Page 35 of 302
33
C4-cactus_nl_Chap01_Instruments-de-bord_ed01-2015
De via dit menu toegankelijke functies zijn in de volgende tabel weergegeven.
Menu "Configuratie"
To e t sFunctie Aanwijzingen
Geluidsinst Instellen van het geluidsvolume, de balans enz.
Scherm uit Uitschakelen van het scherm van het touchscreen tablet (zwart scherm). Druk op het scherm
om het scherm weer in te schakelen.
Interactieve hulp Toegang tot het interactieve instructieboekje.
Helderheid instellen Regeling van de lichtsterkte van de dashboardverlichting.
1
Instrumentenpaneel
Page 41 of 302
39
C4-cactus_nl_Chap01_Instruments-de-bord_ed01-2015
Lichtsterkte van de dashboardverlichting
Dimmer dashboardverlichting
Hiermee kunt u de lichtsterkte van de
verlichting van het dashboard handmatig
aanpassen aan het licht van de omgeving.F
S
electeer het menu
"Configuratie" .
F
S
tel de lichtsterkte in door op de
toetsen
"+ " of " -" te drukken of door de
cursor te verplaatsen.
De dimmer kan alleen worden bediend als
het parkeerlicht van de auto is ingeschakeld.
Donker scherm
(Touchscreen tablet)
Deze functie kan worden ingesteld via het
touchscreen tablet.
F
S
electeer het menu
"Configuratie" .
F
D
ruk op "Scherm uit" .
Deze functie kan worden ingesteld via het
touchscreen tablet.
Het scherm van het touchscreen tablet gaat uit.
Druk nogmaals op het scherm (op een
willekeurig gedeelte) om het weer in te
schakelen.
1
Instrumentenpaneel
Page 58 of 302

56
C4-cactus_nl_Chap03_Ergonomie-et-confort_ed01-2015
Neem voor een optimale werking van de ver warming, ventilatie en airconditioning de
volgende gebruiksadviezen in acht:
F
L
et erop dat voor een gelijkmatige verdeling van de lucht naar het interieur de
uitstroomopening onder de voorruit, de verschillende luchtkanalen, ventilatieroosters
en overige uitstroomopeningen alsmede de ventilatieopening in de bagageruimte vrij
blijven.
F
L
et erop dat de zonnesensor op het dashboard niet wordt afgedekt. Deze sensor dient
voor de regeling van de automatische airconditioning.
F
Z
et de airconditioning minstens één tot twee keer per maand vijf tot tien minuten aan
om het systeem in per fecte staat te houden.
F
C
ontroleer regelmatig de staat van het interieur filter en laat de filterelementen periodiek
vervangen.
W
ij raden u een gecombineerd interieur filter aan. Dankzij het toegevoegde speciale
actieve middel draagt het bij tot een gezuiverde lucht voor de inzittenden en een schoon
interieur (vermindering van allergische reacties, stank en vetaanslag).
F
L
aat om de per fecte werking van de airconditioning te garanderen het systeem
regelmatig controleren zoals voorgeschreven in het garantie- en onderhoudsboekje.
F
G
ebruik de airconditioning niet als deze niet koelt en raadpleeg het CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Gebruiksadviezen voor de verwarming, ventilatie en airconditioning
Als de auto lange tijd in de zon heeft
gestaan en de temperatuur in het
interieur hoog is opgelopen, zet dan de
ruiten enige tijd open.
Zorg ervoor dat de aanjagersnelheid
voldoende hoog is ingesteld, zodat de
lucht in het interieur goed ververst wordt.
Het airconditioningssysteem is chloorvrij
en is niet schadelijk voor de ozonlaag.
Condensvorming in de airconditioning
kan ertoe leiden dat zich een klein
plasje water onder de auto vormt. Dit is
een normaal verschijnsel.
Bij een zware belasting van de motor (trekken van een aanhanger op een steile helling bij
een hoge buitentemperatuur) kan de airconditioning tijdelijk worden uitgeschakeld voor een
optimale trekkracht van de motor.
Stop & Start-systeem
De ver warming en de airconditioning
werken uitsluitend bij draaiende motor.
