234Verzorging van de autoDe koppelingsprocedure voor de ban‐denspanningssensoren is als volgt:
1. Trek de handrem aan.
2. Schakel het contact in.
3. Op auto's met automatische ver‐ snellingsbak: zet de keuzehendelin P.
Bij auto's met handgeschakelde
versnellingsbak: selecteer Neu‐
traalstand.
4. Midlevel-display: Gebruik MENU op de richtingaan‐
wijzerhendel om Informatie- menu
voertuig ? op het Driver Infor‐
mation Center te selecteren.
Uplevel-display:
Druk op p op het stuurwiel om de
hoofdmenupagina te openen.
Selecteer de pagina Info met Q of
P .
Bevestig met 9.
5. Selecteer het bandenspannin‐ genmenu.
Midlevel-display:
Uplevel-display:
6. Midlevel-display: Druk op SET/CLR om het koppe‐
len van de sensoren te starten. Er
moet een bericht met een vraag
om acceptatie van het proces ver‐ schijnen.
Druk nogmaals op SET/CLR om
de selectie te bevestigen. De cla‐
xon piept twee keer om aan te ge‐
ven dat de ontvanger in de inleer‐ modus staat.
Uplevel-display:
Druk op 9 om het koppelen van
de sensoren te starten. De claxon
piept twee keer om aan te geven dat de ontvanger in de inleermo‐
dus staat.
7. Begin met de voorwiel aan de lin‐ kerzijde.
8. Zet de inleertool bij het ventiel te‐ gen de wang van de band. Druk
daarna op de toets om de ban‐
denspanningssensor te activeren. De claxon piept ter bevestiging
dat de sensoridentificatiecode
aan de positie van dit wiel is ge‐
koppeld.
9. Ga verder met het voorwiel rechts
en herhaal de procedure zoals be‐
schreven in stap 8.
250Verzorging van de autoVentilatieklep
Reinig het afschermsysteem in de
voorbumper om een goede werking
te behouden.
Verzorging interieur
Interieur en bekleding
Interieur van de auto inclusief instru‐
mentenpaneel en bekleding alleen
met een droge doek of interieurreini‐
ger schoonmaken.
Reinig de lederen bekleding met zui‐
ver water en een zachte doek. Ge‐
bruik een reinigingsmiddel voor leder
als de bekleding erg vuil is.
Instrumentengroep en de displays al‐
leen met een zachte, vochtige doek
reinigen. Gebruik zo nodig water en
milde zeep.
Stoffen bekleding met een stofzuiger
en een borstel reinigen. Vlekken met
een bekledingreiniger verwijderen.
Het weefsel van de stof is wellicht niet kleurvast. Dit kan zichtbare verkleu‐
ringen veroorzaken, met name oplichtgekleurde bekleding. Reinig ver‐
wijderbare vlekken en verkleuringen
zo spoedig mogelijk.
Veiligheidsgordels met lauw water of
een interieurreiniger schoonmaken.Voorzichtig
Klittenbandsluitingen sluiten om‐
dat geopende klittenbandsluitin‐
gen schade aan de stoelbekleding kunnen toebrengen.
Hetzelfde geldt voor kledingstuk‐
ken met scherpe voorwerpen
zoals ritssluitingen, riemen of spij‐ kerbroeken met metalen accen‐
ten.
Kunststof en rubber onderdelen
Kunststof en rubberen onderdelen
mogen met dezelfde middelen wor‐
den gereinigd als de carrosserie. Zo
nodig een interieurreiniger gebruiken. Geen andere middelen gebruiken.
Vooral geen oplosmiddelen of brand‐ stof. Niet schoonmaken met hoge‐
drukreinigers.
Service en onderhoud251Service en
onderhoudAlgemene informatie ..................251
Service-informatie ...................251
Aanbevolen vloeistoffen, smeer‐ middelen en onderdelen ............252
Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen .......................252Algemene informatie
Service-informatie
Het is voor de bedrijfs- en verkeers‐ veiligheid en voor het behoud van de
waarde van uw auto belangrijk dat
alle servicewerkzaamheden met de
voorgeschreven intervallen worden
uitgevoerd.
