5–125
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
6. (Belt)
Druk de opnementoets in of zeg
“Nummer keuze” en ga dan verder naar
stap 7.
(Telefoonnummer toevoegen/
invoeren)
Zeg “XXXX” (gewenste
telefoonnummer) en ga dan verder naar
stap 5.
(Telefoonnummercorrectie)
Zeg, “Terug”. De prompt antwoordt,
“Terug. De laatst toegevoegde
nummers zijn verwijderd.”. Ga dan
terug naar stap 3.
7. Prompt: “Bellen”
OPMERKING
De “Nummer keuze” opdracht en een
telefoonnummer kunnen gecombineerd
worden.
Bijv. Spreek in stap 2 “Nummer keuze
123-4567” in, dan kunnen stappen 3 en
4 overgeslagen worden.
Alarmnummers bellen
Met behulp van de spraakinvoeropdracht
kan het alarmnummer (112) gebeld
worden.
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2. Zeg: [Geluidssignaal] “Alarmnummer”
3. Prompt: “Bellen “112”, is dit nummer
correct?”
4. Zeg: [Geluidssignaal] “Ja”
5. Prompt: “Bellen”
Ontvangen van een inkomend
gesprek
1 . Prompt: “Binnenkomend gesprek...
druk op de knop Opnemen om te
antwoorden”
2. Druk voor het accepteren van het
gesprek op de opnementoets.
Druk voor het weigeren van het
gesprek op de ophangentoets.
Gesprek beëindigen
Druk tijdens het gesprek op de
ophangentoets. Een geluidssignaal
bevestigt dat het gesprek is beëindigd.
Geluid uitschakelen
Het microfoongeluid kan tijdens het bellen
uitgeschakeld worden.
1. Druk de sprekentoets in met een korte
druk.
2. Zeg: [Geluidssignaal] “Mute”
3. Prompt: “Microfoon staat uit”
Annuleren van geluid uit
1. Druk de sprekentoets in met een korte
druk.
2. Zeg: [Geluidssignaal] “Mute-uit”
3. Prompt: “Microfoon staat aan”
7–57
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
*Bepaalde modellen.
Rijsnelheidsalarm *
De functie van het rijsnelheidsalarm is
bestemd om de bestuurder via een enkele
pieptoon en een waarschuwingsindicatie
in de instrumentengroep te waarschuwen
dat de tevoren ingestelde rijsnelheid is
overschreden.
U kunt de instelling van de rijsnelheid
waarbij de waarschuwing wordt gegeven
veranderen.
Zie Boordcomputer en INFO schakelaar
op pagina 4-35 .
Waarschuwingszoemer voor
bandenspanning *
De waarschuwingszoemer klinkt
gedurende ongeveer 3 seconden wanneer
er een afwijking is in de bandenspanning
(pagina 4-181 ).
Waarschuwingen van Mazda
Radar Cruise Control (MRCC)
systeem
*
D e w a a r s c h u w i n g e n v a n h e t M a z d a
Radar Cruise Control (MRCC)
systeem informeren de bestuurder over
systeemdefecten en waarschuwingen bij
gebruik wanneer dit nodig is.
Controleer op basis van de pieptoon.
Voorzorgen Te controleren punten
De pieptoon klinkt 1
keer wanneer het Mazda
Radar Cruise Control
(MRCC) systeem in
werking is De rijsnelheid is
langzamer dan 25 km/h
en het Mazda Radar
Cruise Control (MRCC)
systeem is geannuleerd.
(Europees model)
De pieptoon klinkt 5
maal tijdens het rijden
(Behalve Europese
modellen)
Tijdens het rijden blijft
de pieptoon continu
klinken. De afstand tussen uw
auto en het voorliggende
voertuig is te kort.
Controleer de veiligheid
van de omgeving en
verminder snelheid.
Wanneer het Mazda
Radar Cruise Control
(MRCC) systeem
in werking is, klinkt
een zoemtoon en
gaat het Mazda
Radar Cruise Control
(MRCC) systeem
waarschuwingslampje
(oranje) in de
instrumentengroep
branden. Dit kan duiden op een
defect in het systeem.
