Page 523 of 528

15
6
Rijden
Waarschuwing kans op aanrijding en
Active Safety Brake
Werkingsvoor waarden
Het systeem Active Safety Brake
werkt:
- wanneer de wagensnelheid tussen 5 en
140 km/h ligt bij rijdende voertuigen,
- wanneer de wagensnelheid lager is dan
80 km/h bij stilstaande voertuigen,
- wanneer de wagensnelheid lager is dan
60 km/h bij een voetganger,
- indien de passagiers hun veiligheidsgordel
hebben omgedaan,
- indien de auto niet snel accelereert,
- indien de auto geen scherpe bocht maakt,
Het systeem
Waarschuwing kans op
aanrijding
waarschuwt de bestuurder
wanneer er een risico bestaat op een
aanrijding met een voorligger of een
voetganger op de rijstrook.
Het systeem Active Safety Brake treedt
in werking wanneer de bestuurder, na de
waarschuwing, niet snel genoeg reageer t
en niet remt.
Dit systeem helpt, zonder ingrijpen van de
bestuurder, een aanrijding te voorkomen
of de zwaar te van de aanrijding te
beperken door de snelheid van de auto te
verminderen.
Deze systemen maken gebruik van een radar
in de voorbumper en een camera boven aan de
voorruit.
Deze systeem zijn ontwikkeld om de
veiligheid te verbeteren.
De bestuurder moet zelf altijd het
verkeer in de gaten blijven houden en
zich aan de verkeersregels houden.
Deze systemen zijn een hulpmiddel
voor de bestuurder die desondanks
waakzaam moet blijven.
Het systeem Waarschuwing kans op
aanrijding
werkt:
- bij een van een kentekenplaat voorzien
voertuig dat in dezelfde rijrichting rijdt of
staat,
- bij voetgangers,
- als de wagensnelheid minimaal 7 km/h
is (de functie wordt uitgeschakeld als de
snelheid daalt tot 5 km/h).
Page 524 of 528

16
Rijden
Het systeem Active Safety Brake
werkt niet:
- als de voorbumper van de auto is
beschadigd,
- binnen 10 seconden na de laatste keer dat
het systeem in werking is getreden,
- bij een storing in het elektronische
stabiliteitsprogramma,
Werkingslimieten
In de volgende gevallen is het raadzaam
de functie uit te schakelen via het
configuratiemenu van de auto:
- bij een schok op de voorruit ter hoogte van
de detectiecamera,
- als de auto een aanhanger of caravan
trekt,
- als lading op de imperiaal boven de
voorruit uitsteekt (bijvoorbeeld een ladder),
- als de auto wordt gesleept bij draaiende
motor,
- als het noodreservewiel (indien aanwezig)
is gemonteerd,
- als de auto tijdens onderhoud in de
werkplaats op een rollenbank wordt getest,
- als de auto in een automatische wasstraat
wordt gewassen,
- als de remlichten niet werken.
Na een aanrijding wordt de functie
automatisch uitgeschakeld. Neem
contact op met het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Waarschuwing kans op
aanrijding
Afhankelijk van de door het systeem
gedetecteerde kans op een aanrijding en de
geselecteerde stand voor de waarschuwing
kunnen meerdere waarschuwingsniveaus
worden geactiveerd en weergegeven op het
instrumentenpaneel.
Dit waarschuwingsniveau is gebaseerd op de
afstand in tijd tussen uw auto en de voorligger.
Niveau 1
: waarschuwing door middel
van visuele signalen die aangeeft
dat de afstand tot de voorligger zeer
klein is.
Wanneer de auto de voorligger
nadert, wordt een melding
weergegeven om de bestuurder aan
te sporen op te letten.
Deze informatie wordt tevens
weergegeven op het head-up display.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over het head-up
display
.
Page 526 of 528

18
Rijden
Dit systeem, ook wel automatisch
noodremsysteem genoemd, is bedoeld om
de snelheid van de aanrijding te beperken
of de frontale aanrijding met de voorligger te
voorkomen (bij snelheden tussen 5 km/h en
140 km/h) wanneer de bestuurder niet ingrijpt.
Op basis van informatie van de radar en de
camera activeert het systeem de remmen van
de auto.
Active Safety Brake
De bestuurder kan op elk gewenst moment de
controle over de auto weer overnemen door
een ferme stuurbeweging te maken en/of het
gaspedaal in te trappen.
Als het systeem in werking is, kunnen
er lichte trillingen voelbaar zijn in het
rempedaal.
Als de auto volledig tot stilstand
is gekomen, blijven de remmen
automatisch 1 tot 2 seconden
geactiveerd.
Bij auto's met een handgeschakelde
versnellingsbak kan de motor afslaan als de
auto door het automatische noodremsysteem
tot stilstand wordt gebracht.
Bij auto's met een automatische
transmissie begint de auto weer te
rijden nadat hij door het automatische
noodremsysteem tot stilstand is
gebracht. Trap het rempedaal in als u
dit wilt voorkomen.
Als het automatische noodremsysteem
niet is ingeschakeld, wordt u hiervoor
gewaarschuwd door het permanent
branden van dit verklikkerlampje in
combinatie met een melding.
Het activeren van het remmen kan
worden aangepast aan het rijgedrag
van de bestuurder, zoals bewegingen
van het stuur of het intrappen of loslaten
van het gaspedaal.
Als de radar en de camera de
aanwezigheid van een voertuig of
een voetganger hebben bevestigd,
knippert dit verklikkerlampje als het
systeem wordt geactiveerd.
Belangrijk
: als het automatische
noodremsysteem in werking treedt,
moet u de controle over uw auto weer
overnemen door met het rempedaal
te remmen
en zo de automatische
remactie aan te vullen en te
voltooien.
Intelligente
noodremassistentie
(AFUi)
Wanneer de bestuurder onvoldoende
afremt om de aanrijding te voorkomen,
zorgt het systeem voor voldoende
remkracht.
Dit gebeurt alleen als de bestuurder zelf
het rempedaal intrapt.