114
C4-Aircross_nl_Chap04_conduite_ed01-2014
Het bandenspanningscontrolesysteem
is een hulpsysteem; de bestuurder moet
altijd waakzaam blijven.
bandenspanningscontrolesysteem
Dit systeem controleert automatisch en permanent de spanning van de vier banden zodra het contact is aangezet.
In het ventiel van elke band (met uitzondering van het reservewiel) is een druksensor gemonteerd.
Het systeem waarschuwt de bestuurder zodra het een daling van de spanning van een of meer banden ten opzichte van de in het systeem opgeslagen
referentiespanning detecteert. Deze referentiespanning moet worden gereset als de spanning van een band is aangepast of een wiel is verwisseld.
Het systeem functioneert als de identificatiecodes van de sensoren door het CI
t
ro
Ën-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats in het systeem zijn
opgeslagen.
u k
unt twee sets banden in het geheugen van het systeem laten opslaan (bijvoorbeeld: wielen met zomerbanden en wielen met winterbanden).
ee
n te lage bandenspanning leidt ook
tot een hoger brandstofverbruik.
on
danks de aanwezigheid van dit
systeem dient u maandelijks en voor
elke lange reis de bandenspanning (ook
die van het reservewiel) handmatig te
controleren.
ee
n te lage bandenspanning heeft
een negatief effect op de wegligging,
verlengt de remweg en versnelt de
bandenslijtage, met name onder zware
omstandigheden (zware belading, hoge
snelheid, lange rit). De door de fabrikant voor uw auto
aanbevolen bandenspanning staat
vermeld op de bandenspanningssticker
(zie de rubriek "Identificatie").
De bandenspanning moet bij "koude"
banden worden gecontroleerd (auto
die langer dan 1
uur heeft stilgestaan
of na een traject van maximaal 10
km
met gematigde snelheid). Is dit niet het
geval, verhoog dan de op de sticker
vermelde waarden met 0,3
bar.
rijden
115
C4-Aircross_nl_Chap04_conduite_ed01-2014
Waarschuwing te lage
bandenspanning
bij een te lage bandenspanning
brandt dit verklikkerlampje
permanent in combinatie met de
weergave van een melding.
F
V
erlaag onmiddellijk de snelheid, maak
geen bruuske stuurbewegingen en rem niet
plotseling hard af.
F
Z
et uw auto stil zodra de verkeerssituatie
dit toelaat.
ee
n lagere bandenspanning is niet altijd
zichtbaar aan een vervorming van de
band.
b
e
perk u daarom niet alleen tot
een visuele controle. De waarschuwing wordt weergegeven
totdat de referentiespanning, na het
op spanning brengen, repareren of
vervangen van de band(en), is gereset.
Als een band of meerdere banden
is/zijn gerepareerd of vervangen,
moeten de identificatiecodes van de
sensoren door het CI
t
ro
Ën
of een
gekwalificeerde werkplaats worden
opgeslagen.
Het reservewiel is niet voorzien van een
sensor. Daarom heeft het geen zin om
het systeem te resetten na de montage
van het reservewiel.
F
C ontroleer de spanning van de vier
banden (bij koude banden) als u over een
compressor beschikt, bijvoorbeeld die van
de bandenreparatieset.
r
i
jd voorzichtig met lage snelheid verder
als u niet direct de bandenspanning kunt
controleren.
of
F
G
ebruik in geval van een lekke band
de noodreparatieset of het reservewiel
(volgens uitrusting).
Resetten van de
referentiespanning
Controleer voordat u het systeem
reset of de spanning van de vier
banden is aangepast aan de
gebruiksomstandigheden van de auto
en overeenkomt met de voorgeschreven
waarden die zijn vermeld op de
bandenspanningssticker.
Het bandenspanningscontrolesysteem
waarschuwt niet als de spanning op het
moment van resetten onjuist is.
el
ke keer dat de spanning van een of meer
banden is aangepast of een of meer wielen zijn
gewisseld, moet het systeem worden gereset.
4
rijden
116
C4-Aircross_nl_Chap04_conduite_ed01-2014
u kunt het systeem resetten via het
m enuscherm, bij aangezet contact en
stilstaande auto.
F Druk meerdere keren op de knop INFO
om "RESET" (in het menu 2/3
of 3/3,
afhankelijk van het instrumentenpaneel)
te selecteren.
F
H
oud vervolgens de knop INFO
minimaal 3
seconden ingedrukt om het
bandenspanningscontrolesysteem te
resetten.
Het knipperen van het verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel geeft aan dat het systeem
wordt gereset.
De waarschuwing voor een te lage
bandenspanning is alleen betrouwbaar als
het systeem wordt gereset op het moment dat
de vier banden de juiste spanning hebben.
