1523-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
RAV4_OM_OM42A45E_(EE)
OPMERKING
■Achterklepspindels (auto's met elektrisch bedienbare achterklep)
De achterklep is voorzien van pennen die de achterklep op zijn plaats hou-
den.
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Anders kunnen de achterklepspindels beschadigd raken, waardoor deze
niet meer werken.
● Plaats uw handen nooit op de spindel en oefen er nooit zijdelingse krach-
ten op uit.
■ Voorkomen van storingen in het slui tsysteem van de achterklep (auto's
met elektrisch bedienbare achterklep)
Oefen geen grote kracht uit op de achterklep terwijl het sluitsysteem in wer-
king is.
■ Voorkomen van beschadiging van de elektrisch bedienbare achterklep
(indien aanwezig)
● Controleer of er geen ijs zit tussen de achterklep en de sponning, waar-
door de achterklep niet bediend kan worden. Wanneer er zich te veel
gewicht op de achterklep bevindt, kunnen bij het bedienen van de elek-
trisch bedienbare achterklep storingen optreden.
● Oefen geen grote kracht uit op de achterklep terwijl de elektrisch bedien-
bare achterklep in werking is.
● Voorkom dat de sensoren (aan de rechter- en linkerzijde van de elektrisch
bedienbare achterklep) beschadigd raken door scherpe voorwerpen. Wan-
neer de sensor is losgenomen, kan de elektrisch bedienbare achterklep
niet automatisch worden gesloten.
●Bevestig nooit stickers, kunststoffolie,
zelfklevende voorwerpen, enz. aan de
astap.
● Raak de pen nooit aan met handschoe-
nen of andere stoffen voorwerpen.
● Bevestig geen zware accessoires aan
de achterklep. Neem voor meer infor-
matie contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige alvo-
rens accessoires te bevestigen.
Pennen
RAV4_OM_OM42A45E_(EE).book Page 152 Tuesday, October 20, 2015 11:26 AM
1563-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
RAV4_OM_OM42A45E_(EE)■
Aanwijzing voor de instapfunctie
●Zelfs als de elektronische sleutel zich binnen het detectiegebied bevindt,
werkt het systeem in de volgende gevallen mogelijk niet juist:
• De elektronische sleutel bevindt zich te dicht bij de ruit of buitenportier-
greep, te dicht bij de grond of te hoog als de portieren worden vergren-
deld of ontgrendeld.
• De elektronische sleutel bevindt zich te dicht bij de grond of op een hoge plaats, of te dicht bij het midden van de achterbumper, als de achterklep
wordt geopend.
• De elektronische sleutel ligt op het dashboard, de hoedenplank of de laadvloer, of in een portiervak of het dashboardkastje als de motor wordt
gestart of de stand van de startknop wordt gewijzigd.
● Laat de elektronische sleutel niet boven op het dashboard of in de buurt van
de portiervakken liggen wanneer u de auto verlaat. Afhankelijk van de ont-
vangst van de radiogolven wordt door de antenne mogelijk waargenomen
dat de sleutel zich buiten de auto bevindt en kunnen de portieren worden
vergrendeld vanaf de buitenzijde, w aardoor de elektronische sleutel moge-
lijk in de auto wordt opgesloten.
● Zolang de elektronische sleutel zich binnen het detectiegebied bevindt, kun-
nen de portieren door een willekeurige persoon worden vergrendeld en ont-
grendeld. De auto kan echter alleen worden ontgrendeld via de portieren die
de elektronische sleutel signaleren.
● Zelfs als de elektronische sleutel zich buiten de auto bevindt, kan de motor
mogelijk gestart worden als de elektronische sleutel zich in de buurt van de
ruit bevindt.
● Als de sleutel zich binnen het ontvangstgebied bevindt en er een grote hoe-
veelheid water op de portiergreep terechtkomt (bijvoorbeeld tijdens een
zware regenbui of het wassen van de auto), kunnen de portieren worden
ontgrendeld of vergrendeld. (Als de portieren niet worden geopend en
gesloten, worden deze na ongeveer 30 seconden automatisch weer ver-
grendeld.)
● Als de afstandsbediening wordt gebruikt om de portieren te vergrendelen
terwijl de elektronische sleutel zich in de nabijheid van de auto bevindt,
bestaat de mogelijkheid dat de portieren niet ontgrendeld worden door de
instapfunctie. (Gebruik de afstandsbediening om de portieren te ontgrende-
len.)
● Wanneer u de vergrendelsensor aanraakt terwijl u handschoenen draagt,
kan de reactie van het systeem trager zijn of worden de portieren mogelijk
niet ontgrendeld.
