
Radio25De voorheen geselecteerde zender in
dat frequentiebereik wordt ontvan‐
gen.
Bedieningsorganen - radio met
cd / mp3-speler:
De belangrijkste toetsen voor het be‐
dienen van de radio zijn:
● m /  ON/OFF : in/uitschakelen
● FM: optie frequentiebereik FM /
zender automatisch opslaan (Au‐ tostore)
● AM: optie frequentiebereik AM
● MUTE : volume activeren / deac‐
tiveren (mute/pauze)
● AUDIO : activeringsinstellingen
audiomenu (bass, treble, ba‐
lance, fader, loudness, audiover‐
traging, equalizer)
● MENU : AF schakelen, verkeers‐
informatie, regionale modus,
snelheidsafhankelijk volume, ra‐
dio-uitschakelmodus, systeem
terugzetten
● _ /  6: modus automatisch radio‐
zender zoeken● R / S : modus handmatig radio‐
zender zoeken (frequentie, naam van zender, nummer opgeslagenzender)
● Zendertoetsen   1...6: voorgepro‐
grammeerde zendertoetsen
Radio activeren
Druk op de toets  ON/OFF en vervol‐
gens op de toets  AM of FM  om de au‐
diobron op radio te zetten.
De voorheen geselecteerde zender
wordt nu ontvangen.
Frequentiebereik selecteren Druk meerdere malen op de toets
AM  of FM  om het gewenste frequen‐
tiebereik te selecteren.
De volgende geselecteerde golfberei‐
ken verschijnen op het display:
● AM: toont  AM1 of AM2
● FM: toont   FM1, FM2  of FMA
De voorheen geselecteerde zender in dat frequentiebereik wordt ontvan‐
gen.Zender zoeken
Automatisch zender zoeken
Radio met cd-speler:
Druk even op de de toets  _ of  6 om
naar de volgende te ontvangen zen‐
der in het huidige frequentiebereik te
zoeken.
Als geen zender wordt gevonden,
gaat het automatisch zoeken door tot
_  of  6 nogmaals wordt ingedrukt.
Radio met cd / mp3-speler:
Druk even op de de toets  _ of  6 om
naar de volgende te ontvangen zen‐
der in het huidige frequentiebereik te
zoeken.
Houd de toets  _ of  6 ingedrukt om
naar de gewenste frequentie te zoe‐
ken. Na het loslaten van de toets zoekt het systeem automatisch naar
de volgende te ontvangen zender en
deze wordt automatisch afgespeeld. 

26RadioHandmatig zender zoeken
Radio met cd-speler:
Druk op het Infotainmentsysteem op
de toets  _ of  6:
● Meerdere malen kort indrukken :
handmatige zoekfunctie naar vol‐
gende te ontvangen zender star‐
ten
● Ingedrukt houden : snelzoeken in
de gewenste richting starten
● Loslaten : het afstemmen stopt en
op het display van het Infotain‐
mentsysteem verschijnt de fre‐
quentie van de huidige zenderRadio met cd / mp3-speler:
Druk op het Infotainmentsysteem op
de toetsen  R of  S:
● Meerdere malen kort indrukken :
handmatige zoekfunctie naar vol‐ gende te ontvangen zender star‐
ten
● Ingedrukt houden : snelzoeken in
de gewenste richting starten
● Loslaten : het afstemmen stopt en
op het display van het Infotain‐
mentsysteem verschijnt de fre‐
quentie van de huidige zender
Autostore-lijsten
Autostore-functie
Radio met cd-speler:
Het  FM-golfbereik is onderverdeeld in
secties:  FM1, FM2  en FMT , het ont‐
vangstbereik  FMT is voorbehouden
voor zenders die automatisch met de
functie  Autostore  worden opgesla‐
gen.
Deze functie wordt gebruikt voor het
instellen en oproepen van radiozen‐
ders die u eerder in het  FMT frequen‐
tiebereik hebt opgeslagen.Activeer de functie  Autostore door de
toets  BAND  op het Infotainmentsys‐
teem ingedrukt te houden totdat u het
akoestische bevestigingssignaal
hoort. De radio slaat de 6 zenders met
het krachtigste signaal in aflopende
volgorde van intensiteit op in het
FMT  frequentiebereik.
Tijdens het automatisch opslaan ver‐
schijnt  FM Astore  knipperend op het
display.
Bij het activeren van de functie
Autostore  worden de eerder in het
FMT  frequentiebereik opgeslagen
zenders geannuleerd.
Let op
Afhankelijk van de signaalsterkte
worden er wellicht minder dan
6 zenders opgeslagen.
Ga als volgt te werk om een speci‐
fieke zender op te slaan: selecteer het golfbereik ( AM, FM1 , FM2 ) en de zen‐
der en druk op de gewenste toets
1...6 op het Infotainmentsysteem, to‐
dat er een geluidssignaal klinkt, ter
bevestiging dat de zender op de be‐
treffende toets is opgeslagen. 

