Page 65 of 107

Inleiding651m VOL
Drukken: Infotainment- systeem in-/uitschakelen ....... 67
Draaien: volume
aanpassen ............................ 67
2 Display
3 MENU-TUNE
Centrale bediening voor
selectie en navigatie in
menu's .................................. 69
4 AUX-ingang ........................... 84
5 P BACK
Menu: één niveau terug ........69
Invoer: wissen laatste
teken of gehele invoer ..........69
6 CONFIG
Systeeminstellingen ..............67
7 u
Vooruit zoeken ......................73
8 FAV 1-2-3
Radiofavorieten en
Autostore-lijsten ....................759AUX
Randapparaat activeren .......67
10 TP
Activeren of deactiveren
verkeersberichten .................77
11 RADIO
Activeren radio of wijzigen
golfband ................................ 73
12 TONE
Tooninstellingen ....................70
13 s
Achteruit zoeken ...................73
14 INFO
Informatie over de huidige
radiozender
15 @
Mutefunctie activeren/
deactiveren ........................... 6716Radiozendertoetsen 1 - 6
Lang drukken: station
opslaan ................................. 75
Kort drukken: station
selecteren ............................. 75
Page 66 of 107

66InleidingAudiobedieningsknoppen aan
stuurwiel
1 7
Kort indrukken:
telefoongesprek aannemen ..90
of functie Opnieuw kiezen
activeren ............................... 94
of nummer bellen in
oproeplijst .............................. 94
Lang indrukken:
gesprekslijst openen .............94
of handsfreemodus in-/
uitschakelen .......................... 94
2SRC (bron) ............................ 67
Drukken: selecteren
audiobron .............................. 67
Bij een actieve radio:
hoger/lager zetten om
volgende/vorige
voorkeurszender te
selecteren ............................. 73
Bij een actieve cd-speler:
hoger/lager zetten om
volgende/vorige cd/mp3/
wma-track te selecteren ........82
Met actief telefoonportaal
en open bellijst (zie
punt 1): draai omhoog/
omlaag voor het
selecteren van volgende/
vorige vermelding in bellijst ...94
Bij een actief
telefoonportal en
gesprekken in de wacht:
omhoog/omlaag draaien
om tussen gesprekken te
schakelen .............................. 94
3 +
Volume verhogen4 –Volume verlagen
5 xn
Indrukken: oproep
beëindigen/weigeren .............94
of oproeplijst sluiten ..............94
of mutefunctie in-/
uitschakelen .......................... 67
Page 67 of 107

Inleiding67GebruikBedieningselementen
Het Infotainmentsysteem wordt be‐
diend met behulp van functietoetsen,
een knop MENU-TUNE en menu's op
het display.
Keuzen worden ingevoerd via het be‐
dieningspaneel op het Infotainment‐
systeem 3 62
Of deze kunnen via de audiobedie‐
ningselementen op het stuur worden
gemaakt 3 62.
Het Infotainmentsysteem in- of
uitschakelen
Druk de X VOL -knop kort in. Na het
inschakelen wordt de laatst geselec‐
teerde Infotainmentbron actief.
Druk opnieuw op X VOL om het sys‐
teem uit te schakelen.
Automatisch uitschakelen
Wanneer u het Infotainmentsysteem,
terwijl het contact uitgeschakeld is,
met behulp van X VOL inschakelt,dan wordt het 10 minuten na de laat‐
ste invoer automatisch weer uitge‐
schakeld.
Volume instellen Draai m VOL . De actuele instelling
verschijnt op het display.
Bij het inschakelen van het Infotain‐ mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld mits deze instelling het maxi‐
male volume bij het starten niet over‐ schrijdt (zie onderstaand).
U kunt het volgende afzonderlijk in‐
voeren:
● het maximale inschakelvolume 3 71
● het volume van verkeersberich‐ ten 3 71
Voor snelheid gecompenseerd
volume
Na inschakelen van het voor snelheid
gecompenseerd volume 3 71 wordt
het volume automatisch zodanig aan‐ gepast dat u geen geluid van het weg‐
dek of van de rijwind hoort.Stiltefunctie
Druk op y / @ of @ (als telefoonportaal
beschikbaar is: enkele seconden in‐
drukken) om de audiobronnen te
dempen.
Stiltefunctie uitschakelen: draai aan m VOL of druk op y / @ (als telefoon‐
portaal beschikbaar is: enkele secon‐
den indrukken) of druk nogmaals op
@ .
Volumebegrenzing bij hoge
temperaturen
Bij zeer hoge interieurtemperaturen
begrenst het Infotainmentsysteem
het maximaal instelbare volume. In‐
dien nodig wordt het maximale vo‐
lume automatisch verlaagd.
Bedieningsstanden
Radio
Druk op RADIO om het radiohoofd‐
menu te openen of te wisselen tussen
de verschillende frequentiebereiken.
Druk op MENU-TUNE om naar de fre‐
quentiebereikmenu's met opties voor zenderselectie te gaan.
Page 68 of 107

