegen beperkt zijn in vergelijking met standaard banden.
Gebruik daarom winterbanden of sneeuwkettingen op besneeuwde en/of
gladde wegen en rijd voorzichtig waarbij u uw snelheid aanpast aan de toe-
stand van de weg en de weersomstandigheden.
Registreren van identificatie codes (auto's met bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem).
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E.book Page 385 Tuesday, April 26, 2016 10:51 AM
3937-3. Zelf uit te voeren onderhoud
7
Onderhoud en verzorging
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E
WAARSCHUWING
■Bij het controleren of vervangen van de banden
Houd u aan de volgende voorzorgsmaatregelen om ongevallen te voorkomen.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregelen, kan schade aan de
aandrijflijn veroorzaken en gevaarlijke rijeigenschappen tot gevolg hebben,
waardoor een ongeval met ernstig letsel kan ontstaan.
● Gebruik geen banden van verschillende merken, types of profielen.
Gebruik ook geen banden met duidelijk verschillende slijtagepatronen
door elkaar.
● Gebruik uitsluitend de door Toyota voorgeschreven bandenmaat.
● Gebruik geen verschillende soorten banden (radiaalbanden, gordelban-
den met diagonaalkarkas en diagonaalbanden) door elkaar.
● Gebruik geen zomer-, all-season- en winterbanden door elkaar.
●
Gebruik nooit banden onder uw auto die zijn gebruikt onder een andere auto.
Door het gebruik van banden waarvan het verleden onbekend is, loopt u extra
risico.
● Auto's met een compact reservewiel: Rijd niet met een aanhangwagen als
een compact reservewiel is gemonteerd.
■ Bij het initialiseren van het bandenspanningswaarschuwingssysteem
(auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Druk niet op de resetknop van het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem voordat de banden op de voorgeschreven spanning zijn gebracht.
Anders kan het voorkomen dat het waarschuwingslampje voor de lage ban-
denspanning niet gaat branden terwijl de bandenspanning te laag is, of wel
gaat branden terwijl de bandenspanning in orde is.
OPMERKING
■ Repareren of vervangen van banden, velgen, bandenspanningssenso-
ren, -zenders en ventieldopjes (a uto's met bandenspanningswaarschu-
wingssysteem)
● Neem voor het verwijderen en plaatsen van wielen, banden of banden-
spanningssensoren en -zenders contact op met een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige omdat de bandenspanningssensoren en -zenders
beschadigd kunnen raken als er niet voorzichtig mee wordt omgegaan.
● Vergeet niet de dopjes weer op de ventielen aan te brengen. Als de ven-
tieldopjes niet geplaatst worden, dan kan er water in de bandenspannings-
sensoren terecht komen en kunnen ze vast gaan zitten.
● Gebruik bij het vervangen van de ventieldopjes geen andere ventieldopjes
dan voorgeschreven. Anders kunnen de dopjes vast komen te zitten.
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E.book Page 393 Tuesday, April 26, 2016 10:51 AM
3947-3. Zelf uit te voeren onderhoud
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E
OPMERKING
■Voorkomen van schade aan de bandenspanningssensoren en -zenders
(auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Als een band is gerepareerd met bandenreparatievloeistof, werken de ban-
denspanningssensor en -zender mogelijk niet goed. Neem wanneer ban-
denreparatievloeistof is gebruikt zo snel mogelijk contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Vervang na het gebruik van ban-
denreparatievloeistof de bandenspanningssensor en -zender wanneer de
band wordt gerepareerd of vervangen. ( Blz. 383)
■ Rijden over onverharde wegen
Wees extra voorzichtig bij het rijden over onverharde wegen en wegen met
kuilen.
Dergelijke omstandigheden hebben mogelijk een verlaging van de banden-
spanning tot gevolg, waardoor de verende werking van de banden vermin-
dert. Bovendien kunnen de banden zelf en de velgen en carrosserie
beschadigd raken bij het rijden over onverharde wegen.
■ Brede banden (auto's met 195/50R16 banden)
Het gebruik van brede banden kan leiden tot meer schade aan de velg bij
het rijden op een slecht wegdek. Let daarom goed op de volgende punten:
● Zorg ervoor dat de banden de juiste spanning hebben. Bij een te lage ban-
denspanning zullen de banden sneller beschadigd raken.
● Rijd niet door diepe gaten of tegen hoge of scherpe voorwerpen aan of
eroverheen. Anders kunnen de banden en velgen ernstig beschadigd
raken.
■ Als tijdens het rijden in elke band een te lage bandenspanning ontstaat
Rijd niet verder als de bandenspanning te laag is, anders kunnen de ban-
den en/of velgen ernstig beschadigd raken.
