Page 457 of 812

4574-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10528E
WAARSCHUWING
●Vertrouw niet uitsluitend op het Simple Intelligent Parking Ass ist-systeem.
Rijd, net als bij auto's zonder dit systeem, voorzichtig vooruit en achteruit
terwijl u de omgeving van de auto in de gaten houdt.
● Het detectiegebied van de sensor en de reactietijden zijn beper kt. Contro-
leer tijdens het voor- of achteruitrijden of de omgeving (voora l naast de
auto) veilig is en rijd langzaam. Regel de snelheid met het rem pedaal.
● Rijd langzaam terwijl u bij het achteruit- en vooruitrijden de snelheid regelt
met het rempedaal.
● Als de kans bestaat dat de auto een voetganger, een andere auto of een
ander obstakel zal raken, breng de auto dan tot stilstand door het rempe-
daal in te trappen en druk op de toets van de S-IPA om het syst eem uit te
schakelen.
● Gebruik het systeem op een parkeerplaats met een vlakke ondergrond.
● Houd u aan de volgende voorzorgsmaatregelen, aangezien het stuu rwiel
tijdens het gebruik automatisch wordt gedraaid.
• Het risico bestaat dat een stropdas, sjaal, uw arm, enz. vast komt te zit- ten in het stuurwiel. Zorg dat uw bovenlichaam niet te dicht bi j het stuur-
wiel komt. Voorkom ook dat kinderen te dicht bij het stuurwiel komen.
• U kunt uzelf tijdens het draaien van het stuurwiel bezeren als u lange
vingernagels hebt.
• Breng in een noodgeval de auto tot stilstand door het rempedaa l in te
trappen en druk op de S-IPA-schakelaar om het systeem uit te sc hake-
len.
● Controleer altijd of er voldoende ruimte is voordat u probeert de auto te
parkeren en het systeem te bedienen.
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 457 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM
Page 458 of 812

4584-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_OM_Europe_OM10528E
WAARSCHUWING
●Gebruik het systeem in de volgende situaties niet, aangezien he t systeem
u mogelijk niet goed kan ondersteunen bij het bereiken van de beoogde
parkeerplaats, wat een ongeval tot gevolg kan hebben.
• In scherpe bochten
• Onder slechte weersomstandigheden, bijvoorbeeld bij zware regenval,
mist, sneeuw of een zandstorm
• Wanneer de wielen wegslippen als u probeert te parkeren
• Wanneer er gevallen bladeren of sneeuw op de parkeerplaats liggen
• Wanneer zaken als een trekhaak of fietsendrager op de achterzi jde van
de auto zijn gemonteerd
• Wanneer een voertuig, zoals een vrachtwagen, bus of auto met trek-
haak, aanhangwagen of fietsendrager, voor of achter de parkeerr uimte
geparkeerd is met de voor- of achterzijde boven het detectiegeb ied
• Wanneer de sensor afgedekt wordt door het voorbumperpaneel enz.
• Als een voertuig of obstakel zich op een ongeschikte plaats vo or of ach-
ter de parkeerruimte bevindt
• In een gebied waar geen parkeerplaatsen zijn
• Op een onverharde parkeerplaats, bijvoorbeeld op zand of grind
• Op een parkeerplaats waarbij een helling of golving in de weg is
• Op een bevroren, met sneeuw bedekte of gladde weg
• Op asfalt dat door hoge buitentemperaturen zacht is geworden
• Als er een obstakel aanwezig is tussen de auto en het beoogde par-
keervak
• Gebruik van de sneeuwkettingen of het compacte reservewiel (indien aanwezig)
● Gebruik geen andere dan de door de fabrikant aanbevolen banden. Moge-
lijk werkt het systeem niet goed. Neem voor het vervangen van d e banden
contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparate ur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 458 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM
Page 459 of 812