68InleidingVoor een gedetailleerde beschrijving
van de radiofuncties 3 73.
Audiospelers
R 3.0
Druk op AUX om de modus AUX te
activeren.
CD 3.0 BT
Druk één of meerdere keren op
MEDIA om naar het hoofdmenu CD,
USB, iPod of AUX te gaan of om tus‐
sen deze menu's te wisselen.
Druk op MENU-TUNE om naar de be‐
treffende menu's met opties voor
trackselectie te gaan.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van CD-spelerfuncties 3 81, AUX-
functies 3 84, USB-poortfuncties
3 85 en functies voor streaming au‐
dio via Bluetooth 3 88.
Telefoon
Druk kort op y / @ om naar het tele‐
foonmenu te gaan.
Druk op MENU-TUNE om naar het
telefoonmenu met opties voor het in‐ voeren en selecteren van nummers te gaan.Voor een gedetailleerde beschrijving
van de telefoonportal 3 90.
Systeeminstellingen
De taal aanpassen
De menuteksten op het display van
het infotainmentsysteem zijn beschik‐ baar in diverse talen.
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen.
Selecteer de menuoptie Talen
(Languages) in het menu
Instellingen om het betreffende menu
weer te geven.
Kies de gewenste taal voor de menu‐ teksten.
Let op
Voor een gedetailleerde beschrij‐
ving van de menubediening 3 69.
Datum- en tijdinstellingen
Vind een gedetailleerde beschrijving
in de Gebruikershandleiding.
Voertuiginstellingen
Vind een gedetailleerde beschrijving
in de Gebruikershandleiding.
Andere instellingen
U vindt een gedetailleerde beschrij‐ ving voor alle andere instellingen in
de betreffende hoofdstukken.
Fabrieksinstellingen terugzetten
Alle instellingen, bijv. de volume- en
geluidsinstellingen, de favorietenlijs‐
ten of de lijst met Bluetooth-appara‐
ten, kunnen worden teruggezet op de fabrieksinstellingen.
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen. Selecteer
Auto-instellingen en vervolgens Fa‐
brieksinstellingen herstellen .
In het submenu wordt u een vraag
gesteld. Selecteer Ja om alle waar‐
den op de fabriekswaarden terug te
zetten.
Page 69 of 107

Inleiding69BasisbedieningMENU-TUNE-knop
De knop MENU-TUNE is het centrale
bedieningselement voor de menu's.
Draai MENU-TUNE om:
● een menuoptie markeren
● een numerieke waarde instellen
Druk op MENU-TUNE om:
● de gemarkeerde optie selecteren
of inschakelen
● een ingestelde waarde bevesti‐ gen
● een systeemfunctie in- of uit‐ schakelen
Knop P BACK
Druk kort op de toets P BACK :
● een menu te verlaten
● van een submenu naar het vol‐ gende, hogere menuniveau te
gaan
● het laatste teken van een teken‐ reeks te wissen
Houd P BACK enkele seconden in‐
gedrukt om de hele invoer te wissen.Voorbeelden van de
menubediening
Een optie selecteren
Draai MENU-TUNE om de cursor
(= gekleurde achtergrond) naar de
gewenste optie te verplaatsen.
Druk op MENU-TUNE om de gemar‐
keerde optie te selecteren.
Submenu's
Een pijltje aan de rechterkant van het menu geeft aan dat na er na het se‐
lecteren van die optie een submenu
met verdere opties verschijnt.
Een instelling activeren
Draai MENU-TUNE om de gewenste
instelling te markeren.
Druk op MENU-TUNE om de instel‐
ling te activeren.
Een waarde instellen
Draai MENU-TUNE om de actuele
waarde van de instelling te wijzigen.
Druk op MENU-TUNE om de inge‐
stelde waarde te bevestigen.
Page 70 of 107