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E.book Page 394 Tuesday, April 26, 2016 10:51 AM
3987-3. Zelf uit te voeren onderhoud
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E
■Bij het verwijderen van de wieldop (auto's met stalen velgen en banden-
reparatieset)
■ Wanneer velgen worden vervangen (auto's met bandenspanningswaar-
schuwingssysteem)
De velgen van uw auto zijn uitgerust met bandenspanningssensoren en -zen-
ders (behalve het reservewiel [inclusief compact reservewiel]) voor het ban-
denspanningswaarschuwingssysteem, dat in een vroegtijdig stadium
waarschuwt als de bandenspanning te laag wordt. Bij het vervangen van vel-
gen moeten er bandenspanningssensoren en -zenders worden geplaatst.
(Blz. 383)
Verwijder de wieldop met een wieldopclip.
WAARSCHUWING
■
Vervangen van velgen
● Gebruik alleen de in deze handleiding aanbevolen maat velgen en ban-
den. Een andere maat kan resulteren in een slechtere controle over de
auto.
● Gebruik nooit een binnenband bij een poreuze velg die ontworpen is voor
een tubeless band. Als u dat wel doet, kan dat leiden tot een ongeval
waarbij ernstig letsel kan ontstaan.
■ Plaatsen van wielmoeren
● Plaats de wielmoeren met de schuine
kant naar het wiel toe. Als de wielmoe-
ren worden geplaatst met de schuine
kant van het wiel af, kan de velg scheu-
ren waardoor het wiel tijdens het rijden
kan losraken. Dit kan leiden tot een
ongeval, met ernstig letsel als gevolg.Ta p s
gedeelte
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E.book Page 398 Tuesday, April 26, 2016 10:51 AM
3997-3. Zelf uit te voeren onderhoud
7
Onderhoud en verzorging
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E
WAARSCHUWING
●Breng nooit vet of olie aan op de wielbouten en wielmoeren.
Door het gebruik van olie of vet worden de wielmoeren mogelijk te vast
aangedraaid waardoor de bouten of de velg beschadigd kunnen raken.
Daarnaast kunnen de wielmoeren loslopen en de wielen losraken, wat kan
leiden tot een ongeval met ernstig letsel als gevolg. Verwijder olie of vet
van de wielbouten of wielmoeren.
■ Gebruik van beschadigde velgen niet toegestaan
Gebruik geen gescheurde of vervormde velgen.
Als u dat wel doet, kan er tijdens het rijden lucht uit de band ontsnappen,
waardoor een ongeval zou kunnen ontstaan.
OPMERKING
■Vervangen van bandenspanningssensoren en -zenders (auto's met
bandenspanningswaarschuwingssysteem)
● Omdat het repareren of vervangen van een band invloed kan hebben op
de bandenspanningssensoren en -zenders, adviseren we u deze werk-
zaamheden uit te laten voeren door een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. Ga ook voor de aanschaf van bandenspanningssensoren en
-zenders naar een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
● Gebruik voor uw auto alleen originele Toyota-velgen.
Bij niet-originele velgen kan niet worden gegarandeerd dat de banden-
spanningssensoren en -zenders goed werken.
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E.book Page 399 Tuesday, April 26, 2016 10:51 AM
4418-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E
Waarschuwingslampje PCS*2
Wanneer het waarschuwingslampje knippert (en een zoe-
mer klinkt):
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het PCS (Pre-
Crash Safety-systeem).
→ Laat uw auto direct controleren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller /reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
Wanneer het waarschuwingslampje knippert of brandt (en
er geen zoemer klinkt):
Geeft aan dat het PCS (Pre-Crash Safety-systeem) tijde-
lijk niet beschikbaar is, mogelijk als gevolg van een van de
onderstaande zaken:
• Het deel van de voorruit rondom de sensor voor is vuil, beslagen of bedekt door condens, ijs, stickers, e.d.
→ Verwijder het vuil, de condens, het ijs, de stickers,
enz. ( →Blz. 227)
• De temperatuur van de sensor voor is buiten het wer-
kingsbereik
→ Wacht een tijdje totdat het gebied rondom de sensor
voor voldoende is afgekoeld.
Wanneer het waarschuwingslampje brandt:
Het VSC (Vehicle Stability Control-systeem) of het PCS
(Pre-Crash Safety-systeem) is uitgeschakeld of beide sys-
temen zijn uitgeschakeld.
→ Schakel om het PCS-systeem in te schakelen zowel
het VSC-systeem als het PCS-systeem in.
( → Blz. 227, 269)
Controlelampje Traction Control*2
Geeft aan dat er een storing is in:
• Het VSC-systeem;
• Het TRC-systeem.
→ Laat uw auto direct controleren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller /reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
Waarschu-
wingslampjeWaarschuwingslampje/details/handelingen
sec_08-02.fm Page 441 Monday, July 4, 2016 4:17 PM
4478-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E
*4: Waarschuwingszoemer veiligheidsgordel bestuurder en voorpassagier:
De waarschuwingszoemer voor de veiligheidsgordels herinnert de
bestuurder en de passagier eraan de veiligheidsgordel om te doen. De
zoemer klinkt gedurende 30 seconden nadat de auto een snelheid van ten
minste 20 km/h heeft bereikt. Als de veiligheidsgordel daarna nog niet is
vastgemaakt, laat de zoemer gedurende 90 seconden een ander geluid
horen.
