7–54
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
In de volgende
gevallen wordt een
waarschuwingszoemer
geactiveerd
Waarschuwing voor niet-
uitgeschakelde verlichting
De waarschuwing voor niet-uitgeschakelde
verlichting is operationeel wanneer
de tijdinstelling
*1 van de automatische
uitschakelfunctie van de koplampen uit is.
Als de verlichting is ingeschakeld en het
contact op ACC of uit gezet wordt, zal er
een continue pieptoon klinken zodra het
bestuurdersportier geopend wordt.
*1 Als u de verlichtingsschakelaar aan
laat staan, schakelt de automatische
uitschakelfunctie van de koplampen
de verlichting ongeveer 30 seconden
na het uitzetten van het contact
automatisch uit. De tijdinstelling kan
worden gewijzigd.
Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-17 .
OPMERKING
Wanneer het contact op
ACC gezet wordt, heeft de
“Waarschuwingspieptoon voor
niet-uitgeschakeld contact (STOP)”
(pagina 7-55 ) voorrang boven
de waarschuwing voor niet-
uitgeschakelde verlichting.
Een gebruikersfunctie is beschikbaar
voor het veranderen van het
geluidsvolume voor de waarschuwing
voor niet-uitgeschakelde verlichting.
Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-17 .
Waarschuwingszoemer voor
systeem van airbag/voorspanners
van voorste veiligheidsgordels
Als er een probleem is met de systemen
van de airbag/voorspanners van
veiligheidsgordels en het oplichten van het
waarschuwingslampje, zal er elke minuut
gedurende ongeveer 5 seconden een
waarschuwingszoemer klinken.
Het geluid van de waarschuwingszoemer
voor het systeem van airbag en
veiligheidsgordelvoorspanners zal
gedurende ongeveer 35 minuten hoorbaar
blijven. Laat uw auto zo spoedig mogelijk
door een deskundige reparateur, bij
voorkeur een of ¿ ciële Mazda reparateur
inspecteren.
WAARSCHUWING
Rijd niet met de auto wanneer de
waarschuwingszoemer voor het systeem
van de airbag/voorspanners van
veiligheidsgordels klinkt:
Rijden met de auto terwijl de
waarschuwingzoemer voor het systeem
van de airbag/voorspanners van
veiligheidsgordels klinkt is gevaarlijk.
Bij een botsing zullen de airbags en
het systeem van de voorspanners van
de veiligheidsgordels niet in werking
treden, hetgeen ernstig of mogelijk
dodelijk letsel tot gevolg kan hebben.
Neem contact op met een deskundige
reparateur, bij voorkeur een of ¿ ciële
Mazda reparateur om de auto zo
spoedig mogelijk te laten inspecteren.
8–3
Informatie voor de eigenaar
Garantie
Installatie van niet-originele onderdelen en accessoires
Het aanbrengen van technische wijzigingen aan de originele staat van uw Mazda kan van
invloed zijn op de veiligheid van uw auto. Dergelijke technische wijzigingen omvatten
niet alleen het gebruik van niet geschikte onderdelen, maar ook accessoires, uitrusting of
hulpstukken, zoals velgen en banden.
Originele Mazda onderdelen en originele Mazda accessoires zijn speci ¿ ek ontworpen voor
Mazda automobielen.
Andere dan de hierboven vermelde onderdelen en accessoires zijn niet door Mazda
geïnspecteerd en goedgekeurd tenzij dit door Mazda uitdrukkelijk wordt vermeld. Wij
kunnen niet garant staan voor de geschiktheid van dergelijke producten. Mazda kan niet
aansprakelijk gesteld worden voor enigerlei schade veroorzaakt door het gebruik van
dergelijke producten.
WAARSCHUWING
Wees voorzichtig bij het kiezen en installeren van aanvullende elektrische apparatuur,
zoals mobiele telefoons, zend- en ontvanginstallaties, stereo-systemen en auto-
alarmsystemen:
Een simpele fout bij het kiezen of het installeren van verkeerde aanvullende apparatuur
of het kiezen van een verkeerde installateur is gevaarlijk. Essentiële systemen kunnen
beschadigd worden, hetgeen het afslaan van de motor, activering van de airbag (SRS),
buiten werking treden van het ABS/TCS/DSC systeem of brand in de wagen kan
veroorzaken.
