126SpraakherkenningGebruiker:
Stemoutput: " Naam opslaan "
Wissen
Een eerder opgeslagen spraaklabel
kan worden gewist met het com‐ mando " Verwijderen ".
Beschikbare commando's: ● " Ja"
● " Nee"
● " Help "
● " Annuleren "
Naar opgeslagen namen luisteren
De stemuitvoer van alle opgeslagen
namen (spraaklabels) wordt gestart
met het commando " Lijst".
Tijdens stemoutput van de spraakla‐
bels beschikbare commando's:
● " Bellen ": het telefoonnummer
van het laatst voorgelezen
spraaklabel wordt geselecteerd.
● " Verwijderen ": de invoer van het
laatst voorgelezen spraaklabel
wordt gewist.Een mobiele telefoon toevoegen aan
of verwijderen van de apparatenlijst
Met het commando " Koppelen" kunt
u een mobiele telefoon aan de appa‐
ratenlijst van het telefoonportaal toe‐
voegen of ervan verwijderen 3 129.
Beschikbare commando's: ● " Toevoegen "
● " Verwijderen "
● " Help "
● " Annuleren "Voorbeeld van een dialoog
Gebruiker: " Koppelen"
Stemoutput: " Wilt u een apparaat
toevoegen of verwijderen? "
Gebruiker: " Toevoegen"
Stemoutput: " Probeer te koppelen
aan <1234> in het externe apparaat "
Stemoutput: " Wilt u het apparaat
koppelen? "
Gebruiker: " Ja"
Stemuitvoer: " Het apparaat is
verbonden als nummer
apparatenlijst selecteren
Met het commando " Selecteer
apparaat " kunt u een mobiele tele‐
foon op de apparatenlijst selecteren
om een Bluetooth-verbinding op te bouwen.Voorbeeld van een dialoog
Gebruiker: " Selecteer apparaat "
Stemoutput: " Zeg het nummer van
het apparaat dat uw wilt selecteren "
Gebruiker:
Stemoutput: " Wilt u apparaatnummer
Gebruiker: " Ja"
Stemoutput: " Wilt u het apparaat
koppelen? "
Gebruiker: " Ja"
Stemoutput: " Eén moment. Het
systeem zoekt het geselecteerde
apparaat "
Stemoutput: " Apparaatnummer
128TelefoonTelefoonAlgemene aanwijzingen.............128
Bluetooth-verbinding ..................129
Noodoproep ............................... 133
Bediening ................................... 134
Mobiele telefoons en
CB-zendapparatuur ..................137Algemene aanwijzingen
De telefoonportal biedt u de mogelijk‐ heid om via een microfoon en de luid‐
sprekers van de auto telefoonge‐
sprekken te voeren en met het info‐
tainmentsysteem van de auto de be‐
langrijkste functies van de mobiele te‐
lefoon te bedienen. Om de telefoon‐
portal te kunnen gebruiken, moet de
mobiele telefoon via Bluetooth aan‐
gesloten zijn.
Het telefoonportaal kan daarnaast
ook met het spraakherkenningsys‐
teem worden bediend.
Niet alle functies van de telefoonpor‐
tal worden door elke mobiele telefoon ondersteund. Welke telefoonfuncties
mogelijk zijn, hangt af van de desbe‐
treffende mobiele telefoon en van de
netwerkprovider. Verdere informatie
hierover vindt u in de bedienings‐
handleiding van uw mobiele telefoon.
U kunt hierover ook informatie vragen bij uw netwerkprovider.Belangrijke informatie voor de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Mobiele telefoons hebben invloed
op uw omgeving. Daarom zijn er
veiligheidsvoorschriften en richtlij‐
nen opgesteld. Alvorens gebruik
te maken van de telefoonfunctie
dient u op de hoogte te zijn van de desbetreffende richtlijnen.
9 Waarschuwing
Het gebruik van de telefoon in
handsfree-modus tijdens het rij‐
den kan gevaarlijk zijn doordat uw concentratie afneemt tijdens het
telefoneren. Parkeer uw auto
voordat u de telefoon in hands‐
free-modus gebruikt. Volg de be‐
palingen van het land waarin u
zich bevindt.
