DS5_nl_Chap04_conduite_ed02-2015
Stop & Start
Werking
Overgang naar de STOP-stand
Het verklikkerlampje "ECO" op het
instrumentenpaneel gaat branden
en de motor wordt automatisch in de
STOP-stand gezet:
-
a
ls u, bij een handgeschakelde
versnellingsbak, bij een snelheid lager
dan 20
km/h of bij stilstaande auto bij
de benzine-uitvoering THP 210
en de
dieseluitvoeringen BlueHDi 115
en 120, de
versnellingshendel in de neutraalstand zet
en het koppelingspedaal loslaat,
-
a
ls u, bij een automatische transmissie ,
bij stilstaande auto het rempedaal intrapt of
de selectiehendel in de stand N zet. Als uw auto is uitgerust met
een teller, wordt de duur van de
momenten dat de motor afgezet is,
opgeteld en weergegeven. Elke keer
als u het contact opnieuw aanzet met
de knop " START/STOP
", wordt deze
teller op 0
gezet.
Tank nooit als de motor door het Stop
& Start-systeem in de STOP-stand is
gezet. Zet in dat geval altijd het contact
af met de knop " START/STOP ".
Het systeem werkt de eerste
10
seconden na het inschakelen van de
achteruitversnelling niet.
Het Stop & Start-systeem heeft geen
invloed op de werking van andere
componenten van de auto zoals de
remmen en de stuurbekrachtiging.
Het Stop & Start-systeem zet de motor tijdelijk af (STOP-stand) als u stopt (bij rood licht, opstoppingen enz.). De motor wordt automatisch gestart
(START-stand) als u weer weg wilt rijden. Het starten gebeurt direct, snel en stil.
Het Stop & Start-systeem is per fect afgestemd op stadsgebruik en zorgt voor een lager brandstofverbruik, minder uitstoot van schadelijke stoffen en
een aangename rust in het interieur tijdens het wachten.
11 9
DS5_nl_Chap04_conduite_ed02-2015
Bijzonderheden: STOP-stand niet
beschikbaar
De STOP-stand wordt niet geactiveerd als:
- d e auto op een steile helling staat
(bergopwaarts of bergafwaarts),
-
he
t bestuurderportier geopend is,
-
de
veiligheidsgordel van de bestuurder
losgemaakt is,
-
d
e auto sinds de laatste start met de knop
" START/STOP " niet sneller dan 10
km/h
heeft gereden,
-
d
e elektrische parkeerrem wordt /is
aangetrokken,
-
d
e klimaatregeling in het interieur dat niet
toelaat,
-
d
e voorruitontwaseming is ingeschakeld,
-
e
r bepaalde bijzondere omstandigheden
zijn (laadtoestand accu, motortemperatuur,
rembekrachtiging, buitentemperatuur...).
In dit geval knippert het
verklikkerlampje "ECO" een paar
seconden, waarna het uitgaat.
Deze werking van het systeem is volkomen
normaal.
Overgang naar de START-stand
Het verklikkerlampje "ECO" gaat
uit en de motor wordt automatisch
gestart:
-
a
ls u, bij een handgeschakelde
versnellingsbak , het koppelingspedaal
volledig intrapt,
-
b
ij een automatische transmissie :
●
a
ls u, met de selectiehendel in de stand
D of M , het rempedaal loslaat,
●
o
f als u, met de selectiehendel in de
stand N en het rempedaal losgelaten, de
selectiehendel in de stand D of M zet,
●
o
f als u de achteruitversnelling
inschakelt. De START-stand wordt om veiligheids- of
comfortredenen automatisch geactiveerd als:
-
he
t bestuurderportier wordt geopend,
-
de
veiligheidsgordel van de bestuurder
wordt losgemaakt,
-
d
e snelheid van de auto hoger is dan
25
km/h bij een handgeschakelde
versnellingsbak (3
km/h bij de
benzine-uitvoering THP 210
en de
dieseluitvoeringen BlueHDi 115
en 120) of
hoger is dan 3
km/h bij een automatische
transmissie,
-
d
e elektrische parkeerrem wordt
aangetrokken,
-
e
r bepaalde bijzondere omstandigheden
zijn (laadtoestand accu, motortemperatuur,
rembekrachtiging, instelling
airconditioning...).
Bijzonderheden: automatisch
activeren van de START-stand
Het verklikkerlampje "ECO" knippert
een paar seconden en gaat dan uit.
Dat onder deze omstandigheden de START-
stand wordt geactiveerd, is volkomen
normaal.
Rijden
235
DS5_nl_Chap08_info-pratiques_ed02-2015
Het monteren van elektrische apparatuur of
accessoires die niet onder een artikelnummer in het
assortiment van CITROËN voorkomen, kan leiden tot
storingen in het elektronisch systeem van uw auto en
een verhoogd stroomverbruik veroorzaken.
