Page 223 of 805

WAARSCHUWING
Sleutel nooit zelf aan de airbag/
voorspannersystemen en laat altijd
alle onderhoud en reparatie door een
deskundige reparateur, bij voorkeur
een officiële Mazda reparateur
uitvoeren:
Het zelf uitvoeren van onderhoud of
sleutelen aan de systemen is
gevaarlijk. De kans bestaat dat een
airbag/voorspanner onvoorzien
geactiveerd of buiten werking gesteld
wordt.
qWaarschuwingslampje voor laag
brandstofpeil
Dit waarschuwingslampje geeft aan dat de
brandstoftank spoedig leeg zal zijn.
Zo spoedig mogelijk bijtanken.
qVeiligheidsgordelwaarschuwingslampje
Bestuurdersstoel
Voorpassagierszitting
Airconditioning
Volautomatisch
type
Handbediend
type
Hetveiligheidsgordelwaarschuwingslampje
gaat branden als de bestuurdersstoel of
voorpassagierszitting bezet is en de
veiligheidsgordel niet vastgemaakt is
terwijl het contact op ON staat.
Veiligheidsgordelwaarschuwing
Voorzitting
Als er met de auto wordt gereden terwijl
de veiligheidsgordel van de bestuurder of
voorpassagier niet is vastgemaakt, gaat
het
veiligheidsgordelwaarschuwingslampje
branden en klinkt er een
waarschuwingszoemer.
Als de veiligheidsgordel van de
bestuurder of de voorpassagier niet
aangegespt is (alleen wanneer de
voorpassagierszitting bezet is) en de
snelheid van de auto hoger is dan
ongeveer 20 km/h, gaat het
waarschuwingslampje knipperen en wordt
er een zoemtoon gegeven. Na een korte
tijd stopt het waarschuwingslampje met
knipperen. Dit blijft echter branden en de
zoemtoon stopt. Als een veiligheidsgordel
niet aangegespt blijft, gaat het
waarschuwingslampje knipperen en wordt
de zoemtoon weer voor een bepaalde tijd
geactiveerd.
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
4-59
Page 224 of 805

De zoemtoon stopt niet totdat de
veiligheidsgordel wordt aangegespt of een
bepaalde tijd is verstreken, ook niet als de
rijsnelheid afneemt tot minder dan 20
km/h.
OPMERKING
lAls de veiligheidsgordel van de
bestuurder of de voorpassagier niet
aangegespt wordt nadat de zoemtoon
gestopt is (waarschuwingslampje
blijft branden) en de rijsnelheid
hoger is dan 20 km/h, gaat het
waarschuwingslampje knipperen en
wordt de zoemtoon opnieuw
geactiveerd.
lDoor het plaatsen van zware
voorwerpen op de
voorpassagierszitting kan de
veiligheidsgordelwaarschuwingsfunctie
van de voorpassagierszitting
geactiveerd worden, afhankelijk van
het gewicht van het voorwerp.
lGeen extra zitkussen op de
voorpassagierszitting plaatsen en
gebruiken om er voor te zorgen dat
de voorpassagiergewichtsensor juist
kan functioneren. De kans bestaat dat
de sensor niet goed functioneert
omdat het extra zitkussen de werking
van de sensor zou kunnen hinderen.
lWanneer een klein kind op de
voorpassagierszitting zit, is het
mogelijk dat het
waarschuwingslampje niet werkt.
Achterzittingí
Als de veiligheidsgordels van de
achterzitting niet zijn vastgemaakt en het
contact op ON staat, worden de
bestuurder en de passagier op de hoogte
gesteld door de waarschuwingslampjes.
Airconditioning
Volautomatisch
type
Handbediend
type
De waarschuwingslampjes branden in
twee kleuren. Wanneer de
veiligheidsgordel niet is vastgemaakt, is
de verlichting van het
waarschuwingslampje rood. Wanneer de
veiligheidsgordel is vastgemaakt, is de
verlichting groen. De
waarschuwingslampjes werken ook als er
zich geen passagier op de achterzitting
bevindt. De waarschuwingszoemer klinkt
enkel als een veiligheidsgordel wordt
losgemaakt nadat deze is vastgemaakt.
OPMERKING
Als de veiligheidsgordels van de
achterzitting niet vastgemaakt worden
binnen een bepaalde tijd nadat de motor
is gestart, gaan alle
waarschuwingslampjes uit.
4-60
Tijdens het rijden
íBepaalde modellen.
Instrumentengroep en display
Page 273 of 805
Achterruitverwarming
De achterruitverwarming ontdoet de
achterruit van wasem.
Het contact moet op ON staan.
Druk op de schakelaar om de
achterruitverwarming in te schakelen. De
achterruitverwarming functioneert
gedurende ongeveer 15 minuten en wordt
dan automatisch uitgeschakeld.
Het indikatielampje brandt wanneer de
achterruitverwarming in werking is.
Druk nogmaals op de schakelaar om de
achterruitverwarming uit te schakelen
alvorens de 15 minuten zijn verstreken.
Volautomatisch type airconditioning
Indikatielampje
Handbediend type airconditioning
Indikatielampje
OPGELET
Gebruik nooit scherpe voorwerpen of
ruitreinigingsmiddelen die
schuurmiddelen bevatten om de
binnenzijde van de achterruit te
reinigen. Dit om beschadiging van de
verwarmingsdraden in de ruit te
voorkomen.
Tijdens het rijden
Schakelaars en regelaars
4-109
Page 288 of 805

