2016 CITROEN E-MEHARI Instructieboekjes (in Dutch)

39
e-mehari_nl_Chap02_conduite_ed02-2016
ABS – ESP
Deze functies zijn rijhulpsystemen
die ervoor zorgen dat uw auto onder
moeilijke omstandigheden zijn stabiliteit
behoudt en bestuurbaar blijft.
Deze functies nemen echter niet de
verantwoordelijkheid van de bestuurder
uit handen.
Deze functies verleggen niet de
grenzen van de auto en de bestuurder
mag zich er nooit door laten verleiden
tot het nemen van meer risico's of te
hard rijden.
De bestuurder dient altijd op te blijven
letten (in verband met plotselinge
situaties waarbij de bestuurder moet
ingrijpen) en blijft altijd verantwoordelijk.Voorzorgsmaatregelen
Trap bij een noodstop het rempedaal krachtig
en volledig in.
Pompend remmen is niet nodig en heeft
geen zin.
Het ABS regelt de remkracht van het
remsysteem.
ABS (antiblokkeersysteem)
Bij hard remmen voorkomt het ABS het
blokkeren van de wielen, zodat de remweg
korter wordt en de auto bestuurbaar blijft.
Dit maakt het mogelijk om al remmend uit te
wijken.
Bovendien verkort dit systeem de remweg,
vooral op een glad wegdek (bij regen, enz.).
ABS (verklikkerlampje)
Dit verklikkerlampje gaat even branden als het
contact wordt aangezet en gaat daarna weer
uit.
Als het verklikkerlampje gaat branden tijdens
het rijden, duidt dit op een storing in het ABS.
Het remsysteem blijft dan werken zoals bij een
auto zonder ABS. Raadpleeg zo snel mogelijk
een CITROËN Erkend Reparateur of een
gekwalificeerde werkplaats.
ESP
Dit systeem helpt de auto bestuurbaar te
houden in een "moeilijke" rijsituatie (ontwijken
van een obstakel, verlies van grip in een bocht,
e n z .) .
Werkingsprincipe
Een sensor in het stuur wiel geeft het systeem
informatie over de door de bestuurder
gewenste richting.
Op verschillende andere plaatsen in de auto
bevinden zich sensoren die informatie geven
over de werkelijke koers van de auto.
Het systeem vergelijkt de door de bestuurder
gewenste richting met de werkelijke koers
en corrigeert deze indien nodig via de
remmen van een of meerdere wielen en/of het
motorkoppel.
ESP (verklikkerlampje)
Dit verklikkerlampje gaat even branden als het
contact wordt aangezet en gaat daarna weer
uit.
Het verklikkerlampje ESP knippert als het
systeem is geactiveerd om de auto zijn grip te
laten behouden.
Als het verklikkerlampje blijft branden tijdens
het rijden, duidt dit op een storing in het ESP.
Raadpleeg in dat geval zo snel mogelijk
een CITROËN Erkend Reparateur of een
gekwalificeerde werkplaats.
De werking van het systeem is merkbaar aan
een trilling in het rempedaal.
Het ABS heeft geen invloed op de "fysieke"
grip van de banden op het wegdek.
Houd daarom altijd een voorzichtige rijstijl aan
(houd voldoende afstand, enz.).
2
Het rijden

40
e-mehari_nl_Chap02_conduite_ed02-2016
Laat geen kinderen of volwassenen die
toezicht nodig hebben alleen achter in
de auto.
Laat ook geen huisdieren alleen achter
in de auto.
Zet bagage zorgvuldig vast zodat deze
niet door de auto kan slingeren of
glijden.
Laat geen bagage boven de rugleuning
van de achterbank uitsteken.
Losse bagage kan bij een noodstop
of een aanrijding ernstig letsel
veroorzaken.
Als er niet voorzichtig en op een veilige
manier met de auto wordt gereden, kunt
u de controle over de auto verliezen en
een ongeval veroorzaken.
Rijden met uw E-MEHARI
In de volgende situaties kunt u de
controle over de auto verliezen als
de bandenspanning te laag is:
●
ha
rd remmen,
●
in é