Radio27Per golfbereik kunt u maximaal
6 zenders opslaan.
Om een zender op te roepen, selec‐
teert u het bereik en drukt u even op de gewenste zendertoets 1...6.
Radio met cd / mp3-speler:
Het  FM-golfbereik is onderverdeeld in
secties:  FM1, FM2  en FMA , het ont‐
vangstbereik  FMA is voorbehouden
voor zenders die automatisch met de
functie  Autostore  worden opgesla‐
gen.
Deze functie wordt gebruikt voor het
oproepen van radiozenders die u eer‐ der in het  FMA frequentiebereik hebt
opgeslagen.
Activeer de functie  Autostore door de
toets  FM op het Infotainmentsysteem
ingedrukt te houden totdat u het
akoestische bevestigingssignaal
hoort. Bij deze functie slaat de radio
automatisch de 6 zenders met het
krachtigste signaal in aflopende volg‐ orde op in het  FMA frequentiebereik.
Tijdens het automatisch opslaan ver‐
schijnt  Autostore  knipperend op het
display.Bij het activeren van de functie
Autostore  worden de eerder in het
FMA  frequentiebereik opgeslagen
zenders geannuleerd.
Handmatige zenderopslag
Ga als volgt te werk om een speci‐
fieke zender op te slaan: selecteer het
golfbereik ( AM of FM ) en de zender
en druk op de gewenste toets  1...6 op
het Infotainmentsysteem, todat er
een geluidssignaal klinkt, ter bevesti‐
ging dat de zender op de betreffende toets is opgeslagen.
Per golfbereik kunt u maximaal
6 zenders specifiek opslaan.
Zender oproepen
Selecteer het frequentiebereik ( AM of
FM ) en druk dan even op de gewen‐
ste zendertoets 1...6 om een opge‐
slagen zender op te roepen.
Radio Data System (RDS)
Voordelen van RDS
RDS  is een FM-zender die u de ge‐
wenste zender helpt vinden en sto‐ ringsvrije ontvangst ervan verzekert.Het  RDS  codeert digitale informatie
die wordt meegezonden bij de FM-ra‐
dioprogramma's, met informatie als
naam van de zender, verkeersinfor‐
matie en radiotekst.
Bij geactiveerd  RDS:
● verschijnt de programmanaam van de gekozen zender op het
display in plaats van de frequen‐
tie ervan
● stemt het Infotainmentsysteem tijdens het automatisch zoekennaar een zender uitsluitend af op RDS -zenders
● stelt het infotainmentsysteem met behulp van een  alternatieve
frequentie  (AF ) altijd automatisch
af op de zendfrequentie met de
beste ontvangst van de gekozen
zender.
RDS-functies
Het  RDS  bevat de volgende informa‐
tievelden:
● AF: alternatieve frequenties
● TA: verkeersberichten
● TP: verkeersinformatie 

28Radio●REG : regionale programma's
● EON : Enhanced Other Network
Ook is het  RDS uitgevoerd met een
functie voor  ontvangst van
noodalarm . Deze functie wordt auto‐
matisch geactiveerd en kan niet wor‐
den gedeactiveerd.
In- en uitschakelen van RDS
Radio met cd-speler:
Gebruik de volgende toetsen op het
Infotainmentsysteem om de functie
RDS  te activeren:
1. MENU : meerdere malen indruk‐
ken totdat  AF op het display ver‐
schijnt
2. _ /  6: indrukken voor het selecte‐
ren van de optie  AF AAN  of AF
UIT
Bij het activeren van  RDS verschijnt
AF  op het display.Radio met cd / mp3-speler:
Gebruik de volgende toetsen op het
Infotainmentsysteem om de functie RDS  te activeren:
1. MENU : indrukken
2. R / S : indrukken totdat  AF
schakelen  op het display ver‐
schijnt
3. _ /  6: indrukken voor het selecte‐
ren van de optie  AF
schakelenAAN  of AF
schakelenUIT
Bij het activeren van  RDS verschijnt
AF  op het display.
Modus Alternatieve frequentie
(AF)
Na het activeren van de functie  AF
stemt de radio automatisch af op de zender met het krachtigste signaal
die hetzelfde programma uitzendt.
Onderweg kunt u bij het reizen door
verschillende gebieden dezelfde zen‐
der beluisteren zonder dat u de fre‐
quentie hoeft aan te passen.
Als de functie  AF schakelen geacti‐
veerd is en de radio de afgestemde
zender niet kan ontvangen, activeertde radio een automatische zoekfunc‐
tie. Hierbij verschijnt  FM zoeken op
het display.
De functie  AF schakelen  werkt alleen
op het golfbereik FM.
Modus Verkeersberichten (TA)
Bepaalde zenders op het golfbereik
FM kunnen verkeersinformatie mee‐
zenden.
Gebruik de volgende toetsen op het
Infotainmentsysteem om de functie
TA  op het  radio met cd-speler  audio‐
systeem te activeren:
1. MENU : meerdere malen indruk‐
ken totdat  AF op het display ver‐
schijnt
2. _ /  6: indrukken voor het selecte‐
ren van de optie  TA AAN  of TA
UIT
Bij het activeren van  RDS ver‐
schijnt  TA op het display.
Gebruik de volgende toetsen op het Infotainmentsysteem om de functie
TA  op het  radio met cd / mp3-speler
audiosysteem te activeren: 