Volg de voorschriften die in som‐
mige gebieden gelden op en zet
uw mobiele telefoon uit als mobiel
Telefoon129telefoneren verboden is, als demobiele telefoon interferentie ver‐
oorzaakt of als er zich gevaarlijke
situaties kunnen voordoen.
Bluetooth
Het telefoonportal is gecertificeerddoor de Bluetooth Special InterestGroup (SIG).
Meer informatie over de specificatie
vindt u op internet op
http://www.bluetooth.com
De spraakherkenning gebruiken Gebruik de spraakherkenning niet in
noodsituaties, omdat uw stem onder
stress zodanig kan veranderen dat hij
mogelijk niet meer herkend wordt en
de gewenste verbinding daardoor
wellicht niet snel genoeg tot stand kan worden gebracht.
Bluetooth-verbinding
Bluetooth is een radiografische norm voor het draadloos verbinden van
bijv. een mobiele telefoon met andere apparatuur. Informatie zoals een te‐
lefoonboek, gesprekslijsten, de naam
van de netwerkoperator en de sterkte van de verbinding kan worden over‐
gedragen. Welke functies er beschik‐
baar zijn hangt af van het type tele‐
foon.
Om een Bluetooth-verbinding met de
telefoonportal tot stand te kunnen
brengen, moet de Bluetooth-functie
van de mobiele telefoon zijn inge‐
schakeld en moet de mobiele tele‐
foon in de stand "zichtbaar" worden
gezet. U vindt nadere informatie in de gebruiksaanwijzing van de mobiele
telefoon.
Bluetooth-menu
Druk op CONFIG .
Selecteer Telefooninstellingen en
vervolgens Bluetooth.Bluetooth inschakelen
Wanneer de Bluetooth-functie van de telefoonportal uitgeschakeld is:
Activering instellen op Aan en het
daaropvolgende bericht bevestigen.Apparatenlijst
Wordt een mobiele telefoon voor het
eerst via Bluetooth met de telefoon‐
portal verbonden, dan wordt de tele‐
foon in de apparatenlijst opgeslagen.
U kunt maximaal 5 mobiele telefoons
in de apparatenlijst opslaan.
130TelefoonMobiele telefoon voor het eerst
aansluiten
Er zijn twee opties voor het verbinden van een mobiele telefoon met de te‐
lefoonportal: door het als een hands‐
free-apparaat toe te voegen of door
het SIM Access Profile (SAP) te ge‐
bruiken.
Handsfree-modus
Wanneer de mobiele telefoon wordt
toegevoegd als een handsfree-appa‐ raat kan de gebruiker gesprekken
voeren en ontvangen en andere func‐ ties gebruiken via de telefoonportal.Het aantal beschikbare functies is af‐
hankelijk van de mobiele telefoon.
Terwijl deze met de telefoonportal is
verbonden, kan de mobiele telefoon
normaal worden bediend. Let op dat
de accu van de mobiele telefoon met
een hogere snelheid dan gebruikelijk kan ontladen als gevolg van de ac‐
tieve Bluetooth-verbinding in combi‐
natie met het normale gebruik van de mobiele telefoon.SAP-modus
Wanneer de SAP-optie wordt ge‐ bruikt, zijn er meer functies beschik‐
baar via de telefoonportal, zoals ver‐
schillende beveiligings - berichtver‐
zendingsopties. Het werkelijke aantal beschikbare functies is afhankelijk
van de netwerkprovider. Daarnaast
bevindt de mobiele telefoon zich in de
SAP-modus in de stand-bystand. Al‐
leen de Bluetooth-verbinding en de
simkaart zijn actief, wat resulteert in een lager energieverbruik van de
aangesloten mobiele telefoon.
Een mobiele telefoon als een
handsfree-apparaat aansluitenSelecteer Apparaat (handsfree)
toevoegen . De Bluetooth-code die in
de mobiele telefoon moet worden in‐
gevoerd, verschijnt.
