2
jumper_nl_Chap00a_Sommaire_ed01-2015
Inhoud
Lichtschakelaar 45
Ruitenwissers 48
Snelheidsregelaars
49
Snelheidsbegrenzers
55
Ontdooien en
ontwasemen
59
Verwarming/ handbediende
airconditioning
61
Automatische airconditioning
63
Extra verwarmingssystemen
65
Verwarming/ airconditioning achter
65
Programmeerbare standkachel
67
Voorstoelen
71
Voorbank
73
Achterstoelen
74
Indeling vóór
76
V
oorzieningen achter
81
V
oorzieningen aan de buitenzijde
84
Spiegels
85
Elektrisch bedienbare ruiten
86
Presentatie
4
Exterieur
6
Interieur
7
Cockpit
8
Technische gegevens - Onderhoud
10
Milieu
11
Eco-rijden
12
OVeRZICHT
1. 4-13
Configuratie van de auto 8 7
Boordcomputer 92
Tachograaf
93
Parkeerhulp achter
94
Achteruitrijcamera
95
Luchtvering
96
VOORdAT u gAAT
RIJ den2.
14-43
Afstandsbediening 14
Sleutel 16
Alarm
19
Voorportieren, schuifdeuren en
achterdeuren
20
Laadruimte
22
Instrumentenpaneel
23
Verklikkerlampjes
24
Brandstofniveaumeter
32
T
emperatuurmeter 32
Controlesysteem bandenspanning
33
Onderhoudsindicator
35
Versnellingsbak en stuurwiel
36
Schakelindicator
36
Starten en stoppen
38
W
egrijden op een helling
39
Stop & Start-systeem
40
Rijadviezen
43
Dit pictogram wijst
u op de specifieke
uitrustingen van de
Combi/Minibus. Kinderbeveiliging.Verwarming/
airconditioning achter.
Achterstoelen/-
banken. Leeslampjes.
Zijschuifruiten.
eRgOnOMIe en
COMFORT
3.
44-86 T
e CH n O l O g I e
aan BOOR d4. 87-97
6
jumper_nl_Chap01_vue-ensemble_ed01-2015
exTeRIeUR
Achteruitrijcamera 95
Derde remlicht 149, 154
Linkerzijde:
Brandstofvuldop, brandstoftank
134
Onderbreking brandstoftoevoer
135
Dop, AdBlue-reservoir
136-139
Additief AdBlue
bijvullen
140-141
Laadruimte
81-83
Achterdeuren
21
Achterlichten, richtingaanwijzers, mistachterlicht
45, 149, 153-154
Kentekenplaatverlichting
154
Parkeerhulp achter
94
Reservewiel, wiel verwisselen, krik, gereedschap
156-160
Bandenspanning
162, 182
Sneeuwkettingen
125
T
akelen, slepen
163
T
rekhaak 121-122
Verwijderbare trekhaakkogel
164-167 Afmetingen
172-176
Accessoires
124
Imperiaal, allesdragers
123
Remmen, remblokken
129, 132
Bandenspanning
162, 182
Remhulpsystemen
99-100Dynamische stabiliteitscontrole 101-104
Luchtvering
96-97 Sleutel, afstandsbediening,
batterij
14-17
Starten
18, 38-39
Centrale vergrendeling
22
Codekaart
18
Alarm
19
Ruitenwisserbladen
155
Buitenspiegels
85
Zijknipperlichten
152
Portieren openen/sluiten
20-22
Afstandsbediening
14-15
Autoclose
87, 90
Bandenreparatieset
161-162
Koplampen, richtingaanwijzers,
mistlampen
45, 149-152
Koplampverstelling
47
Koplampsproeiers
48
Lampen vervangen
149-152
Lokalisatie
7
jumper_nl_Chap01_vue-ensemble_ed01-2015
Veiligheidsgordels 106-108
Airbags 110-112
Passagiersairbag voor, uitschakelen
1
11, 114
Handrem
98
V
oorstoelen, verstellen
71-72
Stoel met demping
72
T
weezitsbank
73 Kinderzitjes
1
13-116, 119-120
12V-aansluiting, USB-aansluiting
79, 81-82 Accu (+), opladen, starten
142-144
Massapunt (-)
128, 142
Zekeringen passagierszijde
1
45, 147
InTeRIeUR
Stoelen/banken achter 74-75
Verwarming/ airconditioning achter
65-66
Schuifdeur
20
Uitklapbare treeplank
84
Zijschuifruiten
83 Binnenspiegel
85
Lane Departure W
arning System
1
05
Plafonnier cabine
80, 152
Lamp plafonnier cabine, vervangen
149, 152
ISOFIX-bevestigingen
117-118 Gereedschap, krik
76, 156
Accessoires
124
Laadruimte
81-83
●
sjorogen,
●
schot,
●
binnenimperiaal,
●
zijbekleding,
●
12V
-aansluiting,
●
plafonnier
.