Mazda kan niet aansprakelijk gesteld worden voor dood, letsel of onkosten die het gevolg
kunnen zijn van het installeren van aanvullende niet-originele onderdelen of accessoires.
8–22
Informatie voor de eigenaar
Elektromagnetische compatibiliteit
Elektromagnetische compatibiliteit
Uw Mazda is getest en goedgekeurd inzake bepaling UNECE *1 10 welke verband houdt met
elektromagnetische compatibiliteit. Radio Frequentie (RF) zendapparatuur (bijv. mobiele
telefoons, amateur radiozenders, enz.) mag enkel in uw Mazda geïnstalleerd worden als
deze voldoet aan de parameters die in onderstaande tabel worden getoond.
*1 UNECE staat voor Economische Raad van de Verenigde Naties voor Europa (United
Nations Economic Commission for Europe).
Het is uw verantwoordelijkheid er voor te zorgen dat alle apparatuur die u heeft
geïnstalleerd voldoet aan de geldende wettelijke bepalingen. Laat alle apparatuur installeren
door deskundige monteurs.
OPGELET
Installeer geen zendontvangapparaat, microfoons, luidsprekers of enig ander voorwerp
in het werkingsbereik van het airbagsysteem.
Bevestig de antennekabel niet aan de oorspronkelijke bedrading, brandsto À eidingen of
remleidingen van de auto. Probeer zo veel mogelijk te voorkomen dat de antennekabel
parallel loopt met de bedradingsbundels.
Houd antenne- en spanningskabels op een afstand van tenminste 100 mm van
elektronische modules en airbags.
Vermijd het gebruik van de sigarettenaansteker of de insteekbus voor accessoires als
een stroomvoorziening voor RF-zendontvangapparatuur.
10–2
Index
1
120 km/h waarschuwingszoemer ........ 7-60
A
Aanbevolen olie .................................. 6-26
Aanbevolen smeermiddelen .................. 9-7
Aanpasbaar voorverlichtingssysteem
(AFS)................................................. 4-122
Accu .................................................... 6-44
Inspectie van het niveau van het accu-
elektroliet....................................... 6-46
Laden ............................................. 6-47
Onderhoudspunt ............................ 6-46
Technische gegevens ....................... 9-6
Vernieuwen .................................... 6-47
Accu is uitgeput .................................. 7-25
Starten met een hulpaccu .............. 7-25
Achterklep ........................................... 3-25
Achterruitensproeier ........................... 4-89
Achterruitenwisser .............................. 4-88
Achterruitverwarming ......................... 4-90
Achterruit ...................................... 4-90
Achterste kledinghaken ..................... 5-175
Achteruitkijkmonitor ......................... 4-243
Afstelling van de beeldkwaliteit ... 4-252
Afwijking tussen de werkelijke
wegsituatie en het weergegeven
beeld ............................................ 4-251
Gebruik van de
achteruitkijkmonitor .................... 4-248
Gebruik van de display................ 4-247
Overschakelen naar de
achteruitkijkmonitordisplay ........ 4-244
Plaats van
achteruitparkeercamera ............... 4-244
Weergavebereik op het scherm ... 4-245
Achteruitrijwaarschuwingssysteem
(RCTA).............................................. 4-155
Achterzitting ......................................... 2-9
Active Driving Display ....................... 4-43
Adaptieve LED koplampen (ALH) ... 4-123 Afmetingen ......................................... 9-11
Afstandbediende portiervergrendeling ... 3-4
Afstandherkenninghulpsysteem
(DRSS) .............................................. 4-149
Indicatie op display ..................... 4-150
Afstelbare snelheidsbegrenzer .......... 4-189
Activering/deactivering ............... 4-193
Afstelbare
snelheidsbegrenzerdisplay........... 4-190
Hoofdindicatie van afstelbare
snelheidsbegrenzer (wit) ............. 4-191
Indicatie (wit)/indicatielampje (groen)
van instelfunctie van afstelbare
snelheidsbegrenzer ...................... 4-191
Instellen van het systeem ............ 4-194
Tijdelijk annuleren van het
systeem ........................................ 4-195
Waarschuwingspieptoon
snelheidsbegrenzer ...................... 4-192
Airbagsystemen ................................... 2-45
Als de Active Driving Display niet
functioneert ......................................... 7-63
Als een waarschuwingslampje gaat
branden of knipperen .......................... 7-36
Anti-blokkeer remsysteem (ABS) ..... 4-102
Anti-diefstal beveiligingssysteem
(Met inbraaksensor) ............................ 3-57
Anti-diefstal beveiligingssysteem
