91
C4-Aircross_nl_Chap03_confort_ed01-2014
Vloermat
om de vloermat aan de bestuurderszijde
te verwijderen: schuif de bestuurdersstoel
zo ver mogelijk naar achteren en neem de
bevestigingen los.
Leg de vloermat weer terug op de pennen en
klem de bevestigingen vast. Controleer of de
vloermat goed bevestigd is.
om t
e voorkomen dat de pedalen blokkeren:
-
ma
ak uitsluitend gebruik van matten
die op de reeds in de auto aanwezige
bevestigingen passen. Het gebruik van
deze bevestigingen is verplicht.
-
l
eg nooit meerdere matten boven op elkaar.
Zonnekleppen Dashboardkastje
In het dashboardkastje kan een fles
mineraalwater, de boorddocumentatie enz.
worden opgeborgen.
F
t
r
ek de handgreep omhoog om het te
openen.
De verlichting van het dashboardkastje treedt
in werking zodra het wordt geopend.
In het dashboardkastje bevindt zich de
schakelaar voor het uitschakelen van de airbag
aan passagierszijde A .
Als uw auto is voorzien van airconditioning,
bevat het dashboardkastje een
ventilatieopening B , via welke dezelfde
gekoelde lucht als die voor het interieur wordt
aangevoerd.
Als uw auto voorzien is van het systeem
"keyless entry and start", bevat deze de
noodstartmodule C .
De zonnekleppen kunnen naar voren worden
geklapt, en naar de zijkant wanneer ze zijn
losgeklikt.
Ze zijn voorzien van een make-upspiegel en
een opbergvakje voor tickets.
3
Comfort
101
C4-Aircross_nl_Chap04_conduite_ed01-2014
Als de motor draait, kunt u de
elektronische sleutel uit de houder A
verwijderen en het dashboardkastje
sluiten.
Noodprocedure voor het starten
met de elektronische sleutel
Deze melding verschijnt
wanneer u het
bestuurdersportier opent en
de elektronische sleutel niet
verwijderd is uit de houder A . Denk eraan dat u
de elektronische sleutel meeneemt wanneer u
de auto verlaat.
F
t
r
ap bij auto's met een CV
t-
transmissie
het rempedaal in en trap bij auto's met
een handgeschakelde versnellingsbak het
koppelingspedaal volledig in.
F
D
ruk op de "START/STOP"-
knop.
Als de elektronische sleutel zich in het
detectiegebied bevindt en uw auto niet start als
u op de " START/STOP "-knop drukt:
F
o
p
en het dashboardkastje.
F
s
t
eek de elektronische sleutel in de
houder A .
Noodprocedure voor het afzetten van
de motor met de elektronische sleutel
bij het afzetten van de motor in
geval van nood zijn de rem- en
stuurbekrachtigingsfuncties niet meer
beschikbaar. Let extra goed op.
Uitsluitend in geval van nood kan
de motor direct worden afgezet. Druk hiertoe
gedurende ongeveer drie seconden op de
"START/STOP"
-knop of druk de knop 3 keer
achter elkaar in.
De motor gaat uit en de auto komt in de stand
"ACC ".
4
rijden
150
C4-Aircross_nl_Chap06_securite_ed01-2014
Airbags
De airbags zijn speciaal ontworpen om de
veiligheid van de inzittenden (uitgezonderd
de middelste passagier achter) bij ernstige
aanrijdingen te verbeteren. De airbags
vormen een aanvulling op de werking van
de veiligheidsgordels met spanbegrenzers
(behalve bij de middelste passagier achter).
De elektronische schoksensoren registreren
de frontale en zijdelingse aanrijdingen waaraan
de registratiezones voor een aanrijding worden
blootgesteld:
-
b
ij een ernstige aanrijding gaan de airbags
onmiddellijk af om de inzittenden van de
auto (uitgezonderd de middelste passagier
achter) te helpen beschermen. Direct
na de aanrijding ontsnapt het gas snel
uit de airbags, zodat het zicht niet wordt
belemmerd en de inzittenden de auto
eventueel kunnen verlaten,
-
b
ij een minder ernstige aanrijding of een
aanrijding van achteren en in bepaalde
gevallen waarbij de auto over de kop
slaat, treden de airbags niet in werking.
De veiligheidsgordels helpen u in deze
situaties voldoende te beschermen.
De airbags werken alleen als het
contact aan is.
De airbags werken slechts eenmaal.