● Wanneer de vergrendelactie is uitgevoerd met de vergrendelsensor, worden
maximaal tweemaal achter elkaar identificatiesignalen getoond. Vervolgens
worden geen identificatiesignalen gegeven. (indien aanwezig)
● Als de portiergreep nat wordt terwijl de elektronische sleutel zich binnen het
werkzame gebied bevindt, kan het portier herhaaldelijk worden vergrendeld
en ontgrendeld. Volg in dat geval de correctieprocedure hieronder bij het
wassen van de auto:
RAV4_OM_OM42A45E_(EE).book Page 156 Tuesday, October 20, 2015 11:26 AM
1573-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
3
Bediening van elk onderdeel
RAV4_OM_OM42A45E_(EE)• Plaats de elektronische sleutel op een afstand van ten minste 2 meter
van de auto. (Zorg ervoor dat de sleutel niet gestolen wordt.)
• Schakel de energiebesparende functie voor de batterij in om het Smart entry-systeem met startknop uit te schakelen. ( →Blz. 154)
● Als de elektronische sleutel zich in de auto bevindt en een portiergreep
wordt nat tijdens het wassen van de auto, wordt er mogelijk een melding
weergegeven op het multi-informatiedisp lay en klinkt er een zoemer buiten
de auto. Vergrendel alle portieren om het alarm uit te schakelen.
● Als de vergrendelsensor in aanraking komt met ijs, sneeuw, modder, enz.,
werkt deze mogelijk niet goed. Reinig de vergrendelsensor en raak hem
opnieuw aan of gebruik de vergrendelsensor aan de onderzijde van de por-
tiergreep.
● Het plotseling bedienen van de handgreep of het bedienen van de hand-
greep direct nadat u het effectieve bereik bent binnengestapt, kan ontgren-
deling van de portieren belemmeren. Raak de ontgrendelsensor van het
portier aan en controleer of de por tieren worden ontgrendeld voordat u
opnieuw aan de portiergreep trekt.
● Als u de portiergreep vastpakt terwijl u handschoenen draagt, worden de
portieren mogelijk niet ontgrendeld.
● Als er zich een andere elektronische sleutel binnen het detectiegebied
bevindt, is de reactietijd voor het ontgrendelen van de portieren nadat een
portiergreep is vastgepakt, mogelijk langer.
■ Als er gedurende langere tijd niet met de auto wordt gereden
●Bewaar, om diefstal van de auto te voorkomen, de elektronische sleutel niet
binnen een afstand van 2 meter van de auto.
● Het Smart entry-systeem met startknop kan vooraf worden uitgeschakeld.
(→Blz. 700)
■ Voor een juiste bediening van het systeem
Zorg ervoor dat u de elektronische sleutel bij u hebt als u het systeem
bedient. Houd de elektronische sleutel niet te dicht bij de auto als u het sys-
teem van buitenaf bedient.
Afhankelijk van de positie en de conditie waarin de elektronische sleutel
wordt bewaard, wordt de sleutel mogelijk niet correct door het systeem gesig-
naleerd, waardoor het systeem wellicht ni et juist functioneert. (Het alarm kan
per ongeluk afgaan of de functie die voorkomt dat de portieren per ongeluk
worden vergrendeld, werkt wellicht niet.)
■ Als het Smart entry-systeem met startknop niet goed werkt
● Vergrendelen en ontgrendelen van de portieren: Gebruik de mechanische
sleutel. ( →Blz. 651)
● Starten van de motor: →Blz. 652
RAV4_OM_OM42A45E_(EE).book Page 157 Tuesday, October 20, 2015 11:26 AM
1813-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
3
Bediening van elk onderdeel
RAV4_OM_OM42A45E_(EE)
Binnenspiegel met automatische antiverblindingsstand
De hoeveelheid gereflecteerd licht wordt automatisch gereduceerd op
basis van de helderheid van de koplampen van achteropkomend ver-
keer.
De modus voor de automatische
antiverblindingsstand wijzigen
Aan/uit
Wanneer de automatische antiver-
blindingsstand is ingeschakeld,
brandt het controlelampje.
De functie wordt iedere keer wanneer het contact AAN wordt gezet inge-
schakeld.
Druk op de toets om de functie uit te schakelen. (Het controlelampje gaat
ook uit.)
■ Voorkomen van een onjuiste werking van de sensoren (auto's met bin-
nenspiegel met automatische antiverblindingsstand)
Controlelampje
Raak de sensoren niet aan en bedek ze
ook niet, omdat hierdoor de werking van
de sensoren in negatieve zin beïnvloed
kan worden.
WAARSCHUWING
Verstel de spiegel niet tijdens het rijden.
