29
ControlelampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Additief AdBlue
®
(BlueHDi-
dieselmotor)permanent zodra het contact
is aangezet, in combinatie
met een geluidssignaal en
een melding van het aantal
kilometers dat u nog kunt
rijden.De actieradius ligt tussen
de 600 en 2400 km. Laat het AdBlue®-reservoir snel bijvullen: neem
contact op met het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats of vul zelf het reservoir bij.
+
knippert, in combinatie
met het branden van het
verklikkerlampje SERVICE,
een geluidssignaal en een
melding van het aantal
kilometers dat u nog kunt
rijden.De actieradius ligt tussen de 0 en
6 00 km. Laat het AdBlue®-reservoir zo snel mogelijk bijvullen
om storingen te voorkomen : neem contact op
met het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats of vul zelf het reservoir bij.
knippert, in combinatie
met het branden van
het verklikkerlampje
SERVICE, een
geluidssignaal en een
melding dat starten
niet is toegestaan. Het AdBlue
®-reservoir is leeg:
het starten van de motor wordt
geblokkeerd door het wettelijk
verplichte startblokkeringssysteem. Om de motor te kunnen starten moet
u het AdBlue®-
reservoir (laten) bijvullen: neem contact op met het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats
of vul zelf het reservoir bij.
U moet het additiefreservoir bijvullen met minimaal
3,8
liter AdBlue
®.
Raadpleeg voor het bijvullen of voor meer informatie over het additief AdBlue
® de desbetreffende rubriek.
Controle tijdens het rijden
ControlelampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
+
+
SCR-
emissieregelsysteem
(BlueHDi-
dieselmotor)permanent zodra het contact
is aangezet, in combinatie
met het branden van het
verklikkerlampje SERVICE
en het verklikkerlampje
zelfdiagnose motor, een
geluidssignaal en een
melding.Er is een storing in het SCR-
emissieregelsysteem. Deze waarschuwing verdwijnt zodra de uitstoot van
uitlaatgassen weer aan de normen voldoet.
knippert zodra het contact
is aangezet, in combinatie
met het branden van
het verklikkerlampje
SERVICE en het
verklikkerlampje
zelfdiagnose motor, een
geluidssignaal en een
melding met betrekking
tot de actieradius.Na bevestiging van de storing in
het emissieregelsysteem kunt u
maximaal 1100
km afleggen voordat
het systeem het starten van de motor
blokkeert. Raadpleeg zo snel mogelijk het CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats om storingen te
voorkomen
.
knippert zodra het contact
is aangezet, in combinatie
met het branden van het
verklikkerlampje SERVICE
en het verklikkerlampje
zelfdiagnose motor, een
geluidssignaal en een
melding.U hebt de actieradius overschreden
die is toegestaan na de
bevestiging van de storing in het
emissieregelsysteem: het starten van
de motor wordt geblokkeerd door het
startblokkeringssysteem. Neem verplicht
contact op met het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats om de
motor weer te kunnen starten.
33
Onderhoudsindicator
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is meer dan 3000 km
Als het contact wordt aangezet, verschijnt er
geen onderhoudsinformatie op het display van
het instrumentenpaneel.
De onderhoudsindicator geeft aan hoeveel
kilometer u nog ver wijderd bent van de
eerstvolgende onderhoudsbeurt volgens het
onderhoudsschema van de fabrikant.
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is 1000 tot 3000 km
Als het contact wordt aangezet, gaat
gedurende enkele seconden de
onderhoudssleutel branden. Een melding
op het display van het instrumentenpaneel
geeft de resterende kilometers of tijd tot de
eerstvolgende onderhoudsbeurt aan.
Voorbeeld: de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt bedraagt 2800
km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het
display van het instrumentenpaneel tijdelijk het
volgende aan:
Enkele seconden na het aanzetten van het
contact verdwijnt de sleutel .
Deze afstand wordt berekend vanaf de laatste
nulstelling van de onderhoudsindicator, op
basis van het aantal afgelegde kilometers en de
verstreken tijd sinds de laatste onderhoudsbeurt.
Bij de BlueHDi-uitvoeringen met dieselmotor
(volgens land van bestemming) heeft de
mate van vervuiling van de motorolie ook
invloed op de berekening.