Neem voor het gedetailleerde, bijge‐
werkte onderhoudsschema contact
op met uw werkplaats.
Service-display 3 93.
Europese service-intervallen Aan de auto moet om de 30.000 km
onderhoud gepleegd worden, of na
één jaar, wat het eerst voorkomt, ten‐
zij anders vermeld op het service-dis‐
play.
Bij een zwaardere belasting, bijv. bij
taxi's en politievoertuigen, geldt wel‐ licht een korter onderhoudsinterval.
De Europese service-intervallen gel‐
den voor de volgende landen:Andorra, België, Bosnië-Herzego‐ vina, Bulgarije, Cyprus, Denemarken,
Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Groenland, Groot-Brit‐
tannië, Hongarije, Ierland, IJsland,
Italië, Kroatië, Letland, Liechtenstein, Litouwen, Luxemburg, Macedonië,
Malta, Monaco, Montenegro, Neder‐
land, Noorwegen, Oostenrijk, Polen,
Portugal, Roemenië, San Marino,
Servië, Slovenië, Slowakije, Spanje,
Tsjechische Republiek, Zweden,
Zwitserland.
Service-display 3 93.
Internationale service-intervallen Aan de auto moet om de 15.000 km
onderhoud gepleegd worden, of na
één jaar, wat het eerst voorkomt, ten‐
zij anders vermeld op het service-dis‐
play.
De internationale service-intervallen
zijn geldig in de landen die niet tot de groep behoren waarvoor de Euro‐
pese service-intervallen werden op‐
gesteld.
Service-display 3 93.
252Service en onderhoudRegistraties
Uitgevoerde service wordt geregi‐ streerd op de daarvoor bestemde
plaatsen in het service- en garantie‐
boekje. De datum en afgelezen kilo‐
meterstand worden bevestigd met
stempel en handtekening van de uit‐
voerende werkplaats.
Zorg ervoor dat het service- en ga‐
rantieboekje correct wordt ingevuld,
omdat een sluitend bewijs van ser‐
vice essentieel is bij aanspraken op
garantie of goodwill en tevens een
pluspunt is bij verkoop van de auto.
Service-interval met resterende
levensduur van motorolie
Het service-interval is gebaseerd op
diverse parameters afhankelijk van
het gebruik.
Het service-display meldt wanneer de motorolie moet worden ververst.
Service-display 3 93.Aanbevolen
vloeistoffen,
smeermiddelen en
onderdelen
Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen
Gebruik alleen producten die voldoenaan de aanbevolen specificaties.9 Waarschuwing
Bedrijfsvloeistoffen zijn gevaarlijk
en mogelijk giftig. Voorzichtig han‐ teren. Informatie op de verpakking in acht nemen.
Motorolie
Motorolie wordt ingedeeld op basis
van kwaliteit en viscositeit. Bij de
keuze van motorolie is kwaliteit be‐
langrijker dan viscositeit. Door de
oliekwaliteit blijft o.a. de motor
schoon, is de slijtage minimaal en
veroudert de olie minder snel. De vis‐
cositeit geeft informatie over de dikte
van de olie bij diverse temperaturen.
Dexos is de nieuwste motoroliekwali‐
teit die optimale bescherming biedt
voor benzine- en dieselmotoren. Als
deze niet verkrijgbaar is, gebruikt u
motoroliën van een van de andere
vermelde kwaliteiten. Aanbevelingen
voor benzinemotoren zijn ook geldig
voor motoren met de brandstoffen
Compressed Natural Gas (CNG), Li‐
quified Petroleum Gas (LPG) en
Ethanol (E85).
Kies de juiste motorolie op basis van zijn kwaliteit en de minimale omge‐
vingstemperatuur 3 256.
