Page 277 of 729

Kenmerken van uw auto
176
4
Aanwijzingen voor gebruik
airconditioning
Open de ruiten een tijdje wanneer de
auto tijdens warm weer in de volle zon
geparkeerd is geweest, zodat de
warme lucht naar buiten kan.
Om het beslaan van de ruiten tijdens regenachtig weer te verminderen, kunt
u de vochtigheidsgraad in het interieur
terugbrengen door de airconditioning
in te schakelen.
Tijdens de werking van de aircondi- tioning ziet u het motortoerental zo nu
en dan iets veranderen wanneer de
aircocompressor inschakelt. Dit is een
normaal verschijnsel tijdens de
werking van het systeem.
Schakel de airconditioning iedere maand enkele minuten in om hetsysteem in een optimale staat tehouden. Na gebruik van de airconditioning kan
onder de rechterzijde van de auto een
plas heldere vloeistof gelekt zijn. Dit is
een normaal verschijnsel tijdens de
werking van het systeem.
Als de stand RECIRCULATIE wordt gebruikt wanneer het airconditionings-
systeem ingeschakeld is, wordt wel
een maximaal koeleffect bereikt, maar
kan het gebruik van deze stand
gedurende een langere tijd ertoe
leiden dat de lucht in het interieur muf
wordt.
Tijdens de werking van de aircondi- tioning ziet u het motortoerental zo nu
en dan iets veranderen wanneer de
aircocompressor inschakelt. Dit is een
normaal verschijnsel tijdens de
werking van het systeem. Interieurfilter
Het interieurfilter, dat achter het
dashboardkastje is gemonteerd, filtert de
lucht die via het verwarmings- enairconditioningssysteem naar het
interieur wordt gevoerd. Als het filter in de
loop van de tijd verstopt raakt door stof
en andere verontreinigingen, neemt de
luchttoevoer via de uitstroomopeningen
af en kan de voorruit aan de binnenzijdebeslaan, ook al is de stand
BUITENLUCHT gekozen. Als dat het
geval is, adviseren we u het interieurfilter
te laten vervangen door een officiële
HYUNDAI-dealer.
1LDA5047
Buitenlucht
Gerecirculeerde lucht
Interieurfilter Aanjager
erdamper
Kachelradiateur
Page 278 of 729
4177
Kenmerken van uw auto
✽✽AANWIJZING
Vervang het filter overeenkomstig het onderhoudsschema.
Als er onder ongunstige omstandig
-heden gereden wordt, bijvoorbeeld in
een stoffige omgeving of op slechte
wegen, moet het interieurfilter vaker
worden gecontroleerd en indien nodig
worden vervangen.
We adviseren u het systeem te laten
controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer als de
luchtopbrengst plotseling afneemt.
Sticker koudemiddel
airconditioning ❈ De werkelijke koudemiddelsticker kan
afwijken van de afbeelding. De symbolen en specificaties op de
koudemiddelsticker hebben de volgende
betekenis:
1. Type koudemiddel
2. Hoeveelheid koudemiddel
3. Type compressorolie
Welk koudemiddel er in uw auto wordt
gebruikt kunt u zien op een sticker in de
motorruimte.
Zie hoofdstuk 8 voor meer informatie
over de locatie van het
koudemiddellabel.
ODMECL2006
ODMECL2007
■
Voorbeeld
Type B
Type A
Page 279 of 729

Kenmerken van uw auto
178
4
Hoeveelheid koudemiddel en
compressorolie controleren
Als er te weinig koudemiddel in het
systeem zit, neemt de koelcapaciteit van
de airconditioning af. Een teveel aan
koudemiddel heeft ook nadelige effecten
op de werking van de airconditioning.
Daarom adviseren we u het systeem te laten controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer als het systeem niet
normaal werkt.
*: Het aircosysteem in uw auto is gevuldmet koudemiddel van het type R-134a
of R- 1234yf, in overeenstemming met
de wetgeving in uw land ten tijde van
de productie.
WAARSCHUWING
- Auto's met R-1234yf*
Omdat het koudemiddel
licht ontvlambaar is en
onder zeer hoge druk
staat, mag onderhoud
aan het aircondi
-tioningssysteem alleen
worden uitgevoerd door
geschoolde en
gecertificeerde technici.
Het is belangrijk dat het juiste type
en de juiste hoeveelheid olie en
koudemiddel worden gebruikt.
Anders kan schade aan de auto en
persoonlijk letsel ontstaan.
WAARSCHUWING - Auto's met R-134a*
Omdat het koudemiddel
onder zeer hoge druk
staat, mag onderhoud
aan het aircondi-tioningssysteem alleen
worden uitgevoerd door
geschoolde en gecertificeerde
technici. Het is belangrijk dat het
juiste type en de juiste hoeveelheid
olie en koudemiddel worden
gebruikt.
Anders kan schade aan de auto en
persoonlijk letsel ontstaan.
Page 280 of 729
4179
Kenmerken van uw auto
AUTOMATISCH VERWARMINGS- EN VENTILATIESYSTEEM (INDIEN VAN TOEPASSING)
ODM042285/ODMECL2010/OXM049141
■■Type A ■■
Type B
■■ Bediening airconditioning 3 e
zitrij (alleen type A)
1. A/C-display
2. Toets AUTO (automatische regeling)
3. Toets OFF voorste aanjager
4. Toets A/C*
5. Toets temperatuurregeling
bestuurderszijde
6. Knop voor regeling aanjagersnelheid vóór
7. Luchttoevoertoets
8. Toets temperatuurregeling passagierszijde
9. Luchtcirculatietoets
10. Dual-schakelaar voor gescheiden temperatuurregeling
11. Toets voorruitontwaseming
12. Toets achterruitverwarming
13. Toets ON/OFF airconditioning 3 e
zitrij* (voorin bediend)
14. Knop aanjagersnelheid airconditioning 3 e
zitrij*
*: indien van toepassing
OPMERKING
Wanneer de aanjager wordt bediend terwijl het contact in stand ON staat, kan de accu ontladen
raken. Bedien de aanjager wanneer de motor draait.
Page 281 of 729
Kenmerken van uw auto
180
4
ODMECL2011/ODM042286/OXM049141
■■
Type D
■■ Bediening airconditioning 3 e
zitrij (alleen type D)
■■ Type C1. Toets AUTO (automatische regeling)
2. Toets OFF voorste aanjager
3. Toets A/C*
4. Toets temperatuurregeling
bestuurderszijde
5. Knop voor regeling aanjagersnelheid vóór
6. Luchttoevoertoets
7. Toets temperatuurregeling passagierszijde
8. Luchtcirculatietoets
9. Dual-schakelaar voor gescheiden temperatuurregeling
10. Toets voorruitontwaseming
11. Toets achterruitverwarming
12. Toets ON/OFF airconditioning 3 e
zitrij* (voorin bediend)
13. Selectietoets informatiescherm verwarmings- en ventilatiesysteem
14. Knop aanjagersnelheid airconditioning 3 e
zitrij*
*: indien van toepassing
OPMERKING
Wanneer de aanjager wordt bediend terwijl het contact in stand
ON staat, kan de accu ontladen raken. Bedien de aanjager wanneerde motor draait.
Page 282 of 729

