Tijdens het rijden
30
Indicatie/Indicatielampjes
Signaal Indicatielampjes
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10Beveiligingssysteemindicatielampje Veiligheidsgordelindicatielampje
(Achterzitting)
KEY indicatie/indicatielampje
Rijsnelheidsalarmindicatie
Moersleutelindicatie/indicatielampje
Dieseldeeltjesfilterindicatie/
indicatielampje
Indicatielampje voor lage
motorkoelvloeistoftemperatuur Voorgloei-indicatielampje
Schakelstandindicatie
11
12
13
14
Verlichting-aan indicatie/indicatielampje
Grootlichtindicatielampje
Richtingaanwijzers/
Waarschuwingsknipperlichten
indicatielampjes
15Indicatielampje voor mistvoorlicht20
Adaptieve LED koplampen (ALH)
indicatielampje
Dodehoekmonitor (BSM) OFF
indicatielampje
Hoofdindicatie van Mazda Radar
Cruise Control (MRCC) systeem
Indicatielampje van
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) OFF
Indicatie van rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS)
Indicatie vermoeidheid bestuurder
(DAA)
Smart Brake Support
remhulpsysteem/stadsverkeer-remassistent
(SBS/SCBS) OFF indicatielampje
Instelindicatie van
kruissnelheidsregelaar Hoofdindicatie van
kruissnelheidsregelaar i-ELOOP indicatie Indicatielampje van
stadsverkeer-remassistent (SCBS)
Indicatie van Smart Brake Support
remhulpsysteem/
stadsverkeer-remassistent (SBS/SCBS)
Signaal Indicatielampjes
Indicatielampje van de
deactiveringsschakelaar van de
voorpassagiersairbag
Deze lampjes gaan branden of knipperen om de gebruiker te informeren over de
bedrijfstoestand van het systeem of om een defect te melden.
19
29Instelindicatie van Mazda Radar
Cruise Control (MRCC) systeem
21
17
1822
23
24
25
26
27
28
Indicatielampje voor mistachterlicht
Indicatie/indicatielampje elektrische
handrem
Rempedaalbediening vereist
indicatielampjeKoplampregelsysteem (HBC)
indicatielampje
TCS/DSC indicatielampje
DSC OFF indicatielampjeKeuzemodusindicatie
16
31
32
33
34
11Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 4, “Instrumentengroep en display”.
Tijdens het rijden
31Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 4, “Bandenspanningcontrolesysteem” of “Dieseldeeltjesfilter”.
Dieseldeeltjesfilter
Het dieseldeeltjesfilter verzamelt en verwijdert de meeste deeltjes (PM) in de
uitlaatgassen van een dieselmotor.
Het bandenspanningcontrolesysteem (TPMS) controleert de bandenspanning van
alle vier wielen. Als de bandenspanning van één of meerdere banden te laag is,
waarschuwt het systeem de bestuurder door middel van het waarschuwingslampje
van het bandenspanningcontrolesysteem in de instrumentengroep en een pieptoon.
In onderstaande gevallen dient het initialiseren van het systeem uitgevoerd te
worden om het systeem normaal te laten functioneren.
• De bandenspanning wordt afgesteld.
• De banden worden onderling uitgewisseld.
• Een band of wiel wordt vernieuwd.
• De accu is vernieuwd of volledig uitgeput.
• Het waarschuwingslampje van het
bandenspanningcontrolesysteem brandt.
Bandenspanningcontrolesysteem
Dieseldeeltjes die verzameld zijn door het dieseldeeltjesfilter worden tijdens
normaal rijden afgevoerd, echter in de volgende gevallen bestaat de kans dat de
dieseldeeltjes niet worden verwijderd en dat het dieseldeeltjesfilter
indicatielampje gaat branden:
• Als er met de auto continu met een snelheid van 15 km/h of minder wordt
gereden.
• Als er met de auto bij herhaling gedurende een korte periode van tijd (10
minuten of minder) wordt gereden wanneer de motor koud is.
• Als de auto langdurig stationair blijft draaien.