Motorolie bijvullen
Motoroliesoorten van verschillende
fabrikanten en merken kunnen wor‐ den gemengd zolang ze voldoen aan de vereiste motoroliekwaliteit en -vis‐
cositeit.
Het gebruik van motorolie met alleen
ACEA A1/B1 of alleen A5/B5-kwaliteit
is verboden, omdat deze in bepaalde
omstandigheden langdurige motor‐
schade kan veroorzaken.
Kies de juiste motorolie op basis van zijn kwaliteit en de minimale omge‐
vingstemperatuur 3 256.
276Handmatige modus ...................160
Handmatige stoelverstelling .........44
Handrem ............................. 165, 166
Handschoenenkastje ...................68
Handzender ................................. 21
Hellingrem ................................. 168
Hoofdsteunen .............................. 42
Hoofdsteunverstelling ....................8
Hulpverwarming.......................... 143
I
Inbouwposities kinderveilig‐ heidssystemen ......................... 64
Indicatie afstand tot voorligger ...177
Info-Display................................. 106
Info-Displays ............................... 100
Inhouden ................................... 264
Inklapbare spiegels .....................35
Inleiding ......................................... 3
Instapverlichting ......................... 133
Instrumentengroep ......................87
Instrumentenverlichting .............221
Interieurverlichting ......................131
K
Katalysator ................................. 158 Kentekenverlichting ...................220
Keuzehendel ..................... 159, 163
Kilometerteller .............................. 91
Kindersloten ................................. 30
Kinderveiligheids-systemen ..........61Klimaatregeling ............................ 15
Klimaatregelsystemen ................135
Klok............................................... 82
Koelvloeistof .............................. 209
Koelvloeistof en antivries ............252
Koelvloeistoftemperatuurmeter ...92
Koplampinstelling in het buitenland .............................. 125
Koplampverstelling ....................125
L
Laadsysteem ............................... 96
Lane keep assist ..................97, 195
LED-koplampen ....................99, 125
Leeslampen ............................... 132
Lekke band ................................. 239
Lichtschakelaar .......................... 123
Lichtsignaal ................................ 124
Luchtinlaat ................................. 144
Luchtroosters .............................. 143
M Massage ....................................... 51
Meters........................................... 90
Mistachterlicht ...................... 99, 130
Mistlamp ...................................... 99
Mistlampen ................................ 216
Mistlampen voor ........................130
Motorgegevens .......................... 259
Motor-ID...................................... 255
Motorkap .................................... 207Motorolie .................... 208, 252, 256
Motoroliedruk ............................... 98
Motor starten ............................. 150
N Nieuwe auto inrijden ..................147
O
Obstakeldetectiesystemen .........180
Olie, motor .......................... 252, 256
OnStar ........................................ 118
Ontlaadbeveiliging accu ............134
Opbergruimte................................ 68
Opbergruimte voor........................ 69
Opbergvakken .............................. 68
Opgeslagen instellingen ...............24
Overzicht instrumentenpaneel .....10
P Parkeerhulp ............................... 180
Parkeerlichten ............................ 131
Parkeren .............................. 18, 155
Park pilot met ultrasoonsensoren 180
Partikelfilter ................................. 157
Pech ........................................... 246
Persoonlijke instellingen ............110
Pollenfilter .................................. 144
Portieren ....................................... 30
Portier open ............................... 100
Prestaties ................................... 261
Profieldiepte ............................... 235
277QQuickheat ................................... 143
R
Radiofrequentie-identificatie (RFID) ..................................... 272
Regelbare instrumentenverlichting ...........131
Registratie van voertuigdata en privacy ..................................... 271
Remassistentie .......................... 168
Rem- en koppelingssysteem .......96
Rem- en koppelingsvloeistof ......252
Remmen ............................ 165, 210
Remvloeistof .............................. 210
Reparatie ongevalschade ...........269
Reservewiel ............................... 242
Richtingaanwijzer ........................94