i-ELOOPí
Bij conventionele voertuigen komt de kinetische energie die gegenereerd wordt wanneer
het voertuig snelheid mindert door het in werking stellen van de remmen of tijdens
afremmen op de motor als hitte vrij. Door deze vrijkomende kinetische energie om te
zetten in elektriciteit en deze te gebruiken voor de aandrijving van de apparatuur en
accessoires van het voertuig zoals de airconditioning en de audio-installatie, kan het
brandstofverbruik teruggebracht worden. Mazda's systeem voor het genereren van
elektriciteit uit deze kinetische energie wordt het Regeneratief Remsysteem (i-ELOOP)
genoemd.
Elektrische componenten
Motorcomponenten
Voertuigsystemen:
Airconditioning
Audio
Koplampen, enz.
Accelerator UIT
Accelerator AANEnergieregeneratie
LadenAccu
Accu
Elektrische
stroom
Elektrische
stroom
Elektrische componenten
Motorcomponenten
Voertuigsystemen:
Airconditioning
Audio
Koplampen, enz.
Motor
Variabele
spanning dynamo
Variabele
spanning dynamo Motor
Band BandCondensator
CondensatorDC-DC omzetter
DC-DC omzetter
Kinetische energie
Elektrische spanning
4-124
Tijdens het rijden
íBepaalde modellen.
i-ELOOP
Page 289 of 805
In de inrichting die gebruikt wordt voor het opslaan van de opgewekte elektriciteit is een
condensator ingebouwd die grote hoeveelheden elektriciteit onmiddellijk kan opslaan en
gebruiken.
Variabele
spanning
dynamo
CondensatorDC-DC omzetter
OPGELET
Op de volgende plaatsen vloeit hoge spanning, dus deze niet aanraken.
lVariabele spanning dynamo
lDC-DC omzetter
lCondensator
OPMERKING
lBij het installeren van apparatuur met hoog stroomverbruik, zoals hoog rendement
luidsprekers, een deskundige reparateur, bij voorkeur een officiële Mazda reparateur
raadplegen.
lEr kan zich een verschil in het brandstofverbruik voordoen afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden, zoals bij gebruik van de airconditioning en de koplampen.
lAls de condensator wordt opgeruimd, altijd een deskundige reparateur, bij voorkeur
een officiële Mazda reparateur raadplegen.
Zie voor details de volgende URL.
http://www.mazda.com/csr/environment/recycling
Tijdens het rijden
i-ELOOP
4-125
Page 293 of 805
Indikatie op display Bedrijfstoestand
Met i-ELOOP systeem
Zonder i-ELOOP systeem
Toont de bedrijfsklaarstatus van de i-stop functie om
aan te geven of deze al dan niet voor gebruik beschikbaar is.
Toont de bedrijfsklaarstatus van de i-stop functie vanaf
het voertuig (motor, accu en airconditioning) met gebruik
van gekleurde pictogrammen. De blauwe kleur geeft aan dat
de i-stop functie bedrijfsklaar is en de grijze kleur geeft aan
dat deze niet bedrijfsklaar is.
Tijdens het rijden
Brandstofverbruikmonitor
4-129
Page 430 of 805

Bedieningstips
lGebruik het klimaatregelsysteem
wanneer de motor draait.
lOm te voorkomen dat de accu uitgeput
raakt, de aanjagerregelknop niet
gedurende langere tijd ingeschakeld
laten wanneer het contact op ON staat
en de motor niet draait.
lDe hoeveelheid luchtstroming kan
enigszins afnemen wanneer de i-stop
functie in werking is.
lVerwijder alle obstakels zoals bladeren,
sneeuw en ijs van de motorkap en van
de luchtinlaat in het
ventilatiekastrooster zodat het systeem
efficiënt kan blijven werken.
lGebruik het klimaatregelsysteem om
de ruiten te ontwasemen en de ruiten te
ontvochtigen.
lDe recirculatiestand moet worden
gebruikt bij het rijden door tunnels of
het rijden in een file, of wanneer u de
aanvoer van buitenlucht wilt afsluiten
voor snel koelen van het interieur.
lGebruik de stand voor aanvoer van
buitenlucht voor ventilatie of ontdooien
van de voorruit.
lAls de wagen tijdens warm weer in
direct zonlicht geparkeerd heeft
gestaan, de ramen openen om de
warme lucht te laten ontsnappen en dan
pas de airconditioning inschakelen.
lLaat de airconditioning tenminste
eenmaal per maand ongeveer 10
minuten draaien om een tekort aan
smering van de interne onderdelen te
voorkomen.
lLaat de airconditioning nakijken
alvorens het weer warm wordt. Een
tekort aan koelmiddel kan tot gevolg
hebben dat de airconditioning minder
efficiënt werkt.
De koelmiddelspecificaties worden
aangegeven op een label dat bevestigd
is binnen in de motorruimte. Controleer
het label alvorens koelmiddel bij te
vullen. Als het verkeerde type
koelmiddel wordt gebruikt, kan dit een
ernstig defect aan de airconditioning
veroorzaken.
Raadpleeg voor bijzonderheden een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda reparateur.
Label
5-2
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
Page 431 of 805
Bediening van de
luchtroosters
qAfstelling van de luchtroosters
Richten van de luchtstroom
Voor het afstellen van de richting van de
luchtstroom, de afstelknop verplaatsen.
OPMERKING
lWanneer de airconditioning gebruikt
wordt bij vochtig warm weer, bestaat
de kans dat het systeem mist uit de
luchtstroomroosters blaast. Dit is
geen teken van defect, maar het
gevolg van vochtige lucht die
plotseling wordt afgekoeld.
lDe luchtstroomroosters kunnen
volledig worden geopend en gesloten
door de bediening van de regelknop.
Zijluchtroosters
Openen Knop
Regelknop
Sluiten
Middelste luchtroosters
KnopRegelknop
Sluiten Openen
Bepaalde modellen.
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
5-3