Als er een tweede aanrijding plaatsvindt
(tijdens hetzelfde of een volgend
ongeval), worden de airbags niet meer
opgeblazen. Het activeren van (een van) de airbags
gaat gepaard met wat rook en een
knal, als gevolg van de activering van
de pyrotechnische lading die in het
systeem is geïntegreerd.
De rook is niet schadelijk, maar kan
voor personen die hier gevoelig voor
zijn, irriterend zijn.
De knal die bij het afgaan wordt
geproduceerd, kan het gehoor
gedurende een korte periode enigszins
verminderen.
Registratiezones voor een
aanrijding
A. Impactzone vóór.
B. Imp
actzone opzij.
Airbags vóór
Activering
De airbags worden opgeblazen, behalve de airbag
aan passagierszijde als deze is uitgeschakeld,
bij een ernstige frontale aanrijding binnen (een
gedeelte van) de impactzone vóór ( A), in de
lengterichting van de auto en vanaf de voorzijde
richting de achterzijde van de auto, die zich op een
horizontale ondergrond moet bevinden.
De airbag vóór wordt opgeblazen tussen het
dashboard en de inzittende om te verhinderen dat
deze naar voren klapt. De airbags vóór dragen bij aan de bescherming
van de bestuurder en de voorpassagier bij een
frontale aanrijding door de kans op letsel aan
hoofd en borst te beperken.
De bestuurdersairbag is geïntegreerd in
het stuur wiel en de passagiersairbag in het
dashboard, boven het dashboardkastje.
Veiligheid
152
C4-Aircross_nl_Chap06_securite_ed01-2014
Knie-airbag*
Activering
De knie-airbag wordt gelijktijdig met de airbags
vóór opgeblazen.
bi
j een ernstige frontale aanrijding draagt de
knie-airbag bij aan de bescherming van de
knieën van de bestuurder.
Deze airbag bevindt zich in het dashboard,
onder de stuurkolom. De zij-airbags dragen bij aan de bescherming
van de bestuurder en de voorpassagier bij een
ernstige zijdelingse aanrijding door de kans op
borstletsel te verkleinen.
el
ke zij-airbag is in het frame van de rugleuning
van de voorstoel geïntegreerd, aan de zijde van
het portier.Activering
De zij-airbag wordt aan de desbetreffende zijde
opgeblazen bij een ernstige zijdelingse aanrijding
binnen (een gedeelte van) de impactzone opzij
( B ), loodrecht op de lengteas van de auto en
vanaf de buitenzijde richting de binnenzijde van
de auto, op een horizontale ondergrond.
De zij-airbag wordt opgeblazen tussen de inzittende
vóór en het desbetreffende portierpaneel.
Registratiezones voor een
aanrijding
A. Impactzone vóór.
B. Imp actzone opzij.
* Volgens land van bestemming.
Zij-airbags
Veiligheid
154
C4-Aircross_nl_Chap06_securite_ed01-2014
Maak er een gewoonte van om normaal
rechtop in de voorstoelen te zitten.
Draag altijd een correct afgestelde
veiligheidsgordel.
Zorg dat er zich niets bevindt tussen
de airbag en de inzittenden (kinderen,
huisdieren, objecten...). Dit kan de goede
werking van de airbag belemmeren en/of
de inzittende bij het opblazen van de airbag
verwonden.
Laat na een aanrijding of diefstal van uw
auto de airbagsystemen controleren.
Werkzaamheden aan airbagsystemen
mogen uitsluitend door het CI
t
ro
Ën-
n
etwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats worden uitgevoerd.
Zelfs als alle bovenstaande voorschriften
worden nageleefd, blijft de kans bestaan
op letsel of lichte brandwonden aan het
hoofd, de borst of de armen als de airbag
wordt geactiveerd. De airbag wordt namelijk
zeer snel opgeblazen (binnen enkele
milliseconden) en loopt vervolgens even
snel leeg, waarbij de warme gassen via de
daarvoor bestemde openingen naar buiten
stromen.
Knie-airbag*
Houd uw knieën niet te dicht bij het
stuurwiel.
Airbags vóór
Houd het stuur wiel niet aan de spaken
vast en laat uw handen niet op het
stuurwielkussen rusten.
De voorpassagier mag zijn voeten niet op
het dashboard laten rusten.
ro
ok niet in de auto. Als de airbag wordt
opgeblazen, kunnen brandende sigaretten
of een pijp brandwonden of ander letsel
veroorzaken.
Verwijder het stuurwiel nooit, maak geen gaten
in de stuur wielbekleding en sla er niet op.
be
vestig geen voor werpen of stickers op
het stuur wiel of op het dashboard. Deze
kunnen bij het afgaan van de airbags letsel
veroorzaken.
