Tijdens het rijden
31Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 4, “Bandenspanningcontrolesysteem” of “Dieseldeeltjesfilter”.
Dieseldeeltjesfilter
Het dieseldeeltjesfilter verzamelt en verwijdert de meeste deeltjes (PM) in de 
uitlaatgassen van een dieselmotor.
Het bandenspanningcontrolesysteem (TPMS) controleert de bandenspanning van 
alle vier wielen. Als de bandenspanning van één of meerdere banden te laag is, 
waarschuwt het systeem de bestuurder door middel van het waarschuwingslampje 
van het bandenspanningcontrolesysteem in de instrumentengroep en een pieptoon.
In onderstaande gevallen dient het initialiseren van het systeem uitgevoerd te 
worden om het systeem normaal te laten functioneren.
• De bandenspanning wordt afgesteld.
• De banden worden onderling uitgewisseld.
• Een band of wiel wordt vernieuwd.
• De accu is vernieuwd of volledig uitgeput.
• Het waarschuwingslampje van het 
bandenspanningcontrolesysteem brandt.
Bandenspanningcontrolesysteem
Dieseldeeltjes die verzameld zijn door het dieseldeeltjesfilter worden tijdens 
normaal rijden afgevoerd, echter in de volgende gevallen bestaat de kans dat de 
dieseldeeltjes niet worden verwijderd en dat het dieseldeeltjesfilter 
indicatielampje gaat branden:
• Als er met de auto continu met een snelheid van 15 km/h of minder wordt 
gereden.
• Als er met de auto bij herhaling gedurende een korte periode van tijd (10 
minuten of minder) wordt gereden wanneer de motor koud is.
• Als de auto langdurig stationair blijft draaien.