Laat uw auto bij een
deskundige reparateur,
bij voorkeur een of ¿ ciële
Mazda reparateur
controleren.
8–3
Informatie voor de eigenaar
Garantie
Installatie van niet-originele onderdelen en accessoires
Het aanbrengen van technische wijzigingen aan de originele staat van uw Mazda kan van
invloed zijn op de veiligheid van uw auto. Dergelijke technische wijzigingen omvatten
niet alleen het gebruik van niet geschikte onderdelen, maar ook accessoires, uitrusting of
hulpstukken, zoals velgen en banden.
Originele Mazda onderdelen en originele Mazda accessoires zijn speci ¿ ek ontworpen voor
Mazda automobielen.
Andere dan de hierboven vermelde onderdelen en accessoires zijn niet door Mazda
geïnspecteerd en goedgekeurd tenzij dit door Mazda uitdrukkelijk wordt vermeld. Wij
kunnen niet garant staan voor de geschiktheid van dergelijke producten. Mazda kan niet
aansprakelijk gesteld worden voor enigerlei schade veroorzaakt door het gebruik van
dergelijke producten.
WAARSCHUWING
Wees voorzichtig bij het kiezen en installeren van aanvullende elektrische apparatuur,
zoals mobiele telefoons, zend- en ontvanginstallaties, stereo-systemen en auto-
alarmsystemen:
Een simpele fout bij het kiezen of het installeren van verkeerde aanvullende apparatuur
of het kiezen van een verkeerde installateur is gevaarlijk. Essentiële systemen kunnen
beschadigd worden, hetgeen het afslaan van de motor, activering van de airbag (SRS),
buiten werking treden van het ABS/TCS/DSC systeem of brand in de wagen kan
veroorzaken.
Mazda kan niet aansprakelijk gesteld worden voor dood, letsel of onkosten die het gevolg
kunnen zijn van het installeren van aanvullende niet-originele onderdelen of accessoires.
10–5
Index
i-stop ................................................... 4-14
Hellingstopfunctie ......................... 4-23
i-stop OFF schakelaar ................... 4-22
Indicatielampje (Groen) ................ 4-20
Waarschuwingslampje (Oranje) .... 4-20
i-stop waarschuwingszoemer .............. 7-56
In de volgende gevallen wordt een
waarschuwingszoemer geactiveerd ..... 7-53
Dodehoekmonitorsysteem (BSM)
waarschuwingszoemer .................. 7-58
i-stop waarschuwingszoemer ........ 7-56
Rijsnelheidsalarm .......................... 7-57
Sleutel-in-auto-achtergelaten
waarschuwingspieptoon (Met
geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie) ........ 7-56
Sleutel-in-bagageruimte-achtergelaten
waarschuwingspieptoon (Met
geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie) ........ 7-55
Sleutel-uit-auto-verwijderd
waarschuwingspieptoon ................ 7-55
Verzoekschakelaar-buiten-werking
waarschuwingspieptoon (Met
geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie) ........ 7-55
Waarschuwingen van Mazda Radar
Cruise Control (MRCC) systeem
... 7-57
Waarschuwingsgeluid
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS)
......................................... 7-58
Waarschuwingspieptoon
buitentemperatuur ......................... 7-58
Waarschuwingspieptoon elektronische
stuurvergrendeling ......................... 7-58
Waarschuwingspieptoon van
snelheidsbegrenzer ........................ 7-58
Waarschuwingspieptoon voor niet-
uitgeschakeld contact (STOP) ....... 7-54
Waarschuwingszoemer
motortoerental ............................... 7-59
Waarschuwingszoemer van
stuurbekrachtiging ......................... 7-59 Waarschuwingszoemer voor
bandenspanning ............................. 7-57
Waarschuwingszoemer voor systeem
van airbag/voorspanners van
veiligheidsgordels ......................... 7-53
Waarschuwingszoemer voor
veiligheidsgordel ........................... 7-54
Waarschuwing voor botsing .......... 7-59
Waarschuwing voor niet-
uitgeschakelde verlichting ............. 7-53
Indicatielampjes .................................. 4-44
Gloeibougie ................................... 4-47
Lage
motorkoelvloeistoftemperatuur ..... 4-47
Sleutel ............................................ 4-46
Inhouden ............................................... 9-8
Inrijden ................................................ 3-56
Installatie van niet-originele onderdelen en
accessoires ............................................. 8-3