Houd u aan de volgende veiligheidsvoorschriften voor een maximale effectiviteit van de airbags:
Zijairbags
bedek de stoelen uitsluitend met daarvoor
goedgekeurde stoelhoezen, die in
combinatie met actieve zijairbags gebruikt
kunnen worden. Voor informatie over de
stoelhoezen die geschikt zijn voor uw auto
kunt u zich wenden tot het CI
t
ro
Ën-
n
etwerk.
ra
adpleeg de rubriek "Accessoires".
be
vestig nooit iets aan de rugleuning van de
stoelen (kleding...): dit zou bij het afgaan van
de airbags kunnen leiden tot verwondingen
aan armen of borstkas.
Ga niet onnodig dicht tegen het
portierpaneel zitten.
* Volgens land van bestemming.
Window-airbags
bevestig nooit iets op de hemelbekleding;
dit zou bij het afgaan van de window-airbags
kunnen leiden tot hoofdletsel.
Demonteer nooit de handgrepen van het dak
(indien aanwezig); deze maken deel uit van
de bevestiging van de window-airbags.
Hang geen zware voor werpen aan de
contactsleutel, omdat deze bij het activeren
van de airbag gevaarlijke projectielen
kunnen worden.
Veiligheid
189
C4-Aircross_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2014
Zekeringen dashboard
De zekeringkast bevindt zich in het onderste
deel van het dashboard (aan de linkerkant).
Toegang tot de zekeringen
F Maak het deksel los en ver wijder het deksel volledig door dit naar u toe te trekken. Zekering Ampère
Functies
1 * 30 A
Aanjager interieur.
2 15
A
reml
ichten, derde remlicht.
3 10
A
Mistachterlichten.
4 30 A
ru
itenwissers vóór, ruitensproeier.
6 20 A
Centrale vergrendeling, elektrisch verstelbare buitenspiegels.
7 15
A
Audiosysteem, telematica, usb
-
module, handsfree set.
8 7, 5
A
sleutel met afstandbediening, elektronische eenheid airconditioning,
instrumentenpaneel, elektrisch bedienbare ruiten, regen-/
lichtsensoren, alarm, rij schakelaars, bediening op de stuurkolom.
9
15 AVerlichting interieur en instrumentenpaneel.
10 15
AAlarmknipperlichten.
11 15
A
ru
itenwisser achter.
12 7, 5
AInstrumentenpaneel, multifunctioneel display, parkeerhulp,
stoelverwarming, achterruitverwarming, elektrisch bedienbaar
zonnescherm, automatische koplampverstelling.
13 15
AAansteker, 12V-aansluiting.
15 20
A
el
ektrisch bedienbaar zonnescherm.
16 10
A
bu
itenspiegels, autoradio.
7
Praktische informatie
213
C4-Aircross_nl_Chap08_verifications_ed01-2014
niveaus controleren
Let bij werkzaamheden onder de motorkap goed op, want bepaalde delen van de motor kunnen zeer heet zijn (kans op brandwonden) en de
motorventilateur kan ieder moment aanslaan (zelfs bij afgezet contact).
Motorolieniveau
Het motorolieniveau kan worden
gecontroleerd met de oliepeilstok
die zich in de motorruimte bevindt.
ra
adpleeg de informatie over de
motorruimte voor de exacte plaats
van deze peilstok.Olie ver versen
raadpleeg het garantie- en onderhoudsboekje
v oor het verversingsinterval voor uw auto.
om
een verminderde betrouwbaarheid van
de motor en de emissieregeling te voorkomen,
is het gebruik van additieven in de motorolie
niet toegestaan.
Type motorolie
Gebruik de door de fabrikant aanbevolen
motorolie voor uw auto en motoruitvoering.
Controleer deze niveaus regelmatig en respecteer de voorwaarden zoals vermeld in het garantie- en onderhoudsboekje. Vul indien nodig bij, tenzij anders aangegeven.Laat in het geval van een sterk gedaald niveau het desbetreffende circuit controleren door het CIt roËn- netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Oliepeilstok
2 merktekens op de peilstok:
A = maxi.
ra
adpleeg het
CI
t
ro
Ën-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats
als het oliepeil boven dit
merkteken uitkomt.
B = mini.
Het motorolieniveau moet
via de vulopening worden
bijgevuld met het voor
de motor van uw auto
voorgeschreven type
motorolie. Laat het oliepeil
nooit onder dit merkteken
uitkomen.
ee
n controle van het motorolieniveau is
alleen betrouwbaar als de auto op een vlakke,
horizontale ondergrond staat en de motor ten
minste 30
minuten niet heeft gedraaid.
