4547-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)
■Olieverbruik
Er wordt tijdens het rijden een bepaalde hoeveelheid motorolie verbruikt. In
de volgende situaties neemt het olieverbruik mogelijk toe en moet er mogelijk
tussen de onderhoudsintervallen motorolie worden bijgevuld.
●Als de motor nog nieuw is, bijvoorbeeld direct na aanschaf van de auto of
nadat de motor is vervangen
● Als een lagere kwaliteit motorolie of motorolie met een verkeerde viscositeit
wordt gebruikt
● Bij het rijden met hoge motortoerentallen, met een zwaar beladen auto, met
een aanhangwagen of bij veelvuldig optrekken en afremmen
● Als de motor langdurig stationair draait, of bij veelvuldig rijden in druk ver-
keer
■ Na het verversen van de motorolie (alleen 8NR-FTS, 1ND-TV en 1WW
motor).
Het indicatiesysteem motorolie verversen moet worden gereset. Ga als volgt
te werk:
Auto's met een instrumentenpaneel met 3 meters
Schakel over op dagteller A op het display terwijl de motor draait.
( Blz. 98)
Zet het contact UIT.
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop:
Houd de knop voor het wijzigen van de weergave of de toets DISP ( Blz.
98) ingedrukt en zet het contact AAN (maar start de motor niet, anders
wordt de resetmodus afgebroken). Houd de knop of toets ingedrukt tot de
dagteller 000000 aangeeft.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop:
Houd de knop voor het wijzigen van de weergave of de toets DISP ( Blz.
98) ingedrukt en zet het contact AAN (maar start de motor niet, anders
wordt de resetmodus afgebroken). Houd de knop of toets ingedrukt tot de
dagteller 000000 aangeeft.
Auto's met een instrumentenpaneel met 2 meters
Schakel over op dagteller A op het display terwijl de motor draait.
( Blz. 104)
Zet het contact UIT.
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop:
Houd de toets DISP ( Blz. 104) ingedrukt en zet het contact AAN (maar
start de motor niet, anders wordt de resetmodus afgebroken). Houd de
toets ingedrukt tot de dagteller 00000 aangeeft.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop:
Houd de toets DISP ( Blz. 104) ingedrukt en zet het contact AAN (maar
start de motor niet, anders wordt de resetmodus afgebroken). Houd de
toets ingedrukt tot de dagteller 00000 aangeeft.
1
2
3
1
2
3
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 454 Monday, March 16, 2015 12:05 PM
4687-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)■
Initialiseren van bandenspanningswaarschuwingssysteem
Parkeer de auto op een veilige plaats en zet de motor uit.
Er kan niet worden geïnitialiseerd wanneer de auto rijdt.
Breng de banden op de voorgeschreven bandenspanning bij
koude banden. ( Blz. 603)
Breng de banden op de voorgeschreven spanning voor de banden in
koude toestand. Deze spanning vormt de referentiespanning voor het
bandenspanningswaarschuwingssysteem.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Zet het contact
AAN.
Auto's zonder Smart ent ry-systeem en startknop: Zet het contact
AAN.
Open het dashboardkastje.
Houd de resetknop inge-
drukt tot het waarschuwings-
lampje lage bandenspanning
drie keer langzaam knippert.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Laat het contact
enkele minuten AAN staan en zet het vervolgens UIT.
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop: Laat het con-
tact een paar minuten AAN staan en zet het vervolgens in de
stand ACC of UIT.
1
2
3
4
5
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 468 Monday, March 16, 2015 12:05 PM
4717-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)
7
Onderhoud en verzorging
■De initialisatieprocedure (auto's met bandenspanningswaarschuwings-
systeem)
● Voer de initialisatie uit na het op spanning brengen van de banden.
Zorg er daarnaast voor dat de banden koud zijn bij de initialisatie en bij het
aanpassen van de bandenspanning.
● Als u het contact tijdens de initialisatie per ongeluk UIT hebt gezet, dan is
het niet noodzakelijk de resettoets in te drukken, omdat de initialisatie auto-
matisch herstart wordt wanneer het contact de volgende keer AAN wordt
gezet.
● Als u per ongeluk de resettoets indrukt wanneer initialiseren niet nodig is,
breng de banden dan op de juiste spanning wanneer ze koud zijn en voer
opnieuw de initialisatie uit.
■ Waarschuwingen bandenspanningsw aarschuwingssysteem (auto's met
bandenspanningswaarschuwingssysteem)
De eventuele waarschuwing van het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem is gebaseerd op de rijomstandigheden. Daarom laat het systeem moge-
lijk zelfs een waarschuwing zien wanneer de bandenspanning niet laag
genoeg is of wanneer de druk hoger is dan de druk die was ingesteld tijdens
het initialiseren van het systeem.
■ Als de initialisatie van het bandenspanningswaarschuwingssysteem
mislukt is (auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
De initialisatie kan worden uitgevoerd in enkele minuten. In de volgende
gevallen worden de instellingen echter niet opgeslagen en zal het systeem
niet goed werken. Laat, als herhaalde pogingen de bandenspanning op te
slaan mislukken, de auto zo snel mogelijk nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
● Als de resetknop van het bandenspanningswaarschuwingssysteem wordt
bediend, gaat het waarschuwingslampje lage bandenspanning niet 3 keer
knipperen.
