216Rijden en bedieningInschakelen
U activeert het Lane Departure War‐
ning-systeem door ) in te drukken.
De brandende led in de knop geeft
aan dat het systeem is ingeschakeld. Wanneer de controlelamp ) in de in‐
strumentengroep groen brandt, is het
systeem klaar voor gebruik.
Het systeem werkt alleen bij snelhe‐
den hoger dan 56 km/u en wanneer
wegbelijning aanwezig is.
Wanneer het systeem een onbe‐
doelde verandering van rijstrook her‐
kent, dan wordt de controlelamp )
geel en knippert deze. Tegelijkertijd
hoort u een geluidssignaal.
Uitschakelen
Het systeem wordt gedeactiveerd
door ) in te drukken; de led in de toets
gaat uit.
Bij snelheden lager dan 56 km/u
werkt het systeem niet.
Storing
Het Lane Departure Warning-sys‐
teem werkt mogelijkerwijs niet goed
wanneer:
● De voorruit niet schoon is.
● De omgevingsomstandigheden ongunstig zijn, zoals harde re‐
gen, sneeuw, direct zonlicht of
schaduwen.
Het systeem kan niet werken als geen
rijbaanmarkering wordt gedetec‐
teerd.
254Verzorging van de autoNr.Stroomkring18–19Stuurwielverwarming20Zonnescherm21Verwarmde voorstoelen22–23–24Systeem voor selectieve kataly‐
satorreductie25–26–27–28–29–30–31–32Actief dempingssysteem/Lane
Departure WarningBoordgereedschap
Gereedschap
Sommige gereedschappen, het
sleepoog en (alleen bij voertuigen
met reservewiel) de krik bevinden
zich in de opbergruimte achter in de
vloer van de bagageruimte.
Open de afdekking vóór de achter‐
klep.
Velgen en banden
Conditie van banden en velgen
Zo langzaam mogelijk en onder een
rechte hoek over obstakels. Het rijden
over scherpe randen kan schade aan banden en velgen tot gevolg hebben.
Banden niet tegen de stoeprand
klemmen.
De wielen regelmatig op beschadi‐
ging controleren. Bij beschadigingen
of abnormale slijtage de hulp van een werkplaats inroepen.
Winterbanden
Winterbanden verhogen bij tempera‐ turen onder 7 °C de rijveiligheid en
dienen daarom om alle wielen gelegd te worden.
De sticker met de maximumsnelheid in overeenstemming met de geldende
wetgeving in uw land in het gezichts‐
veld van de bestuurder aanbrengen.
308Graphic-Info-Display,Color-Info-Display ...................123
Grootlicht ........................... 117, 144
Grootlichtassistentie ...........117, 144
H Halogeenkoplampen .................240
Handbediende ruiten ...................32
Handgeschakelde versnellingsbak ......................179
Handmatige dimfunctie ................30
Handmatige modus ...................177
Handrem ............................. 179, 180
Handschoenenkastje ...................68
Handzender ................................. 21
Hellingrem ................................. 182
Hoofdsteunen .............................. 36
Hoofdsteunverstelling ....................8
Hulpverwarming.......................... 161
I
Inbouwposities kinderveilig‐ heidssystemen ......................... 63
Indicatie afstand tot voorligger ...199
Info-Displays ............................... 119
Inhouden ................................... 295
Inklapbare spiegels .....................29
Inleiding ......................................... 3
Instapverlichting ......................... 153
Instrumentengroep ....................106
Instrumentenverlichting .............248Interactief rijsysteem................... 184
Interieurverlichting ......................152
ISOFIX- kinderveiligheidssystemen ........66
K Katalysator ................................. 172Kentekenverlichting ...................247
Keuzehendel ............................. 176
Kilometerteller ............................ 106
Kindersloten ................................. 25 Kinderveiligheids-systemen ..........62
Klimaatregeling ............................ 15
Klimaatregelsystemen ................155
Klok............................................. 103
Koelvloeistof .............................. 235
Koelvloeistof en antivries ............279
Koelvloeistoftemperatuurmeter . 108
Koplampinstelling in het buitenland .............................. 145
Koplampverstelling ....................145
L
Laadsysteem ............................. 113
Lane Departure Warning ....115, 215
Leeslampen ............................... 153
Lekke band ................................. 264
Lichtschakelaar .......................... 142
Lichtsignaal ................................ 145
Luchtinlaat ................................. 163
Luchtroosters .............................. 161M
Meters......................................... 106
Mistachterlicht .................... 118, 151
Mistlamp .................................... 118
Mistlampen ................................ 243
Mistlampen voor ........................150
Motorgegevens .......................... 286
Motor-ID...................................... 282
Motorkap .................................... 233
Motorolie .................... 234, 279, 283
Motoroliedruk ............................. 116
Motor starten ............................. 166
Motorvermogen verminderd .......117
N Nieuwe auto inrijden ..................165
Niveau sproeiervloeistof te laag 118
O Obstakeldetectiesystemen .........202
Olie, motor .................. 234, 279, 283
OnStar ........................................ 137
Ontlaadbeveiliging accu ............154
Opbergruimte................................ 68
Opbergruimte achter..................... 83
Opbergruimte portierbekleding .....69
Opbergruimte voor........................ 69
Opbergvak .................................... 68
Opbergvakken ........................ 67, 68
Opbergvakken instrumentenpaneel ..................68