Controle tijdens het rijden
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is overschreden
Als het contact wordt aangezet, gaat gedurende enkele seconden de
sleutel knipperen om aan te geven dat de onderhoudswerkzaamheden
zo spoedig mogelijk uitgevoerd moeten worden.
Voorbeeld: u hebt de afstand tot de eerstvolgende onderhoudsbeurt
met 300
km overschreden.
Als het contact wordt aangezet, geeft het display van het
instrumentenpaneel het volgende aan:
Bij de BlueHDi-uitvoeringen met
dieselmotor kan de sleutel afhankelijk
van de mate van vervuiling van de
motorolie ook eerder gaan branden, wat
afhankelijk is van de rijomstandigheden
van de auto.
De sleutel blijft branden naast de kilometerteller
om aan te geven dat er onderhoudswerkzaamheden
uitgevoerd hadden moeten worden.
Bij de BlueHDi-uitvoeringen met dieselmotor
gaat bij het aanzetten van het contact in
combinatie met deze waarschuwing ook het
verklikkerlampje Service branden.
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is minder dan 1000
km
Voorbeeld: de afstand tot de eerstvolgende onderhoudsbeurt
bedraagt 900 km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het display van het
instrumentenpaneel gedurende enkele seconden het volgende aan:
Nadat de melding is verdwenen, blijft de
sleutel branden naast de kilometerteller
om aan te geven dat er binnenkort
onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd
moeten worden.
De sleutel kan gaan branden als het interval
in tijd sinds de laatste onderhoudsbeurt, zoals
vermeld in het onderhoudsschema van de
fabrikant, is overschreden.
39
Monochroom display C
Afhankelijk van de context kan de volgende
informatie worden weergegeven:
-
d
e tijd,
-
d
e datum,
-
de
buitentemperatuur (de temperatuur
knippert bij kans op gladheid),
-
d
e grafische weergave van de parkeerhulp,
-
d
e geluidsbron waarnaar geluisterd wordt,
-
d
e informatie van de telefoon of de
handsfree kit,
-
d
e configuratiemenu's van het display en
de uitrusting van de auto. Druk op het bedieningspaneel van de Autoradio
op:
F
d
e toets A om te kiezen tussen weergave
van de audio-informatie op een volledig
scherm of de gecombineerde weergave
van de audiogegevens en de tijd,
F
d
e toets "MENU" voor toegang tot het
algemene menu ,
F
d
e toets "5" of " 6" om door de items op het
display te scrollen,
F
d
e toets "7" of " 8" om de waarde van een
instelling te wijzigen,
F
d
e toets "OK" om te bevestigen,
of
F
d
e toets "Terug" om de uitgevoerde
handeling af te breken. F
D
ruk op de toets "MENU"
om het
algemene menu weer te geven:
- "Multimedia",
-
"Telefoon",
-
"Bluetooth-verbinding".
-
"
Persoonlijke instellingen - Configuratie".
F D ruk op de toets "
7" of " 8" om het
gewenste menu te selecteren en bevestig
door op de toets "OK" te drukken.
Weergave op het display ToetsenAlgemeen menu
Controle tijdens het rijden
Als de radio is ingeschakeld, kunt u via
dit menu de functies van de radio (RDS,
Volgsysteem digitale zender, FM,RadioText
(TXT)) in- of uitschakelen en kunt u kiezen
op welke manier de media moet worden
afgespeeld (Normaal,Willekeurig, Willekeurig
alle media, Herhalen).
Raadpleeg voor meer informatie over de
functie "Multimedia" de rubriek "Audio en
datacommunicatie".
Als de radio is ingeschakeld en dit menu is
geselecteerd, kunt u de adresboeken van de
telefoon opvragen.
Raadpleeg, voor meer informatie over de
functie "Telefoon" de rubriek "Audio en
datacommunicatie".Als de autoradio is ingeschakeld, kunt u via dit
menu een Bluetooth apparaat aankoppelen
(telefoon, mediaspeler) en de aansluitmodus
ervan instellen (handsfree, audiobestanden
l eze n).
Zie voor meer informatie over de
"Bluetooth-verbinding" de rubriek "Audio en
datacommunicatie".