Storing
Als het verklikkerlampje "te lage
bandenspanning" knippert en vervolgens
permanent brandt in combinatie met een
melding, duidt dit op een storing in het systeem.
In dat geval wordt de bandenspanning niet
meer gecontroleerd.
Deze waarschuwing wordt ook weergegeven als:
-
e
en of meer wielen niet zijn voorzien
van een sensor (bijvoorbeeld als een
reservewiel is gemonteerd),
-
d
raadloze apparatuur die gebruikmaakt
van dezelfde golflengte zich in de buurt van
de auto bevindt,
-
s
neeuw of ijs zich heeft opgehoopt in de
wielkasten of op de velgen,
-
d
e spanning van de batterij van het
bandenspanningscontrolesysteem
onvoldoende is,
-
d
e identificatiecodes van de druksensoren
van de velgen niet zijn opgeslagen door het
CI
t
ro
Ën-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats. Alle reparaties aan een wiel dat met dit
systeem is uitgerust en het vervangen
van een band moeten worden
uitgevoerd door het CI
t
ro
Ën-
netwerk
of door een gekwalificeerde werkplaats.
Wanneer de tweede in het systeem
opgeslagen set banden is gemonteerd,
wordt de waarschuwing voor een
storing weergegeven zolang de tweede
set niet in het configuratiemenu is
geselecteerd.
ra
adpleeg het CI
t
ro
Ën-
netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats om het
systeem te laten controleren of monteer
na een lekke band het wiel met de
originele velg, dat is voorzien van een
sensor.
rijden
174
C4-Aircross_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2014
F Als na ongeveer 10 minuten de juiste
spanning nog niet is bereikt, kan de band
niet worden gerepareerd; neem dan
contact op met het CI
t
ro
Ën-
netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats om u
verder te helpen.
F
M
aak de compressor los en berg de
reparatieset op.
Laat de compressor niet meer dan
10
minuten onafgebroken werken.
Als de compressor extreem warm is,
schakel hem dan onmiddellijk uit en
koppel hem los. Laat de compressor
minimaal 30
minuten afkoelen. Maak na de reparatie zo snel mogelijk
een afspraak met het CI
t
ro
Ën-
netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Vertel de technicus dat u gebruik hebt
gemaakt van de bandenreparatieset.
n
a
controle kan de technicus u vertellen of
de band gerepareerd kan worden of dat
deze vervangen moet worden.
Als de auto is voorzien van het
bandenspanningscontrolesysteem
blijft het verklikkerlampje te lage
bandenspanning branden tot het
systeem is gereset (zie de rubriek
"
ban
denspanningscontrolesysteem"). F
P
lak de sticker met de snelheidslimiet op
het middelste gedeelte van het stuurwiel.
F
G
a direct rijden maar rijd niet harder dan
80
km/h om het afdichtmiddel over de
binnenzijde van de band te verdelen. F
Z
et na 10 km of 5 minuten de auto stil en
controleer de staat van de gerepareerde
band en controleer met de compressor de
spanning van de band. Als de spanning
iets is afgenomen, moet u de band weer op
de juiste spanning brengen. Herhaal deze
handeling na 10
km of 5 minuten: als de
band niet op de juiste spanning blijft, is het
lek niet goed gedicht.
n
e
em dan contact
op met het CI
t
ro
Ën-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats om u verder te
helpen.
A
ls de spanning in orde is, draai dan
zorgvuldig de dop op het ventiel van de
band.
r
i
jd met maximaal 80 km/h naar
een dealerbedrijf dat deel uitmaakt van het
CI
t
ro
Ën-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Praktische informatie
283
C4-Aircross_nl_Chap10b_Mitsu6_ed01-2014
Niveau 1Niveau 2 Niveau 3 Aanwijzingen
Display uit
scherm uitschakelen.
r
aak het scherm aan of druk op een willekeurige toets om het weer in te
schakelen.
systeem
tijdHet instellen van de tijd door middel van het rDs-signaal, de tijdszone en de
zomertijd kiezen.
taalDe taal kiezen (english, Français, Deutsch, nederlands, Português, español, s venska, Italiano, Dansk, Vlaams, polski, n orsk).
Pareneen autorisatie kiezen "selecteer aan te sluiten apparaat", "Apparaat
registreren", "Passkey instellen: vast", "W achtwoord instellen".
eenheidDe eenheden voor de berekening van de afstand (km of mijl) en de tempe\
ratuur
(°C of °F) kiezen.
