
170Verzorging van de autoAlle wielen moeten zijn voorzien van
een druksensor en de banden moe‐
ten de voorgeschreven bandenspan‐
ning hebben.
Let op
In landen waar het bandenspan‐
ningscontrolesysteem wettelijk ver‐
eist is, wordt de typegoedkeuring
van het voertuig bij het gebruik van
wielen zonder druksensoren nietig.
De sensoren van het TPMS controle‐ ren de spanningswaarden van de
banden en verzenden de meetwaar‐
den naar een ontvanger in de auto.
Overzicht bandenspanningswaarden 3 202.
Bandenspanningswaarden op
display
U kunt de huidige bandenspannings‐
waarden bekijken op het Driver Infor‐
mation Center (DIC) 3 92.
Druk bij een stilstaande auto meer‐
dere malen op de knop op het uit‐
einde van de wisserhendel totdat het
menu Bandenspanningswaarden
verschijnt.
Bandenspanning te laag
Een te lage bandenspanning wordt
aangegeven door het oplichten van
controlelamp w 3 90 en een bijbeho‐
rend bericht op het DIC.
Als w oplicht, stop dan bij de eerst‐
volgende gelegenheid en breng de
banden op de aanbevolen spannings‐
waarden 3 202.
Na het op spanning brengen moet u wellicht een stukje rijden om de ban‐
denspanningswaarden op het DIC bij
te werken. Hierbij kan w oplichten.

184Verzorging van de autoOm handmatig ijs te verwijderen, eenijskrabber met een scherpe rand ge‐
bruiken. IJskrabber stevig tegen de
ruit drukken, zodat er geen vuil onder de krabber kan komen en er geen
krassen op de ruit worden gemaakt.
Verwijder achtergebleven vuil van
wisserbladen die strepen op de ruit
veroorzaken, met een zachte doek en ruitenreiniger. Zorg dat u ook achter‐
gebleven was, insecten en dergelijke
van de ruit verwijdert.
IJs, verontreiniging en continu vegen
op droge ruiten beschadigen of ver‐
nietigen zelfs de wisserbladen.
Velgen en banden Niet schoonmaken met hogedrukrei‐
nigers.
Velgen met een pH-neutrale velgen‐
reiniger reinigen.
Velgen zijn gelakt en kunnen met de‐
zelfde middelen worden behandeld
als de carrosserie.Lakschade
Geringe lakschade voordat er roest‐ vorming optreedt met een lakstift her‐
stellen. Grotere lakschade of roest‐
vorming door een werkplaats laten
herstellen.
Onderstel
Sommige delen van de bodemplaat
zijn voorzien van een beschermende
pvc-laag, terwijl er op andere delen
een duurzame beschermende was‐
laag is aangebracht.
De bodemplaat na het schoonspuiten
controleren en zo nodig een nieuwe
waslaag laten aanbrengen.
Bitumineuze/rubber materialen kun‐
nen de pvc-laag aantasten. Werk‐
zaamheden aan de bodemplaat door een werkplaats laten uitvoeren.
De bodemplaat vóór en ná de winter
schoonspuiten en daarna de be‐
schermende waslaag laten controle‐
ren.
Trekhaak
Kogelstang niet met een stoom- of hogedrukreiniger reinigen.Verzorging interieur
Interieur en bekleding Interieur van de auto inclusief instru‐
mentenpaneel en bekleding alleen
met een droge doek of interieurreini‐
ger schoonmaken.
Reinig lederen bekleding met zuiver
water en een zachte doek. Gebruik een reinigingsmiddel voor leder als
de bekleding erg vuil is.
Instrumentengroep en de displays al‐
leen met een zachte, vochtige doek
reinigen. Gebruik zo nodig water en
milde zeep.
Stoffen bekleding met een stofzuiger
en een borstel reinigen. Vlekken met
een bekledingreiniger verwijderen.
Het weefsel van de stof is wellicht niet kleurvast. Dit kan zichtbare verkleu‐
ringen veroorzaken, met name op lichtgekleurde bekleding. Reinig ver‐
wijderbare vlekken en verkleuringen
zo spoedig mogelijk.
Veiligheidsgordels met lauw water of
een interieurreiniger schoonmaken.