(Zonder inbraaksensor) ....................... 3-62
Anti-wielspin regeling (TCS) ........... 4-103
TCS/DSC indicatielampje ........... 4-104
Asbak ................................................ 5-175
Audiobedieningsschakelaar
Afstellen van het volume .............. 5-78
Audio-uit toets ............................... 5-79
Zoektoets ....................................... 5-78
10–6
Index
Waarschuwingszoemer elektrische
handrem ......................................... 7-58
Waarschuwingszoemer
motortoerental ............................... 7-60
Waarschuwingszoemer van
stuurbekrachtiging ......................... 7-60
Waarschuwingszoemer voor
bandenspanning ............................. 7-58
Waarschuwingszoemer voor systeem
van airbag/voorspanners van voorste
veiligheidsgordels ......................... 7-54
Waarschuwingszoemer voor
veiligheidsgordel ........................... 7-55
Waarschuwing te hoge snelheid .... 7-59
Waarschuwing voor botsing .......... 7-60
Waarschuwing voor niet-
uitgeschakelde verlichting ............. 7-54
Indicatie/Indicatielampjes ................... 4-49
Indicatielampjes
Gloeibougie ................................... 4-53
Lage
motorkoelvloeistoftemperatuur ..... 4-53
Sleutel ............................................ 4-52
Inhouden ............................................... 9-8
Inrijden ................................................ 3-65
Installatie van niet-originele onderdelen en
accessoires ............................................. 8-3
Instrumentengroep .............................. 4-27
Instrumentenpaneelverlichting ............ 4-32
Interieurverlichting ........................... 5-165
Bagageruimteverlichting ............. 5-165
Kaartleeslampen .......................... 5-165
Kofferruimteverlichting .............. 5-165
Plafondlampen............................. 5-165
K
Kaartleeslampen ................................ 5-165
Kilometerteller en dagteller ................ 4-28
Kindersloten van achterportieren ........ 3-25 Kinderzitje
Categorieën kinderzitjes ................ 2-31
Installeren van een kinderzitje ...... 2-31
Installeren van kinderzitjes ........... 2-40
Tabel voor geschiktheid van
kinderzitjes voor diverse
zitposities....................................... 2-37
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van
een kinderzitje ............................... 2-25
Klimaatregelsysteem ............................. 5-2
Automatische airconditioning ....... 5-11
Automatische airconditioning met
tweevoudige werkingszone ........... 5-15
Bedieningstips ................................. 5-2
Bediening van de luchtroosters ....... 5-3
Handbediende airconditioning ........ 5-5
Klok..................................................... 5-40
Knipperautomaat
Koplampen .................................... 4-72
Waarschuwing ............................... 4-92
Kofferdeksel ........................................ 3-25
Kofferruimteverlichting .................... 5-165
Koolmonoxide ..................................... 3-36
Koplampen
Dagverlichting ............................... 4-79
Grootlicht-dimlicht ........................ 4-76
Hoogteverstelling .......................... 4-78
Knippert......................................... 4-76
Regelaar......................................... 4-72
Ruitensproeier ............................... 4-89
Thuiskomstverlichting................... 4-77
Vertrekverlichting .......................... 4-77
Koplampsproeier ................................. 4-89
Krik ....................................................... 7-7
Kruissnelheidsregelaar ...................... 4-232
Hoofdindicatie van
kruissnelheidsregelaar (wit) ........ 4-233
Instelindicatie (wit)/
Instelindicatielampje (groen) van
kruissnelheidsregelaar ................. 4-233
10–9
Index
Sleutel-in-auto-achtergelaten
waarschuwingspieptoon
(Met geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie) .............. 7-56
Sleutel-in-bagageruimte-achtergelaten
waarschuwingspieptoon
(Met geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie) .............. 7-56
Sleutels .................................................. 3-2
Sleutel-uit functie .......................... 3-10
Zender ............................................. 3-5
Sleutel-uit-auto-verwijderd
waarschuwingspieptoon ...................... 7-55
Sleutel-uit functie ................................ 3-10
Smart Brake Support remhulpsysteem
(SBS) ................................................. 4-216