én keer het gaspedaal loslaten,
●
ee

n plotselinge stuurbeweging.
NB: Als de bandenspanning aan één
kant te laag is, heeft de auto de neiging
om naar die kant te trekken.
Ga nooit rijden onder invloed van
alcohol of drugs.
Door alcohol of drugs in het bloed
worden uw coördinatie-, reactie- en
beoordelingsvermogen verminderd.
Rijden na het gebruik van alcohol of
drugs vergroot de kans op een ongeval
met ernstig letsel bij uzelf en eventuele
andere betrokkenen.
Bovendien kunnen alcohol en drugs
de ernst van het letsel bij een ongeval
aanzienlijk vergroten. Gebruik voordat u gaat rijden geen
medicijnen die uw rijvaardigheid kunnen
beïnvloeden.
Laat uw auto niet langdurig stilstaan
met het contact in de stand "MAR".
Dit kan de actieradius van uw auto
verminderen.
Houd uw auto bij het stoppen op een
helling niet stil met behulp van het
gaspedaal.
Gebruik daarvoor het rempedaal.
Het rijden

41
e-mehari_nl_Chap03_confort_ed02-2016
Ventilatie / verwarming
Luchttoevoer
De toegevoerde lucht volgt verschillende
routes, afhankelijk van de door de bestuurder
of de passagiers geselecteerde instellingen.
De lucht in het interieur is gefilterd en is
afkomstig van buiten de auto of, als de
recirculatie is ingeschakeld, van het interieur.
(1)
Uit
stroomopeningen voor de ontdooiing/
ontwaseming van de voorruit.
(2)
Mi

ddelste ventilatieroosters.
(3)
Ve

ntilatieroosters aan de zijkant.
(4)
Uit

stroomopeningen in de voetenruimte.
(5)
Be

diening ventilatie / verwarming.
Tips met betrekking tot de ventilatie en de verwarming
Ventilatie
Neem voor een optimale werking van
de ventilatie de volgende gebruiks- en
onderhoudsadviezen in acht:
●
Le
t erop dat voor een gelijkmatige
verdeling van de lucht in het interieur de
luchtinlaatopening onder de voorruit, de
uitstroomopeningen, de ventilatieroosters
en de luchtdoorlaten vrij blijven.
●
Ki

es onder normale omstandigheden
altijd voor de toevoer van buitenlucht. Bij
langdurig gebruik van de luchtrecirculatie
in het interieur kunnen de voorruit en de
zijruiten beslaan.
Ver war ming
De ver warming werkt rechtstreeks op de
energie van de LMP®-tractiebatterij van uw
E-MEHARI.
Het gebruik van de ver warming verhoogt het
elektrische verbruik van de auto en vermindert
de actieradius.
Schakel de ver warming daarom uit zodra deze
niet meer nodig is.
De ventilatie en ver warming werken het meest
effectief als alle dakpanelen en ruiten op de
auto zijn aangebracht.
3
Uw comfort

42
e-mehari_nl_Chap03_confort_ed02-2016
Bediening van de
ver warming
Met automatische recirculatie.
(1) Knop van de luchttemperatuur.
(2) Knop van de luchtopbrengst.
(3) Knop van de luchtverdeling.
(4) Knop van de recirculatie. Met de knop van:
●
de l

uchttemperatuur (1)
kan de temperatuur
van de uitstromende lucht worden geregeld,
●
de l
uchtopbrengst (2)
kan de snelheid van
de aanjager worden geregeld,
●
de l
uchtverdeling (3)
kunnen de
uitstroomopeningen worden geselecteerd,
●
de r
ecirculatie (4)
kan worden voorkomen
dat stank, rook of andere hinder van
buitenaf tot het interieur van uw E-MEHARI
doordringt.
Knop van de
luchttemperatuur
Om de temperatuur van de
uitstromende lucht te regelen
Draai de knop naar rechts (rood) voor warme
lucht.
Draai de knop naar links (blauw) voor frisse
lucht.
Uw comfort

43
e-mehari_nl_Chap03_confort_ed02-2016
Knop van de
luchtopbrengst
Om de aanjagersnelheid te
verhogen
Draai de knop naar rechts.
Om de aanjagersnelheid te
verlagen
Draai de knop naar links.Opmerking
Zet de knop in de hoogste stand om de ruiten
zo snel mogelijk te ontdooien/ontwasemen.
Knop van de luchtverdeling
Afhankelijk van de door u geselecteerde stand
wordt de lucht geleid naar:
●
De v
entilatieroosters
●
De v

entilatieroosters en de voetenruimte
●
De v

oetenruimte
●
De v

oetenruimte en de voorruit
●
De v

oorruit (ontwaseming)
Automatische recirculatie
van de interieurlucht
Uw E-MEHARI is voorzien van een knop van
de recirculatie.
De recirculatiestand kan niet permanent
worden gebruikt omdat de ruiten dan gaan
beslaan.
Zet de knop zodra dit mogelijk is weer in de
stand voor de toevoer van buitenlucht of in
de middenstand als u het interieur sneller wilt
opwarmen.
3
Uw comfort