De telefoonportal kan nu door andere
Bluetooth-apparaten worden gede‐
tecteerd.
Zodra de mobiele telefoon de tele‐
foonportal heeft gedetecteerd, kan de Bluetooth-code in de mobiele tele‐
foon worden ingevoerd.
Zodra de telefoonportal de mobiele
telefoon heeft herkend, kan het tot
stand komen van de verbinding wor‐
den bevestigd.
Telefoon131De mobiele telefoon wordt in de ap‐
paratenlijst opgenomen en kan via de
telefoonportal worden bediend.
De Bluetooth-code wijzigen
(alleen relevant voor handsfree-
modus)
De eerste keer dat een Bluetooth-
verbinding met de telefoonportal
wordt ingesteld, wordt een standaard‐
code weergegeven. Deze standaard‐ code kan op elk gewenst moment
worden gewijzigd. Om veiligheidsre‐
denen moet u voor het koppelen van
apparaten een viercijferige, willekeu‐
rig gekozen code gebruiken.Selecteer Bluetooth-code wijzigen .
Bewerk in het weergegeven menu de
huidige Bluetooth-code en bevestig
de veranderde code met OK.
Een mobiele telefoon via SIM Access Profile (SAP) verbinden
Selecteer Apparaat simtoegang
toevoegen .
De telefoonportal scant of er beschik‐
bare apparaten zijn en toont een lijst
met de gevonden apparaten.
Let op
De mobiele telefoon moet geacti‐ veerd zijn voor Bluetooth en op
zichtbaar ingesteld staan.Selecteer de gewenste mobiele tele‐
foon in de lijst. De prompt met de
SAP-wachtwoordcode wordt in het in‐ fotainmentdisplay getoond met een
16-cijferige code.
Voer de weergegeven SAP-
wachtwoordcode in de mobiele tele‐
foon in (zonder spaties). De pincode
van de mobiele telefoon wordt in het infotainmentdisplay getoond.
Wanneer de Pinbeveiliging -functie
actief is, moet de gebruiker de pin‐
code van de simkaart in de mobiele
telefoon invoeren.
134Telefoon9Waarschuwing
Denk eraan dat u met uw mobiele
telefoon kunt bellen en ontvangen indien u zich in een gebied bevindt
met een voldoende sterk signaal.
Onder bepaalde omstandigheden
kunnen nooddiensten niet op alle
mobiele telefoonnetwerken wor‐
den gebeld; mogelijkerwijs kun‐
nen deze oproepen niet gedaan
worden wanneer bepaalde net‐
werkdiensten en/of telefoonfunc‐
ties actief zijn. U kunt hierover uw lokale netwerkexploitant raadple‐
gen.
Het alarmnummer kan per land en regio variëren. Wij raden u aan het juiste alarmnummer voor de rele‐
vante regio van tevoren op te vra‐
gen.
Een noodoproep doen
Vorm het noodnummer (bijv. 112).
De telefoonverbinding met de alarm‐
centrale wordt tot stand gebracht.
Antwoord als het dienstdoende per‐
soneel u vragen stelt over het nood‐
geval.9 Waarschuwing
Beëindig het gesprek pas als de
alarmcentrale u daarom vraagt.
Bediening
Inleiding
Zodra er een Bluetooth-verbinding
tussen uw mobiele telefoon en het in‐
fotainmentsysteem tot stand is ge‐
bracht, kunt u tal van functies van uw mobiele telefoon ook via het infotain‐
mentsysteem bedienen.
U kunt via het infotainmentsysteem
bijv. een verbinding tot stand brengen
met de telefoonnummers die in uw
mobiele telefoon zijn opgeslagen of
telefoonnummers wijzigen.
Let op
In de handsfree-modus blijft bedie‐
ning van de mobiele telefoon moge‐ lijk, bv. een gesprek beantwoorden
of het volume regelen.
Na het tot stand brengen van een ver‐
binding tussen de mobiele telefoon
en het Infotainmentsysteem worden
de gegevens van de mobiele telefoon naar het Infotainmentsysteem ver‐
stuurd. Afhankelijk van het model te‐
lefoon kan dit enige tijd duren. Tijdens
deze periode is het bedienen van de
mobiele telefoon via het Infotainment‐ systeem slechts beperkt mogelijk.
