
3104-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
HILUX_OM_OM0K269E_(EE)●
Licht van een tegenligger, de zon, enz. dringt de camerasensor binnen.
● Het verkeersbord is vuil, vervaagd, gekanteld of krom of, in geval van een
elektronisch verkeersbord, het contrast is slecht.
● Het verkeersbord gaat helemaal of gedeeltelijk verscholen achter boombla-
deren, een paal, o.i.d.
● Het verkeersbord is alleen korte tijd zichtbaar voor de camerasensor.
● De omgeving (bij afslaan, rijstrookwisseling, enz.) wordt onjuist beoordeeld.
●
Ook wanneer een verkeersbord niet van toepassing is op de rijstrook waar op
dat moment op wordt gereden, staat dit bord wel direct na een vertakking van de
snelweg of bij een aangrenzende rijstrook net voordat rijstroken samenkomen.
● Er zitten stickers op de achterzijde van de voorligger.
● Er wordt een verkeersbord herkend dat lijkt op een verkeersbord dat com-
patibel is met het systeem.
● Er wordt met de auto in een land gereden waar het verkeer aan de andere
kant rijdt.
● Mogelijk worden verkeersborden met de snelheidslimiet voor parallelwegen
gesignaleerd en weergegeven (wanneer deze in het zicht van de camera-
sensor staan) terwijl de auto op de hoofdweg rijdt.
● Mogelijk worden verkeersborden met de maximaal toegestane snelheid
voor afslagen van rotondes gesignaleerd en weergegeven (wanneer deze in
het zicht van de camerasensor staan) terwijl de auto op de rotonde rijdt.
● De snelheidsinformatie die op het instrumentenpaneel wordt weergegeven
verschilt mogelijk van de informatie die wordt weergegeven op het naviga-
tiesysteem (indien aanwezig) als gevolg van de gebruikte kaartgegevens
van het navigatiesysteem of het multimediasysteem.
■ Rijden in een land met een andere eenheid voor snelheid
Aangezien de RSA verkeersborden herkent aan de hand van de ingestelde
eenheid voor snelheid, is het noodzakelijk om de ingestelde eenheid van het
instrumentenpaneel te wijzigen. Stel de ingestelde eenheid van het instru-
mentenpaneel in op de eenheid van snelheid van de verkeersborden op de
actuele locatie. ( Blz. 633)
■ In-/uitschakelen van het systeem
Gebruik de bedieningstoetsen van het instrumentenpaneel om te selecte-
ren terwijl de auto stilstaat en druk op , selecteer en druk op .
■ Weergave verkeersbord snelheidslimiet
Als het contact de laatste keer UIT werd gezet terwijl er een verkeersbord
met de maximaal toegestane snelheid op het multi-informatiedisplay werd
weergegeven, wordt datzelfde verkeersbord weer weergegeven wanneer het
contact AAN wordt gezet.
■ Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde instellingen (bijvoorbeeld de drempelwaarde voor de waarschu-
wing voor te hard rijden) kunnen worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen:
Blz. 632)
HILUX_OM_OM0K269E_(EE).book Page 310 Monday, March 7, 2016 2:16 PM

3134-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
HILUX_OM_OM0K269E_(EE)
■De cruise control kan worden gebruikt als
● De selectiehendel in stand D of in stand 4 of hoger van S staat. (auto's met
automatische transmissie)
● De rijsnelheid hoger is dan ongeveer 40 km/h.
■ Accelereren na het instellen van de rijsnelheid
●Er kan normaal met de auto geaccelereerd worden. Na de acceleratie gaat
de auto weer rijden met de ingestelde snelheid.
● De ingestelde snelheid kan zelfs worden verhoogd zonder de cruise control
uit te schakelen, door eerst naar de gewenste snelheid te accelereren en
vervolgens de hendel omlaag te drukken om de nieuwe snelheid in te stel-
len.
■ Automatisch uitschakelen van de cruise control
De snelheidsregeling door de cruise control wordt in de volgende gevallen
onderbroken:
●De werkelijke rijsnelheid zakt tot meer dan 16 km/h onder de geprogram-
meerde rijsnelheid.
In dit geval blijft de geprogrammeerde snelheid niet bewaard.
● Werkelijke rijsnelheid is lager dan ongeveer 40 km/h.
● De VSC is geactiveerd. (indien aanwezig)
● 4WD-uitvoeringen: De bedieningsschakelaar voor voorwielaandrijving wordt
geschakeld tussen H2 en H4.
● De TRC of A-TRC is gedurende een bepaalde periode geactiveerd.
● Wanneer de VSC, TRC of A-TRC wordt uitgeschakeld door de schakelaar
VSC OFF in te drukken. (indien aanwezig)
■ Als de waarschuwingsmelding voor de cruise control op het multi-infor-
matiedisplay wordt weergegeven
Druk eenmaal op de toets ON-OFF om het systeem uit te schakelen en druk
vervolgens opnieuw op de toets om het systeem in te schakelen.
Als er geen snelheid kan worden geprogr ammeerd of de cruise control direct
na het activeren weer wordt uitgeschakeld, is er mogelijk een defect in het
cruise control-systeem aanwezig. Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
HILUX_OM_OM0K269E_(EE).book Page 313 Monday, March 7, 2016 2:16 PM

