56Stoelen, veiligheidssystemenAirbag deactiverenHet airbagsysteem voor en het zijde‐
lings airbagsysteem voor de passa‐
gier voorin moeten worden gedeacti‐
veerd als een kinderveiligheidssys‐
teem op deze stoel wordt aange‐
bracht, volgens de instructies in de
tabellen voor de plaats om het kinder‐
veiligheidssysteem te installeren
3 59.
De gordelspanners en alle bestuur‐
dersairbagsystemen blijven actief.
Het passagiersairbagsysteem kan via
een schakelaar aan de zijkant van het
instrumentenbord worden gedeacti‐ veerd.
Open met het contact uit het voorpor‐ tier, druk op de schakelaar en draai
deze linksom naar de stand OFF.
Airbags voor de passagier voorin zijn
gedeactiveerd en gaan niet af bij een
aanrijding. Controlelamp W 3 87
brandt continu (in de dakconsole of naast de klimaatregelingsknoppen op het instrumentenbord) en er ver‐
schijnt een bijbehorend bericht op het Driver Information Center (DIC)
3 92.
Het is mogelijk een kinderzitje te mon‐
teren volgens de tabel met de moge‐
lijke montageplaatsen 3 59. Laat
geen volwassene op de passagiers‐
stoel plaatsnemen.9 Gevaar
Levensgevaar voor kinderen in
een kinderveiligheidssysteem te‐
zamen met een geactiveerde air‐
bag op de passagiersstoel voorin.
Levensgevaar voor volwassenen
bij een buiten werking gestelde
airbag van de passagiersstoel
voorin.
231Bandenreparatieset ...................186
Bandenspanning .......................181
Bandenspanningscontrolesys‐ teem .................................. 90, 182
Bandenspanningswaarden ........225
Banden verwisselen ...................190
Bedieningsorganen ......................76
Bekerhouders .............................. 68
Bekleding .................................... 200
Beladingsinformatie .....................74
Beslagen lampglazen ................102
Bestuurdersondersteuningssys‐ temen ...................................... 143
Beveiliging van de auto ................31
Binnenspiegels ............................. 35
Binnenverlichting ...............102, 174
BlueInjection ............................... 129
Bochtlicht ............................ 101, 170
Bodemvrijheid ............................. 126
Bolle vorm .................................... 33
Boordgereedschap .....................180
Boordinformatie ........................... 93
Brandblusser ................................ 73
Brandstofmeter ............................ 82
Brandstoftank ............................. 224
Brandstofverbruik - CO 2-uitstoot 154
Brandstofverbruikcijfer (ecoScoring) .............................. 95
Brandstof voor dieselmotoren ...153
Buitenspiegels .............................. 33Buitentemperatuur .......................78
Buitenverlichting ........................... 98
C Car Pass ...................................... 19
Centrale vergrendeling ................21
Claxon ................................... 14, 76
Conformiteitsverklaring ...............227
Contactslotstanden ....................121
Controlelampen ......................80, 84
Controle over de auto ................120
Controles .................................... 160
Cruise control ...................... 92, 143
D Dagrijlicht ................................... 100
Dagteller ...................................... 81
Dak ............................................... 38
Dakbelasting ................................. 74
Dakconsole .................................. 69
Dakdrager .................................... 73
Dashboard .................................... 10
De belangrijkste informatie voor uw eerste rit................................. 6
DEF ............................................ 129
De functie Meer tractie .......141, 142
Derde remlicht ........................... 173
Diefstalalarmsysteem ..................31
Diefstalvergrendeling ....................21
Dieselbrandstof........................... 153
Dieselbrandstoffilter ...................166Dieselbrandstofsysteem
ontluchten .............................. 167
Dieseluitlaatvloeistof ...................129
Dimlicht of grootlicht ...............98, 99
DPF (Diesel Particle Filter, roetfilter) .................................. 128
Driepuntsgordel ........................... 49
Driver Information Center .............92
E Economisch rijden ......................120
ecoScoring.................................... 95
Eerste hulp ................................... 72
Elektrisch bediende portiersloten. 24
Elektrisch bediende ruiten ...........36
Elektrische aansluitingen .............79
Elektrische schuifdeur ..................26
Elektrische treeplank ....................26
Elektrische verstelling ..................34
Elektrisch systeem...................... 175
Elektronische rijprogramma's ....137
Elektronisch klimaatregelsysteem ..............108
Elektronisch stabiliteitspro‐ gramma (ESP) .........89, 142, 156
Elektronisch stabiliteitspro‐ gramma uit ............................... 89
Event Data Recorders (EDR) .....227