Als dit menu is geselecteerd, hebt u toegang tot
de volgende functies:
-
"
Parameters van auto definiëren",
-
"Taalkeuze",
-
"
Configuratie beeldscherm".
Parameters van de auto instellen
Via dit menu kunnen verschillende systemen
van de auto in- en uitgeschakeld worden:
-
"
Toegang tot de auto" (zie de rubriek
"Toegang tot de auto"):
●
"
Afstandsbed." (Alleen
bestuurdersportier ontgrendelen),
●
"
Alleen a.klep ontgrendelen" (Alleen
achterklep ontgrendelen).
Menu "Multimedia" Menu "Bluetooth-
verbinding"
Menu "Telefoon" Menu "Persoonlijke
instellingen -
Configuratie"
Menu's
Druk op een van de toetsen van het
bedieningspaneel om het desbetreffende menu
direct te openen.Rijden.
Hiermee kunnen bepaalde functies
van de auto worden geconfigureerd.
Zie de desbetreffende rubriek.
Navigatie .
Zie de rubriek "Audio en
datacommunicatie".
Radio Media .
Zie de rubriek "Audio en
datacommunicatie".
Telefoon .
Zie de rubriek "Audio en
datacommunicatie".
Internetdiensten .
De internetdiensten kunnen worden
gebruikt via een Bluetooth-, Wi-Fi-,
MirrorLink™- of CarPlay
®-verbinding.
Zie de rubriek "Audio en
datacommunicatie". Instellingen
.
Hiermee kunnen de weergave en het
systeem worden geconfigureerd.
Taal, eenheden, datum en tijd,
thema's enz. 1.
D
raaiknop voor het instellen van het
geluidsvolume.
2.
A
an / uit.
3.
B
lack panel (comfortweergave voor
nachtelijke ritten).
4.
V
eranderen van geluidsbron.
5.
T
oegang tot de audio-instellingen.
Zie de rubriek "Audio en datacommunicatie".
11 5
DS5_nl_Chap04_conduite_ed02-2015
Schakelindicator*
Bij auto's met handgeschakelde
versnellingsbak kan naast de pijl ook
de geadviseerde versnelling worden
weergegeven.Het systeem past het schakeladvies
aan de rijomstandigheden (helling,
belading van de auto, ...) en de rijstijl
van de bestuurder (veel vermogen
nodig, accelereren, remmen, ...) aan.
Het systeem zal u nooit adviseren om:
-
d
e eerste versnelling in te schakelen,
-
d
e achteruitversnelling in te
schakelen.
Bij uitvoeringen met automatische
transmissie werkt dit systeem alleen in
de handbediende stand.
* Volgens motoruitvoering.
Bij de dieseluitvoeringen BlueHDi 135
en 150
met
handgeschakelde versnellingsbak kan het
systeem u onder bepaalde rijomstandigheden
verzoeken om de versnellingsbak in de
neutraalstand te zetten, om het tijdelijk afzetten
van de motor mogelijk te maken (STOP-stand van
het Stop & Start-systeem). In dat geval wordt de
letter N weergegeven op het instrumentenpaneel.
Dit systeem geeft aan welke versnelling moet worden ingeschakeld om het brandstofverbruik te reduceren.
Werking
Afhankelijk van de rijomstandigheden en de
uitrusting van uw auto kan het systeem u
adviseren één of meer versnellingen op te
schakelen. U kunt deze aanwijzingen opvolgen
zonder de tussenliggende versnellingen in te
hoeven schakelen.
Het is niet verplicht om de aanbevolen
versnellingen ook daadwerkelijk in te schakelen.
De keuze van de optimale versnelling hangt
namelijk altijd af van de situatie op de weg, de
verkeersdrukte en de veiligheid. De bestuurder
blijft derhalve altijd zelf verantwoordelijk voor het
al dan niet opvolgen van een schakeladvies van
het systeem.
De functie kan niet worden uitgeschakeld.
Voorbeeld:
-
U r ijdt in de derde versnelling.
-
U t
rapt het gaspedaal in.
-
H
et systeem kan u in dit geval adviseren
een hogere versnelling in te schakelen.
De informatie wordt in de vorm van een pijl op
het instrumentenpaneel weergegeven.
Rijden