3354-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
HILUX_OM_OM0K269E_(EE)
■Mate van gebruik van de vierwielaandrijving (auto's met ADD)
Het is aan te raden elke maand minstens 16 km met ingeschakelde vierwiel-
aandrijving te rijden.
Dit zorgt ervoor dat de onderdelen van de vierwielaandrijving worden
gesmeerd.
■ Schakelen tussen H2 en H4
Als het schakelen bij koud weer moeilijk gaat, verminder dan snelheid of stop
de auto en schakel opnieuw.
■ Schakelen naar L4 (auto's met VSC)
De VSC wordt automatisch uitgeschakeld.
■ Bij het rijden op een droog, verhard wegdek en op snelwegen
Gebruik stand H2. Als lange tijd wordt gereden in stand H4 of L4, klinkt een
waarschuwingszoemer en knippert het controlelampje vierwielaandrijving
snel of wordt er een waarschuwingsmelding weergegeven op het multi-infor-
matiedisplay. Als de waarschuwingsmelding wordt weergegeven op het multi-
informatiedisplay, volg dan de melding op.
■ Als DIFFERENTIAL OIL TEMP HIGH SHIFT TO 2WD MODE COOLING
TIME REQUIRED/“Differential oil temp high Shift to 2WD mode Cooling
time required” (temperatuur differ entieelolie hoog, schakel naar 2WD-
modus, afkoelen noodzakelijk) wordt weergegeven op het multi-
informatiedisplay
De temperatuur van de differentieelolie is te hoog.
Zet de bedieningsschakelaar voor voorwielaandrijving in H2 en wacht tot de
waarschuwingsmelding verdwijnt.
WAARSCHUWING
■ Tijdens het rijden
● Zet de bedieningsschakelaar voor voorwielaandrijving nooit vanuit stand
H2 in stand H4 als de wielen spinnen. Stop het slippen of spinnen vóór het
schakelen.
● Gebruik stand H2 als u over droog en verhard wegdek rijdt. Als u over
droog en verhard wegdek rijdt terwijl stand H4 of L4 is ingeschakeld, kun-
nen onderdelen van de aandrijflijn olie gaan lekken, defect raken of
andere problemen krijgen, waardoor een ongeval kan ontstaan. Boven-
dien zullen de banden sneller slijten en zal het brandstofverbruik hoger
zijn.
● Vermijd het plotseling maken van bochten bij het rijden in stand H4 of L4.
Als u plotseling een bocht maakt, heeft het verschil in draaisnelheid tussen
de voor- en achterwielen hetzelfde effect als remmen, waardoor het rijden
wordt bemoeilijkt.
HILUX_OM_OM0K269E_(EE).book Page 335 Monday, March 7, 2016 2:16 PM