Richtingaanwijzers ..................... 130
Roetfilter .................................... 157
Ruiten ........................................... 37
Rijgedrag en aanhangertips ......200
Rijregelsystemen ........................168
Rijverlichting .......................... 12, 99
S Schakelen ..................................... 97
Service ............................... 145, 251
Service-display ............................ 93
Service-informatie ...................... 251
Sjorogen ...................................... 73Slepen................................ 200, 246
Sleutel, opgeslagen instellingen ...24
Sleutels ........................................ 20
Sleutels, sloten ............................. 20
Sneeuwkettingen .......................236
Snelheidsbegrenzer ...........100, 173
Snelheidsmeter ............................ 90
Spiegelverstelling ..........................9
Sportmodus ............................... 171
Sproeiervloeistof ........................210
Startbeveiliging ......................34, 99
Starten en bediening ..................147
Starthulp gebruiken ...................244
Stoelpositie .................................. 43
Stoelverstelling .............................. 7
Stoelverwarming Stoelverwarming, achter ...........52
Stoelverwarming, voor ..............50
Stop/Start-systeem .....................152
Storing ............................... 161, 165
Storingsindicatielamp ..................96
Stroomonderbreking ..................161
Sturen ......................................... 147
Stuurbedieningsknoppen .............78
Stuurwiel instellen .......................... 9
Stuurwielverstelling ...................... 78
Symbolen ....................................... 4T
Tanken ....................................... 198
Te laag brandstofpeil ...................99
Toerenteller ................................. 92
Topsnelheid ................................ 229
Traction Control .........................168
Traction Control-systeem UIT....... 98 Trekhaak............................. 200, 201
Trekstang.................................... 200
Typeplaatje ................................ 254
U
Uitlaatgassen ............................. 157
Uitrol-brandstofafsluiter .............152
Uitstapverlichting .......................133
Uw autogegevens ..........................3
V Valetmodus................................. 106
Van banden- en velgmaat veranderen ............................. 235
Vaste luchtroosters ....................144
Veiligheidsgordel ...........................8
Veiligheidsgordels .......................52
Velgen en banden .....................229
Ventilatie ............................... 51, 135
Verbanddoos ............................... 74
Vergrendelingssysteem ...............31
Verkeersbordherkenning ....100, 191
Verlichting middenconsole ........133
Verlichtingsfuncties..................... 133
278Verlichting zonneklep ................132
Versnellingsbak ........................... 16
Versnellingsbakdisplay ......158, 163
Verstelbare luchtroosters ........... 143
Vertraagde uitschakeling stroom 150
Verwarmde spiegels ....................36
Verwarmd stuurwiel .....................79
Verwarming ........................... 50, 52
Verwarmings- en ventilatiesysteem .................... 135
Verwerking van sloopauto .........207
Verzorging .................................. 248
Verzorging exterieur ..................248
Verzorging interieur ...................250
Vloerafdekking bagageruimte ......73
Voertuiggewicht .........................262
Voertuigidentificatienummer ......254
Voertuigkrik................................. 228 Voordat u wegrijdt ........................ 17
Voorligger gedetecteerd .............100
Voorruit ......................................... 37
Voorstoelen .................................. 43
Voorverwarming .......................... 98
W
Waarschuwingslampen ................90
Werkzaamheden uitvoeren .......207
Wieldoppen ................................ 236
Wiel verwisselen ........................239
Winterbanden ............................ 229Wis-/wasinstallatie .......................13
Wis-/wasinstallatie achterruit .......81
Wis-/wasinstallatie voorruit ..........79
Wisserblad vervangen ...............213
Z
Zekeringen ................................. 221
Zekeringenkast in bagageruimte 226
Zekeringenkast in motorruimte ..222
Zekeringenkast instrumentenpaneel ...............224
Zitplaatsen achterin ......................51
Zonnedak ..................................... 40
Zonnekleppen .............................. 39
Zijdelings airbagsysteem .............58
Zijmarkeringslichten.................... 123
Zijrichtingaanwijzers ..................220