Het is normaal dat u tussen twee
onderhoudsbeurten door olie moet bijvullen.
CI
t
ro
Ën
adviseert u om elke 5000
km het
olieniveau te controleren en, indien nodig, olie
bij te vullen.
na h
et bijvullen zal de olieniveaumeter op het
dashboard bij het aanzetten van het contact na
30
minuten de juiste waarde aangeven.
8
onderhoud
336
C4-Aircross_nl_Chap11_index-alpha_ed01-2014
Dagrijverlichting .................................... 13 0, 18 4
Dashboardkastje ............................... ........90, 91
Dashboardverlichting (dimmer)
...................... 51
D
atacommunicatie-audio
..................... 23
8, 301
Datum instellen
............................................... 46
Derde remlicht
....................................... 18
6, 187
Dieselmotor
...................209, 211, 212, 226 -232
Dimlicht
................................................. 18
2, 18 4
Display instrumentenpaneel .....12, 19, 30 -32, 104
Display (radio)
.................................... 44, 46, 48
Dynamische stabiliteitscontrole (A
s
C)
............................ 14 4
ec
o-rijden (adviezen)
...................................... 10
el
ectronic
b
r
ake Force Distribution (
e
b
D
)
.......14
2
el
ektrisch verstelbare stoelen
........................ 72
el
ektronische remdrukregelaar (
r
e
F
)
.........142
el
ektronische sleutel
........................... 5
6, 57, 59
el
ektronisch gestuurde versnellingsbak .........10 Gereedschap
........................................
17
5 , 176
Gewichten
..............................
220-225, 227-232
Gewichten, overzicht .............
220-225, 227-232
Gordel (lampje)
.............................................
146
Gordelverstelling
...........................................
146
GP s
..............................................
254, 264, 266
Grootlicht
...............................................
182, 18 4
Identificatie auto ............................................ 235
Identificatiegegevens
....................................235
Identificatieplaatjes constructeur
.................235
Identificatie (stickers)
.................................... 23
5
Indeling achter
................................................95
Instapverlichting
............................................ 13
2
Instapverlichting buitenzijde
...........................58
Instrumentenpaneel
........................................ 12
In
terieurfilter
..................................................216
Interieurfilter (vervangen)
.............................216
Handgrepen
....................................................95
Handrem
...............................................102, 218
Handsfree telefoon
................237-239, 243-247
Hill
s
t
art Assist
...............................
...............11 0
Hoedenplank
...................................................97
Hoofdsteunen achter
...................................... 75
H
oofdsteunen verstellen
.................................73
Hoofdsteunen vóór .......................................... 73
ka
artentassen
.................................................95
ka
art (kleurendisplay)
...................................266
ka
artleeslampjes
..........................................13 8
ken
tekenplaatverlichting
......................18
6, 187
ke
yless entrée and start .....................56, 61, 99
ki
lometerteller
.................................................32ki
nderbeveiliging
..........................................170
ki
nderen
........................................................16 4
kinderen
(veiligheidsvoorzieningen) ...... 155, 156, 160, 162,
16 4, 166, 168 -170
kin
derzitjes
................... 1
55, 156, 160 -162, 169
kl
eurendisplay
..................... 250, 253, 290, 293
klok
je (instellen)
...............................
..44, 46, 48
kni
e-airbag
..............................
............. 152, 15 4
ko
elvloeistof
.................................................... 35ko
elvloeistofniveau
....................................... 214
ko
elvloeistoftemperatuur
................................ 35
ko
fferdeksel sluiten
.................................. 54, 63
ko
plampen
...............................
..................... 182
ko
plampsproeiers
......................................... 13 5
ko
plampsproeiervloeistofniveau
.................. 2
15
ko
plampverstelling
....................................... 13
3
k
rik
........................................................ 175 , 176
D
F
H
G
I
K
Flessenhouder ................................................ 90
Follow-me-home-verlichting .........................131
Foutmeldingen (autoradio)
...................332, 333
Frequentie (radio)
.......................................... 302
Functie snelweg (richtingaanwijzers)
........... 1
41
Functie
s top s tart (Auto s top Go)
................111
E
Interieurindeling ........................................ 9 0, 91
Interieurverlichting ........................................ 140
I
soF
IX (bevestigingen) .................16 4, 166, 168
I
soF
IX bevestigingen
...................16 4, 166, 168
I
soF
IX kinderzitjes
.......................16 4, 166, 168
iPhone
................................................. 2
80, 306
iPod
..................................................... 280, 306
trefwoordenregister