Radio291.MENU : indrukken
2. R / S : indrukken totdat
Verkeersinformatie  op het display
verschijnt
3. _ /  6: indrukken voor het selecte‐
ren van de optie
Verkeersinformatie  AAN  of
Verkeersinformatie  UIT
Bij het activeren van  RDS ver‐
schijnt  TA op het display.
Na het activeren van de functie  TA
kunt u:
● alleen zoeken naar  RDS-zenders
op het golfbereik FM die ver‐
keersinformatie meezenden
● verkeersinformatie ontvangen tij‐
dens het gebruik van de cd-/me‐
diaspeler
● verkeersinformatie ontvangen op
een voorgeprogrammeerd mini‐mumvolume, zelfs bij uitgescha‐
keld radiovolume
Na het activeren van de functie  TA en
bij de cd-/mediaspeler in de modus
mute/pauze wordt de functiemute/pauze genegeerd en begint het
automatisch afstemmen op een zen‐
der die verkeersberichten meezendt.
Na afloop van de verkeersberichten
werkt de functie mute/oauze weer.
Bij een verkeersbericht kan het vo‐
lume hoger dan normaal zijn. Na af‐
loop van de verkeersberichten is het
volume weer normaal.
Modus Verkeersinformatie (TP)
Met de functie  TP kan de gebruiker
zoeken op zenders die alleen regel‐
matig verkeersberichten uitzenden  1)
.
Na het activeren van deze functie ver‐
schijnt  TP op het display.
In sommige landen zijn er radiozen‐
ders die zelfs na het activeren van de functie  TP geen verkeersinformatie
uitzenden.
Modus Regionaal (REG)
Soms zenden  RDS-zenders op ver‐
schillende frequenties programma's
uit die regionaal van elkaar verschil‐
len.Gebruik de volgende toetsen op het
Infotainmentsysteem om de functie
REG  op het  radio met cd-speler  au‐
diosysteem te activeren:
1. MENU : meerdere malen indruk‐
ken totdat  REG op het display ver‐
schijnt
2. _ /  6: indrukken voor het selecte‐
ren van de optie  REG AAN  of
REG  UIT
Gebruik de volgende toetsen op het Infotainmentsysteem om de functie
Regionaal  op het radio met cd / mp3-
speler  audiosysteem te activeren:
1. MENU : indrukken
2. R / S : indrukken totdat
Regionaal  op het display ver‐
schijnt
3. _ /  6: indrukken voor het selecte‐
ren van de optie  Regionaal AAN
of  Regionaal  UIT
Als de  REG-modus geactiveerd is,
zoekt het systeem alleen naar fre‐
quenties van de momenteel ontvan‐
gen  RDS -zender met hetzelfde regio‐
nale programma.1) Alleen  radio met cd / mp3-speler . 