186Service en onderhoudService en
onderhoudAlgemene informatie ..................186
Service-informatie ...................186
Aanbevolen vloeistoffen, smeer‐ middelen en onderdelen ............188
Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen .......................188Algemene informatie
Service-informatie
Het is voor de bedrijfs- en verkeers‐ veiligheid en voor het behoud van de
waarde van uw auto belangrijk dat
alle servicewerkzaamheden met de
voorgeschreven intervallen worden
uitgevoerd.
Het uitgebreide bijgewerkte service‐
schema voor uw auto is beschikbaar in de werkplaats.
Service-display 3 84.
Motoraanduiding 3 191.
Europese service-intervallen
Onderhoud van uw auto is nodig om
de 40.000 km of na 2 jaar, afhankelijk van wat zich het eerst voordoet, tenzij
anders aangegeven op het service-
display.
Bij een zwaardere belasting, bijv. bij
taxi's en politievoertuigen, geldt wel‐ licht een korter onderhoudsinterval.
De Europese service-intervallen gel‐
den voor de volgende landen:Andorra, België, Denemarken, Duits‐
land, Estland, Finland, Frankrijk,
Griekenland, Hongarije, Ierland, IJs‐
land, Italië, Kroatië, Letland, Liech‐
tenstein, Litouwen, Luxemburg, Ne‐
derland, Noorwegen, Oostenrijk, Po‐
len, Portugal, Slovenië, Slowakije,
Spanje, Tsjechische Republiek, Ver‐
enigd Koninkrijk, Zweden, Zwitser‐
land.
Internationale service-intervallen
Israël:
Onderhoud van uw auto is nodig om
de 40.000 km of na 1 jaar, afhankelijk van wat zich het eerst voordoet, tenzij
anders aangegeven op het service-
display.
Roemenië, Bulgarije:
Onderhoud van uw auto is nodig om
de 30.000 km of na 1 jaar, afhankelijk van wat zich het eerst voordoet, tenzij
anders aangegeven op het service-
display.

Service en onderhoud187Australië:
Onderhoud van uw auto is nodig om
de 15.000 km of na 1 jaar, afhankelijk
van wat zich het eerst voordoet, tenzij
anders aangegeven op het service-
display.
Turkije:
Onderhoud van uw auto is nodig om de 20.000 km of na 1 jaar, afhankelijk van wat zich het eerst voordoet, tenzij
anders aangegeven op het service-
display.
Marokko:
Onderhoud van uw auto is nodig om
de 15.000 km of na 1 jaar, afhankelijk van wat zich het eerst voordoet, tenzij
anders aangegeven op het service-
display.
Rusland, Oekraïne, Belarus,
Kazachstan:
Onderhoud van uw auto is nodig om
de 15.000 km of na 1 jaar, afhankelijk
van wat zich het eerst voordoet, tenzij
anders aangegeven op het service-
display.Zuid-Afrika:
Onderhoud van uw auto is nodig om de 15.000 km of na 1 jaar, afhankelijk van wat zich het eerst voordoet, tenzij
anders aangegeven op het service-
display.
Algerije, Tunesië:
Onderhoud van uw auto is nodig om
de 10.000 km of na 1 jaar, afhankelijk van wat zich het eerst voordoet, tenzij
anders aangegeven op het service-
display.
Internationaal:
Onderhoud van uw auto is nodig om
de 10.000 km of na 1 jaar, afhankelijk
van wat zich het eerst voordoet, tenzij
anders aangegeven op het service-
display.
Tot de andere landen behoren:
Albanië, Bosnië-Herzegovina, Cy‐
prus, Kosovo, Macedonië, Malta,
Montenegro, Nieuw-Zeeland, Servië,
Singapore.Internationaal+:
Onderhoud van uw auto is nodig om de 8.000 km of na 1 jaar, afhankelijk
van wat zich het eerst voordoet, tenzij
anders aangegeven op het service-
display.
Tot de + landen behoren: Moldavië.
Internationaal++:
Onderhoud van uw auto is nodig om
de 5.000 km of na 6 maanden, afhan‐ kelijk van wat zich het eerst voordoet,
tenzij anders aangegeven op het ser‐
vice-display.
Tot de ++ landen behoren: Hong‐
kong.
