28
5008_nl_Chap01_controle-marche_ed01-2015
Onderhoudsindicator
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is 1000 tot 3000 km
Als het contact wordt aangezet, gaat
gedurende 5
seconden de onderhoudssleutel
branden. De kilometerteller geeft de
resterende kilometers tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt aan.
Voorbeeld: de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt bedraagt 2800
km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het display
gedurende 5
seconden het volgende aan:
5
seconden na het aanzetten van het contact
verdwijnt de sleutel ; de teller geeft weer de
kilometerstand en de stand van de dagteller
aan.
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is minder dan 1000 km
Voorbeeld: de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt bedraagt 900 km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het display
gedurende 5
seconden het volgende aan:
5
seconden na het aanzetten van het contact
treedt de kilometerteller weer in werking en
blijft de sleutel branden om aan te geven
dat er binnenkort onderhoudswerkzaamheden
uitgevoerd moeten worden.
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is meer dan 3000 km
Als het contact wordt aangezet, verschijnt er
geen onderhoudsinformatie op het display.
De onderhoudsindicator geeft aan hoeveel
kilometer u nog ver wijderd bent van de
eerstvolgende onderhoudsbeurt volgens het
onderhoudsschema van de fabrikant.
Deze afstand wordt berekend vanaf de laatste
nulstelling van de onderhoudsindicator, op
basis van het aantal afgelegde kilometers.
Bij de Blue HDi-uitvoeringen met dieselmotor
(volgens land van bestemming) heeft de mate
van vervuiling van de motorolie ook invloed op
de berekening.
Controle tijdens het rijden
29
5008_nl_Chap01_controle-marche_ed01-2015
Op 0 zetten van de
o nderhoudsindicator
Als u zelf het onderhoud van uw auto uitvoert:
F
zet het contact af,
F
d
ruk op de resetknop van de dagteller en
houd deze ingedrukt,
F
z
et het contact aan; de kilometerteller
begint terug te tellen,
F
l
aat de knop los als het display "=0"
aangeeft; de sleutel verdwijnt.De afstand tot de eerstvolgende
beurt is overschreden
Als het contact wordt aangezet, gaat
gedurende 5 seconden de sleutel
knipperen om aan te geven dat de
onderhoudswerkzaamheden zo spoedig
mogelijk uitgevoerd moeten worden.
Voorbeeld: u hebt de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt met 300 km overschreden.
5 seconden na het aanzetten van het contact
t reedt de kilometerteller weer in werking en
blijft de sleutel branden .
Opnieuw weergeven van de
onderhoudsinformatie
U kunt op elk moment de onderhoudsinformatie
weergeven.
F
D
ruk op de knop voor nulstelling van de
dagteller.
D
e onderhoudsinformatie wordt enkele
seconden weergegeven en verdwijnt
vervolgens weer. Als u na deze handeling de accu wilt
loskoppelen, vergrendel dan de auto
en wacht minimaal 5
minuten. Het op
0 zetten van de onderhoudsindicator zal
anders niet worden opgeslagen.
De onderhoudsindicator moet na elke
onderhoudsbeurt op 0
gezet worden.
Bij de Blue HDi-uitvoeringen met
dieselmotor kan de sleutel afhankelijk
van de mate van vervuiling van de
motorolie ook eerder gaan branden, wat
afhankelijk is van de rijomstandigheden
van de auto.
Bij de Blue HDi-uitvoeringen met
dieselmotor gaat bij het aanzetten van
het contact in combinatie met deze
waarschuwing ook het verklikkerlampje
Service branden.
Als het contact wordt aangezet, geeft het display
gedurende 5
seconden het volgende aan:
1
Controle tijdens het rijden
36
5008_nl_Chap01_controle-marche_ed01-2015
Monochroom display C (met Peugeot Connect Sound)
Algemeen menu
Afhankelijk van de context wordt de volgende
informatie weergegeven:
-
d
e tijd,
-
d
e datum,
-
d
e buitentemperatuur bij auto's met
airconditioning (de weergegeven waarde
knippert bij kans op gladheid),
-
d
e audiofuncties,
-
d
e informatie van de boordcomputer
(zie de desbetreffende rubriek),
-
d
e waarschuwingsmeldingen,
-
d
e configuratiemenu's van het display en
van de uitrusting van de auto.
Menu "Audiofuncties"
Toetsen
Druk, op het bedieningspaneel van de
autoradio:
F
o
p de toets " MENU" voor toegang tot het
algemene menu ,
F
o
p de toets " 5" of " 6" om door de items op
het display te scrollen,
F
o
p de toets " MODE" om de permanent
weergegeven toepassing te wijzigen
(boordcomputer, audio...),
F
o
p de toets " 7" of " 8" om de waarde van
een instelling te wijzigen,
F
o
p de toets " OK" om te bevestigen,
of F
D
ruk op de toets "MENU"
om het
algemene menu weer te geven:
-
audiofuncties,
-
b
oordcomputer (zie de desbetreffende
rubriek),
- pe rsoonlijke instellingen - configuratie,
-
t
elefoon (Bluetooth handsfree set).
Als de autoradio is ingeschakeld en dit menu
is geselecteerd, kunnen de functies van de
radio (RDS, REG, RadioText) of de CD-speler
(introscan, willekeurig afspelen, herhalen van
CD) worden geactiveerd of gedeactiveerd.
F op deze toets om de uitgevoerde handeling af te breken. F
d
ruk op de toetsen "
5" of " 6" om het
gewenste menu te selecteren en bevestig
door op de toets " OK" te drukken.
Raadpleeg voor meer informatie over
de audiofuncties de rubriek Peugeot
Connect Sound.
Weergave op het display
Controle tijdens het rijden
38
5008_nl_Chap01_controle-marche_ed01-2015
Configuratie display
Als dit menu is geselecteerd, kunnen de
volgende parameters worden geselecteerd:
-
i
nstellen lichtsterkte video,
-
i
nstellen datum en tijd,
-
k
iezen van eenheden.
Datum en tijd instellen
F
D
ruk op de toets " 7" of " 8" om het menu
"Configuratie beeldscherm" te selecteren
en druk vervolgens op de toets "OK" .
F
D
ruk op de toets " 5" of " 6" om de regel
"Datum en tijd instellen" te selecteren en
druk vervolgens op de toets "OK" .
F
D
ruk op de toets " 7" of " 8" om de in te
stellen parameter te selecteren. Bevestig
uw keuze door op de toets "OK" te
drukken, stel de parameter in en bevestig
nogmaals uw keuze om de wijziging op te
slaan.
Voorbeeld: instellen van de tijdsduur van de
follow me home-verlichting
F
D
ruk op de toets "
5" of " 6" en vervolgens
op " OK" om het gewenste menu te
selecteren.
F
D
ruk op de toets " 5" of " 6" en vervolgens
op " OK" om het item "Follow me home" te
selecteren.
F
D
ruk op de toets " 7" of " 8" om de
gewenste waarde in te stellen (15, 30
of
60
seconden) en druk op de toets " OK" om
te bevestigen. F
D
ruk op de toets "
5" of " 6" en vervolgens
op " OK" om " OK" te selecteren en
bevestigen of op de toets "<" om de
uitgevoerde handeling af te breken.Menu "Telefoon"
Als de autoradio is ingeschakeld en dit menu
is geselecteerd, kunt u uw Bluetooth handsfree
set configureren (koppelen), de verschillende
indexen van de telefoon raadplegen (lijst
gesprekken, diensten, ...) en uw gesprekken
beheren (opnemen, ophangen, wisselgesprek,
discretiefunctie...).
Raadpleeg voor meer informatie over
de telefoonfunctie de rubriek Peugeot
Connect Sound.
Om veiligheidsredenen mag de
bestuurder het multifunctionele display
uitsluitend bedienen als de auto
stilstaat.
Ta a l k e u z e
Als dit menu is geselecteerd, kunt u de
taalweergave veranderen. F
S
tel de parameters één voor één in door
uw keuze te bevestigen met de toets " OK".
F
D
ruk op de toets "
5" of " 6", vervolgens
op de toets "OK" om het vakje "OK" te
selecteren en bevestig uw keuze of druk
op de toets "Terug" om de handeling af te
breken.
Controle tijdens het rijden
104
5008_nl_Chap05_amenagements_ed01-2015
Multimedia achter
Het multimediasysteem biedt de
achterpassagiers de mogelijkheid één of twee
externe apparaten (audio- of videospeler,
spelcomputers, DVD-speler, enz.) aan te
sluiten. Het geluid wordt weergegeven via
twee draadloze Bluetooth
®-koptelefoons en
het beeld wordt weergegeven op de twee
in de hoofdsteunen van de voorstoelen
geïntegreerde 7
inch-beeldschermen.
Beschrijving
Dit systeem werkt uitsluitend bij
draaiende motor. Het pakket bestaat uit:
-
d
e aan de achterzijde van de
middenconsole aangebrachte aansluit- en
bedieningsmodule,
-
t
wee 7 inch-beeldschermen in de
hoofdsteunen van de voorstoelen (met
beschermhoezen),
-
t
wee draadloze Bluetooth-koptelefoons
met oplaadbare batterij,
-
e
en 12V-oplader met twee uitgangen
waarop de twee koptelefoons gelijktijdig
kunnen worden opgeladen, 1.
A AN/UIT-schakelaar
2.
V
ideo-ingang AV1
(gele RCA-aansluiting)
3.
A
udio-ingangen (stereo) A (rode en witte
RCA-aansluiting)
4.
V
ideo-ingang AV2
(gele RCA-aansluiting)
5.
A
udio-ingangen (stereo) B (rode en witte
RCA-aansluiting)
6.
S
electie van de weergave op het
linkerscherm (AV1 of AV2)
7.
S
electie van de weergave op het
rechterscherm (AV1 of AV2)
8. C ontrolelampjes voor de verbinding met de
Bluetooth-koptelefoons (blauw)
Indelingen
179
5008_nl_Chap08_conduite_ed01-2015
Schakelindicator*
Werking
Afhankelijk van de rijomstandigheden en de
uitrusting van uw auto kan het systeem u
adviseren één of meer versnellingen op te
schakelen. U kunt deze aanwijzingen opvolgen
zonder de tussenliggende versnellingen in te
hoeven schakelen.
Het is niet verplicht om de aanbevolen
versnellingen ook daadwerkelijk in te schakelen.
De keuze van de optimale versnelling hangt
namelijk altijd af van de situatie op de weg, de
verkeersdrukte en de veiligheid. De bestuurder
blijft derhalve altijd zelf verantwoordelijk voor het
al dan niet opvolgen van een schakeladvies van
het systeem.
De functie kan niet worden uitgeschakeld.Voorbeeld:
-
U r
ijdt in de derde versnelling.
-
U t
rapt het gaspedaal in.
-
H
et systeem kan u in dit geval adviseren
een hogere versnelling in te schakelen.
De informatie wordt in de vorm van een pijl op
het instrumentenpaneel weergegeven.
Dit systeem geeft aan welke versnelling moet
worden ingeschakeld om het brandstofverbruik
te reduceren.
* Volgens motoruitvoering.Het systeem past het schakeladvies
aan de rijomstandigheden (helling,
belading van de auto, ...) en de rijstijl
van de bestuurder (veel vermogen
nodig, accelereren, remmen, ...) aan.
Het systeem zal u nooit adviseren om:
-
d
e eerste versnelling in te schakelen,
-
d
e achteruitversnelling in te
schakelen.
Bij een elektronisch gestuurde of automatische
versnellingsbak is dit systeem uitsluitend actief
in de handgeschakelde stand.
Bij de uitvoeringen met een BlueHDi 136 - of
150-dieselmotor en een handgeschakelde
versnellingsbak kan het systeem u onder
bepaalde rijomstandigheden verzoeken om de
versnellingsbak in de neutraalstand te zetten,
om het tijdelijk afzetten van de motor mogelijk
te maken (STOP-fase van het Stop & Start-
systeem). In dat geval wordt de aanduiding N
weergegeven op het instrumentenpaneel.
8
Rijden
180
5008_nl_Chap08_conduite_ed01-2015
Stop & Start
Werking
Overgang naar de STOP-stand
Het verklikkerlampje "ECO" op het
instrumentenpaneel gaat branden en de
motor wordt in de STOP-stand gezet:
- auto met een handgeschakelde versnellingsbak: als u bij een snelheid lager dan
20
km/h (of bij stilstaande auto in het geval van
een auto met een PureTech 130
-, BlueHDi 115 -
of BlueHDi 120-motor) de versnellingshendel in
de neutraalstand zet en het koppelingspedaal
loslaat,
- auto met een elektronisch gestuurde versnellingsbak: als u bij een snelheid
lager dan 8
km/h het rempedaal intrapt of
de selectiehendel in de stand N zet,
Bijzonderheden: STOP-stand niet
beschikbaar
De STOP-stand wordt niet geactiveerd als:
- he t bestuurderportier geopend is,
-
de
veiligheidsgordel van de bestuurder
losgemaakt is,
-
d
e auto sinds de laatste start met de sleutel
niet sneller dan 10
km/h heeft gereden,
-
d
e auto stilstaat op een steile helling
(stijgend of dalend),
-
d
e elektrische parkeerrem wordt /is
aangetrokken,
-
d
e klimaatregeling in het interieur dat niet
toelaat,
-
d
e voorruitontwaseming is ingeschakeld,
-
e
r bepaalde bijzondere omstandigheden
zijn (laadtoestand accu, motortemperatuur,
rembekrachtiging, buitentemperatuur...).