Houd hier rekening mee en neem contact op met een
vertegenwoordiger van het merk CITROËN om u te
laten informeren over het assortiment uitrustingen en
accessoires voorzien van een artikelnummer.Installeren van
radiocommunicatiezenders
Voordat u radiozenders met
buitenantenne als uitrusting
achteraf monteert, kunt u bij het
CITROËN-netwerk de technische
gegevens (frequentieband, maximaal
uitgangsvermogen, positie antenne,
specifieke installatievoorschriften) van
de voor montage geschikte zenders
opvragen, conform de Richtlijn
Elektromagnetische
Compatibiliteit (2004/104/EG).Afhankelijk van de lokale wetgeving
kan de aanwezigheid van bepaalde
veiligheidsuitrusting verplicht zijn:
veiligheidsvesten, gevarendriehoeken,
alcoholtests, een set reservelampen,
reservezekeringen, een brandblusser,
een verbandtrommel, spatlappen aan
de achterzijde van de auto.
In het CITROËN-netwerk kunt u ook reinigings-
en onderhoudsproducten kopen (interieur en
buitenkant) - waaronder milieuvriendelijke
producten uit de serie "TECHNATURE" -
bijvulmiddelen (ruitensproeiervloeistof...),
stiften en spuitbussen voor het bijwerken
van lakschades in de exacte kleur van de
carrosserie van uw auto, vulpatronen voor
bandenreparatieset, enz.
"Multimedia":
Bluetooth handsfree set, portable
navigatiesystemen, CD met update voor de
kaartgegevens, rijhulpsystemen, portable
videoscherm met steun, steun voor multimedia-
apparaat, 230V/50Hz-aansluiting, adapter
230
V/12 V, lader voor mobiele telefoon
(iPhone
®-compatible), telefoonhouder, Wifi, enz.
Praktische informatie
DS5_nl_Chap09_verifications_ed02-2015
Bij auto's met dieselmotor is het in het geval
van een lege brandstoftank noodzakelijk om
het brandstofsysteem te ontluchten.
Brandstoftank leeg (diesel)
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over de
dieseltankbeveiliging.
Als de motor niet direct aanslaat,
beëindig dan uw startpoging en herhaal
de procedure.
BlueHDi-motoren
F Vul de brandstoftank met minimaal 5 liter
diesel.
F
Z
et het contact aan (zonder de motor te
st a r te n).
F
W
acht ongeveer 6 seconden en zet het
contact af.
F
H
erhaal de handelingen 10
keer.
F
B
edien de startmotor om de motor te
starten.
253
DS5_nl_Chap09_verifications_ed02-2015
Additief AdBlue® en SCR-systeem
voor BlueHDi-dieselmotoren
Om het milieu zo min mogelijk te belasten en
om aan de nieuwe Euro 6 -norm te voldoen,
heeft CITROËN ervoor gekozen zijn auto's
met dieselmotor te voorzien van een systeem
waarbij het roetfilter (FAP) wordt gecombineerd
met een SCR-systeem (Selective Catalytic
Reduction) voor de behandeling van de
uitlaatgassen zonder dat de prestaties
veranderen of het brandstofverbruik toeneemt.
SCR-systeem
Met behulp van het additief AdBlue®, dat ureum bevat,
zet een katalysator tot 85% van de stikstofoxides
(NOx) om in stikstof en water, stoffen die onschadelijk
zijn voor de gezondheid en het milieu.
Het additief AdBlue® bevindt zich in een
specifiek reservoir onder de bagageruimte,
aan de achterzijde van de auto. Het reservoir
heeft een inhoud van 17
liter, goed voor een
actieradius van ongeveer 20.000
km voordat
een waarschuwingssysteem u meldt dat u
met de resterende hoeveelheid additief nog
maximaal 2400
km kunt rijden.
Om ervoor te zorgen dat het SCR-systeem
goed blijft werken, wordt bij elke periodieke
onderhoudscontrole aan uw auto in het
CITROËN-netwerk of bij een gekwalificeerde
werkplaats het reservoir van het additief
AdBlue
® bijgevuld.
Als u ver wacht tussen twee periodieke
onderhoudscontroles meer dan 20.000
km te
rijden, raden wij u aan het reservoir tussentijds
te laten bijvullen door het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats. Als het AdBlue
®-reservoir leeg is, zorgt
een wettelijk verplicht systeem ervoor
dat de motor niet opnieuw kan worden
gestart.
Als het SCR-systeem niet goed werkt,
stoot uw auto te veel schadelijke
stoffen uit, waardoor hij niet meer aan
de Euro 6-emissienorm voldoet.