3394-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
HILUX_OM_OM0K269E_(EE)
■Sperren van het achterdifferentieel
De volgende systemen werken niet als het achterdifferentieel is gesperd.
Het is normaal dat het waarschuwingslampje ABS, het controlelampje VSC
OFF (indien aanwezig) en het controlelampje TRC OFF (indien aanwezig) nu
branden of dat TRC TURNED OFF/“TRC turned off” (TRC uitgeschakeld) nu
wordt weergegeven op het multi-informatiedisplay (indien aanwezig).
•ABS
• Brake Assist (indien aanwezig)
• VSC (indien aanwezig)
• TRC/A-TRC (indien aanwezig)
• Trailer Sway Control (indien aanwezig)
• Hill Start Assist Control (indien aanwezig)
• Downhill Assist Control (indien aanwezig)
■ Eenvoudig uitschakelen
Draai het stuurwiel lichtjes naar één kant na het loskomen van de auto, terwijl
de auto rijdt.
■ Automatische uitschakeling van de achterdifferentieelsper
De achterdifferentieelsper wordt in een van de volgende situaties ook uitge-
schakeld:
● De bedieningsschakelaar voor de voorwielaandrijving wordt in stand H2 of
H4 (4WD-uitvoeringen) gezet.
● Het contact wordt in stand ACC of UIT gezet.
■ Na uitschakeling van de achterdifferentieelsper
Controleer of het controlelampje dooft.
WAARSCHUWING
■Voorkom ongevallen
Het niet in acht nemen van de onderstaande voorzorgsmaatregelen kan lei-
den tot een ongeval.
● Gebruik het achterdifferentieelsper alleen wanneer er wielspin optreedt in
bijvoorbeeld een greppel of op een gladde of ruige ondergrond. Het bestu-
ren van de auto zal zwaarder gaan en bochten zullen voorzichtiger moe-
ten worden genomen.
● Schakel de achterdifferentieelsper niet in zolang de wielen nog spinnen.
Anders kan de auto, als het sperdifferentieel wordt ingeschakeld, in een
onverwachte richting gaan bewegen, wat een ongeval kan veroorzaken.
Dit kan ook schade veroorzaken aan onderdelen van de achterdifferenti-
eelsper.
● Rijd niet sneller dan 8 km/h als de differentieelsper is ingeschakeld.
● Blijf niet doorrijden met een ingesc hakelde achterdifferentieelsper.
HILUX_OM_OM0K269E_(EE).book Page 339 Monday, March 7, 2016 2:16 PM

3464-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
HILUX_OM_OM0K269E_(EE)■
Vervangen van de batterij
Blz. 594
■ Weergeven van de status van het Stop & Start-systeem
De bedrijfsstatus van het Stop & Star t-systeem kan worden weergegeven op het
scherm (Rij-informatie) van het multi-informatiedisplay. (
Blz. 139)
De weergave van “After Reset” (s inds resetten) kan worden gereset.
● Druk om de weergave te resetten op van de bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel, druk op < of > om “Reset” te selecteren en houd ver-
volgens ingedrukt.
● Druk op om de resetprocedure te beëindigen.
■ Meldingen multi-informatiedisplay
Wanneer de motor niet kan worden uitgeschakeld door het Stop & Start-sys-
teem en wanneer de motor automatisch wordt herstart terwijl hij was uitge-
schakeld door het Stop & Start-systeem worden de volgende meldingen
weergegeven op het multi-informatiedisplay.
●Wanneer de motor niet kan worden uitgeschakeld door het Stop & Start-
systeem
Smart Stop Geeft de actuele tijd dat de motor niet draait weer.
Tevens kan de tijd dat de motor niet draait wan-
neer de airconditioning is ingeschakeld, worden
gewijzigd met de bedieningstoetsen van het instru-
mentenpaneel. (
Blz. 345)
After Start (sinds starten) Geeft de totale tijd weer die de motor door het Stop
& Start-systeem is uitgeschakeld vanaf het
moment dat de motor werd
gestart tot de motor
werd uitgeschakeld.
After Reset (sinds reset-
ten) Geeft de totale tijd weer die de motor door het Stop
& Start-systeem is uitgeschakeld vanaf de laatste
keer resetten totdat het
systeem weer wordt gere-
set.
MeldingDetails/handelingen
“Depress brake firmly
to activate” (trap het
rempedaal ver in om
te activeren)Het rempedaal wordt niet ver genoeg ingetrapt.
Werkt wanneer het rempedaal verder
wordt ingetrapt nadat de auto tot stil-
stand is gebracht.
“For climate con-
trol” (voor klimaat-
regeling)
Auto's met automati sche airconditioning:
• De airconditioning wordt gebruikt wanneer de omgevingstemperatuur hoog of laag is.
Treedt direct in werking wanneer het ver-
schil tussen de ingestelde temperatuur en
de temperatuur in het interieur te klein is.
• wordt ingedrukt.
HILUX_OM_OM0K269E_(EE).book Page 346 Monday, March 7, 2016 2:16 PM

