Via de keuzehendel▷Opschakelen: keuzehendel naar achteren
trekken.▷Terugschakelen: keuzehendel naar voren
drukken.
Via de schakelpaddels op het
stuurwiel
▷Opschakelen: rechter schakelpaddel naar
voren drukken.▷Terugschakelen: linker schakelpaddel naar
voren drukken.
Drivelogic
Verschillende rijprogramma's zijn beschikbaar.
Na iedere wissel tussen sequentiële modus en
Drive-modus is telkens het laatst geselec‐
teerde programma actief.
Uitzondering: na iedere motorstart is rijpro‐
gramma 1 in de Drive-modus actief.
In de Drive-modus
Er kan gekozen worden uit drie rijprogramma's:
▷1: efficiënt rijden.▷2: ontspannen rijden.▷3: sportief rijden.
In de sequentiële modus
Er kan gekozen worden uit drie rijprogramma's:
▷1: comfortabel schakelen.▷2: sportief, snel schakelen.▷3: maximale schakelsnelheid, Launch Con‐
trol, zie pagina 85.Rijprogramma via toets in
middenconsole selecteren
Toets zo vaak indrukken tot het ge‐
wenste rijprogramma op het instru‐
mentenpaneel wordt weergegeven.
Rijprogramma via M Drive selecteren Op het Control Display:
1."Instellingen"2."M Drive 1" of "M Drive 2"3. Symbool selecteren.4."Modus"5.Controller draaien tot de gewenste instel‐
ling is bereikt en controller indrukken.▷"D": drive-modus.▷"S": sequentiële modus.6."Schakelstand"7.Controller draaien tot de gewenste instel‐
ling is bereikt en controller indrukken.8.Evt. verdere rijprogramma's instellen.
Instelling wordt bij actieve M Drive direct
overgenomen.
Om gewenste M Drive met de geselecteerde
instellingen te activeren, betreffende toets op
het stuurwiel indrukken:
▷▷Seite 84BedieningRijden84
Online Edition for Part no. 01 40 2 964 071 - VI/15
M Motordynamiekcontrole
Principe De M Motordynamiekcontrole beïnvloedt het
reageren van de auto op gaspedaalbewegin‐ gen.
Programma Instelmogelijkheden van het reactiegedrag:▷"Efficient": efficiënt, comfortabel. Gemini‐
maliseerd verbruik.
Ideaal voor bijv. stadsverkeer of in de
sneeuw.▷"Sport": sportief, dynamisch.▷"Sport Plus": spontaan, direct. Maximale
dynamiek.
Programma selecteren
Over M Drive
Op het Control Display:
1."Instellingen"2."M Drive 1" of "M Drive 2"3. Symbool selecteren.4.Gewenst programma selecteren.
Instelling wordt bij actieve M Drive direct
overgenomen.
Om gewenste M Drive met de geselecteerde
instellingen te activeren, betreffende toets op
het stuurwiel indrukken:
▷▷Met toetsen
Toets zo vaak indrukken tot het gewen‐
ste programma op het instrumentenpa‐
neel wordt weergegeven.
Het controlelampje op het
instrumentenpaneel
Motordynamiekcontrole met geselec‐
teerd programma bij geactiveerde
weergave van de systeemtoestanden
van de rijdynamiek, zie pagina 95.
Seite 86BedieningRijden86
Online Edition for Part no. 01 40 2 964 071 - VI/15
▷Datum, zie pagina 93.▷Digitale snelheidsmeter, zie pagina 93.▷Energieterugwinning, zie pagina 94.▷Versnellingsaanduiding met Drivelogic, zie
pagina 93.▷Kilometer/dagteller, zie pagina 92.▷Meldingen, bijv. Check-Control, zie pa‐
gina 88.▷Momenteel verbruik, zie pagina 94.▷Navigatieweergave, zie Handleiding bij na‐
vigatie-, entertainment- en communicatie‐
systeem.▷Actieradius, zie pagina 94.▷Benodigd onderhoud, zie pagina 95.▷Snelheidslimietinformatie, zie pagina 97.▷Systeemtoestanden van rijdynamiek, zie
pagina 95.▷Tijd, zie pagina 93.
Check-Control
Principe Check-Control controleert functies in de autoen geeft een melding als in de bewaakte syste‐
men een storing is opgetreden.
Op het instrumentenpaneel en op het Head-
Up-Display wordt een Check-Control-melding
weergegeven als een combinatie van controle-
of waarschuwingslampjes en textuele meldin‐
gen.
Tevens klinkt er evt. een akoestisch signaal en
verschijnt er een tekstbericht op het Control
Display.
Controle- en waarschuwingslampjes
Algemeen
Controle- en waarschuwingslampjes op het in‐
strumentenpaneel kunnen in verschillende
combinaties en kleuren gaan branden.
Van sommige lampen wordt bij het starten van
de motor of inschakelen van het contact de
werking gecontroleerd, waarbij deze even kort
branden.