Als u het thermische comfort in de
auto op het door u gewenste niveau
wilt houden, kunt u tijdelijk de functie
Stop & Start uitschakelen (zie de
desbetreffende rubriek).
Ergonomie en comfort
Page 71 of 302
69
C4-cactus_nl_Chap03_Ergonomie-et-confort_ed01-2015
Voorzieningen in het interieur bij een handgeschakelde versnellingsbak
1. Zonneklep.
2. Dashboardkastje.
I
n het dashboardkastje bevindt zich een
JACK-aansluiting.
3.
1
2V-accessoireaansluiting
(max.
120 W).
4.
U
SB-aansluiting.
5.
O
pen opbergvakken.
6.
B
ekerhouders.
7.
A
rmsteun vóór met opbergvak.
(
volgens uitvoering).
8.
P
ortiervakken vóór.
9.
V
loermat.
3
Ergonomie en comfort
Page 72 of 302
70
C4-cactus_nl_Chap03_Ergonomie-et-confort_ed01-2015
Voorzieningen in het interieur bij een elektronisch gestuurde versnellingsbak
1. Zonneklep.
2. Dashboardkastje.
I
n het dashboardkastje bevindt zich een
JACK-aansluiting.
3.
1
2V-accessoireaansluiting
(max.
120 W).
4.
U
SB-aansluiting.
5.
O
pen opbergvakken.
6.
B
ekerhouder.
7.
A
rmsteun vóór.
8.
P
ortiervakken vóór.
9.
V
loermat.
Ergonomie en comfort
Page 73 of 302

71
C4-cactus_nl_Chap03_Ergonomie-et-confort_ed01-2015
Dashboardkastje
Zonneklep
De zonneklep aan de bestuurderszijde is
voorzien van een make-upspiegel met klep en
een kaarthouder (of tickethouder).In het dashboardkastje kunnen een fles mineraalwater,
de boorddocumentatie enz. worden opgeborgen.F Til, wanneer u een accessoire van
12 V (maximaal vermogen: 120 W) wilt
aansluiten, het deksel op en sluit een
geschikte adapter aan.
12V-aansluiting
F Beweeg de klep omhoog om het dashboardkastje te openen. Neem het maximale vermogen
van de aansluiting in acht (kans op
beschadiging van uw accessoire).
In het dashboardkastje bevinden zich een
JACK-aansluiting en de schakelaar voor het
uitschakelen van de airbag aan passagierszijde.
Bevestig geen voor werpen aan de
zonneklep aan passagierszijde. Deze
voor werpen kunnen bij het afgaan van
de airbag vóór (in de hemelbekleding)
letsel veroorzaken. Het aansluiten van elektrische
apparatuur die niet door CITROËN is
goedgekeurd, zoals een lader met
USB-aansluitingen, kan leiden tot
storingen in de werking van de
elektrische componenten van de auto,
zoals een slechte radio-ontvangst
of storingen in de weergave van de
displays.
3
Ergonomie en comfort
Page 99 of 302

97
C4-cactus_nl_Chap05_securite_ed01-2015
Uitschakelen airbag aan
passagierszijde
Alleen de airbag aan passagierszijde kan
worden uitgeschakeld.
F
Zet het contact af en steek de sleutel in de schakelaar
voor het uitschakelen van de airbag aan passagierszijde.
F Draai deze in de stand "OFF" .
F V er wijder de sleutel zonder de stand van
de schakelaar te veranderen.
Bij het aanzetten van het contact
brandt dit waarschuwingslampje in
het display van de veiligheidsgordels.
Het blijft branden zolang de airbag is
uitgeschakeld. Schakel voor de veiligheid van uw kind
de airbag aan passagierszijde altijd uit
als u een kinderzitje met de rug in de
rijrichting op de voorstoel plaatst.
Anders kan een kind bij het afgaan
van de airbag levensgevaarlijk gewond
raken.
Opnieuw inschakelen airbag aan
passagierszijde
Als u het met de rug in de rijrichting geplaatste
kinderzitje hebt verwijderd, zet dan met afgezet
contact de schakelaar weer op "ON" om de
airbag opnieuw in te schakelen en zo de veiligheid
van uw voorpassagier te garanderen.