Niet elke telefoon ondersteunt alle
functies van de telefoonportal. Zo‐
doende is het mogelijk dat de functi‐
onaliteit die bij deze specifieke tele‐
foons staat beschreven, afwijkt.
Volume van de handsfree-
installatie instellen
Draai aan m op het Infotainmentsys‐
teem of druk op w of ─ op het stuur‐
wiel.
140TrefwoordenlijstAAfspelen van een cd starten .......116
Algemene aanwijzingen....... 88, 115, 119, 120, 128
Algemene informatie................... 122
Antidiefstalfunctie ........................89
Autostore-lijsten .......................... 106
B BACK-toets ................................... 97
Basisbediening ............................. 97
Bediening.................................... 134
Bluetooth .................................... 128
Bluetooth-verbinding ..................129
C CD-speler activeren.................................. 116
belangrijke informatie ..............115
gebruik .................................... 116
CD-speler activeren ....................116
CD-speler gebruiken................... 116
D DAB ............................................ 112
DAB configureren .......................112
De AUX-ingang gebruiken ..........119
De radio gebruiken .....................105
De radio inschakelen ..................105
De USB-poort gebruiken ............120
Digital Audio Broadcasting .........112E
Enhanced Other Networks .........110
EON ............................................ 110
F Favorietenlijst ............................. 107
Frequentiebereikmenu's .............107
Frequentiebereik selecteren .......105
G Gebruik ................. 96, 105, 116, 119
Geluidsinstellingen .....................101
H Handsfree-modus .......................129
Het infotainmentsysteem gebruiken .................................. 96
Het Infotainmentsysteem in- of uitschakelen .............................. 96
I
Infotainmentsysteem automatische aanpassing van
het volume............................... 103
maximaal opstartvolume .........103
tooninstellingen .......................101
volume voor verkeersberichten 103
volume: instellingen ................103
141MMenubediening ............................. 97
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur .................137
Multifunctionele knop ....................97
Mute.............................................. 96
N Noodoproep ................................ 133
O Opgeslagen audiobestanden afspelen................................... 120
Overzicht bedieningselementen ...90
R Radio Radio Data System (RDS) ......110
activeren.................................. 105
autostorelijsten ........................ 106
Digital audio broadcasting
(DAB) ...................................... 112
favorietenlijst ........................... 107
frequentiebereik selecteren .....105
frequentiebereikmenu's ...........107
gebruik .................................... 105
zender zoeken ........................ 105
zenderlijsten ............................ 107
Radio activeren........................... 105
Radio Data System (RDS) ......... 110
RDS ............................................ 110RDS configureren.......................110
Regionalisatie ............................. 110
S SAP-modus ................................ 129
SIM Access Profile (SAP) ...........129
Spraakherkenning ..............122, 123
activeren.................................. 123
gebruik .................................... 123
telefoonregeling ......................123
volume voor stemoutput ..........123
Spraakherkenning activeren .......123
Stemherkenning ......................... 122
T
Telefoon bedieningselementen ..............128
belangrijke informatie ..............128
belsignalen instellen ................129
berichtfuncties ......................... 134
Bluetooth ................................. 128
Bluetooth-verbinding ...............129
een telefoonnummer vormen ..134
functies tijdens een gesprek ...134
gesprekkenlijsten ....................134
handsfree-modus ....................129
het volume instellen ................134
noodoproepen ......................... 133
SIM Access Profile (SAP) .......129
telefoonbatterij opladen ...........128
telefoonboek ........................... 134Telefoonbatterij opladen .............128
Telefoonregeling .........................123
V Verkeersberichten ......................103
Volume instellen ........................... 96
Volume-instellingen ....................103
Volume voor stemuitvoer ............123
Voor snelheid gecompenseerd volume....................................... 96
Z
Zenderlijsten bijwerken ...............107
Zenders ophalen ................106, 107
Zenders opslaan .................106, 107
Zender zoeken............................ 105