Registraties
Uitgevoerde service wordt geregi‐
streerd op de daarvoor bestemde
plaatsen in het Serviceboekje. De da‐ tum en afgelezen kilometerstand wor‐
den bevestigd met stempel en hand‐
tekening van de uitvoerende werk‐
plaats.
Zorg ervoor dat het Serviceboekje
correct wordt ingevuld, omdat een
sluitend bewijs van service essentieel

188Service en onderhoudis bij aanspraken op garantie of good‐
will en tevens een pluspunt is bij ver‐
koop van de auto.
Servicedisplay Het onderhoudsinterval is gebaseerd
op diverse parameters afhankelijk
van het gebruik.
De Service-display, op het Driver In‐
formation Center (DIC), geeft de vol‐
gende onderhoudsbeurt aan. De hulp van een werkplaats inroepen.
Service-display 3 84.Aanbevolen
vloeistoffen,
smeermiddelen en onderdelen
Aanbevolen vloeistoffen ensmeermiddelen
Gebruik alleen producten die voldoen aan de aanbevolen specificaties.
Schade als gevolg van het gebruik van producten die niet voldoen aandeze specificaties, wordt niet gedekt
door de garantie.9 Waarschuwing
Bedrijfsvloeistoffen zijn gevaarlijk
en mogelijk giftig. Voorzichtig han‐ teren. Informatie op de verpakking in acht nemen.
Motorolie
Motorolie wordt ingedeeld op basis
van kwaliteit en viscositeit. Bij de
keuze van motorolie is kwaliteit be‐
langrijker dan viscositeit. Door de
oliekwaliteit blijft o.a. de motor
schoon, is de slijtage minimaal en
veroudert de olie minder snel. De vis‐
cositeit geeft informatie over de dikte
van de olie bij diverse temperaturen.
Dexos is de nieuwste kwaliteit motor‐
olie, en biedt optimale bescherming
voor benzine- en dieselmotoren. In‐
dien deze niet voorhanden i,s moet
motorolie van een andere gerenom‐
meerde kwaliteit worden gebruikt.
Kies de juiste motorolie op basis van
zijn kwaliteit en de minimale omge‐
vingstemperatuur 3 192.
Motorolie bijvullen
Motoroliesoorten van verschillende
fabrikanten en merken kunnen wor‐
den gemengd zolang ze voldoen aan de vereiste motoroliecriteria kwaliteit
en viscositeit.
Het gebruik van motorolie van alleen de kwaliteit ACEA A1/B1 of alleen
A5/B5 is verboden, omdat deze onder
bepaalde omstandigheden langdu‐
rige motorschade kan veroorzaken.
Kies de juiste motorolie op basis van
zijn kwaliteit en de minimale omge‐
vingstemperatuur 3 192.

210Elektrische verstelling ..................38
Elektrisch systeem...................... 162
Elektronische gegevensregistratie 40
Elektronisch klimaatregelsysteem ..............106
Elektronisch sleutelsysteem .........23
Elektronisch stabiliteitspro‐ gramma (ESP) .........89, 134, 146
Elektronisch stabiliteitspro‐ gramma uit ............................... 89
Event Data Recorders (EDR) .....205
F
Fleshouders .................................. 69
Frontaal airbagsysteem ...............57
G Gebruik van deze handleiding .......3
Geluidssignalen ........................... 93
Gereedschap ............................. 167
Gevaar, Waarschuwing en Voorzichtig ................................. 4
Gevarendriehoek .........................73
Gloeilamp vervangen ................157
Gordels ......................................... 50
Gordelverklikker ........................... 87
Gordijnairbagsysteem .................. 59
Groothoekspiegel .........................39
Grootlicht ............................... 91, 99H
Handgeschakelde versnellingsbak ......................130
Handmatige dimfunctie ................39
Handmatig verstellen ...................38
Handrem ............................. 131, 132
Handschoenenkastje ...................68
Handzender .................................. 21
Hellingrem ................................. 132
Hoedenplank achter .....................71
Hoofdsteunen .............................. 43
Hoofdsteunverstelling ....................8
Hulpverwarming.......................... 109
I
Inbouwposities kinderveilig‐ heidssystemen ......................... 62
Indicator luchtstroom motor ........151
Infodisplay .................................... 92
Info-Displays ................................. 92
Inhouden ................................... 201
Inklapbare spiegels .....................38
Inleiding ......................................... 3
Instapverlichting ......................... 103
Instrumentengroep ......................82
Instrumentenverlichting .............162
Interieurverlichting ......................101
Interieurverlichting voor ..............102
ISOFIX- kinderveiligheidssystemen ........67K
Katalysator ................................. 125
Kentekenverlichting ...................160
Kilometerteller .............................. 82
Kindersloten ................................. 30 Kinderveiligheidssystemen ...........60
