Service en onderhoud243Service en
onderhoudAlgemene informatie ..................243
Service-informatie ...................243
Aanbevolen vloeistoffen, smeer‐ middelen en onderdelen ............244
Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen .......................244Algemene informatie
Service-informatie
Het is voor de bedrijfs- en verkeers‐ veiligheid en voor het behoud van de
waarde van uw auto belangrijk dat
alle servicewerkzaamheden met de
voorgeschreven intervallen worden
uitgevoerd.
Het uitgebreide bijgewerkte service‐
schema voor uw auto is beschikbaar in de werkplaats.
Servicedisplay 3 87.
Europese service-intervallen
Aan de auto moet om de 30.000 km
onderhoud gepleegd worden, of na
één jaar, wat het eerst voorkomt, ten‐ zij anders vermeld op het service-dis‐
play.
Bij een zwaardere belasting, bijv. bij
taxi's en politievoertuigen, geldt wel‐
licht een korter onderhoudsinterval.
De Europese service-intervallen gel‐
den voor de volgende landen:Andorra, België, Bosnië-Herzego‐
vina, Bulgarije, Cyprus, Denemarken,
Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Groenland, Groot-Brit‐
tannië, Hongarije, Ierland, IJsland,
Italië, Kroatië, Letland, Liechtenstein,
Litouwen, Luxemburg, Macedonië,
Malta, Monaco, Montenegro, Neder‐
land, Noorwegen, Oostenrijk, Polen,
Portugal, Roemenië, San Marino,
Servië, Slovenië, Slowakije, Spanje,
Tsjechische Republiek, Zweden,
Zwitserland.
Servicedisplay 3 87.
Internationale service-intervallen Aan de auto moet om de 15.000 km
onderhoud gepleegd worden, of na
één jaar, wat het eerst voorkomt, ten‐ zij anders vermeld op het service-dis‐
play.
De internationale service-intervallen
gelden voor de landen die niet tot de
groep behoren waarvoor de Euro‐
pese service-intervallen werden op‐
gesteld.
Servicedisplay 3 87.
244Service en onderhoudRegistraties
Uitgevoerde service wordt geregi‐ streerd op de daarvoor bestemde
plaatsen in het Serviceboekje. De da‐
tum en afgelezen kilometerstand wor‐ den bevestigd met stempel en hand‐
tekening van de uitvoerende werk‐
plaats.
Zorg ervoor dat het Serviceboekje
correct wordt ingevuld, omdat een
sluitend bewijs van service essentieel is bij aanspraken op garantie of good‐
will en tevens een pluspunt is bij ver‐
koop van de auto.
Service-interval met resterende
levensduur van motorolie
De service-interval is gebaseerd op
diverse parameters afhankelijk van
het gebruik.
Het service-display meldt wanneer de motorolie moet worden ververst.
Servicedisplay 3 87.Aanbevolen
vloeistoffen,
smeermiddelen en
onderdelen
Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen
Gebruik uitsluitend producten die aan de aanbevolen specificaties voldoen.9 Waarschuwing
Bedrijfsvloeistoffen zijn gevaarlijk
en mogelijk giftig. Voorzichtig han‐ teren. Informatie op de verpakking in acht nemen.
Motorolie
Motorolie wordt ingedeeld op basis
van de kwaliteit en de viscositeit. Bij
de keuze van motorolie is kwaliteit be‐
langrijker dan viscositeit. Door de
oliekwaliteit blijft o.a. de motor
schoon, is de slijtage minimaal en
veroudert de olie minder snel. De vis‐
cositeit geeft informatie over de dikte
van de olie bij diverse temperaturen.
Dexos is de nieuwste kwaliteit motor‐ olie, en biedt optimale bescherming
voor benzine- en dieselmotoren. In‐ dien deze niet voorhanden is moetmotorolie van een andere gerenom‐
meerde kwaliteit worden gebruikt.
Aanbevelingen voor benzinemotoren
zijn ook geldig voor motoren met de
brandstoffen Compressed Natural
Gas (CNG), Liquified Petroleum Gas
(LPG) en Ethanol (E85).
Selecteer de juiste motorolie op basis
van de kwaliteit en de minimale om‐ gevingstemperatuur 3 248.
Motorolie bijvullen
Motoroliesoorten van verschillende
fabrikanten en merken kunnen wor‐
den gemengd zolang ze voldoen aan de vereiste motoroliecriteria kwaliteit
en viscositeit.
Het gebruik van motorolie met alleen
de kwaliteit ACEA A1/B1 of alleen A5/
B5 is verboden, omdat deze onder
bepaalde omstandigheden langdu‐
rige motorschade kan veroorzaken.