3494-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
HILUX_OM_OM0K269E_(EE)■
Als “Stop & Start system malfunction Vi sit your dealer” (storing Stop &
Start-systeem, ga naar uw dealer) op het multi-informatiedisplay (indien
aanwezig) wordt weergegeven
Er is mogelijk een storing in het systeem aanwezig. Laat de auto nakijken
door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Als het controlelampje uitgeschakeld Stop & Start-systeem blijft knippe-
ren
Er is mogelijk een storing in het systeem aanwezig. Laat de auto nakijken
door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
WAARSCHUWING
■ Als het Stop & Start-systeem is ingeschakeld
● Houd de selectiehendel in de neutraalstand (handgeschakelde transmis-
sie), trap het rempedaal in of activeer de parkeerrem indien nodig als de
motor is uitgezet door het Stop & Start-systeem (het controlelampje Stop &
Start brandt).
Anders kan de auto onverwacht in beweging komen als de motor wordt
gestart door de automatische startfunctie, waardoor een ongeval kan ont-
staan.
● Laat niemand de auto verlaten als de motor is uitgezet door het Stop &
Start-systeem (zolang het controlelampje Stop & Start brandt).
Anders kan de auto onverwacht in beweging komen als de motor wordt
gestart door de automatische startfunctie, waardoor een ongeval kan ont-
staan.
● Zorg ervoor dat de motor niet wordt uitgezet door het Stop & Start-systeem
als de auto zich in een slecht geventileerde ruimte bevindt. Anders kan de
motor worden gestart door de automatische startfunctie, waardoor er uit-
laatgassen in de auto terecht kunnen komen die zeer schadelijk kunnen
zijn voor de gezondheid.
■ Voorzorgsmaatregelen voor terreinrijden
Druk bij terreinrijden, zoals bij rijden door water, op de uitschakeltoets van
het Stop & Start-systeem om het Stop & Start-systeem uit te schakelen. Als
u dat niet doet kan de motor mogelijk niet worden herstart.
HILUX_OM_OM0K269E_(EE).book Page 349 Monday, March 7, 2016 2:16 PM

3504-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
HILUX_OM_OM0K269E_(EE)
OPMERKING
■Ervoor zorgen dat het systeem goed werkt
In onderstaande gevallen werkt het Stop & Start-systeem mogelijk niet
goed. Laat de auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
● Het waarschuwingslampje van de veiligheidsgordel van de bestuurder en
voorpassagier knippert, terwijl de veiligheidsgordel van de bestuurder is
vastgemaakt.
● Zelfs wanneer de veiligheidsgordel van de bestuurder niet is vastgemaakt,
blijft het waarschuwingslampje van de veiligheidsgordel van de bestuurder
en voorpassagier uit.
● Zelfs wanneer het bestuurdersportier is gesloten, wordt het symbool dat
aangeeft dat het bestuurdersportier is geopend, weergegeven op het
multi-informatiedisplay of gaan de leeslampjes/interieurverlichting branden
wanneer de hoofdschakelaar van de leeslampjes/interieurverlichting of de
schakelaar van de interieurverlichting (indien aanwezig) in de stand
DOOR staat.
● Zelfs wanneer het bestuurdersportier is geopend, wordt het symbool dat
aangeeft dat het bestuurdersportier is geopend, niet weergegeven op het
multi-informatiedisplay of gaan de leeslampjes/interieurverlichting niet
branden wanneer de hoofdschakelaar van de leeslampjes/interieurverlich-
ting of de schakelaar van de interieurverlichting (indien aanwezig) in de
stand DOOR staat.
HILUX_OM_OM0K269E_(EE).book Page 350 Monday, March 7, 2016 2:16 PM

3534-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
HILUX_OM_OM0K269E_(EE)
Als u met uw auto vast komt te zitten in verse sneeuw of modder, kun-
nen de TRC en de A-TRC het aandrijfvermogen van de motor naar de
wielen beperken. Als u dan op drukt, kunt u de auto waarschijn-
lijk makkelijker los krijgen door te ‘schommelen’.
Auto's zonder multi-informatiedisplay
Schakel de TRC/A-TRC uit door
de knop kort in te drukken en
weer los te laten.
Het controlelampje TRC OFF gaat
branden.
Druk nogmaals op om het
systeem weer in te schakelen.
Auto's met multi-informatiedisplay
Schakel de TRC/A-TRC uit door
de knop kort in te drukken en
weer los te laten.
TRC TURNED OFF/“TRC turned
off” (TRC uitgeschakeld) wordt
weergegeven op het multi-
informatiedisplay.
Druk nogmaals op om het systeem weer in te schakelen.
Uitschakelen van de TRC/A-TRC
HILUX_OM_OM0K269E_(EE).book Page 353 Monday, March 7, 2016 2:16 PM