22
ControlelampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Remsysteem permanent. Het remvloeistofniveau is te laag. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Vul het niveau bij met een vloeistof voorzien van een
artikelnummer van PEUGEOT.
Als het probleem zich blijft voordoen, laat het systeem
dan controleren door het PEUGEOT-netwerk of door
een gekwalificeerde werkplaats.
+ permanent, in
combinatie met het
waarschuwingslampje
ABS.Er is een storing in de elektronische
remdrukregelaar (REF).
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-
netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Te h o g e
koelvloeistoftemperatuurpermanent, met de
wijzer in het rode
gebied.De temperatuur van de koelvloeistof
is te hoog.
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Wacht met het eventueel bijvullen van de koelvloeistof
tot de motor is afgekoeld.
Als het probleem zich blijft voordoen, raadpleeg
dan het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Antiblokkeersysteem
(ABS)permanent.
Er is een storing in het
antiblokkeersysteem. De normale remwerking blijft behouden.
Rijd voorzichtig met lage snelheid en raadpleeg
zo snel mogelijk het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Controle tijdens het rijden
37
2008_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2016
Menu "Rijden"
De via dit menu toegankelijke functies zijn in de volgende tabel weergegeven.To e t s Desbetreffende functie Aanwijzingen
Configuratie auto De te configureren functies zijn verdeeld over drie tabbladen:
-
" Rijhulpsysteem "
● "Automatisch
inschakelen achterruitenwisser bij inschakelen achteruitversnelling"
(
inschakelen van deze functie: raadpleeg de desbetreffende rubriek).
-
" Verlichting "
● "Follow
me home-verlichting" (automatische follow me home-verlichting: raadpleeg de
de
sbetreffende rubriek),
● "LED-dagrijverlichting"
(raadpleeg de desbetreffende rubriek),
● "Sfeerverlichting"
(sfeerverlichting: raadpleeg de desbetreffende rubriek).
Selecteer of deselecteer de tabs onder aan het scherm om de gewenste functies weer te
geven.
Inst. snelheden Opslaan van de snelheden voor de snelheidsbegrenzer en de snelheidsregelaar.
Initialisatie bandensp.controle Resetten van het bandenspanningscontrolesysteem.
1
Controle tijdens het rijden
140
2008_nl_Chap07_securite_ed01-2016
Elektronisch stabiliteitsprogramma dat de
volgende systemen omvat:
-
h
et antiblokkeersysteem (ABS) en de
elektronische remdrukregelaar (EBD),
-
d
e noodremassistentie (AFU),
-
d
e antislipregeling (ASR),
-
de
dynamische stabiliteitscontrole (ESP).
Elektronisch stabiliteitsprogramma
Begrippen
Antiblokkeersysteem (ABS) en
elektronische remdrukregelaar
(EBD)
Deze systemen zorgen tijdens het remmen
voor een betere stabiliteit en bestuurbaarheid
van uw auto en voor een betere controle in
bochten, vooral op een slecht of glad wegdek.
Het ABS voorkomt het blokkeren van de wielen
in het geval van een noodstop.
De EBD verdeelt de remdruk over de wielen.
Noodremassistentie (AFU)
Dit systeem zorgt ervoor dat in noodgevallen
de optimale remdruk sneller wordt bereikt,
zodat de remafstand kleiner wordt.
Het systeem wordt ingeschakeld als het
rempedaal snel wordt ingetrapt en zorgt ervoor
dat de benodigde bedieningskracht wordt
verminderd en de effectiviteit van het remmen
wordt vergroot.
Antislipregeling (ASR)
Dit systeem past de aandrijfkracht aan om
het doorspinnen van de wielen te voorkomen
via de remmen van de aangedreven wielen
en de motor. De ASR zorgt ook voor meer
koersstabiliteit bij het accelereren.
Dynamische stabiliteitscontrole
(ESP)
Dit systeem houdt de vier wielen in de gaten
en grijpt, als de koers van de auto afwijkt van
de door de bestuurder gewenste richting,
automatisch in via de remmen van een of
meerdere wielen en het motorkoppel om de
auto voor zover mogelijk weer in de juiste koers
te brengen.
Veiligheid
141
2008_nl_Chap07_securite_ed01-2016
Werking
Antiblokkeersysteem (ABS) en
elektronische remdrukregelaar
(REF)
Trap het rempedaal bij een noodstop
krachtig en volledig in en laat het
niet los. Zorg er bij vervanging van de wielen
(banden en velgen) voor dat wielen
worden gemonteerd die voor uw auto
zijn gehomologeerd.