Rode lampjes
Gordelherinnering De veiligheidsgordel aan de bestuur‐
derszijde is niet omgedaan. Bij som‐
mige landuitvoeringen: passagiersgor‐
del niet omgegespt of voorwerpen herkend op
de passagiersstoel.
Knipperen of continu brandend: veiligheids‐
gordel aan de bestuurders- of passagierszijde
is niet omgedaan. De gordelherinnering kan
ook in werking treden als er voorwerpen op de
passagiersstoel liggen.
Controleren of de veiligheidsgordel correct is
omgedaan.
Gordelherinnering voor de achterbank Rood: de veiligheidsgordel van de be‐
treffende zitplaats op de achterbank is
niet vastgemaakt.
Groen: de veiligheidsgordel van de betreffende
zitplaats op de achterbank is vastgemaakt.
Airbagsysteem Airbagsysteem en gordelspanner zijn
mogelijk defect.
Auto direct door een Service Partner of
een gekwalificeerde specialist laten controle‐
ren.
Parkeerrem Parkeerrem is vastgezet.
Voor meer informatie, zie Parkeerrem
loszetten, zie pagina 75.Seite 88BedieningWeergaven88
Online Edition for Part no. 01 40 2 964 071 - VI/15
GrootlichtassistentGrootlichtassistent is ingeschakeld.
Het grootlicht wordt afhankelijk van de
verkeerssituatie automatisch in- en uit‐
geschakeld.
Voor meer informatie, zie Grootlichtassistent,
zie pagina 108.
Snelheidsregeling Systeem is ingeschakeld. De snelheiddie met de bedieningselementen op
het stuurwiel is ingesteld wordt aange‐
houden.
Automatic Hold De functie is geactiveerd. De auto
wordt bij stilstand automatisch op zijn
plaats gehouden.
Voor meer informatie, zie Automatic Hold, zie
pagina 75.
Blauwe lampjes
Grootlicht Grootlicht is ingeschakeld.
Voor meer informatie, zie Grootlicht, zie
pagina 78.
Algemene lampjes Check-Control Minimaal één Check-Control-melding
wordt weergegeven of is opgeslagen.
M Drive M Drive 1 is geactiveerd.
M Drive 2 is geactiveerd.Tekstmeldingen Tekstmeldingen in combinatie met een sym‐
bool op het instrumentenpaneel geven uitleg
over een Check-Control-melding en de bete‐
kenis van de controle- en waarschuwingslamp‐
jes.
Aanvullende tekstmeldingen
Meer informatie, bijv. over de oorzaak van een
storing en de noodzaak tot ingrijpen, kan wor‐
den opgeroepen via Check-Control.
Bij dringende meldingen wordt de aanvullende
tekst automatisch op het Control Display ge‐
toond.
Symbolen
Afhankelijk van de Check-Control-melding kunnen de volgende functies geselecteerd
worden.▷ "Handleiding"
Bijkomende informatie over de Check-
Control-melding weergeven in de geïnte‐
greerde handleiding.▷ "Serviceaanmelding"
Contact opnemen met een Service Partner
of een gekwalificeerde specialist.▷ "Pechhulp"
Contact opnemen met de Mobile Service.
Check-Control-meldingen
onderdrukken
Toets op de richtingaanwijzerschakelaar in‐
drukken.
Seite 91WeergavenBediening91
Online Edition for Part no. 01 40 2 964 071 - VI/15
▷Enkele Check-Control-meldingen worden
permanent weergegeven en blijven zicht‐
baar, totdat de storing is opgelost. Bij
meerdere gelijktijdige storingen worden de
meldingen na elkaar weergegeven.
Deze meldingen kunnen gedurende ca.
8 seconden onzichtbaar worden gemaakt.
Hierna worden deze weer automatisch
weergegeven.▷Andere Check-Control-meldingen verdwij‐
nen na ca. 20 seconden automatisch. Zij
blijven opgeslagen en kunnen opnieuw
worden weergegeven.
Opgeslagen Check-Control-
meldingen weergeven
Op het Control Display:
1."Auto-info"2."Autostatus"3. "Check Control"4.Tekstmelding selecteren.
Meldingen aan het einde van de rit
Bepaalde meldingen die tijdens het rijden zijn weergegeven worden na het uitschakelen van
het contact opnieuw weergegeven.
Brandstofmeter Het hellen van de auto kan tot
schommelingen in de weergave
leiden.
De pijl naast het benzinepomp‐
symbool toont, afhankelijk de
uitvoering, aan welke kant van de auto de tank‐
dopklep zit.
Aanwijzingen voor tanken, zie pagina 210.
Toerenteller
Vermijd beslist toerentallen in
het rode waarschuwingsgebied.
In dit gebied wordt ter bescher‐
ming van de motor de brand‐
stoftoevoer onderbroken.
Motorolietemperatuur▷Koude motor: de wijzer staat
op de laagste temperatuur‐
waarde. Rij met gering toe‐
rental en matige snelheid.▷Normale bedrijfstempera‐
tuur: de wijzer bevindt zich in
het midden of in de linker‐
helft van de temperatuurme‐
ter.▷Hete motor: de wijzer staat op de hoogste
temperatuurwaarde. Bovendien wordt een
Check-Control-melding weergegeven.