Indeling toetsenbordHet type toetsenbord voor het invoeren van gegevens kiezen (alfabet of \
pc).
reset Allestandaardwaarden (fabrieksinstelling) terugzetten.
n
a het resetten het systeem opnieuw opstarten.
tP stand-byVerkeersinformatie (tP) in- of uitschakelen.
beeldregeling Helderheidbeeldkwaliteit instellen voor wat betreft: licht, contrast, zwartbalans.Contrast
Zwartniv
k
lokscherm
Audio en telematica
4
Te r m e n l i j s t
Meldingen systeem
Betekenis / bijbehorende acties
Bluetooth setting De Bluetooth-functie instellen.
Clock screen De tijd permanent weergeven.
Color contrast Het contrast instellen.
Delete registered device Een geregistreerd apparaat
ver wijderen.
Display off Het display uitschakelen.
Folder Map.
Folder List Mappenlijst.
Info Tekstberichten van de radio
weergeven.
Lock Het toetsenbord van de telefoon
vergrendelen.
Meldingen systeem
Betekenis / bijbehorende acties
Mobile phonebook Contacten van de mobiele
telefoon.
Music Album Gegevens over de afgespeelde
track.
Music Menu Muziekmenu.
Phonebook Contactenlijst.
Random Willekeurig afspelen van alle
tracks.
RDS setting RDS instellen.
Register device Verbinding maken met /aansluiten
van een nieuw apparaat.
Repeat De afgespeelde track herhalen.
Reset all Alles resetten.
Audio en telematica
8
Meldingen systeem
Betekenis / bijbehorende acties
The Phonebook has been deleted. Contactenlijst verwijderd.
Could not connect Hands Free. Geen verbinding met handsfree-
functie mogelijk.
The mobile phone is not
connected, therefore this cannot
be carried out. Mobiele telefoon niet aangesloten,
actie niet mogelijk.
The mobile phone is in use,
therefore this cannot be carried
out. Mobiele telefoon in gebruik, actie
niet mogelijk.
Delete all items? Alle onderdelen verwijderen?
Could not connect to Hands Free,
therefore calling is not possible. Geen verbinding met handsfree-
functie mogelijk, bellen niet
mogelijk.
Incoming call, therefore calling not
possible. Inkomend gesprek, bellen niet
mogelijk.
Calling not possible. Bellen niet mogelijk.
Call in progress, therefore calling
not possible. In gesprek, bellen niet mogelijk.
Are you sure you want to restore
default settings? Standaardinstellingen herstellen?
Meldingen systeem
Betekenis / bijbehorende acties
Restore default settings?
Your personal data will be deleted.
Continue? Standaardinstellingen herstellen?
Uw persoonlijke gegevens worden
ver wijderd.
Doorgaan?
Incorrect Passcode. Wachtwoord onjuist.
Passcode was accepted.
Lock mode will be activated at next
ignition cycle. Wachtwoord geaccepteerd.
De vergrendeling wordt
geactiveerd als het contact
opnieuw wordt aangezet.
Resetting Resetten
Default settings are restored. Standaardinstellingen hersteld.
Lock mode canceled. Vergrendelingsmodus geannuleerd.
There are no active connections. Geen actieve verbinding.
Importing.. Impor t bezig...
Import failed. Import mislukt.
Import successful. Import voltooid.
.
Audio en telematica
11
Meldingen systeem
Betekenis / bijbehorende acties
Error updating.
Check data, and try again. Fout in de update.
Controleer de gegevens en
probeer het opnieuw.
Update completed. Update voltooid.
Adjustment completed. Instellen voltooid.
Image saved. Afbeelding opgeslagen.
Failed to save image. Opslaan afbeelding mislukt.
Resetting memory.
Do not turn OFF the power until
the unit restarts. Bezig met resetten geheugen.
Zet het contact niet af voordat het
systeem opnieuw is opgestart.
Information received from the
terminal saved. De van de aansluiting ontvangen
gegevens zijn opgeslagen.
Failed to save information received
from the terminal. Opslaan van de aansluiting
ontvangen gegevens mislukt.
Insufficient information received
from the terminal.
Resend the information. Onvoldoende gegevens ontvangen
van de aansluiting.
Verzend gegevens nogmaals.
Meldingen systeem
Betekenis / bijbehorende acties
Voice control ready. Spraakbediening gereed.
Voice control operation not
possible. Spraakbediening niet mogelijk.
Call in progress, therefore voice
control operation not possible. Gesprek bezig, spraakbediening
niet mogelijk.
Complete voice control. Geef spraakcommando.
Please insert the media containing
the program. Plaats het medium met het
programma.
Start programme update. Start de update van het
programma.
No update programme found. Geen update gevonden.
Update? Updaten?
Updating database.
Please wait without per forming any
operations. Bezig met update database.
A.u.b. even wachten zonder het
systeem te bedienen.