● Nadat er na de initialisatie gedurende een bepaalde tijd gereden is, gaat het
waarschuwingslampje branden nadat het gedurende 1 minuut heeft geknip-
perd.
■ Registreren van identificatiecodes (auto's met bandenspanningswaar-
schuwingssysteem).
De identificatiecodes van de bandenspanningssensoren en zenders van
twee sets banden kunnen worden geregistreerd.
Als de identificatiecodes voor zowel de normale banden als de winterbanden
vooraf zijn geregistreerd, is het niet nodig om de identificatiecodes te registre-
ren wanneer de normale banden worden vervangen door winterbanden.
Neem voor informatie over het wijzigen van de identificatiecodes contact op
met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 471 Monday, March 16, 2015 12:05 PM
4747-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)
WAARSCHUWING
■Bij het controleren of vervangen van de banden
Houd u aan de volgende voorzorgsmaatregelen om ongevallen te voorko-
men.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregelen kan schade aan de
aandrijflijn veroorzaken en gevaarlijke rijeigenschappen tot gevolg hebben,
waardoor een ongeval met ernstig letsel kan ontstaan.
● Gebruik geen banden van verschillende merken, types of profielen.
Gebruik ook geen banden met duidelijk verschillende slijtagepatronen
door elkaar.
● Gebruik uitsluitend de door Toyota voorgeschreven bandenmaat.
● Gebruik geen verschillende soorten banden (radiaalbanden, gordelban-
den met diagonaalkarkas en diagonaalbanden) door elkaar.
● Gebruik geen zomer-, all-season- en winterbanden door elkaar.
● Gebruik nooit banden onder uw auto die zijn gebruikt onder een andere
auto.
Door het gebruik van banden waarvan het verleden onbekend is, loopt u
extra risico.
● Auto's met een compact reservewiel: Rijd niet met een aanhangwagen als
een compact reservewiel is gemonteerd.
■ Bij het initialiseren van het bandenspanningswaarschuwingssysteem
(auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Druk niet op de resetknop van het waarschuwingssysteem bandenspanning
voordat de banden op de voorgeschreven spanning zijn gebracht. Anders
kan het voorkomen dat het waarschuwingslampje voor de lage banden-
spanning niet gaat branden terwijl de bandenspanning te laag is, of wel gaat
branden terwijl de bandenspanning in orde is.
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 474 Monday, March 16, 2015 12:05 PM
5228-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)
(indien aanwezig)
Waarschuwingslampje laag motoroliepeilGeeft aan dat het motoroliepeil laag is, maar duidt niet op een
storing.
Controleer het oliepeil en vul indien nodig olie bij.
(Blz. 449)
(indien aanwezig)
Waarschuwingslampje motorolie verversen
Wanneer het lampje knippert:
Geeft aan dat de motorolie moet worden ververst.
(Als het indicatiesysteem voor het verversen van de motorolie
niet is gereset, zal het controlelampje niet goed werken.)
Controleer de motorolie en ververs indien nodig. Na het
verversen van de motorolie moet het verversingssys-
teem worden gereset. ( Blz. 454)
Als het lampje gaat branden:
Geeft aan dat de motorolie moet worden ververst.
Na het verversen van de motorolie en het resetten van het
indicatiesysteem motorolie verversen.
Laat de motorolie en het oliefilter door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige con-
troleren en vervangen. Na het verversen van de motor-
olie moet het verversingssysteem worden gereset.
(Blz. 454)
(indien aanwezig)
Waarschuwingslampje roetfiltersysteem
• Geeft aan dat het roetfilter gereinigd moet worden vanwegehet herhaaldelijk rijden van korte afstanden en/of het rijden
met lage snelheden.
• Geeft aan dat de hoeveelheid afzettingen in het roetfilter een bepaalde drempel overschreden heeft.
Om het roetfilter te reinigen moet er gedurende 20 - 30
minuten met de auto gereden worden met een snelheid
van 65 km/h of hoger totdat het waarschuwingslampje
van het roetfiltersysteem uitgaat
*2.
Zet de motor zo min mogelijk uit totdat het waarschu-
wingslampje van het roetfiltersysteem uitgaat.
Als het niet mogelijk is te rijden met een snelheid van 65
km/h of hoger, of als het waarschuwingslampje van het
roetfilter niet uitgaat ook al is er langer dan 30 minuten
met de auto gereden, laat dan uw auto controleren door
een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
(indien aanwezig)
Waarschuwingslampje (waarschuwingszoemer) open por-
tier/achterklep*3
Geeft aan dat een van de portieren of de achterklep niet
geheel gesloten is
Controleer of alle portieren en de achterklep gesloten
zijn.