Hierdoor kunt u de macht over het stuur verliezen en een ongeval veroorza-
ken, waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
RAV4_OM_OM42A45E_(EE).book Page 181 Tuesday, October 20, 2015 11:26 AM
193
4Rijden
RAV4_OM_OM42A45E_(EE)4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden met de auto ............ 194
Lading en bagage .............. 206
Rijden met een aanhangwagen ................ 208
4-2. Rijprocedures Contactslot (auto's zonder Smart entry-
systeem en startknop) ..... 221
Startknop (auto's met Smart entry-
systeem en startknop) ..... 224
Automatische transmissie (met S-modus) ................. 231
Automatische transmissie (met M-modus) ................ 237
Multidrive CVT ................... 245
Handgeschakelde transmissie ...................... 253
Richtingaanwijzer- schakelaar ....................... 257
Parkeerrem ........................ 258
DPF-roetfilter (Diesel Particulate Filter)/DPNR-
katalysator (Diesel
Particulate-NOx
Reduction) ....................... 259
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Lichtschakelaar.................. 261
Automatic High Beam- systeem ........................... 266
Schakelaar mistlampen ..... 270
Ruitenwissers en -sproeiers......................... 272
Achterruitenwisser en -sproeier .......................... 276 4-4. Tanken
Openen van de tankdop .... 278
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Toyota Safety Sense ......... 281
PCS (Pre-Crash Safety- systeem) .......................... 290
LDA (Lane Departure Alert met stuurregeling) ... 305
RSA (Road Sign Assist)..... 313
Dynamic Radar Cruise Control-systeem .............. 318
Cruise control..................... 331
Snelheidsbegrenzer ........... 335
Toyota Parking Assist-sensor ................... 338
Schakelaar permanente vierwielaandrijving
(AWD-uitvoeringen) ......... 347
Stop & Start-systeem ......... 348
Downhill Assist Control ...... 360
BSM (Blind Spot Monitor) .. 362 • De Blind Spot Monitor-functie ............................ 367
• De Rear Crossing
Traffic Alert-functie ........ 370
Ondersteunende systemen ......................... 373
4-6. Rijtips Tips voor rijden in de winter .......................... 380
Voorzorgsmaatregelen bij terreinauto's ................ 384
RAV4_OM_OM42A45E_(EE).book Page 193 Tuesday, October 20, 2015 11:26 AM
261
4
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
RAV4_OM_OM42A45E_(EE)
Lichtschakelaar
Draai aan het uiteinde van de hendel om de verlichting als volgt in te
schakelen:
Met sensor koplampregelingDe parkeerlichten voor,
achterlichten, kenteken-
plaat- en dashboardver-
lichting gaan branden.
De koplampen en alle hier-
boven genoemde verlich-
ting gaan branden.
De koplampen, dagrijver-
lichting ( →Blz. 264) en alle
verlichting die hierboven
genoemd is, worden auto-
matisch in- en uitgescha-
keld.
Wanneer het contact AAN
staat.
De dagrijverlichting wordt ingeschakeld. ( →Blz. 264)
De koplampen kunnen handmatig of automatisch worden
bediend.
Bedieningsinstructies
1
2
3
4
RAV4_OM_OM42A45E_(EE).book Page 261 Tuesday, October 20, 2015 11:26 AM
2624-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
RAV4_OM_OM42A45E_(EE)
Zonder sensor koplampregelingDe parkeerlichten voor,
achterlichten, kenteken-
plaat- en dashboardver-
lichting gaan branden.
De koplampen en alle hier-
boven genoemde verlich-
ting gaan branden.
De dagrijverlichting wordt
ingeschakeld. ( →Blz. 264)
Druk bij ingeschakelde koplam-
pen de hendel van u af om het
grootlicht in te schakelen.
Door de hendel weer in de midden-
stand te zetten, wordt het grootlicht
weer uitgeschakeld.
Trek de hendel naar u toe en
laat deze meteen weer los om
één keer met het grootlicht te
knipperen.
U kunt lichtsignalen geven met de koplampen in- of uitgeschakeld.
1
2
3
Inschakelen van grootlicht
1
2
RAV4_OM_OM42A45E_(EE).book Page 262 Tuesday, October 20, 2015 11:26 AM
2644-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
RAV4_OM_OM42A45E_(EE)
Dankzij dit systeem kunnen de koplampen gedurende 30 seconden
worden ingeschakeld wanneer het contact UIT wordt gezet.
Trek, nadat het contact UIT is
gezet, de hendel naar u toe en
laat hem los terwijl de lichtschake-
laar in de stand of staat.
Trek de hendel naar u toe en laat
hem weer los om de verlichting uit
te schakelen.
■Dagrijverlichting
Om uw auto overdag beter zichtbaar te maken voor andere weggebruikers,
wordt de dagrijverlichting automatisch ingeschakeld als de motor wordt
gestart en de parkeerrem wordt gedeactiveerd met de lichtschakelaar uit of in
de stand . (Brandt helderder dan de parkeerlichten voor.) Dagrijverlichting
is niet ontworpen voor gebruik in het donker.
■ Sensor koplampregeling (indien aanwezig)
Follow Me Home-systeem
De werking van de sensor kan in nega-
tieve zin beïnvloed worden als er iets over
de sensor heen geplaatst wordt of als er
iets op de ruit wordt aangebracht waar-
door de sensor wordt afgeschermd.
Hierdoor kan de sensor niet op de juiste
manier de hoeveelheid omgevingslicht
signaleren, waardoor het automatische
koplampsysteem mogelijk onjuist functio-
neert.
RAV4_OM_OM42A45E_(EE).book Page 264 Tuesday, October 20, 2015 11:26 AM