Zaklamp
83
1
OVERZICHT
Lokalisatie
8
jumper_nl_Chap01_vue-ensemble_ed01-2015
COCkPIT
Instrumentenpaneel, displays, tellers 23
Verklikkerlampjes
24-31
Meters
32, 35
Opschakelindicator
36-37
Lichtschakelaar
45-47
Automatische verlichting
46
Follow me home-verlichting
46
Parkeerlichten
47
Motorkap openen
127
Zekeringen dashboard
145-146
Configuratie van de auto
87-89
T
ijd instellen
88
Koplampverstelling
47
Mistlampen voor
, mistachterlicht
45
Luchtvering
96-97
Stop & Start-systeem
40-42 Ruitenwissers voor/achter
48
Ruiten-/koplampsproeiers
48
Boordcomputer - MODE
92
Starten, contactslot
38
Hill
Start Assist
39
Snelheidsregelaars
49-51, 52-54
Snelheidsbegrenzer
55-57
V
aste snelheidsbegrenzer
58
Cockpit
4-5
Stuurwiel in diepte verstellen 37
Claxon
99
Stuurkolomschakelaars autoradio
186, 233
Buitenspiegels, ruitbediening
85-86
V
ergrendeling laadruimte
22
Aanvullende verwarmingssystemen,
airconditioning achter
6
5-66
Programmeerbare standkachel
6
7-70
Lokalisatie
12
jumper_nl_Chap01_vue-ensemble_ed01-2015
eCO-RIJden
Maak optimaal gebruik van de versnellingsbak
Als uw auto is voorzien van een handgeschakelde versnellingsbak,
rijd dan rustig weg en schakel zo snel mogelijk de tweede
versnelling in. Schakel bij het accelereren snel over naar een
hogere versnelling. De schakelindicator (indien aanwezig)
adviseert u de versnelling in te schakelen die het best geschikt is
voor de rijomstandigheden: volg het op het instrumentenpaneel
weergegeven schakeladvies zo snel mogelijk op.
kies voor een soepele rijstijl
Houd afstand van de auto's voor u, rem bij voorkeur af op
de motor in plaats van het rempedaal te gebruiken en trap
het gaspedaal geleidelijk in. Als u deze aanwijzingen naleeft,
neemt het brandstofverbruik en de CO
2-uitstoot af en wordt de
geluidsoverlast door het verkeer beperkt.
Als het verkeer goed doorstroomt, gebruik dan vanaf een snelheid
van ongeveer 30
km/h de snelheidsregelaar (indien aanwezig).
gebruik op slimme wijze de elektrische voorzieningen
Als bij het instappen blijkt dat de temperatuur in de auto hoog is
opgelopen, open dan alle ruiten en de ventilatieroosters alvorens de
airconditioning in te schakelen.
Sluit vanaf een snelheid van 50 km/h de ruiten, maar laat de
ventilatieroosters geopend.