70InleidingDe cursor gaat dan over naar de vol‐
gende waarde. Na het instellen van
alle waarden gaat u automatisch te‐
rug naar het naasthogere menuni‐
veau.
Een instelling aanpassen
Draai MENU-TUNE om de instelling
bij te stellen.
Druk op MENU-TUNE om de instel‐
ling te bevestigen.
Een functie in- of uitschakelen
Draai MENU-TUNE om de functie die
u in of uit wilt schakelen te markeren.
Druk op MENU-TUNE om tussen de
instellingen Aan en Uit te wisselen.
Een tekenreeks invoeren
Tekenreeksen invoeren, bijv. pinco‐
des of telefoonnummers:
Draai MENU-TUNE om het gewenste
teken te markeren.
Druk op MENU-TUNE om het gemar‐
keerde teken te bevestigen.
Het laatste teken in de tekenreeks
kan worden gewist met de optie k op
het display of door op P BACK te
drukken. Door P BACK ingedrukt te
houden wordt de complete invoer ver‐
wijderd.
Wijzig de positie van de cursor in de
al ingevoerde tekenreeks door ◀ of ▶
op het display te selecteren.
Geluidsinstellingen
In het geluidsinstellingenmenu kunt u voor elk radiofrequentiebereik en
voor elke audiospeler afzonderlijk de
geluidskarakteristieken instellen.
Druk op TONE om het geluidsinstel‐
lingenmenu te openen.
Lage, middelhoge en hoge tonen
instellen
Blader door de lijst en selecteer Bas,
Midrange of Treble .
Stel voor de geselecteerde optie de
gewenste waarde in.
Page 71 of 107

Inleiding71Volumeverdeling voor en achter
instellen
Blader door de lijst en selecteer
Fader .
Stel de gewenste waarde in.
Volumeverdeling rechts en links
instellen
Blader door de lijst en selecteer
Balans .
Stel de gewenste waarde in.
Een geluidsstijl selecteren
Blader door de lijst en selecteer EQ
(equalizer). Het menu EQ-
instellingen wordt weergegeven.
De getoonde opties bieden voor de
desbetreffende muziekstijl geoptima‐
liseerde voorkeursinstellingen voor
de lage, middelhoge en hoge tonen.
Selecteer de gewenste optie.
Eén instelling op "0" zetten
Selecteer de gewenste optie en druk
enkele seconden op MENU-TUNE.
De waarde wordt teruggezet op "0".
Alle instellingen op "0" of "UIT"
zetten
Druk enkele seconden op TONE.
Alle waarden worden op "0" terugge‐
zet, de EQ-voorkeuzeinstelling wordt
op " UIT" gezet.
Volume-instellingen
Snelheidsgecompenseerd
volume aanpassen
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen.
Selecteer Radio-instellingen en ver‐
volgens Autom. volumeregeling .
De functie Autom. volumeregeling
kan worden gedeactiveerd of de mate van volumeaanpassing kan worden
geselecteerd in het getoonde menu.
Selecteer de gewenste optie.
Page 72 of 107
72InleidingMaximaal opstartvolume
aanpassen
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen.
Selecteer Radio-instellingen en ver‐
volgens Maximaal startvolume .
Stel de gewenste waarde in.
Volume van verkeersberichten
aanpassen
Het volume van verkeersberichten
kan zodanig vooraf worden ingesteld dat het met het normale audiovolume toe- of afneemt.
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen.
Selecteer Radio-instellingen , RDS-
opties en vervolgens TA-volume.
Stel de gewenste waarde in.
Volume van de beltoon
aanpassen
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen.
Selecteer Telefooninstellingen ,
Geluid & Signalen en vervolgens
Belvolume .
Stel de gewenste waarde in.