
170Rijden en bediening
ESC werkt na elke motorstart zodra
controlelamp b dooft.
Wanneer ESC werkt, knippert b.
9 Waarschuwing
Laat u door dit speciale veilig‐
heidssysteem niet verleiden tot
een roekeloze rijstijl.
Snelheid aan de staat van het
wegdek aanpassen.
Controlelamp b 3 97.
Uitschakelen
U kunt ESC en TC deactiveren:
● houd b gedurende minimaal
vijf seconden ingedrukt: ESC en TC worden beide gedeactiveerd:
k en n lichten op en er verschij‐
nen statusberichten op het Driver
Information Center.
● Druk alleen voor deactiveren van
het Traction Control-systeem
even op de toets b: TC werkt niet
maar ESC blijft werken, k licht
op. Bij het deactiveren van TC
verschijnt er een statusbericht op
het Driver Information Center.
U kunt de ESC weer activeren door nogmaals op de toets b te drukken.
Als het TC-systeem eerder uitge‐ schakeld was, worden zowel TC als
ESC opnieuw geactiveerd. k en n
doven wanneer TC en ESC opnieuw
worden geactiveerd.
De ESC wordt ook opnieuw geacti‐
veerd wanneer u de ontsteking de
volgende keer weer inschakelt.

Rijden en bediening173Versnellen
Houd, terwijl de cruise control actief
is, het stelwiel naar RES/+ gedraaid
of draai het meerdere malen kort naar RES/+ : de snelheid loopt continu of in
kleine stappen op.
U kunt ook tot de gewenste snelheid
accelereren en deze opslaan door het
stelwiel naar SET/- te draaien.
Vertragen
Houd, terwijl de cruise control actief
is, het stelwiel naar SET/- gedraaid of
draai het meerdere malen kort naar SET/- : de snelheid neemt continu of
in kleine stappen af.
Uitschakelen
Druk op y; controlelamp m in de in‐
strumentengroep brandt wit. De
cruise control is gedeactiveerd. De
laatst opgeslagen snelheid blijft voor
later hervatten van de snelheid in het geheugen.
Automatisch uitschakelen: ● De rijsnelheid is lager dan ca. 30 km/u.
● De rijsnelheid met meer dan 25 km/u onder de ingesteldesnelheid daalt.
● Het rempedaal wordt bediend.
● Het koppelingspedaal wordt een aantal seconden ingedrukt.
● De keuzehendel is in N.
● Het motortoerental is in een zeer
laag bereik.
● Het Traction Control-systeem of elektronische stabiliteitsregeling
is actief.● Handrem is ingeschakeld.
● Als u tegelijkertijd op RES/+ drukt
en het rempedaal intrapt, wordt de cruise control gedeactiveerd
en wordt de opgeslagen snelheid
gewist.
Opgeslagen snelheid hervatten
Draai het stelwiel naar RES/+ bij een
snelheid hoger dan 30 km/u. De op‐
geslagen snelheid wordt nu overge‐
nomen.
Uitschakelen
Druk op m; controlelamp m in de in‐
strumentengroep dooft. De opslagen
snelheid wordt gewist.
Via L voor het activeren van de snel‐
heidsbegrenzer of het uitschakelen
van het contact wordt ook de cruise control uitgeschakeld en wordt de op‐
geslagen snelheid gewist.
Snelheidsbegrenzer
De snelheidsbegrenzer voorkomt dat
de auto een vooraf ingestelde snel‐
heidslimiet overschrijdt.