Kledinghaken ................................ 69
Klimaatregeling ............................ 15
Klimaatregelsystemen ................104
Klok .............................................. 79 Knoppen op stuurkolom ...............77
Knoppen op stuurwiel ...................77
Koeling (AC) ............................... 105
Koeling handschoenenkastje ....114
Koelvloeistof .............................. 152
Koelvloeistof en antivries ............188
Koelvloeistoftemperatuur .............89
Koelvloeistofverwarming............. 109
Koplampen ................................ 157
Koplampinstelling in het buitenland ................................ 99
Koplampverstelling ......................99
Krik ............................................. 167
L
Laadsysteem ............................... 88
Laadvloernet ................................. 72
Lampenkappen, beslagen ..........101
Leeslampjes met LED's ..............102
Lekke band ................................. 176

212Ruiten........................................... 40
Rijgedrag en aanhangertips ......145
Rijregelsystemen ........................133
Rijverlichting .......................... 12, 91
S Schakel motor uit ..........................88
Schuifdeur ................................... 30
Selectieve katalysatorreductie ....126
Service ............................... 115, 186
Service-display ............................ 84
Service-indicatie ..........................88
Service-informatie ...................... 186
Sjorogen ...................................... 72
Sleepoog ............................ 167, 181
Sleutels ........................................ 20
Sleutels, sloten ............................. 20
Sneeuwkettingen .......................173
Snelheidsbegrenzer .............82, 139
Snelheidsmeter ............................ 82
Spiegels .................................. 38, 39
Spiegelverstelling ..........................8
Sproeiervloeistof ........................153
Startbeveiliging ............................ 37
Starten en bediening ..................118
Starthulp gebruiken ...................179
Stickers op de voorruit ..................40
Stoelen ......................................... 70
Stoelpositie .................................. 44
Stoelverstelling ........................7, 45Stoelverwarming ........................... 47
Stop/Start-systeem .....................122
Stop-startsysteem......................... 17
Storingsindicatielamp ..................88
Storingsmeldingen ........................93
Sturen ......................................... 117
Stuurbedieningsknoppen .............77
Stuurbekrachtigingsvloeistof ......152
Stuurwiel instellen .......................... 9
Stuurwielverstelling ...................... 77
Symbolen ....................................... 4
T
Tablethouder ................................ 68
Tachograaf ............................. 92, 96
Tanken ....................................... 143
Technische gegevens ................193
Te laag brandstofpeil ...................91
Telefoonhouder ............................ 68
Toerenteller ................................. 83
Tolwegstickers .............................. 40
Top-Tether-bevestigingsogen ......67
Traction Control .........................133
Trekken............................... 145, 181
Trekken van een aanhanger ......146
Trekstang.................................... 145
Tripcomputer ............................... 94
Typeplaatje ................................ 191U
Uitlaatgassen ...................... 125, 181
Uitrol-brandstofafsluiter .............122
Uitstapverlichting .......................103
Uw autogegevens ..........................3
V Vakken voorportier .......................69
Van banden- en velgmaat veranderen ............................. 173
Vaste luchtroosters ....................114
Veiligheidsgordel ...........................8
Veiligheidsgordels .......................50
Veiligheidsnet .............................. 72
Velgen en banden .....................168
Ventilatie ..................................... 104
Ventilatieopeningen ....................113
Verbanddoos ............................... 73
Vergrendelingssysteem ...............34
Verlichting ..................................... 98
Verlichting handschoenenkastje. 102
Verlichtingsfuncties..................... 103
Verlichting voetenruimte .............102
Versnellingsbak ........................... 16
Verstelbare luchtroosters ........... 113
Verwarmbare achterruit ................15
Verwarmbare buitenspiegels ........15
Verwarmde spiegels ....................39
Verwarming ................................. 47
Verwarming achterin .................. 108