Selecteer de juiste motorolie op basis
van de kwaliteit en de minimale om‐
gevingstemperatuur 3 248.
Service en onderhoud245Extra motorolieadditieven
Het gebruik van extra motorolieaddi‐
tieven kan schade tot gevolg hebben
en de garantie ongeldig maken.
Motorolieviscositeitsindexen
De SAE-viscositeitswaarde geeft in‐
formatie over de dikte van de olie.
Multigrade-olie wordt geklasseerd
door twee cijfers, bijv. SAE 5W-30.
Het eerste cijfer, gevolgd door een W,
geeft de viscositeit bij lage tempera‐
turen, het tweede cijfer de viscositeit
bij hoge temperaturen aan.
Selecteer de juiste viscositeitswaarde
op basis van de minimale omgevings‐ temperatuur 3 248.
Alle aanbevolen viscositeitswaarden
zijn geschikt voor hoge omgevings‐
temperaturen.
Koelvloeistof en antivries
Alleen silicaatvrije antivries voor long‐ life-koelvloeistof (LLC) gebruiken. De hulp van een werkplaats inroepen.
Het systeem is af fabriek afgevuld
met koelvloeistof voor optimale cor‐
rosiebescherming en vorstbescher‐
ming tot een temperatuur van ca.-28 °C. In noordelijke landen met ex‐
treem lage temperaturen biedt de af
fabriek bijgevulde koelvloeistof vor‐
stbescherming tot ca. -37 °C. Deze
concentratie dient het gehele jaar in
stand te worden gehouden. Extra
koelvloeistofadditieven die bedoeld zijn om extra corrosiebestendigheid
te bieden of om kleine lekken te dich‐ ten kunnen functiestoringen veroor‐
zaken. Aansprakelijkheid voor even‐
tuele gevolgen van het gebruik van
extra koelvloeistofadditieven wordt
niet aanvaard.
Rem- en koppelingsvloeistof Remvloeistof absorbeert na verloop
van tijd vocht waardoor de remmen
minder efficiënt werken. De remvloei‐ stof moet daarom na het aangegeven
interval worden ververst.
248Technische gegevensAutogegevensAanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen
Europees serviceschema Vereiste motoroliekwaliteitAlle Europese landen met Europees onderhoudsinterval 3 243MotoroliekwaliteitBenzinemotoren
(met inbegrip van CNG, LPG, E85)Dieselmotorendexos 1––dexos 2✔✔
Wanneer er geen dexos-kwaliteit beschikbaar is, kunt u één keer tussen de verversingsbeurten door max. 1 liter motorolie
van de kwaliteit ACEA C3 gebruiken.
Motorolieviscositeitsindexen
Alle Europese landen met Europees onderhoudsinterval 3 243OmgevingstemperatuurBenzine- en dieselmotorentot –25 °CSAE 5W-30 of SAE 5W-40onder –25 °CSAE 0W-30 of SAE 0W-40
Technische gegevens249Internationaal serviceschema
Vereiste motoroliekwaliteitAlle landen met internationaal onderhoudsinterval 3 243MotoroliekwaliteitBenzinemotoren
(met inbegrip van CNG, LPG, E85)Dieselmotorendexos 1 (indien verkrijgbaar)✔–dexos 2✔✔
Wanneer er geen dexos-kwaliteit beschikbaar is, kunt u de onderstaande oliekwaliteiten gebruiken:
Alle landen met internationaal onderhoudsinterval 3 243MotoroliekwaliteitBenzinemotoren
(met inbegrip van CNG, LPG, E85)DieselmotorenGM-LL-A-025✔–GM-LL-B-025–✔Alle landen met internationaal onderhoudsinterval 3 243MotoroliekwaliteitBenzinemotoren
(met inbegrip van CNG, LPG, E85)DieselmotorenACEA A3/B3✔–ACEA A3/B4✔✔ACEA C3✔✔
266Klantinformatie●Reacties van de auto in bepaalde
rijsituaties (bijv. afgaan van air‐
bag, activering van stabiliteitsre‐
geling).
● Omgevingsomstandigheden (bijv. temperatuur).
Deze gegevens zijn uitsluitend tech‐
nisch en helpen fouten identificeren
en corrigeren alsook de functies van
de auto optimaliseren.
Bewegingsprofielen die afgelegde
routes aangeven, kunnen niet met
deze gegevens worden gemaakt.