32Cd-speler● Zorg dat er bij het wisselen vancd's geen vingerafdrukken op de
cd's komen.
● Berg cd's onmiddellijk veilig op na het uitnemen uit de cd-speler
om ze tegen vuil en beschadiging
te beschermen.
● Vuil en vloeistof op de cd's kun‐ nen de lens van de audiospeler
binnen in het apparaat vies ma‐
ken en storingen veroorzaken.
● Bescherm cd's tegen warmte en direct zonlicht.
De volgende beperkingen gelden
voor mp3 cd's (alleen  radio met cd /
mp3-speler ):
● Alleen mp3-bestanden kunnen worden gelezen. Andere gecom‐primeerde audiobestandsindelin‐
gen kunnen niet worden afge‐
speeld.
● Als de mp3-bestanden op een cd-r of cd-rw in submappen zijn
gestructureerd, is de structuur
gecomprimeerd tot een enkel‐
laagsstructuur waarin submap‐
pen op het niveau van de hoofd‐
mappen staan.Gebruik
Cd afspelen starten Radio met cd-speler:
Schakel het infotainmentsysteem in
en duw de cd met de bedrukte zijde naar boven in de cd-sleuf totdat deze
erin getrokken is: het afspelen van de cd start automatisch.
Als er al een cd in de module zit, drukt
u op de toets  SRC: cd-weergave
wordt gestart en de cd-track gaat ver‐ der op hetzelfde punt waar deze was
gestopt.
Als u op de toets  SRC drukt zonder
dat er een cd aanwezig is, verschijnt
Geen cd  op het display. Als dit bericht
verschijnt, wordt de geluidsonder‐
drukkingsfunctie automatisch geacti‐ veerd. Het geluidssysteem gaat dan
automatisch weer verder naar de ra‐
diomodus.
Naar de volgende of vorige track
gaan
Druk de toets  _ of  6 één of meerdere
malen kort in.Snel vooruit of achteruit
Houd de toets  _ of  6 ingedrukt voor
snel vooruit of achteruit spoelen van de huidige audiotrack.
Pauze
Onderbreek de cd-weergave door kort op de draaiknop  ON/OFF te druk‐
ken. Op het display verschijnt  Pauze.
Let op
Als de huidige audiobron op mute /
pauze staat, kunt u de aidobron niet
wijzigen.
Druk op de  ON/OFF draaiknop om te
deactiveren.
U kunt de pauzefunctie ook deactive‐ ren door de audiobron te wijzigen.
CD-display
Bij het afspelen van een cd verschijnt
de volgende informatie op het dis‐
play:
● T1 (track 01): toont het nummer
van de track op de cd
● 0:42 : toont de tijd die is verstre‐
ken sinds het starten van de track 

Cd-speler33Een cd verwijderen
Druk op de  d-toets: De cd wordt uit
de cd-sleuf geworpen.
Als de cd na het uitwerpen niet wordt
verwijderd, wordt deze na korte tijd
automatisch weer naar binnen ge‐
trokken. Het geluidssysteem gaat dan automatisch weer verder naar de ra‐
diomodus.
Radio met cd / mp3-speler:
Schakel het Infotainmentsysteem in
en duw de cd met de bedrukte zijde
naar boven in de cd-sleuf totdat deze
erin getrokken is.
Tijdens het laden van de cd verschijnt
Cd lezen  op het display. Na het lezen
van de informatie op de cd start de cd-
weergave automatisch.
Als er al een cd in het Infotainment‐
systeem zit, drukt u op de toets
MEDIA  op het Infotainmentsysteem
of de knop  SRC/OK op het stuurwiel:
de cd-weergave gaat verder op het‐
zelfde punt waar deze was gestopt.Let op
Afhankelijk van de op de audio- of
mp3-cd opgeslagen gegevens wordt verschillende informatie over de cd
en de actuele muziektrack op het
display weergegeven.
Naar de volgende of vorige track
gaan
Druk de toets  k of  l één of meer‐
dere malen kort in.
Een album of een track selecteren -
mp3 cd
Druk op de toets  R of  S om albums/
mappen enz. te selecteren.
Druk op de toets  k of  l om een
nummer van de albums/mappen enz. te selecteren.
Snel vooruit of achteruit
Houd de toets  k of  l ingedrukt voor
snel vooruit of achteruit spoelen van de huidige audiotrack.
Mute / pauze
Onderbreek de cd-weergave door kort op de toets  MUTE te drukken. Op
het display verschijnt  Pauze.Druk opnieuw op de toets  MUTE om
te deactiveren.
CD-display
Bij het afspelen van een cd verschijnt de volgende informatie op het display als de betreffende menufunctie is ge‐
selecteerd:
● CD Track 5  (track 05): toont het
nummer van de track op de cd
● 0:42 : toont de tijd die is verstre‐
ken sinds het starten van de track
Mp3-cd-tekstinformatie (ID3-tag)
De mp3 ( ID3-TAG)-informatie ( bijv. ti‐
tel van nummer, naam van artiest,
naam van album enz.) op de cd kan
op het display worden getoond. Bij
het ontbreken van ID3-TAG-informa‐
tie verschijnt alleen de bestandsnaam
op het display. 

34Cd-spelerGa als volgt te werk om de ID3-TAG-
informatie met de toetsen op het In‐
fotainmentsysteem te tonen:
1. MENU : indrukken
2. R / S : indrukken totdat  Mp3
display  op het display verschijnt
3. _ /  6: indrukken voor het selecte‐
ren van één van de 5 volgende
opties:
● Mappen
● Bestandsnaam
● Titel
● Schrijver
● Album
Een cd verwijderen
Druk op de  d-toets: De cd wordt uit
de cd-sleuf geworpen.
Als de cd na het uitwerpen niet wordt verwijderd, wordt deze na korte tijd
automatisch weer naar binnen ge‐
trokken.