Frontairbags
Activering
De airbags worden opgeblazen, behalve de
airbag aan passagierszijde wanneer deze is
uitgeschakeld, bij een ernstige frontale aanrijding
binnen (een gedeelte van) de impactzone vóór
(A),
in de lengterichting van de auto en vanaf de
voorzijde richting de achterzijde van de auto, die
zich op een horizontale ondergrond moet bevinden.
De frontairbag wordt opgeblazen tussen de
bestuurder en het stuur of tussen de passagier
voorin en het dashboard om te verhinderen dat
deze naar voren wordt geslingerd.
De frontairbags beschermen de bestuurder
en voorpassagier bij een ernstige frontale
aanrijding, om de kans op hoofd- en borstletsel
te verkleinen.
De bestuurdersairbag is geïntegreerd in
het stuur wiel en de passagiersairbag is
geïntegreerd in het dak om ruimte vrij te maken
in het dashboardkastje.
Bij het aanzetten van het contact
gaat dit waarschuwingslampje in het
display van de veiligheidsgordels
gedurende ongeveer één minuut
branden om aan te geven dat de
airbag aan passagierszijde weer is
ingeschakeld.
5
Veiligheid
Page 102 of 302

100
C4-cactus_nl_Chap05_securite_ed01-2015
Maak er een gewoonte van om normaal
rechtop in de voorstoelen te zitten.
Draag altijd een correct afgestelde
veiligheidsgordel.
Zorg dat er zich niets bevindt tussen de airbag
en de inzittenden (kinderen, huisdieren,
objecten...) en bevestig niets in de buurt van
de airbags of in het gebied waar de airbags
afgaan. Dit kan de inzittende bij het afgaan van
de airbag verwonden.
Verander niets aan de oorspronkelijke
uitvoering van uw auto, voer met name geen
wijzigingen door aan de onderdelen in de
directe nabijheid van de airbags.
Laat na een aanrijding of diefstal van uw auto
de airbagsystemen controleren.
Werkzaamheden aan airbagsystemen mogen
uitsluitend door het CITROËN-netwerk of
door een gekwalificeerde werkplaats worden
uitgevoerd.
Zelfs als alle bovenstaande voorschriften
worden nageleefd, blijft de kans bestaan op
letsel of lichte brandwonden aan het hoofd,
de borst of de armen als de airbag wordt
geactiveerd. De airbag wordt namelijk zeer
snel opgeblazen (binnen enkele milliseconden)
en loopt vervolgens even snel leeg, waarbij
de warme gassen via de daarvoor bestemde
openingen naar buiten stromen.Airbags vóór
Houd het stuur wiel niet aan de spaken
vast en laat uw handen niet op het
stuurwielkussen rusten.
De voorpassagier mag zijn voeten niet op
het dashboard laten rusten.
Rook niet in de auto. Als de airbag afgaat,
kunnen brandende sigaretten of een pijp
brandwonden of ander letsel veroorzaken.
Verwijder het stuurwiel nooit, maak geen gaten
in de stuur wielbekleding en sla er niet op.
Bevestig geen voorwerpen of stickers
op het stuur wiel, op het dashboard of op
de zonneklep aan passagierszijde. Deze
kunnen bij het afgaan van de airbags letsel
veroorzaken.
Adviezen
Zijairbags
Bedek de stoelen uitsluitend met daarvoor
goedgekeurde stoelhoezen, die in
combinatie met actieve zijairbags gebruikt
kunnen worden. Voor informatie over de
stoelhoezen die geschikt zijn voor uw auto
kunt u zich wenden tot het CITROËN-
netwerk.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de accessoires.
Bevestig nooit iets aan de rugleuning van de
stoelen (kleding...): dit zou bij het afgaan van
de airbags kunnen leiden tot verwondingen
aan armen of borstkas.
Ga niet onnodig dicht tegen het
portierpaneel zitten.
Window-airbags
Bevestig nooit iets op de hemelbekleding;
dit zou bij het afgaan van de window-airbags
kunnen leiden tot hoofdletsel.
Demonteer nooit de handgrepen van het dak
(indien aanwezig); deze maken deel uit van
de bevestiging van de window-airbags.
Houd u aan de onderstaande veiligheidsvoorschriften voor een maximale effectiviteit van de airbags:
Veiligheid