Indicatielampje van Smart Brake
Support remhulpsysteem (SBS)
(rood) ........................................... 4-218
Stopzetten van de werking van het
Smart Brake Support remhulpsysteem
(SBS) ........................................... 4-218
Waarschuwing voor botsing ........ 4-218
Smering van de carrosserie ................. 6-39
Snelheidseenheidkeuzeschakelaar ...... 4-28
Snelheidsmeter .................................... 4-28
Spiegels
Binnenspiegel ................................ 3-44
Buitenspiegels ............................... 3-41
SRS airbags
Beperkingen van de SRS airbag .... 2-61
Criteria voor SRS airbag
activering ....................................... 2-60
Deactiveringsschakelaar van
voorpassagiersairbag ..................... 2-52
Onderdelen van het aanvullend
beveiligingssysteem ...................... 2-56
Werking van de SRS airbags ......... 2-57 Stadsverkeer-remassistent [Achteruit]
(SCBS R) .......................................... 4-209
Indicatielampje van stadsverkeer-
remassistent (SCBS) (Rood) ....... 4-214
Stopzetten van de werking van de
stadsverkeer-remassistent [Achteruit]
(SCBS R) ..................................... 4-214
Stadsverkeer-remassistent [Vooruit]
(SCBS F) ........................................... 4-202
Indicatielampje van stadsverkeer-
remassistent (SCBS) (Rood) ....... 4-206
Stopzetten van de werking van de
stadsverkeer-remassistent [Vooruit]
(SCBS F) ..................................... 4-207
Start-blokkeersysteem ......................... 3-55
Starten in noodgevallen
Leegraken van de brandstoftank
(SKYACTIV-D 1.5 en SKYACTIV-D
2.2) ................................................ 7-29
Starten door aanduwen .................. 7-28
Starten van een verzopen motor (MZR
1.6, SKYACTIV-G 1.5, SKYACTIV-G
2.0, en SKYACTIV-G 2.5) ............ 7-28
Starten met een hulpaccu .................... 7-25
Starten van de motor ............................. 4-6
Stekkerbus voor accessoires ............. 5-168
Stuurbekrachtiging ............................ 4-118
Stuurwiel ............................................. 3-39
Claxon ........................................... 4-92
T
Technische gegevens ............................. 9-5
Thuiskomstverlichting ........................ 4-77
Toerenteller ......................................... 4-30
10–11
Index
W
Waarschuwingen van Mazda Radar Cruise
Control (MRCC) systeem ................... 7-59
Waarschuwingsberichten die verschijnen
op de display ....................................... 7-52
Waarschuwingsknipperlichten ............ 4-92
Waarschuwingslampjes ....................... 4-47
Waarschuwingspieptoon
buitentemperatuur ............................... 7-57
Waarschuwingspieptoon elektronische
stuurvergrendeling .............................. 7-59
Waarschuwingspieptoon van
snelheidsbegrenzer .............................. 7-59
Waarschuwingspieptoon voor niet-
uitgeschakeld contact (STOP) ............. 7-55
Waarschuwingszoemer elektrische
handrem ............................................... 7-58
Waarschuwingszoemer motortoerental 7-60
Waarschuwingszoemer van
stuurbekrachtiging ............................... 7-60
Waarschuwingszoemer voor
bandenspanning ................................... 7-58
Waarschuwingszoemer voor systeem
van airbag/voorspanners van voorste
veiligheidsgordels ............................... 7-54
Waarschuwingszoemer voor
veiligheidsgordel ................................. 7-55
Waarschuwing te hoge snelheid .......... 7-59
Waarschuwing voor botsing ................ 7-60
Waarschuwing voor niet-uitgeschakelde
verlichting ........................................... 7-54
Z
Zekeringen .......................................... 6-74
Beschrijving van het paneel .......... 6-76
Vernieuwen .................................... 6-74
Zelf uit te voeren onderhoud
Openen van de motorkap .............. 6-22
Overzicht van de motorruimte ...... 6-24
Sluiten van de motorkap................ 6-23
Vernieuwen van de sleutelbatterij ... 6-47
Voorzorgsmaatregelen betreffende
onderhoudswerkzaamheden .......... 6-20
Zender ................................................... 3-5
Zittingen
Achterzitting .................................... 2-9
Hoofdsteun .................................... 2-13
Stoelverwarming ............................. 2-8
Voorzitting ....................................... 2-6
Zonnekleppen .................................... 5-165
Zonnescherm ....................................... 3-54