*5: Het waarschuwingslampje van het roetfiltersysteem kan blijven branden als het waarschuwingslampje motoroli e verversen brandt. Laat in dit geval
uw auto controleren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
*6: Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige om
na te gaan of uw auto een roetfiltersysteem heeft.
■ Detectiesensor passagier en waarschuwingszoemer passagiersgordel
●Als er bagage wordt geplaatst op de passagiersstoel kan de detectiesensor
het waarschuwingslampje laten knipperen, ook al zit er niemand op de pas-
sagiersstoel.
● Als er op de stoel een kussen wordt geplaatst, werkt de sensor wellicht niet
goed, waardoor ook het waarschuwingslampje niet goed werkt.
■ Als het motorcontrolelampje tijd ens het rijden gaat branden
Bij sommige uitvoeringen gaat het motorcontrolelampje branden als de
brandstoftank geheel leeg gereden is. Vul de brandstoftank onmiddellijk als
deze leeg is. Het motorcontrolelampje gaat na enkele ritten weer uit.
Laat de auto zo snel mogelijk nakijken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige als het motorcontrolelampje niet uit gaat.
■ Waarschuwingszoemer
De zoemer is in sommige gevallen niet hoorbaar, zoals in een luidruchtige
omgeving of wanneer het volume van de audio hoog staat.
■ Waarschuwingslampje (waarschuwin gszoemer) elektrische stuurbe-
krachtiging
Als de laadtoestand van de accu laag wordt of de spanning tijdelijk daalt, kan
het waarschuwingslampje van de elektrische stuurbekrachtiging gaan bran-
den en kan er een waarschuwingszoemer klinken.
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E.book Page 447 Tuesday, April 26, 2016 10:51 AM
4498-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E■
Het waarschuwingslampje lage band enspanning gaat mogelijk branden
door een natuurlijke oorzaak (auto's met bandenspanningswaarschu-
wingssysteem)
Het waarschuwingslampje lage bandenspanning gaat mogelijk branden door
een natuurlijke oorzaak, zo als het onvermijdelijke spanningsverlies dat op den
duur optreedt of een veranderde bandenspanning die veroorzaakt wordt door
temperatuurveranderingen. In dat geval zal het waarschuwingslampje na een
paar minuten uitgaan als de banden weer op de juiste spanning gebracht zijn.
■Als een wiel wordt vervangen door het reservewiel (auto's met banden-
spanningswaarschuwingssysteem)
Het reservewiel is niet voorzien van een bandenspanningssensor en -zender.
Bij een lekke band zal het waarschuwingslampje lage bandenspanning niet
uitgaan, ook al is het wiel met de lekke band vervangen door het reservewiel.
Vervang het reservewiel door het wiel met de gerepareerde band en breng de
band op de juiste spanning. Het waarschuwingslampje lage bandenspanning
zal na een paar minuten uitgaan.
■ Als het bandenspanningswaarschuwingssysteem buiten werking is
(auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Het bandenspanningswaarschuwingssysteem wordt onder de volgende
omstandigheden uitgeschakeld:
(Als de omstandigheden weer normaal zijn, zal het systeem weer correct
werken.)
●Als er banden zonder bandenspanningssensoren en -zenders worden
gebruikt.
● Als de identificatiecodes op de bandenspanningssensoren en -zenders niet
zijn geregistreerd in de bandenspanningswaarschuwingssysteem-ECU
● Als de bandenspanning 500 kPa (5,1 kg/cm
2 of bar, 73 psi) of meer
bedraagt
Het bandenspanningswaarschuwingssysteem kan onder de volgende
omstandigheden worden uitgeschakeld:
(Als de omstandigheden weer normaal zijn, zal het systeem weer correct
werken.)
● Als zich in de nabijheid een elektrische voorziening bevindt, die dezelfde
radiografische signalen uitzendt
● Als in de auto een radio aanstaat op dezelfde frequentie
● Als de ruiten zijn voorzien van een coating die de ontvangst van de radi\
o-
grafische signalen nadelig beïnvloedt
● Als de auto bedekt is met sneeuw of ijs, vooral bij de wielen en in de wiel-
kasten
● Als er niet-originele Toyota-vel gen zijn gemonteerd (Zelfs wanneer er
Toyota-velgen zijn gemonteerd, kan het zijn dat het bandenspanningswaar-
schuwingssysteem bij sommige bandentypes niet goed werkt.)
● Als er sneeuwkettingen worden gebruikt
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E.book Page 449 Tuesday, April 26, 2016 10:51 AM