Interieurvoorzieningen
34
Klimaatregelsysteem (Automatische type met tweevoudige werkingszone)
Bediening van de automatische airconditioning
1. Druk op de AUTO schakelaar. De keuze van de luchtstroomfunctie, de
luchtinlaatkeuzeschakelaar en het volume van de luchtstroming wordt
automatisch geregeld.
2. Gebruik de temperatuurregelknop voor het kiezen van de gewenste temperatuur.
Druk op de OFF schakelaar om het systeem uit te schakelen.Druk de DUAL schakelaar in of draai de voorpassagierstemperatuurregelknop
voor het individueel regelen van de temperatuurinstelling voor de bestuurder en
voorpassagier.
Luchtstromingdisplay Bestuurderstemperatuurregelknop
AUTO schakelaar
Functiekeuzeregelknop
Aanjagerregelschakelaar
OFF schakelaar
Voorruitontwasemingsschakelaar
Achterruitverwarmingsschakelaar
DUAL schakelaar A/C schakelaarTemperatuurinstellingdisplay (Bestuurderszijde)
Passagierstemperatuurregelknop
Temperatuurinstellingdisplay (Passagierszijde) Functiekeuzedisplay
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 5, “Klimaatregelsysteem”.
Display van
airconditioningmodusLuchtinlaatkeuzeschakelaar
(stand voor aanvoer van
buitenlucht)
Luchtinlaatkeuzeschakelaar
(stand voor recirculerende lucht)