4594-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10528E
WAARSCHUWING
●In de volgende situaties kan het systeem de auto mogelijk niet op de inge-
stelde locatie brengen.
• Als de banden erg versleten zijn of als de bandenspanning te l aag is
• De auto is zeer zwaar beladen
• De auto staat schuin doordat er bagage e.d. zich aan één kant van de
auto bevindt
• De parkeerplaats is voorzien van wegverwarming om te voorkomen dat
het wegdek bevriest
Laat in eventuele andere gevallen waarbij de instelde positie e n de positie
van de auto erg verschillen de auto nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekw alifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
● Neem de volgende voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de mod us
parkeerplaats fileparkeren verlaten in acht.
De modus parkeerplaats fileparkeren verlaten is een functie die wordt
gebruikt bij het wegrijden van een parkeerplaats na het fileparkeren. Deze
functie kan echter mogelijk niet worden gebruikt wanneer obstak els of
mensen worden gesignaleerd vóór de auto. Gebruik deze functie u itslui-
tend bij het wegrijden van een parkeerplaats na het fileparkere n. Wan-
neer de stuurregeling in werking is, schakel dan het systeem ui t met de
toets van de S-IPA of bedien het stuurwiel om de regeling te be ëindigen.
● Als de modus parkeerplaats fileparkeren verlaten in de volgende gevallen
abusievelijk wordt gebruikt, raakt de auto mogelijk een obstake l.
De functie voor het verlaten van de parkeerplaats wordt gebruik t in een
richting waar zich een obstakel bevindt, maar het obstakel word t niet
gesignaleerd door de zijsensoren (bijvoorbeeld wanneer de auto direct
naast een paal staat).
● Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht, aangezien de sen soren
mogelijk niet meer goed werken, wat een ongeval tot gevolg kan hebben.
• Stel de sensor niet bloot aan sterke schokken door er tegen te slaan, enz. Anders werken de sensoren mogelijk niet goed.
• Spuit bij het wassen van de auto met een hogedrukreiniger niet recht- streeks op de sensoren. De apparatuur werkt mogelijk niet goed als
gevolg van blootstelling aan een sterke waterdruk. Wanneer de b umper
iets raakt, werkt de apparatuur mogelijk niet goed meer als gevolg van
een storing in de sensor. Laat de auto nakijken door een erkend e
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behor en
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 459 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM
Page 460 of 812

4604-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_OM_Europe_OM10528E
WAARSCHUWING
●De sensoren werken in de volgende situaties mogelijk niet goed, wat een
ongeval tot gevolg kan hebben. Rijd met de nodige voorzichtighe id.
• Obstakels kunnen niet aan de zijkant worden gesignaleerd tot d e scan
van de zijkanten is voltooid. ( →Blz. 415)
• Zelfs nadat de scan van de zijkanten is voltooid, kunnen obsta kels
zoals andere voertuigen, mensen of dieren die vanaf opzij nader en niet
worden gesignaleerd.
• De sensor is bevroren (zodra de sensor ontdooit, zal het syste em weer
normaal werken).
Er wordt mogelijk een waarschuwingsmelding weergegeven bij zeer
lage temperaturen doordat de sensor is bevroren en hij daardoor moge-
lijk geen geparkeerde auto's signaleert.
• De sensor wordt geblokkeerd door iemands hand.
• De auto staat erg schuin.
• Bij extreem hoge of lage temperaturen.
• Er wordt gereden op een golvende weg, helling, grindweg, in een gebied waar het gras hoog is, enz.
• Er bevindt zich een bron van ultrasoongolven in de buurt, zoal s een
claxon of sensoren van een ander voertuig, de motor van een mot or-
fiets of de luchtremmen van een groot voertuig.
• Zware regenval of een andere oorzaak waardoor er te veel water op uw
auto terechtkomt.
• Monteer geen accessoires binnen het detectiegebied van de sens or.
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Page 460 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM
Page 461 of 812

4614-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10528E
OPMERKING
■Bij gebruik van de S-IPA
● Controleer of de parkeerruimte geschikt is. (Breedte van de rui mte, of er
obstakels aanwezig zijn, staat van het wegdek enz.)
● De S-IPA werkt niet naar behoren als het voertuig voor of achte r de par-
keerruimte beweegt of als er een obstakel in de parkeerruimte komt nadat
de sensoren de parkeerruimte hebben gesignaleerd. Controleer bi j
gebruik van de Parking Assist-functie ook altijd zelf de omgevi ng.
● Het kan gebeuren dat de sensoren stoepranden niet kunnen waarne men.
De auto kan in bepaalde situaties de stoeprand oprijden, bijvoo rbeeld als
een auto voor of achter de parkeerruimte op de stoeprand geparkeerd
staat.
Controleer de omgeving om te voorkomen dat de banden en wielen
beschadigd worden.
● De auto kan mogelijk niet in de beoogde parkeerruimte worden ge par-
keerd als de auto vooruit beweegt terwijl de selectiehendel in stand R
staat of achteruitrijdt als de selectiehendel in een andere sta nd dan R
staat, bijvoorbeeld bij het parkeren op een helling.
● Rijd bij het achteruitrijden altijd lang-
zaam om te voorkomen dat uw auto
een obstakel voor de auto raakt.
● Rijd bij het achteruitrijden altijd lang-
zaam om te voorkomen dat de voorzijde
van uw auto de auto voor de parkeer-
ruimte raakt.
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 461 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM
Page 462 of 812