4181
Kenmerken van uw auto
Automatische verwarming en
airconditioning
1. Druk op toets AUTO.
De te gebruiken uitstroomopeningen, de aanjagersnelheid, de luchtinlaat en de
airconditioning worden automatisch
geregeld op basis van de gekozen
temperatuur.2. Stel de temperatuurregeltoets voor de
bestuurderszijde in op de gewenste
temperatuur.✽✽ AANWIJZING
Schakel de automatische werking uit door op een willekeurige toets of
schakelaar van het volgende te
drukken:
- Luchtcirculatietoets
- Toets A/C
- Toets voorruitontwaseming (Drukde toets nogmaals in om de
voorruitverwarmingsfunctie te
deselecteren. Het teken AUTO wordt
nogmaals op het informatiescherm
weergegeven.)
- Luchttoevoertoets
- Aanjagerschakelaar
De geselecteerde functie wordt
handmatig bediend terwijl de andere
functies automatisch werken.
Voor uw gemak en om de effectiviteit van het verwarmings- en
ventilatiesysteem te verbeteren kunt u
de toets AUTO gebruiken en de
temperatuur instellen op 22°C/71°F.
ODM042287
ODM042290
Page 283 of 729

Kenmerken van uw auto
182
4
✽✽
AANWIJZING
Bedek de sensor op het dashboard nooit,
zodat een optimale werking van het
verwarmings- en airconditionings
-systeem gegarandeerd blijft.
Handmatig bediende verwarming
en airconditioning
Het verwarmings- en airconditioningssysteem kan ook
handmatig geregeld worden met
drukknoppen of met andere toetsen dan
de toets AUTO. In deze stand werkt het
systeem sequentieel, afhankelijk van de
gekozen toetsen of knoppen.
1. Start de motor.
2. Zet de luchtcirculatietoets in de gewenste stand.
Voor een effectieve verwarming en
koeling:
- Verwarmen :
- Koelen :
3. Stel de temperatuur in op de gewenste waarde.
4. Schakel de stand BUITENLUCHT in met de luchttoevoertoets.
5. Zet de aanjager op de gewenste snelheid.
6. Als u de uitstromende lucht gekoeld wilt hebben, kunt u het
airconditioningssysteem aanzetten.
Druk op toets AUTO om weer over te
schakelen naar de volledig automatischeregeling.Luchtcirculatie
De luchtcirculatietoets regelt de circulatie
van de lucht door het ventilatiesysteem.
De lucht wordt op de volgende manier
over de uitstroomopeningen verdeeld: Zie de afbeelding in "Handbediend
verwarmings- en ventilatiesysteem".
ODM042336
ODM042288
Page 285 of 729

Kenmerken van uw auto
184
4
Uitstroomopeningen dashboard De uitstroomopeningen kunnen
afzonderlijk worden geopend of gesloten
met het wieltje.
Met de hendel in de ventilatieroosters
kunt u de richting van de luchtstroom uit
deze ventilatieroosters afstellen, zoals in
de afbeelding is aangegeven.
Temperatuurregeltoets
Als op de toets wordt gedrukt, neemt
de temperatuur maximaal (HIGH) toe.
Als op de toets wordt gedrukt, neemt
de temperatuur minimaal (LOW) af.
De temperatuur wordt telkens met 0,5°C
verhoogd of verlaagd. Als de laagste
temperatuur is ingesteld, zal de
airconditioning continu werken. De temperatuur afzonderlijk instellen
voor bestuurder en passagier
1. Druk op toets DUAL om de tempera-
tuur afzonderlijk te kunnen regelen
voor de bestuurderszijde en de
passagierszijde. Bovendien zal, als de
temperatuurregeltoets voor de
passagierszijde wordt ingedrukt,
automatisch de stand DUAL worden
ingeschakeld.
2. Bedien de temperatuurregeltoetsen voor de bestuurderszijde om de
temperatuur aan bestuurderszijde in te
stellen. Bedien de temperatuurregel-
toetsen voor de passagierszijde om de
temperatuur aan passagierszijde in testellen.
ODMECL2003
■
Bestuurderszijde
■Passagierszijde
ODM042291
■
Type A, B
■Type C, DODM042279