De normale werking van het
antiblokkeersysteem kan merkbaar zijn
door het trillen van het rempedaal.
Als dit lampje gaat branden in
combinatie met een geluidssignaal
en een melding op het display,
duidt dit op een storing in het ABS-
systeem, waardoor u tijdens het remmen de
controle over uw auto zou kunnen verliezen.
Als dit lampje gaat branden in
combinatie met het lampje STOP ,
een geluidssignaal en een melding
op het display, duidt dit op een
storing in de elektronische remdrukregelaar
waardoor u tijdens het remmen de controle
over uw auto zou kunnen verliezen.
Stop onmiddellijk.
Raadpleeg in beide gevallen het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
7
Veiligheid
145
2008_nl_Chap07_securite_ed01-2016
Active City Brake
Active City Brake is een rijhulpfunctie die
beoogt een frontale aanrijding te voorkomen
of de snelheid van een frontale aanrijding te
verminderen wanneer de bestuurder niet of
onvoldoende ingrijpt (onvoldoende intrappen
van het rempedaal).Dit systeem is ontwikkeld om de
veiligheid te verbeteren.
De bestuurder moet zelf altijd het
verkeer in de gaten blijven houden en de
afstand tot en de snelheid van andere
weggebruikers blijven inschatten.
Active City Brake is slechts een
hulpsysteem; de bestuurder moet altijd
attent blijven.
Bekijk de lasersensor nooit met een
optisch instrument (vergrootglas,
microscoop enz.) op een afstand van
minder dan 10
cm: kans op oogletsel. Dit automatische noodremsysteem
remt later af dan de bestuurder normaal
gesproken zou doen. Het systeem
grijpt dus alleen in als de kans op een
aanrijding groot is.Werkingsprincipe
Dit systeem detecteert met een lasersensor
boven aan de voorruit voertuigen die in
dezelfde richting rijden of die vóór de auto
stilstaan.
Indien noodzakelijk remt de auto automatisch
af om een aanrijding met de voorligger te
voorkomen.
Voorwaarden voor activering
Active City Brake werkt als aan de volgende
voorwaarden wordt voldaan:
● het
contact is aangezet,
● de
auto rijdt vooruit,
● de
snelheid ligt tussen ongeveer 5 en
3
0
km/h,
● de
remhulpsystemen (ABS, EBD, BAS) zijn
n
iet defect,
● de
stabiliteitscontrolesystemen (ASR, ESP)
z
ijn niet uitgeschakeld of defect,
● de
auto maakt geen scherpe bocht,
● het
systeem is de laatste 10 seconden niet
i
n werking getreden.
7
Veiligheid
226
2008_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2016
Monteren van de kogel
Verwijder de afdekkap van de
bevestigingssteun en controleer of het
bevestigingssysteem in goede staat is. Reinig
indien nodig de steun met een borstel of een
schone doek.
Haal de kogel uit de opbergtas.
Verwijder de beschermkap van de kogel.
Berg de afdekkap en de beschermkap op in de
opbergtas.
Controleer of de kogel correct is ontgrendeld
(stand B). Zo niet, steek de sleutel dan in het
slot en draai hem linksom om het mechanisme
te ontgrendelen. Druk de hendel vervolgens in
en draai hem rechtsom tot aan de aanslag.
Vóór het gebruik
Verzeker u ervan dat de kogel correct
gemonteerd is. Doe dit door het volgende te
controleren:
-
d
e kogel is correct vergrendeld
(stand A ),
-
he
t veiligheidsslot is afgesloten en de
sleutel is ver wijderd; de hendel kan niet
meer worden bediend,
-
d
e kogel mag absoluut niet in de steun
kunnen bewegen: duw en trek eraan om
dit te controleren.
Tijdens het gebruik
Ontgrendel nooit het systeem ter wijl
een aanhanger is aangekoppeld of een
bagageplateau op de kogel is gemonteerd.
Overschrijd nooit het maximaal toelaatbare
treingewicht van de auto.
Controleer voordat u gaat rijden de
afstelling van de koplampen.
Raadpleeg voor meer informatie over
de afstelling van de koplampen de
desbetreffende rubriek.
Na het gebruik
Als gereden wordt zonder aanhanger
of bagageplateau, moet de
trekhaakaansluiting zijn weggeklapt,
moet de kogel zijn ver wijderd en moet de
afdekkap op de steun zijn aangebracht. Dit
is met name van belang als de kogel het
zicht op de kentekenplaat of de verlichting
van de auto belemmert.