4624-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_OM_Europe_OM10528E
Ondersteunende systemen
◆ABS (antiblokkeersysteem)
Helpt het blokkeren van de wielen te voorkomen bij plotseling rem-
men of remmen op een glad wegdek
◆Brake Assist
Zorgt voor een grotere remkracht nadat het rempedaal is ingetra pt
als het systeem oordeelt dat er sprake is van een noodstop
◆VSC (Vehicle Stability Control)
Helpt de bestuurder de auto onder controle te houden bij uitwij kma-
noeuvres en het maken van bochten op een glad wegdek
◆VSC+ (Vehicle Stability Control+)
Coördineert de werking van ABS- , TRC-, VSC- en EPS-systemen.
Zorgt ervoor dat de voertuigstabiliteit beho uden blijft bij uitwijkma-
noeuvres op een glad wegdek door de stuurcommando's aan te
passen.
◆TRC (Traction Control)
Zorgt ervoor dat de aandrijfkrac ht behouden blijft en voorkomt dat
de aandrijvende wielen gaan doorslippen bij het wegrijden met d e
auto of bij het accelereren op gladde wegen
◆Hill Start Assist Control
Helpt te voorkomen dat de auto achteruit rolt bij helling op we grij-
den
Om de veiligheid en de prestaties tijdens het rijden te verbete ren
is uw auto uitgerust met de volgende systemen die automatisch
in werking treden als de omsta ndigheden daar om vragen. Houd
er echter rekening mee dat dit aanvullende systemen zijn en ver -
trouw niet in al te sterke mate op deze systemen als u de auto
bedient.
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 462 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM
Page 463 of 812

4634-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10528E
◆Dynamic Torque Control AWD-systeem (AWD-uitvoeringen)
Schakelt afhankelijk van de rijomstandigheden automatisch van
voorwielaandrijving naar vierwielaandrijving (AWD), wat bijdraa gt
aan betrouwbaar rijgedrag en st abiliteit. Voorbeelden van omstan-
digheden waaronder het systeem overschakelt op AWD zijn het
nemen van bochten, heuvelopwaarts rijden, wegrijden of accelere -
ren en als het wegoppervlak glad is ten gevolge van sneeuw,
regen, enz.
◆EPS (elektrische stuurbekrachtiging)
Maakt gebruik van een elektromo tor om de benodigde kracht voor
het ronddraaien van het stuu rwiel te verminderen
◆Trailer Sway Control
Helpt de bestuurder om de aanhangwagen weer onder controle te
krijgen door op afzonderlijke wielen remdruk uit te oefenen en het
aandrijfkoppel te verminderen wanneer wordt gesignaleerd dat de
aanhangwagen slingert.
Het controlelamp je Traction Con-
trol knippert wanneer het TRC-/
VSC-systeem in werking is.
Als het TRC-/VSC-sys teem in werking is
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 463 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM
Page 464 of 812

4644-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_OM_Europe_OM10528E
Als u met uw auto vast komt te zitten in modder of sneeuw, kan het
TRC-systeem het aandrijfvermogen van de motor naar de wielen
beperken. Als u dan op drukt, kunt u de auto waarschijnlijk ma k-
kelijker los krijgen door te ‘schommelen’.
Schakel het TRC-systeem uit door
snel in te drukken en weer
los te laten.
Er verschijnt een melding op het
multi-informatiedisplay.
Druk nogmaals op om het
systeem weer in te schakelen.
■ Zowel TRC als VSC uitschakelen
Houd meer dan 3 seconden ingedrukt terwijl de auto stilstaat o m de
TRC en VSC uit te schakelen.
Het controlelampje VSC OFF gaat branden en de melding wordt op het multi-
informatiedisplay weergegeven.
*
Druk nogmaals op om het systeem weer in te schakelen.
*: Bij auto's met het Pre-Crash Safety-systeem worden ook de Pre- Crash
Brake Assist en het Pre-Crash Brake-systeem uitgeschakeld. Het waar-
schuwingslampje PCS gaat branden en de melding wordt op het multi-
informatiedisplay weergegeven. ( →Blz. 696)
■ Wanneer de melding wordt weergeg even op het multi-informatiedisplay
dat de TRC is uitgeschakeld, zelfs al is niet ingedrukt
De TRC kan niet worden bediend. Neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekw alificeerde
en uitgeruste deskundige.
Uitschakelen van het TRC-systeem
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 464 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM