28
Koelvloeistoftemperatuurmeter
Als bij draaiende motor de wijzer zich bevindt
in:
- zone A, is de temperatuur in orde,
-
zone B, is de temperatuur te
hoog. Het waarschuwingslampje
maximumtemperatuur en het
waarschuwingslampje STOP
gaan branden, in combinatie
met een geluidssignaal en een
waarschuwingsmelding op het display.
Stop zo snel mogelijk op een veilige plaats.
Wacht enkele minuten voordat u de motor
afzet.
Raadpleeg het P
e
ugeot
-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats. De temperatuur en de druk in het koelcircuit
beginnen na enkele minuten rijden te stijgen.
om k
oelvloeistof bij te vullen:
F
w
acht tot de motor is afgekoeld,
F
d
raai de dop iets los om de druk te laten
dalen,
F
v
erwijder vervolgens de dop,
F
v
ul bij tot aan het merkteken "MA XI".
Wees voorzichtig bij het bijvullen
van de koelvloeistof: kans op
brandwonden. Vul niet bij tot boven het
maximumniveau (aangegeven op het
reservoir).
Meters
Onderhoudsindicator
De onderhoudsindicator geeft aan hoeveel
kilometer u nog ver wijderd bent van de
eerstvolgende onderhoudsbeurt volgens het
onderhoudsschema van de fabrikant.
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is meer dan 3000 km
Als het contact wordt aangezet, verschijnt er
geen onderhoudsinformatie op het display.
Deze termijn wordt berekend op basis van de
laatste reset van de onderhoudsindicator en is
afhankelijk van het aantal afgelegde kilometers en
de verstreken tijd sinds de laatste onderhoudsbeurt.
Bij de BlueHDi-uitvoeringen met dieselmotor
heeft de mate van vervuiling van de motorolie
ook invloed op de berekening (volgens land van
bestemming).
Instrumentenpaneel
29
308_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed02-2015
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is 1000 tot 3000 km
Als het contact wordt aangezet, gaat gedurende
5 seconden de onderhoudssleutel branden. De
kilometerteller geeft de resterende kilometers tot
de eerstvolgende onderhoudsbeurt aan.
Voorbeeld: de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt bedraagt 2800 km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het display
gedurende 5 seconden het volgende aan:
5 seconden na het aanzetten van het contact,
verdwijnt de sleutel ; de teller geeft de
kilometerstand aan.
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is overschreden
5 seconden na het aanzetten van het contact
treedt de kilometerteller weer in werking en
blijft de sleutel branden .
Als het contact wordt aangezet, gaat gedurende 5 seconden de sleutel
knipperen om aan te geven dat de onderhoudswerkzaamheden zo
spoedig mogelijk uitgevoerd moeten worden.
Voorbeeld: u hebt de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt met 300 km overschreden.
Als het contact wordt aangezet, geeft het display gedurende
5
seconden het volgende aan:
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is minder dan 1000 km
Voorbeeld: de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt bedraagt 900 km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het display
gedurende 5 seconden het volgende aan:
5 seconden na het aanzetten van het contact
treedt de kilometerteller weer in werking en
blijft de sleutel branden om aan te geven
dat er binnenkort onderhoudswerkzaamheden
uitgevoerd moeten worden.
Bij de BlueHDi-uitvoeringen met dieselmotor
wordt deze waarschuwing, zodra het contact
is aangezet, gecombineerd met het permanent
branden van het verklikkerlampje Service.
1
Instrumentenpaneel
30
Bij de berekening van de resterende
hoeveelheid af te leggen kilometers kan
ook de factor tijd worden meegewogen,
afhankelijk van de rijgewoontes van de
bestuurder.
De sleutel kan dus ook gaan branden
als het interval in tijd sinds de laatste
onderhoudsbeurt, zoals vermeld in het
onderhoudsschema van de fabrikant, is
overschreden.
Bij de BlueHDi-uitvoeringen met
dieselmotor kan de sleutel ook eerder gaan
branden, afhankelijk van de kwaliteit van de
motorolie (volgens land van bestemming).
De afname van de kwaliteit van
de motorolie is afhankelijk van de
rijomstandigheden van de auto.
Op 0 zetten van de
o nderhoudsindicator
Als u na deze handeling de accu wilt
loskoppelen, vergrendel dan de auto
en wacht minimaal 5
minuten. Het
op
0 zetten van de onderhoudsindicator
zal anders niet worden opgeslagen.
Opnieuw weergeven van de
onderhoudsinformatie
u kunt op elk moment de onderhoudsinformatie
w eergeven.
F
D
ruk op de knop voor nulstelling van de
dagteller.
D
e onderhoudsinformatie wordt enkele
seconden weergegeven en verdwijnt
vervolgens weer.
De onderhoudsindicator moet na elke
onderhoudsbeurt op 0
gezet worden.
Als u zelf het onderhoud van uw auto uitvoert:
F
zet
het contact af,
F
d
ruk op de resetknop van de dagteller en
houd deze ingedrukt,
F
z
et het contact aan; de kilometerteller
begint terug te tellen,
F
l
aat de knop los als het display "=0"
aangeeft; de sleutel verdwijnt.
Instrumentenpaneel
235
308_nl_Chap07_info-pratiques_ed02-2015
Additief AdBlue® en SCR-systeem
voor BlueHDi-dieselmotoren
om het milieu zo min mogelijk te belasten en
om aan de nieuwe
eu ro 6 -norm te voldoen,
heeft P
e
ugeot ervoor gekozen zijn auto's
met dieselmotor te voorzien van een systeem
waarbij het roetfilter (FAP) wordt gecombineerd
met een SCR-systeem (Selective Catalytic
Reduction) voor de behandeling van de
uitlaatgassen zonder dat de prestaties
veranderen of het brandstofverbruik toeneemt.
SCR-systeem
Met behulp van het additief AdBlue®, dat
ureum bevat, zet een katalysator tot 85% van
de stikstofoxides (N
ox
) om in stikstof en
water, stoffen die onschadelijk zijn voor de
gezondheid en het milieu. Het additief AdBlue
® bevindt zich in een
specifiek reservoir onder de bagageruimte,
aan de achterzijde van de auto. Het reservoir
heeft een inhoud van 17
liter, goed voor een
actieradius van ongeveer 20.000
km voordat
een waarschuwingssysteem u meldt dat u
met de resterende hoeveelheid additief nog
maximaal 2400
km kunt rijden.
om e
rvoor te zorgen dat het SCR-systeem
goed blijft werken, wordt bij elke periodieke
onderhoudscontrole aan uw auto in het
P
e
ugeot
-
netwerk of bij een gekwalificeerde
werkplaats het reservoir van het additief
AdBlue
® bijgevuld.
Als u ver wacht tussen twee periodieke
onderhoudscontroles meer dan 20.000
km te
rijden, raden wij u aan het reservoir tussentijds
te laten bijvullen door het P
e
ugeot
-
netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats. Als het AdBlue
®-reservoir leeg is, zorgt
een wettelijk verplicht systeem ervoor
dat de motor niet opnieuw kan worden
gestart.
Als het SCR-systeem niet goed werkt,
stoot uw auto te veel schadelijke stoffen
uit, waardoor hij niet meer aan de
eu
ro
6-emissienorm voldoet.
Neem bij een storing in het SCR-
systeem zo snel mogelijk contact op
met het P
e
ugeot
-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats: na 1100
km
wordt een systeem geactiveerd dat
het opnieuw starten van de motor
blokkeert.
7
Praktische informatie
236
308_nl_Chap07_info-pratiques_ed02-2015
Actieradiusindicatoren
Zodra de reservevoorraad van het AdBlue®-
reservoir is aangesproken of een storing in het
SCR-systeem is gesignaleerd, verschijnt bij
het aanzetten van het contact een indicator die
aangeeft hoeveel kilometer u nog ongeveer
kunt rijden voordat het opnieuw starten van de
motor automatisch wordt geblokkeerd.
Als gelijktijdig een storing wordt gesignaleerd
en het AdBlue
®-niveau laag is, wordt de laagste
actieradius weergegeven.
Als de motor mogelijk niet opnieuw kan worden gestart door een te laag AdBlue®-niveau
Het wettelijk verplichte
startblokkeringssysteem wordt
automatisch geactiveerd zodra het
AdBlue
®-reservoir leeg is. Actieradius groter dan 2400 km
Druk op deze knop om de actieradius tijdelijk
weer te geven. F
Sel
ecteer vervolgens
"Diagnose" .
Bij een actieradius van meer dan 5000 km is de
waarde minder nauwkeurig. Als het contact wordt aangezet, wordt er niet
automatisch een melding over de actieradius
weergegeven op het instrumentenpaneel.
De actieradius wordt tijdelijk weergegeven. Afhankelijk van de uitrusting van uw auto kunt u
deze informatie weergeven op het touchscreen.
F
S
electeer het menu
"Rijhulpsysteem" .Actieradius tussen 600 en 2400 km
Zodra het contact wordt aangezet, gaat het
verklikkerlampje u
ReA
branden in combinatie
met een geluidssignaal en een melding
(bijvoorbeeld "Vul brandstofadditief bij: Starten
geblokkeerd binnen 1500 km") die aangeeft
hoeveel kilometer of mijl u nog kunt rijden met
de resterende hoeveelheid additief.
ti
jdens het rijden wordt de melding elke
300 km weergegeven zolang er geen additief
is bijgevuld.
Neem contact op met het P
e
ugeot
-
netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats om het
additief AdBlue
® te laten bijvullen.u
kunt het bijvullen ook zelf uitvoeren.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het bijvullen van het
additief AdBlue
®.
Praktische informatie
237
308_nl_Chap07_info-pratiques_ed02-2015
Actieradius tussen 0 en 600 km
Zodra het contact wordt aangezet, gaat het
verklikkerlampje S
eR
VIC
e b
randen en knippert
het verklikkerlampje
u
ReA i
n combinatie
met een geluidssignaal en een melding
(bijvoorbeeld "Vul brandstofadditief bij: Starten
geblokkeerd binnen 600 km") die aangeeft
hoeveel kilometer of mijl u nog kunt rijden met
de resterende hoeveelheid additief.
ti
jdens het rijden wordt de melding elke
30
seconden weergegeven zolang er geen
additief is bijgevuld.
Neem contact op met het P
e
ugeot
-
netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats om het
additief AdBlue
® te laten bijvullen.u
kunt het bijvullen ook zelf uitvoeren.
Als niet op tijd additief wordt bijgevuld, kan de
motor niet meer worden gestart.
Storing in verband met een te laag AdBlue® -niveau
Als het contact wordt aangezet, gaat het
verklikkerlampje SeR
VICe b randen en knippert
het verklikkerlampje
u
ReA i
n combinatie
met een geluidssignaal en de melding " Vul
brandstofadditief bij: Starten geblokkeerd".
Het AdBlue
®-reservoir is leeg: het wettelijk
verplichte startblokkeringssysteem voorkomt
dat de motor opnieuw wordt gestart.
om d
e motor weer opnieuw te kunnen
starten, raden wij u aan contact op te
nemen met het P
e
ugeot
-
netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats om de
benodigde hoeveelheid additief te laten
bijvullen.
Als u zelf additief bijvult, moet het
reservoir met minimaal 3,8 liter AdBlue
®
worden gevuld.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over het bijvullen van het additief
AdBlue
®.
7
Praktische informatie
239
308_nl_Chap07_info-pratiques_ed02-2015
Bijvullen van het additief AdBlue®
Het AdBlue®-reservoir moet bij elke periodieke
onderhoudscontrole worden gevuld door het
P
e
ugeot
-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Vanwege de inhoud van het reservoir kan
het echter noodzakelijk zijn om het reservoir
tussentijds bij te vullen, zeker als u hier door
een waarschuwing (verklikkerlampjes en
melding) op wordt geattendeerd.
Dit kunt u laten uitvoeren door het P
e
ugeot
-
n
etwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
Als u zelf het reservoir wilt bijvullen, lees dan
eerst aandachtig de volgende waarschuwingen.Gebruiksvoorschriften
Bewaar AdBlue® buiten het bereik van
kinderen, in de originele flacon.
Als het AdBlue
® niet in de originele
flacon wordt bewaard, verliest het zijn
zuiverheid.
ge
bruik uitsluitend additief AdBlue
® dat aan de
norm ISo
22241 voldoet.
Verdun het additief nooit met water.
gi
et nooit additief in de brandstoftank.
De verpakking in flacons met een
antidruppelsysteem vergemakkelijkt het
bijvullen. De flacons met een inhoud van
1,89 liter (1/2 gallon) zijn verkrijgbaar bij het
P
e
ugeot
-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Vul nooit AdBlue
® bij vanuit een
vulsysteem dat is bedoeld voor
vrachtwagens.
Het additief AdBlue
® is een oplossing op
ureumbasis. Deze vloeistof is onontvlambaar,
kleurloos en geurloos (indien koel bewaard).
Als het additief in contact komt met de huid,
moet u de huid wassen met kraanwater en met
zeep. Als additief in de ogen komt, spoel de
ogen dan onmiddellijk en grondig gedurende
ten minste 15 minuten met kraanwater of met
een oogspoelmiddel. Raadpleeg een arts bij
een branderig gevoel of blijvende irritatie.
Als additief AdBlue wordt ingeslikt, spoel
de mond dan met schoon water en drink
vervolgens een ruime hoeveelheid water.
on
der bepaalde omstandigheden (bijvoorbeeld
bij een hoge omgevingstemperatuur) kan het
risico van het vrijkomen van ammoniakdampen
niet worden uitgesloten: adem deze niet in.
Deze ammoniakdampen werken irriterend op
de slijmvliezen (ogen, neus en keel).
Belangrijk
Als het AdBlue
®-reservoir van uw auto
helemaal leeg is (dit wordt aangegeven
door de waarschuwingsmeldingen en
u kunt in dat geval de motor niet meer
starten) moet u het reservoir vullen met
minimaal 3,8 liter additief (twee flacons
van 1,89 liter).
7
Praktische informatie
240
308_nl_Chap07_info-pratiques_ed02-2015
Voorschriften voor opslag
Bewaar de flacons AdBlue® niet in uw
auto.
AdBlue
® bevriest bij temperaturen lager dan
ongeveer -11°C en verliest zijn kwaliteit bij
temperaturen vanaf 25°C. Het is raadzaam
de flacons koel en buiten direct zonlicht te
bewaren.
ond
er deze omstandigheden is het additief ten
minste één jaar houdbaar.
Additief dat bevroren is geweest, kan
weer worden gebruikt nadat het bij
kamertemperatuur volledig is ontdooid.
Procedure voor bijvullen
Controleer voor het bijvullen of de auto op een
vlakke en horizontale ondergrond staat.
Controleer 's winters of de
omgevingstemperatuur van de auto hoger
is dan -11°C. Als het kouder is, bevriest het
AdBlue
® waardoor u het niet in het reservoir
kunt gieten. Laat uw auto enkele uren op een
warmere plaats staan en vul vervolgens het
reservoir bij.
F
Z
et het contact af en ver wijder de sleutel of
druk, als uw auto daarmee is uitgerust, op
de S
tA
R
t/
S
t
o
P
-knop om de motor af te
zetten. F
t
i
l voor toegang tot het AdBlue
®-reservoir
de vloerbekleding van de bagageruimte op
en verwijder vervolgens het reservewiel of
de opbergbak (volgens uitvoering).
F
D
raai de zwarte dop een kwart
omwenteling linksom zonder er druk op uit
te oefenen en trek hem omhoog om hem te
verwijderen.
F
D
raai de blauwe dop een zesde
omwenteling linksom.
F
t
r
ek de knop omhoog om hem te
verwijderen.
Praktische informatie