Instapverlichtingssysteem ................. 5-158
Instrumentengroep .............................. 4-25
Instrumentenpaneelverlichting ............ 4-33
Interieurverlichting ........................... 5-156
Bagageruimteverlichting ............. 5-156
Kaartleeslampen .......................... 5-156
Plafondlampen............................. 5-156
K
Kaartleeslampen ................................ 5-156
Kilometerteller en dagteller ....... 4-27, 4-29
Kindersloten van achterportieren ........ 3-24
Kinderzitje
Categorieën kinderzitjes ................ 2-29
Installeren van een kinderzitje ...... 2-29
Installeren van kinderzitjes ........... 2-39
Tabel voor geschiktheid van
kinderzitjes voor diverse
zitposities....................................... 2-35
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van
een kinderzitje ............................... 2-24
10–7
Index
Opbergvakken ................................... 5-161
Achterste kledinghaken ............... 5-166
Dakconsole .................................. 5-162
Handschoenenkast ....................... 5-162
Onderste laadcompartiment ........ 5-163
Op eigen kracht lostrekken van de
auto ...................................................... 3-59
Oververhitting ..................................... 7-31
P
Parkeersensorsysteem ....................... 4-196
Gebruik van het
parkeerhulpsensorsysteem........... 4-198
Sensordetectiebereik ................... 4-198
Periodieke onderhoudsbeurten .............. 6-3
Plafondlampen .................................. 5-156
Portiersloten ........................................ 3-13
Probleem
Accu is uitgeput............................. 7-26
Lekke band ...................................... 7-3
Oververhitting ............................... 7-31
Parkeren in noodgevallen ................ 7-2
Slepen in noodgevallen ................. 7-33
Starten in noodgevallen ................. 7-29
Wanneer de achterklep niet geopend
kan worden .................................... 7-60
R
Radarsensor (Voor) ........................... 4-168
Radarsensoren (Achter) .................... 4-173
Registratie van de auto in het
buitenland .............................................. 8-2
Registratie van voertuiggegevens ......... 8-5
Remmen
Handrem ........................................ 4-88
Pro ¿ elslijtage-indicator ................. 4-89
Rembekrachtiging ......................... 4-90
Voetrem ......................................... 4-87
Waarschuwingslampje ................... 4-89
Reservewiel ........................................... 7-7
Richtingaanwijzers .............................. 4-76 Rijden in de winter .............................. 3-60
Rijsnelheidsalarm ................................ 7-57
Rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) ............................................. 4-119
LDWS schakelaar........................ 4-122
Rijtips
Automatische transmissie.............. 4-64
Brandstofbesparing en
milieubescherming ........................ 3-56
Doorwaden van water ................... 3-63
Inrijden .......................................... 3-56
Modellen met turbolader
(SKYACTIV-D 1.5) ...................... 3-64
Moeilijke rijomstandigheden ........ 3-57
Op eigen kracht lostrekken van de
auto ................................................ 3-59
Rijden in de winter ........................ 3-60
Vloermat ........................................ 3-58
Ruiten
Elektrische ruitbediening .............. 3-42
Ruitenwisser
Vernieuwen van de ruitenwisserbladen
van de voorruit .............................. 6-34
Vernieuwen van het ruitenwisserblad
van de achterruit ............................ 6-36
S
SRS airbags
Beperkingen van de SRS airbag .... 2-60
Criteria voor SRS airbag
activering ....................................... 2-59
Deactiveringsschakelaar van
voorpassagiersairbag ..................... 2-50
Onderdelen van het aanvullend
beveiligingssysteem ...................... 2-54
Werking van de SRS airbags ......... 2-55
Schuifdak ............................................ 3-45
Signalen voor rijbaanverandering ....... 4-77
Sleepmethoden .................................... 7-33