Praktische informatie
359
2008_nl_Chap13_index-alpha_ed01-2016
Aanhanger............................................ 223, 224
Aanhangergewichten ............................ 24
5, 249
Aansluiten MirrorLink
........................... 3
02, 304
Aansluiting 12V
............................................... 72
A
ccessoires ........................................... 13 4, 231
Accu
.............................. 214, 215 , 217, 218 , 240
Accu laden
.................................... 215, 216 , 218
Achterruitverwarming
..................................... 70
Achteruitrijcamera
......................................... 112
Achteruitrijlicht
..................................... 206, 207
Actieradius
...................................................... 40
Actieradius AdBlue
...............................176, 17 7
Active City Brake
................................... 14
5, 147
AdBlue
® ............................... ....24, 175 , 176 , 180
Additief AdBlue ............................................... 24
Afmetingen
.................................................... 2
52
Afstandsbediening
.............................. 43, 44 , 47
Afzetten van de motor
..................................... 80
A
irbags
.................................................... 27, 152
Airbags vóór
...............................
...........152, 155
Airconditioning
...............................
.................12
Airconditioning (handbediend)
...........63, 64 , 70
Airconditioning met gescheiden regeling .....67, 70
Alarmknipperlichten
................................ 78, 13 5
Alarmsysteem
........................................... 43, 52
Allesdragers
.................................................. 230
Antiblokkeersysteem (ABS)
.......................... 14
0
Antispinregeling (ASR)
........................... 23, 140
Apple
®-speler ................................................ 288
Armleuning vóór ............................... ...............72
Audio-aansluitingen
................................ 73, 352
Audiokabel
.................................................... 286
Automatische airconditioning
............ 63,
64, 67
Automatische ruitenwissers
..................126, 128
Automatische transmissie .....12, 91, 95 , 214 , 2 41
Automatisch inschakelen alarmknipperlichten
.................................... 13 5
Automatisch inschakelen verlichting
....118 , 123
Autoradio
....................................................... 3 47Bagageafdekking
...............................
.............
77
Bagagenet voor hoge belading .......................76
Bagageruimte
............................................
50, 75
Banden
............................................................
12
Bandenreparatieset
......................................
189
Bandenspanning
.............................
12, 187 , 253
Bandenspanningscontrole (met set)
.....
183 , 189
Bandenspanning te laag (detectie)
............... 13
7
Batterij afstandsbediening
........................ 46,
47
Batterij afstandsbediening vervangen
............
46
Bediening autoradio aan stuurkolom
............
260
Bekerhouder
...................................................
71
Beladen
...................................................
12, 230
Benzine
...............
..........................................
173
Benzinemotor
.......................
173, 235 , 243, 245
Binnenspiegel
................................................. 61
Bl
ueHDi
.................................................
175, 176
Bluetooth (handsfree set)
............. 3
14
, 315 , 336
Bluetooth (telefoon)
...............................
314, 315
Bluetooth-verbinding
.....................
300, 314 , 315
Bochtverlichting
............................................ 12
5
Boordcomputer
.........................................
38-40
Brandstof
.................................................
12, 173
Brandstofniveaumeter
................................... 17
0
Brandstoftank
........................................
170, 172
Brandstof tanken ...........................
170, 172 , 173
Brandstoftank leeg (diesel) ...........................
174
Brandstofverbruik .....................................12, 40
Brandstofvulklep
................................... 17
0, 172
Buitenlandse reizen
......................................124
Buitenspiegels ................................................. 60
A
B
C
D
CarPlay verbinding ...............................307, 308
CD ................................................................. 286
CD MP3
......................................... 286, 332-334
CD-/MP3 -speler
...........................286, 332-334
Centrale vergrendeling
.............................44, 51
Claxon
........................................................... 13 6
Contact
............................................................ 81
Controle motorolieniveau ................................31
Controles
.............................. 235, 236 , 240, 2 41
DAB (Digital Audio Broadcasting) - Digitale radio
................................................... 284, 285
Dagrijverlichting
.................................... 121, 204
Dagteller
.......................................................... 41
Dashboardkastje
...............................
..............72
Datum (instellen)
............................................. 42
Datum instellen
............................................... 42
Derde remlicht
............................................... 2
07
Detectie te lage bandenspanning
. 13
7, 13 9 , 187
Dieselmotor
.............18, 173 , 174, 236 , 247, 249
Digitale radio - DAB (Digital Audio Broadcasting)
.................................... 284, 285
Dimlicht
................................................. 11
7, 203
Dimmer dashboardverlichting
.......................13 0
Display instrumentenpaneel
..14 , 15 , 38 , 39, 99
AUX-aansluiting
............................................ 286
Aux-aansluitingen ...............................
.......... 352
Aux-ingang
...............................
..................... 286
.
Index