In dit geval knippert het
verklikkerlampje "ECO" een paar
seconden, waarna het uitgaat.
Deze werking van het systeem is volkomen
normaal.
Tank nooit als de motor door het Stop &
Start-systeem in de STOP-stand
is gezet. Zet in dat geval altijd het
contact af en neem de sleutel uit het
contactslot. Het systeem werkt de eerste
10
seconden na het inschakelen van de
achteruitversnelling niet.
Als de motor door het systeem in de
STOP-stand wordt gezet, blijven alle
andere componenten zoals de remmen
en de stuurbekrachtiging normaal
functioneren.
Het Stop & Start-systeem zet de motor
tijdelijk af (STOP-stand) als u stopt (bij rood
licht, opstoppingen enz.). De motor wordt
automatisch gestart (START-stand) als u weer
weg wilt rijden. Het starten gebeurt direct, snel
en stil.
Het Stop&Start-systeem is perfect afgestemd
op stadsgebruik en zorgt voor een lager
brandstofverbruik, minder uitstoot van
schadelijke stoffen en een aangename rust in
het interieur tijdens het wachten.
-
a
uto met een automatische transmissie:
als u bij stilstaande auto het rempedaal
intrapt of de selectiehendel in de stand N
zet.
Als uw auto is uitgerust met een teller,
wordt de duur van de momenten
dat de motor afgezet is, opgeteld en
weergegeven. Elke keer als u het
contact opnieuw aanzet, wordt deze
teller op 0
gezet.
Rijden
181
5008_nl_Chap08_conduite_ed01-2015
Overgang naar de START-stand
Het verklikkerlampje "ECO" gaat
uit en de motor wordt automatisch
gestart:
-
a
uto met een handgeschakelde
versnellingsbak: als u het
koppelingspedaal volledig intrapt,
-
a
uto met een elektronisch gestuurde
versnellingsbak:
● als
u het rempedaal loslaat ter wijl de
se
lectiehendel in de stand A of M staat,
● of
als u, ter wijl de selectiehendel in
d
e stand N staat en het rempedaal is
losgelaten, de selectiehendel in de stand
A of M zet,
● of
als u de achteruitversnelling
i
nschakelt.
-
a
uto met een automatische transmissie:
● als
u het rempedaal loslaat ter wijl de
se
lectiehendel in de stand D of M staat,
● of
als u, ter wijl de selectiehendel in
d
e stand N staat en het rempedaal is
losgelaten, de selectiehendel in de stand
D of M zet,
● of
als u de achteruitversnelling
i
nschakelt. Het verklikkerlampje "ECO"
knippert
een paar seconden en gaat dan uit.
Bijzonderheden: automatisch
activeren van de START-stand
Dat onder deze omstandigheden de START-
stand wordt geactiveerd, is volkomen
normaal.
Uitschakelen
U kunt deze functie op elk willekeurig moment
uitschakelen door de schakelaar "ECO OFF" in
te drukken.
Het verklikkerlampje in de schakelaar gaat
branden en er verschijnt een melding op het
display.
De START-stand wordt automatisch
geactiveerd als:
-
he
t bestuurderportier wordt geopend,
-
de
veiligheidsgordel van de bestuurder
wordt losgemaakt,
-
d
e snelheid van de auto hoger is
dan 25
km/h (handgeschakelde
versnellingsbak, 3
km/h bij een auto met
een PureTech 130 -, BlueHDi 115 - of
BlueHDi 120 -motor), 11
km/h (elektronisch
gestuurde versnellingsbak) of 3
km/h
(automatische transmissie),
-
d
e elektrische parkeerrem wordt
aangetrokken,
-
e
r bepaalde bijzondere omstandigheden
zijn (laadtoestand accu, motortemperatuur,
rembekrachtiging, instelling
airconditioning...). Als het systeem in de STOP-stand
wordt uitgeschakeld, dan wordt de
motor direct weer gestart.
8
Rijden