Neem bij een storing in het SCR-
systeem zo snel mogelijk contact op
met het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats: na
1100
km wordt een systeem
geactiveerd dat het opnieuw starten
van de motor blokkeert.
Onderhoud
DS5_nl_Chap09_verifications_ed02-2015
Actieradiusindicatoren
Zodra de reservevoorraad van het AdBlue®-
reservoir is aangesproken of een storing in het
SCR-systeem is gesignaleerd, verschijnt bij
het aanzetten van het contact een indicator die
aangeeft hoeveel kilometer u nog ongeveer
kunt rijden voordat het opnieuw starten van de
motor automatisch wordt geblokkeerd.
Als gelijktijdig een storing wordt gesignaleerd
en het AdBlue
®-niveau laag is, wordt de laagste
actieradius weergegeven.
Als de motor mogelijk niet opnieuw kan worden gestart door een te
laag AdBlue®-niveau
Het wettelijk verplichte
startblokkeringssysteem wordt
automatisch geactiveerd zodra het
AdBlue
®-reservoir leeg is. Actieradius groter dan 2400 km
Als het contact wordt aangezet, wordt er niet
automatisch een melding over de actieradius
weergegeven op het instrumentenpaneel.
Druk op deze knop om de actieradius tijdelijk
weer te geven.
Bij een actieradius van meer dan 5000
km is de
waarde minder nauwkeurig.
255
DS5_nl_Chap09_verifications_ed02-2015
Zodra het contact wordt aangezet, gaat het
verklikkerlampje UREA branden in combinatie
met een geluidssignaal en een melding
(bijvoorbeeld " Vul brandstofadditief bij: Starten
geblokkeerd binnen 1500 km") die aangeeft
hoeveel kilometer of mijl u nog kunt rijden met
de resterende hoeveelheid additief.
Tijdens het rijden wordt de melding elke
300
km weergegeven zolang er geen additief
is bijgevuld.
Neem contact op met het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats om het additief
AdBlue
® te laten bijvullen.
U kunt het bijvullen ook zelf uitvoeren.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het bijvullen van het
additief AdBlue
®.
Actieradius tussen 600
en 2400
km
Zodra het contact wordt aangezet, gaat het
verklikkerlampje SERVICE branden en knippert
het verklikkerlampje UREA in combinatie met een
geluidssignaal en een melding (bijvoorbeeld " Vul
brandstofadditief bij: Starten geblokkeerd binnen
600
km") die aangeeft hoeveel kilometer of mijl u nog
kunt rijden met de resterende hoeveelheid additief.
Tijdens het rijden wordt de melding elke
30
seconden weergegeven zolang er geen additief
is bijgevuld.
Neem contact op met het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats om het additief AdBlue
®
te laten bijvullen.
U kunt het bijvullen ook zelf uitvoeren.
Als niet op tijd additief wordt bijgevuld, kan de motor
niet meer worden gestart.
Actieradius tussen 0 en 600 km
Als het contact wordt aangezet, gaat het
verklikkerlampje SERVICE branden en knippert
het verklikkerlampje UREA in combinatie
met een geluidssignaal en de melding " Vul
brandstofadditief bij: Starten geblokkeerd".
Het AdBlue
®-reservoir is leeg: het wettelijk
verplichte startblokkeringssysteem voorkomt
dat de motor opnieuw wordt gestart. Storing in verband met een te laag
AdBlue
® -niveau
Om de motor weer opnieuw te kunnen
starten, raden wij u aan contact op te
nemen met het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats om de
benodigde hoeveelheid additief te laten
bijvullen.
Als u zelf additief bijvult, moet het
reservoir met minimaal 3,8
liter
AdBlue
® worden gevuld.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het bijvullen van het
additief AdBlue®.
Onderhoud
257
DS5_nl_Chap09_verifications_ed02-2015
Elke keer dat het contact wordt aangezet, gaan
de verklikkerlampjes SERVICE en zelfdiagnose
motor branden en knippert het verklikkerlampje
UREA in combinatie met een geluidssignaal en
de melding "Storing emissieregeling: Starten
geblokkeerd". Starten geblokkeerd
Om de motor weer te kunnen starten, is het
noodzakelijk dat u contact opneemt met het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
U hebt de limiet van de geautoriseerde rijfase
overschreden: het startblokkerringssysteem
voorkomt dat de motor opnieuw wordt gestart.
Bevriezing van het additief AdBlue®
Het additief AdBlue® bevriest bij
temperaturen lager dan ongeveer -11°C.
Het SCR-systeem is voorzien van een
voorverwarmingssysteem voor het
AdBlue
®-reservoir waardoor u ook
in zeer koude omstandigheden kunt
blijven rijden.
Onderhoud