19
Tijdens het rijden
Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem
Het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem regelt de volgafstand al
naargelang de rijsnelheid met behulp van een radarsensor die de afstand ten
opzichte van een voorliggend voertuig meet, zodat de bestuurder het gaspedaal of
het rempedaal niet hoeft te gebruiken.
Als uw auto het voorliggende voertuig dichter begint te naderen, omdat
bijvoorbeeld het voorliggende voertuig plotseling afremt, wordt tegelijkertijd een
waarschuwingsgeluid en een waarschuwingsindicatie op de display geactiveerd
om u te waarschuwen voldoende afstand tussen de voertuigen te bewaren.
De volgende rijsnelheden kunnen ingesteld worden:
• (Europese modellen)
Ongeveer 30 km/h tot 200 km/h
• (Behalve Europese modellen)
Ongeveer 30 km/h tot 145 km/h
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 4, “i-ACTIVSENSE”.
Gebruik het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem op snelwegen en overige
autowegen waarbij niet veel herhaalde acceleratie en snelheidsmindering vereist is.
Vertrouw niet volledig op het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem
en rijd altijd voorzichtig:
WAARSCHUWING
Gebruik het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem niet op de
volgende plaatsen. Anders kan dit een ongeluk tot gevolg hebben:
• Wegen met scherpe bochten, druk verkeer of wegen waarbij herhaalde en
veelvuldige acceleratie vereist is.
• Bij op- en afritten van knooppunten en pleisterplaatsen van snelwegen.
• Gladde wegen, zoals met ijs of sneeuw bedekte wegen.
• Lange, aflopende hellingen.
Het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem is bedoeld om de bestuurder
te ontlasten en hoewel een constante rijsnelheid wordt aangehouden, of
specifieker, er overeenkomstig de rijsnelheid een constante afstand wordt
aangehouden tussen uw auto en het bespeurde voorliggende voertuig, heeft het
systeem detectiebeperkingen afhankelijk van het soort voorliggende voertuig en
de conditie ervan, de weersomstandigheden en de verkeerssituatie. Verder is het
mogelijk dat het systeem niet in staat is voldoende af te remmen om een botsing
met het voorliggende voertuig te vermijden als het voorliggende voertuig
plotseling afremt of een ander voertuig in de rijstrook snijdt, waardoor een
ongeluk veroorzaakt kan worden. Controleer altijd de veiligheid van de
omgeving en trap het rempedaal of gaspedaal in terwijl u een veiliger afstand
aanhoudt ten opzichte van voorliggende voertuigen of tegenliggers.