Gebruik de voorzieningen in het interieur die de temperatuurstijging
kunnen beperken (zonneschermen, enz.).
Schakel de airconditioning uit zodra de gewenste temperatuur is
bereikt (behalve bij auto's met een automatische airconditioning).
Schakel de achterruitverwarming en de ontwaseming uit zodra deze
niet meer nodig zijn als deze niet automatisch worden aangestuurd.
Schakel de stoelverwarming zo snel mogelijk uit.
Schakel de verlichting en de mistlampen uit als het zicht
voldoende is.
Door in de dagelijkse praktijk een aantal aanwijzingen op te volgen kunt\
u het brandstofverbruik en de CO
2-uitstoot van uw auto
verminderen.
Laat de motor vooral 's winters na het starten niet stationair
warmdraaien, maar rijd zo snel mogelijk weg: uw auto warmt
sneller op als u rijdt.
Sluit als passagier zo min mogelijk multimedia-apparatuur (DVD-
speler, MP3-speler, spelcomputer, enz.) op de auto aan om het
elektriciteitsverbruik, en dus het brandstofverbruik, te beperken.
Koppel externe apparatuur los als u de auto verlaat.
Auto & Milieu
16
jumper_nl_Chap02_Pret-a-Partir_ed01-2015
SleUTel
Met de sleutel kunt u de sloten van de auto
vergrendelen en ontgrendelen, de tankdop
openen en sluiten en de motor starten en
afzetten.
BATTeRIJ AFSTAndSBedIenIng
Referentie: CR 2032/3 V.
Batterij vervangen
- Druk op de knop om de sleutel uit te
klappen.
-
Draai de schroef
1
van het gesloten
hangslot in de richting van het
geopende hangslot met een kleine
schroevendraaier.
-
Wip met de schroevendraaier de
batterijhouder 2
los. -
V
erwijder de batterij 3
en plaats de
nieuwe batterij op de juiste manier.
-
Plaats de batterijhouder
2
in de sleutel
en draai de schroef 1
vast.
W
anneer niet de voorgeschreven
batterij gebruikt wordt, kan de
afstandsbediening beschadigd raken.
Gebruik uitsluitend een door het CITROËN-
netwerk voorgeschreven batterij of een
batterij met gelijkwaardige eigenschappen.
Lever gebruikte batterijen in bij een speciaal
inzamelpunt.
Toegang tot de auto
18
jumper_nl_Chap02_Pret-a-Partir_ed01-2015
elekTROnISCHe
ST ARTB l O kke RI ng
Alle sleutels zijn voorzien van een chip voor de
elektronische startblokkering.
Dit systeem blokkeert het brandstofsysteem van
de motor en wordt automatisch ingeschakeld
zodra de sleutel uit het contact wordt verwijderd. Speel niet met de knop van de
afstandsbediening, om te voorkomen dat de
portieren per ongeluk ontgrendeld worden.
Als zich in de buurt van de
afstandsbediening andere apparaten
bevinden die in hetzelfde frequentiegebied
werken (mobiele telefoons, alarmsystemen
van gebouwen), kan de werking van de
afstandsbediening tijdelijk verstoord worden.
De afstandsbediening werkt niet als de sleutel in
het contact zit, ook niet als het contact is afgezet.
Dit geldt niet voor het opnieuw synchroniseren.
gebruiksvoorschrift
Noteer het sleutelnummer zorgvuldig. Het
CITROËN-netwerk kan dan bij verlies snel
voor een nieuwe sleutel zorgen wanneer u
dit nummer en de codekaart meebrengt.
Breng geen wijzigingen aan in de
elektronische startblokkering.Als de sleutel wordt herkend,
gaat dit verklikkerlampje uit en
kan de motor worden gestart.
Als de sleutel niet wordt herkend, kan de
motor niet worden gestart. Start de auto met
een andere sleutel en laat de defecte sleutel
controleren door het CITROËN. Bij het aanzetten van het contact moet de
code van de sleutel worden herkend door de
startblokkering.
