85
c-zero_nl_ chap08_info-pratiques_ed01-2014
Laden van de tractiebatterij
F trek aan de hendel 1 aan de linkerzijde
onder het dashboard om het klepje van
de aansluiting voor het normaal laden
(rechterzijde van de auto) te openen.
Normaal laden
Alvorens u de laadstekker aansluit, dient
u te controleren of het stopcontact dat u
wilt gebruiken conform is* en geschikt is
voor een stroomsterkte van 8
A.
controleer met name of de kwaliteit van
het stopcontact voldoende is.
er
bestaan stopcontacten die speciaal
zijn ontwikkeld voor het opladen van
elektrische voertuigen.
Het is in alle gevallen verplicht uw
installatie vooraf en vervolgens
periodiek door een specialist te laten
controleren.
er z
ijn twee mogelijkheden voor het opladen:
normaal of snel.
Het normaal laden verdient de voorkeur; dit
kunt u doen via een stopcontact bij u thuis.
Voor het snelladen is een speciale
voedingsbron nodig.
F
Z
et de selectiehendel in stand P en trek de
parkeerrem stevig aan.
F
s
c
hakel alle verbruikers uit en zet het
contact van uw auto in de stand "LOCK" .
Gebruik uitsluitend een originele
laadkabel van
c I tro
Ën.
A
ls de buitenluchttemperatuur lager
is dan -25°
c, i
s het laden wellicht niet
mogelijk. F
n
e
em de kabel uit het meegeleverde
tasje. Deze kabel heeft een speciale
stekkeraansluiting met een controlepaneeltje.
F
steek het ene uiteinde van de laadkabel in
een stopcontact dat aan de gestelde eisen
voldoet. t
i
jdens het aansluiten gaan de
3
verklikkerlampjes POWER , FA U LT en
CHARGING op het controlepaneel een ogenblik
gelijktijdig branden. Vervolgens blijft alleen het
groene verklikkerlampje POWER branden.
Gebruik geen verlengkabels,
stekkerblokken, adapters
of programmeerbare
apparatuur.
*
(bijvoorbeeld voor Frankrijk: norm
nF c 15 -100).
Als de laadkabel of het controlepaneel
beschadigd is, gebruik deze dan niet.
ne em
in dat geval of bij twijfel contact op met het
cIt
ro
Ën-
netwerk om de desbetreffende
onderdelen eventueel te laten vervangen.
In de meeste eu ropese landen
is cIt roËn e en samenwerking
aangegaan met professionele bedrijven
die uw elektrische installatie kunnen
controleren.
n
e
em voor meer informatie
contact op met het
c
It
ro
Ën-
netwerk.
8
Praktische informatie
91
c-zero_nl_ chap08_info-pratiques_ed01-2014
controleer of het snellaadapparaat met
de kabel geschikt is voor uw auto.
F
D
ruk de borglip 4 opzij om de afdekkap te
openen.
F
c
o
ntroleer of er geen vuil of vreemde delen
in de stekkeraansluiting zitten.
Snelladen*
F Zet de selectiehendel in stand P en trek de parkeerrem stevig aan.
F
s
c
hakel alle verbruikers uit en zet het
contact van uw auto in de stand "LOCK" .
F
t
r
ek aan de hendel 3 aan de linkerzijde
onder de bestuurdersstoel om het klepje
van de snellaadaansluiting (linkerzijde van
de auto) te openen.ra ak de metalen uiteinden van de
beide stekkers van de kabel niet aan.
Anders bestaat de kans op elektrocutie
en/of storingen door schade. F
s
l
uit de laadkabel op de aansluiting in de
auto aan volgens de gebruiksaanwijzing
van het snellaadapparaat.
* Volgens uitvoering.
8
Praktische informatie
114
c-zero_nl_ chap08_info-pratiques_ed01-2014
Zekeringen vervangen
De speciale tang voor het ver wijderen van
zekeringen is bevestigd aan de binnenzijde
van het deksel van de zekeringkast in het
dashboard (links).
to
egang:
F
k
l
ik het deksel los en trek het in zijn geheel
naar u toe.
F
n
e
em de zekeringentang los.
Toegang tot het gereedschap
Voordat u een zekering vervangt, dient u eerst
de oorzaak van de storing op te sporen en te
(laten) verhelpen.
F c
o
ntroleer of het contact in de stand
" LOCK " staat.
F
t
r
aceer de defecte zekering door de
geleidende draad te bekijken.
Vervangen van een zekering
Goed Defect
F
G
ebruik de speciale tang om de zekering
uit de houder te nemen.
F
V
ervang een zekering altijd door een
zekering met dezelfde stroomsterkte.
F
c
o
ntroleer of het getal op de zekeringkast
en de stroomsterkte op de zekering
overeenkomen met de waarden in de
onderstaande tabel.
cIt
ro
Ën
is niet verantwoordelijk
voor kosten die voortvloeien
uit het verhelpen van storingen
veroorzaakt door het monteren van
extra accessoires die niet door haar
aanbevolen en geleverd worden of
door voorzieningen die niet volgens
de voorschriften van
c
It
ro
Ën
zijn
gemonteerd. Dit geldt met name voor
apparatuur met een stroomverbruik van
meer dan 10
milliampère.
bi
j het ontwerp van het elektrische
circuit van uw auto is reeds rekening
gehouden met de montage van zowel de
standaarduitrusting als eventuele opties.
raadpleeg het cIt roËn- netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats voordat u andere
elektrische voorzieningen of accessoires in
de auto monteert of laat monteren.
Praktische informatie