Als diensten worden gebruikt ( bijv. re‐
paraties, serviceprocessen, garantie‐
gevallen, kwaliteitsborging) kunnen
medewerkers van het servicenetwerk (met inbegrip van de fabrikant) deze
technische informatie lezen in de ge‐
beurtenis- en foutgegevensopslag‐
modules waarbij speciale diagnosti‐
sche apparaten worden gebruikt. Zo
nodig ontvangt u verdere informatie bij deze werkplaatsen. Nadat een fout gecorrigeerd is, worden de gegevens uit de foutopslagmodule verwijderd of
worden ze constant overschreven.Bij gebruik van de auto kunnen zich situaties voordoen waarin deze tech‐
nische gegevens die samenhangen
met andere informatie (rapport over
aanrijding, schade aan de auto, ver‐
klaring van getuigen enz.) in verband kunnen worden gebracht met een
specifieke persoon - mogelijk met de
hulp van een expert.
Extra functies die contractueel zijn
overeengekomen met de klant (bijv.
locatie van auto in noodgevallen) ma‐
ken de overdracht van bepaalde au‐
togegevens uit de auto mogelijk.Radiofrequentie-
identificatie (RFID)
RFID-technologie wordt in sommige
voertuigen gebruikt voor functies
zoals de controle van de banden‐
spanning en beveiliging van het ont‐
stekingssysteem. Het wordt ook sa‐
men gebruikt met apparaten zoals ra‐
diogestuurde afstandsbedieningen
voor het vergrendelen/ontgrendelen
van de deuren en starten en zenders
in de auto voor het openen van gara‐ gedeuren. RFID-technologie in Opel-
voertuigen gebruikt geen persoonlijke informatie, houdt ze niet bij of koppelt
deze niet aan andere Opel-systemen
die persoonlijke informatie bevatten.
271Partikelfilter................................. 144
Pedaal intrappen .......................... 93
Persoonlijke instellingen ............108
Pollenfilter .................................. 136
Portieren ....................................... 25
Portier open ................................. 97
Prestaties ................................... 253
Profieldiepte ............................... 224
R
Radiofrequentie-identificatie (RFID) ..................................... 266
Regelbare instrumentenverlich‐ ting ......................................... 123
Registratie van voertuigdata en privacy ..................................... 265
Remassistentie .......................... 155
Rem- en koppelingssysteem .......93
Rem- en koppelingsvloeistof ......244
Remmen ............................ 153, 200
Remvloeistof .............................. 200
Reparatie ongevalschade ...........263
Reservewiel ............................... 233
Richtingaanwijzer ........................90
Richtingaanwijzers ..................... 121
Richtingaanwijzers vooraan ......207
Roetfilter ............................... 94, 144
Rugleuning neerklappen .............38
Ruiten ........................................... 30
Rijgedrag en aanhangertips ......189Rijregelsystemen ........................155
Rijverlichting .......................... 12, 96
S Schakelen ..................................... 93
Service ....................................... 136
Service-display ............................ 87
Service-indicatie .......................... 92
Service-informatie ...................... 243
Sjorogen ...................................... 72
Sleutel, opgeslagen instellingen ...22
Sleutels ........................................ 20
Sleutels, sloten ............................. 20
Sneeuwkettingen .......................225
Snelheidsbegrenzer .............96, 160
Snelheidsmeter ............................ 84
Spiegelverstelling ..........................8
Sproeiervloeistof ........................200
Stadsmodus................................ 157
Startbeveiliging ......................28, 96
Starten en bedienen ...................138
Starthulp gebruiken ...................235
Stoelpositie .................................. 36
Stoelverstelling ........................7, 37
Stoelverwarming ........................... 40
Stop/Start-systeem .....................140
Storing ............................... 148, 153
Storingsindicatielamp ..................92
Stroomonderbreking ..................148
Stuurbedieningsknoppen .............77Stuurbekrachtiging........................ 93
Stuurwiel instellen .......................... 9
Stuurwielverstelling ...................... 77
Symbolen ....................................... 4
T
Tanken ....................................... 184
Te laag brandstofpeil ...................95
Toerenteller ................................. 85
Top-Tether-bevestigingsogen ......55
Traction Control .........................155
Traction Control-systeem UIT....... 94 Trekhaak .................................... 190
Trekken............................... 189, 237
Trekstang.................................... 189
Typeplaatje ................................ 247
U Uitlaatgassen ............................. 144
Uitrol-brandstofafsluiter .............140
Uitstapverlichting .......................125
Ultrasoonparkeerhulp ..................94
Uw autogegevens ..........................3
V Van banden- en velgmaat veranderen ............................. 224
Vaste luchtroosters ....................135
Veiligheidsgordel ...........................8
Veiligheidsgordels .......................40
Velgen en banden .....................217