Waarschu-
wingslampjeWaarschuwingslampje/details/handelingen
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 522 Monday, March 16, 2015 12:05 PM
5348-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)■
Als “Front sensor systems are temporarily unavailable due to
inappropriate temp. Wait a mo
ment.” (Sensorsystemen voor
zijn tijdelijk niet beschikbaar als gevolg van een onjuiste tem-
peratuur. Wacht een ogenblik.) of “Front sensor systems are
temporarily unavailable due to blocked vision. Clean wind-
shield.” (Sensorsystemen voor zijn tijdelijk niet beschikbaar
als gevolg van een belemmerd zicht. Reinig voorruit.) wordt
weergegeven. (indien aanwezig)
De onderstaande systemen worden m ogelijk tijdelijk uitgeschakeld
tot het in de melding aangegeven probleem is opgelost.
● PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
● LDA (Lane Departure Alert)
● Automatic High Beam-systeem
● RSA (Road Sign Assist)
■Als “Drain water from fuel filter .” (Tap water af uit het brand-
stoffilter) wordt weer gegeven (1ND-TV motor)
Geeft aan dat er te veel water verzameld is in het brandstoffilter.
Blz. 463
■Als “Replace fuel filter.” (Verva ng brandstoffilter) wordt weer-
gegeven (1WW motor)
Geeft aan dat het brandstoffilter moet worden vervangen.
Laat het onderhoud uitvoeren door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
■Als “Engine oil low.” (Laag motoroliepeil.) wordt weergegeven
(indien aanwezig)
Geeft aan dat het motoroliepeil mogelijk te laag is.
Controleer het motoroliepeil en vul indien nodig olie bij.
■Als “Oil Maintenance required soon.” (Olie moet binnenkort
worden ververst) wordt weer gegeven (indien aanwezig)
Geeft aan dat de motorolie moet worden ververst. (Als het indicatie-
systeem voor het verversen van de motorolie niet is gereset, zal het
controlelampje niet goed werken.)
Controleer de motorolie en ververs indien nodig. Na het verversen
van de motorolie moet het verv ersingssysteem worden gereset.
( Blz. 454)
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 534 Monday, March 16, 2015 12:05 PM
5358-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)
8
Bij problemen
■Als “Oil maintenance required.” (Olie moet worden ververst)
wordt weergegeven (indien aanwezig)
Geeft aan dat de motorolie moet worden ververst. (Na het verver-
sen van de motorolie en het resetten van de onderhoudsgege-
vens.)
Laat de motorolie en het oliefilter door een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige controleren en vervangen. Na het
verversen van de motorolie moet het verversingssysteem worden
gereset. ( Blz. 454)
■Als “DPF full. See owner’s manual .” (DPF vol. Zie handleiding.)
wordt weergegeven (dieselmotor)
Geeft aan dat de hoeveelheid afzettingen in het roetfilter een
bepaalde drempel overschreden heeft en dat het roetfilter moet
worden gereinigd. (Afzettingen ontstaan sneller tijdens het herhaal-
delijk rijden van korte afstanden en/of het regelmatig rijden met
lage snelheden.)
Om het roetfilter te reinigen moet er gedurende 20 - 30 minuten met
de auto gereden worden met een snelheid van 65 km/h of hoger
totdat de waarschuwingsmelding verdwijnt
*.
Zet de motor zo min mogelijk uit totdat de melding verdwijnt.
Als het niet mogelijk is te rijden met een snelheid van 65 km/h of
hoger, of als de melding niet verdwijnt nadat er langer dan 30 minu-
ten met de auto is gereden, laat dan uw auto controleren door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
*: Deze melding verdwijnt mogelijk niet als het waarschuwingslampje motor-
olie verversen ook op het multi-informatiedisplay wordt weergegeven. Laat
in dit geval uw auto controleren door een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
■
Als “DPF full, engine service required.” (DPF vol. Motoronder-
houd vereist) wordt weergegeven (1WW motor)
Geeft aan dat de automa tische reinigingsfunctie mogelijk niet kan
worden uitgevoerd doordat de hoeveelheid afzettingen in het roetfil-
ter een bepaalde drempel heeft overschreden.
Laat uw auto direct controleren door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 535 Monday, March 16, 2015 12:05 PM
6099-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)
9
Specificaties
■Meters, tellers en multi-informatiedisplay*1 ( Blz. 94, 102)
Functie*2Standaard-
instellingPersoonlijke voor- keursinstelling
Taal*3Engels*4—O—
Eenheden*3km (l/100 km)km (km/liter)OO—mijlen (MPG)
°C°FOO—
ECO-controlelampje*5Aan
(zelfontste- kend)
Uit—O—
Rij-informatie 1
Actueel brand-stofverbruik
(weergave meter)
*6—O—Gemiddeld
brandstofver- bruik (sinds
resetten)
Rij-informatie 2
Afstand
(actieradius)
*6—O—Gemiddelde rij- snelheid (sinds resetten)
Rij-informatie 3*5
Werkingsduur Stop & Start-systeem (na
starten)
*6—O—Werkingsduur Stop & Start- systeem
(na resetten)
Pop-updisplay*5AanUit—O—
123
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 609 Monday, March 16, 2015 12:05 PM