275Bestuurdersondersteuningssys‐temen ...................................... 171
Beveiliging van de auto ................31
Binnenspiegels ............................. 36
Binnenverlichting ...............132, 221
Blindehoeksysteem ....................187
Bolle vorm .................................... 35
Boordgereedschap .....................228
Boordinformatie .........................108
Brandstof .................................... 197
Brandstofmeter ............................ 92
Brandstofverbruik - CO 2-uitstoot. 199
Brandstof voor benzinemotoren 197
Brandstof voor dieselmotoren ...197
Buitenspiegels .............................. 35
Buitentemperatuur .......................82
Buitenverlichting .........................123
C Centrale vergrendeling ................24
Claxon ................................... 13, 79
Conformiteitsverklaring ...............267
Contactslotstanden ....................147
Controlelampen ......................90, 94
Controle over de auto ................147
Controles .................................... 207
Cruise control ....................100, 171
D
Dagrijlicht ................................... 125
Dagteller ...................................... 91Dak............................................... 40
Dakbelasting ................................. 75
Dakdrager .................................... 75
Diefstalalarmsysteem ..................32
Dieselbrandstofsysteem ontluchten .............................. 213
Dimlicht of grootlicht ...................123
Driepuntsgordel ........................... 53
Driver Information Center ...........100
E Elektriciteitsstekker .......................85
Elektrisch bediende ruiten ...........37
Elektrische aansluitingen .............84
Elektrische handrem .............96, 166
Elektrische handrem defect ..........96
Elektrische stoelverstelling ..........46
Elektrische verstelling ..................35
Elektrisch systeem...................... 221
Elektronische rijprogramma's ...
........................................ 160, 165
Elektronische stabiliteitsregeling en Traction Control-systeem .....97
Elektronische stabiliteitsregeling (ESC) ...................................... 169
Elektronische stabiliteitsregeling UIT ...............97
Elektronisch klimaatregelsysteem ..............138
Elektronisch sleutelsysteem .........22Erkenning van software ..............269
Event Data Recorders (EDR) .....271
F Frontaal airbagsysteem ...............58
Frontaanrijdingswaarschuwing ...175
G
Geautomatiseerde versnellingsbak .......................162
Gebruik van deze handleiding .......3
Geluidssignalen .........................109
Gereedschap ............................. 228
Geurverspreider............................ 85
Gevaar, Waarschuwing en Voorzichtig ................................. 4
Gevarendriehoek .........................74
Gloeilamp vervangen ................214
Gordels ......................................... 52
Gordelverklikker ........................... 94
Gordijnairbagsysteem .................. 59
Grootlicht ............................. 99, 124
Grootlichtassistentie .....................99
H
Halogeenkoplampen .................214
Handbediende ruiten ...................37
Handgeschakelde modus ..........164
Handgeschakelde versnellingsbak ......................162
Handmatige dimfunctie ................36

277QQuickheat ................................... 143
R
Radiofrequentie-identificatie (RFID) ..................................... 272
Regelbare instrumentenverlichting ...........131
Registratie van voertuigdata en privacy ..................................... 271
Remassistentie .......................... 168
Rem- en koppelingssysteem .......96
Rem- en koppelingsvloeistof ......252
Remmen ............................ 165, 210
Remvloeistof .............................. 210
Reparatie ongevalschade ...........269
Reservewiel ............................... 242
Richtingaanwijzer ........................94
Richtingaanwijzers ..................... 130
Roetfilter .................................... 157
Ruiten ........................................... 37
Rijgedrag en aanhangertips ......200
Rijregelsystemen ........................168
Rijverlichting .......................... 12, 99
S Schakelen ..................................... 97
Service ............................... 145, 251
Service-display ............................ 93
Service-informatie ...................... 251
Sjorogen ...................................... 73Slepen................................ 200, 246
Sleutel, opgeslagen instellingen ...24
Sleutels ........................................ 20
Sleutels, sloten ............................. 20
Sneeuwkettingen .......................236
Snelheidsbegrenzer ...........100, 173
Snelheidsmeter ............................ 90
Spiegelverstelling ..........................9
Sportmodus ............................... 171
Sproeiervloeistof ........................210
Startbeveiliging ......................34, 99
Starten en bediening ..................147
Starthulp gebruiken ...................244
Stoelpositie .................................. 43
Stoelverstelling .............................. 7
Stoelverwarming Stoelverwarming, achter ...........52
Stoelverwarming, voor ..............50
Stop/Start-systeem .....................152
Storing ............................... 161, 165
Storingsindicatielamp ..................96
Stroomonderbreking ..................161
Sturen ......................................... 147
Stuurbedieningsknoppen .............78
Stuurwiel instellen .......................... 9
Stuurwielverstelling ...................... 78
Symbolen ....................................... 4T
Tanken ....................................... 198
Te laag brandstofpeil ...................99
Toerenteller ................................. 92
Topsnelheid ................................ 229
Traction Control .........................168
Traction Control-systeem UIT....... 98 Trekhaak............................. 200, 201
Trekstang.................................... 200
Typeplaatje ................................ 254
U
Uitlaatgassen ............................. 157
Uitrol-brandstofafsluiter .............152
Uitstapverlichting .......................133
Uw autogegevens ..........................3
V Valetmodus................................. 106
Van banden- en velgmaat veranderen ............................. 235
Vaste luchtroosters ....................144
Veiligheidsgordel ...........................8
Veiligheidsgordels .......................52
Velgen en banden .....................229
Ventilatie ............................... 51, 135
Verbanddoos ............................... 74
Vergrendelingssysteem ...............31
Verkeersbordherkenning ....100, 191
Verlichting middenconsole ........133
Verlichtingsfuncties..................... 133