COdekAART
De codekaart wordt u bij aflevering van
de auto samen met de twee sleutels
overhandigd.
Op deze kaart staat de identificatiecode die
het -netwerk nodig heeft bij werkzaamheden
aan de elektronische startblokkering. De
code is afgedekt, verwijder de film alleen als
dit strikt noodzakelijk is.
Bewaar de codekaart op een veilige plaats
buiten de auto.
Neem de codekaart mee wanneer u een
verre reis maakt en bewaar de kaart bij uw
persoonlijke documenten.l
et er bij het aanschaffen van een
tweedehands auto op dat:
-
u in het bezit bent van een codekaart,
-
uw sleutels door het CITROËN-netwerk
in het elektronische geheugen worden
opgeslagen, zodat u er zeker van kunt
zijn dat de in uw bezit zijnde sleutels de
enige zijn waarmee de auto kan worden
gestart.
Het rijden met vergrendelde portieren
kan in geval van nood de toegang tot
het interieur belemmeren.
Neem uit veiligheidsoverwegingen (kinderen
in de auto) de sleutel met afstandsbediening
mee als u de auto verlaat, zelfs al is dit voor
korte duur.
Toegang tot de auto
19
jumper_nl_Chap02_Pret-a-Partir_ed01-2015
Storing in de afstandsbediening
Ontgrendel de portieren met de sleutel in het
portierslot: het alarm gaat af.
Zet het contact aan; de identificatie van de
sleutelcode zorgt ervoor dat de sirene stopt.Als de portieren worden vergrendeld
met de sleutel in het portierslot, wordt
het alarm niet ingeschakeld.
Uitschakelen met de afstandsbediening
Druk op deze knop. Het
alarmsysteem wordt
uitgeschakeld op het moment dat
de auto wordt ontgrendeld.
Uitschakelen van de
wegsleepbeveiliging*
Druk op deze knop om de
bescherming uit te schakelen
(bijvoorbeeld als de auto met
ingeschakeld alarm wordt
gesleept).
De bescherming blijft ingeschakeld tot de
portieren centraal worden ontgrendeld.
AlARM
Uw auto is afhankelijk van de uitvoering
voorzien van een inbraakalarm.
Dit systeem zorgt voor:
-
een omtrekbeveiliging, dankzij sensoren
op de portieren, deuren en motorkap en
op de elektrische voeding,
-
een wegsleepbeveiliging*.
Inschakelen van het alarm
Controleer eerst of de portieren, deuren en
motorkap goed zijn gesloten.
* Volgens motoruitvoering.
gebruiksvoorschrift
Snel uitschakelen van de sirene als deze
per ongeluk is afgegaan:
-
zet het contact aan, de identificatie
van de sleutelcode zorgt ervoor dat de
sirene stopt,
-
druk op de ontgrendelknop (cabine en
sleutel) van de afstandsbediening.
Als u de auto wilt vergrendelen zonder het
alarmsysteem in te schakelen, bijvoorbeeld
om de auto te wassen, vergrendel de auto
dan met de sleutel in het slot.
Bij het ontgrendelen van de auto met
de afstandsbediening wordt de sirene
automatisch uitgeschakeld.
Druk op dit hangslot om het alarm
in te schakelen. De beveiliging
wordt na enkele seconden
ingeschakeld.
Als het alarm in de waakfase is, wordt bij een
inbraak gedurende ongeveer 30
seconden
de sirene geactiveerd, waarbij tevens de
richtingaanwijzers gaan knipperen.
Het alarm komt vervolgens terug
in de waakfase, maar het systeem
geeft op het moment dat het contact
wordt aangezet aan dat het alarm
is afgegaan door het gedurende
10
seconden branden van het verklikkerlampje
van de elektronische startblokkering.
Het alarm gaat tevens af nadat de elektrische
voeding is onderbroken en weer wordt
aangesloten.
2
Toegang tot de auto
VOORdAT u gAAT RIJden