44
e-mehari_nl_Chap03_confort_ed02-2016
Automatische recirculatie van de
interieurlucht
Om het comfort te optimaliseren wordt de
recirculatie van de interieurlucht automatisch,
afhankelijk van de buitentemperatuur
aangestuurd.
U kunt de recirculatie handmatig activeren door
op de knop (1) te drukken.
Als de recirculatie is geactiveerd, brandt het
verklikkerlampje van de knop.
Ontwaseming
Om het interieur snel te ver warmen en te
zorgen voor een optimale verdeling van de
ventilatie over de voorruit en de zijruiten, zijn
verschillende handelingen noodzakelijk:
●
Re

gel de temperatuur met de knop voor
de temperatuurregeling (1), regel de
aanjagersnelheid met de knop voor de
luchtopbrengstregeling (2) en zet de knop
van de luchtverdeling (3) in de stand voor
de voorruitontwaseming.
●
Sc

hakel de luchtrecirculatie (4) niet in.Tip
Verlaag zodra de ruiten voldoende zijn
ontwasemd de aanjagersnelheid met de
knop voor de luchtopbrengstregeling (2)
om
het energieverbruik van uw E-MEHARI te
verminderen en de actieradius te vergroten.
Uw comfort

45
e-mehari_nl_Chap03_confort_ed02-2016
Airconditioning (optie)
Bediening verwarming en
airconditioning
(1) Regeling luchttemperatuur
(2) Regeling luchtopbrengst
(3) Regeling luchtverdeling
(4) Automatische luchtrecirculatie
(5) Airconditioning AAN/UIT De airconditioning werkt alleen effectief
als de ruiten zijn gesloten.
Als de omgevingstemperatuur lager is
dan 19°C, kan de airconditioning wel
worden ingeschakeld maar wordt hij
niet geactiveerd.
Als de airconditioning wordt
geactiveerd en de knop van de
luchtopbrengstregeling op de laagste
stand staat, regelt het systeem
automatisch de aanjagersnelheid om de
ventilatie te optimaliseren.
Condensvorming in de airconditioning
kan ertoe leiden dat zich een klein
plasje water onder de auto vormt. Dit is
een normaal verschijnsel.
Tip
Laat de airconditioning minimaal één keer
per maand functioneren om het systeem in
perfecte staat te houden.
Inschakelen van de
airconditioning
Druk om de airconditioning in te schakelen
(T° > 19°C) op de toets 5 e n draai de knop (1)
in de stand blauw.
Op het instrumentenpaneel gaat het
verklikkerlampje A/C branden.
Druk om de airconditioning uit te schakelen
nogmaals op de toets ( 5).
U kunt de automatische luchtrecirculatie
inschakelen voor een efficiëntere en snellere
werking van de airconditioning (de ruiten
worden dan echter niet ontwasemd).
3
Uw comfort

46
e-mehari_nl_Chap03_confort_ed02-2016
Binnenverlichting
(1) Microfoon Assistance-oproep
(2) Schakelaar plafonnier
(3) Plafonnier / sfeerverlichting
(4) Temperatuursensor
De plafonnier van uw E-MEHARI gaat
automatisch branden bij het openen van de
portieren en dooft als de portieren zijn gesloten
en als het contact wordt aangezet.
Handmatig inschakelen van de
plafonnier (3)
Druk op de schakelaar van de plafonnier (2) .
Handmatig uitschakelen van de
plafonnier (3)
Druk op de schakelaar van de plafonnier (2).
Met de stand Sfeerverlichting kan het interieur
van de auto blauw worden verlicht:
●
In

schakelen van de sfeerverlichting: druk op
de schakelaar van de sfeerverlichting.
●
Ui

tschakelen van de sfeerverlichting: druk
nogmaals op de schakelaar.
Controleer alvorens de auto te verlaten
of de plafonnier of de sfeerverlichting
niet blijft branden.
Beide onderdelen worden gevoed
door de 12V-accu en kunnen de accu
volledig ontladen als ze ingeschakeld
blijven.
Uw comfort