Koelvloeistoftemperatuur
Indien de koelvloeistof en daarmee de motor te
heet wordt, verschijnt er een Check-Control-
melding.
Kilometer- en dagteller Weergave
▷Kilometerteller, pijl 1.▷Dagteller, pijl 2.Seite 92BedieningWeergaven92
Online Edition for Part no. 01 40 2 964 071 - VI/15
Kilometers weergeven/resettenToets indrukken.▷Bij uitgeschakeld contact
worden de tijd, buitentem‐
peratuur en kilometerteller
weergegeven.▷Bij ingeschakeld contact wordt de dagteller
teruggezet.
Buitentemperatuur
Daalt de weergave tot +3 ℃ of
lager, dan klinkt een signaal.
Er wordt een Check-Control-
melding weergegeven.
Het gevaar voor gladheid is toe‐
genomen.
WAARSCHUWING
Ook bij temperaturen boven +3 ℃ kan
gevaar voor gladheid bestaan, bijv. op bruggen
of schaduwrijke weggedeelten. Er bestaat ge‐
vaar voor ongevallen. Bij lage temperaturen de
rijstijl aanpassen aan de weersomstandighe‐
den.◀
Tijd De tijd wordt onderaan op het
instrumentenpaneel weergege‐
ven.
Tijd en weergavevorm van de tijd instellen, zie pagina 102.
Datum De datum wordt op de boord‐
computer weergegeven.
Datum en weergavevorm van de
datum instellen, zie pagina 102.
Digitale snelheidsmeter
Weergave De actuele snelheid wordt op
het instrumentenpaneel weer‐
gegeven.
Weergave activeren1."Instellingen"2."Info-display"3."Digitale snelheidsmeter"
Eenheid instellen
1."Instellingen"2."Taal/eenheden"3."Dig. meter:"4.Gewenste eenheid selecteren.
De instelling wordt voor het momenteel ge‐
bruikte profiel opgeslagen.
Versnellingsaanduiding met
Drivelogic
Sequentiële modus
▷Ingeschakelde versnelling,
pijl 1.▷Geselecteerd rijprogramma,
Drivelogic, zie pagina 84,
pijl 2.
Drive-modus
▷Ingeschakelde versnelling
samen met een D, pijl 1.▷Geselecteerd rijprogramma,
Drivelogic, zie pagina 84,
pijl 2.Seite 93WeergavenBediening93
Online Edition for Part no. 01 40 2 964 071 - VI/15
ActieradiusWeergave Bij een geringe resterende ac‐
tieradius:▷Er wordt kort een Check-
Control-melding weergege‐
ven.▷Op de boordcomputer wordt de resterende
actieradius weergegeven.▷Bij een dynamische rijstijl, bijv. snel rijden
in een bocht, is het functioneren van de
motor niet gewaarborgd niet altijd gega‐
randeerd.
Bij een bereik van minder dan ca. 50 km wordt
de Check-Control-melding voortdurend weer‐
gegeven.
ATTENTIE
Bij een actieradius onder 50 km kan de
brandstoftoevoer naar de motor in gevaar ko‐
men. Het functioneren van de motor is niet
meer gewaarborgd. Er bestaat gevaar voor
schade. Op tijd tanken.◀
Met navigatiesysteem: reikwijdte bij
actieve routebegeleiding
Afhankelijk van de uitvoeringwordt bij actieve routebegelei‐
ding de resterende reikwijdte bij
het bereiken van de bestem‐
ming weergegeven.
Momenteel verbruik
Weergave Afhankelijk van de uitrusting kan
het huidige brandstofverbruik op
het instrumentenpaneel worden
weergegeven. Er kan worden
gecontroleerd hoe zuinig en milieubewust
wordt gereden.
Momenteel verbruik weergeven1."Instellingen"2."Info-display"3.Evt. "M rijdynamieksystemen"
De weergave voor momenteel verbruik
is actief.
Weergave van de rijdynamieksyste‐
men, zie pagina 95.
De weergavebalk voor het momenteel verbruik
wordt op het instrumentenpaneel weergege‐
ven.
Energieterugwinning Weergave Bewegingsenergie van de auto
wordt tijdens de autoaandrijving in omgezet in elektrische ener‐gie. De accu wordt gedeeltelijk
geladen en het brandstofver‐
bruik kan worden verlaagd.
Energieterugwinning weergeven
1."Instellingen"2."Info-display"3.Evt. "M rijdynamieksystemen"
De weergave voor energieterugwinning
is actief.
Weergave van de rijdynamieksyste‐
men, zie pagina 95.
Seite 94BedieningWeergaven94
Online Edition for Part no. 01 40 2 964 071 - VI/15
Weergave EfficientDynamicsEfficientDynamics afbeelden Tijdens de rit kan informatie over verbruik en
techniek worden weergegeven.1."Auto-info"2."EfficientDynamics"
Verbruiksgeschiedenis weergeven
Het gemiddelde verbruik kan binnen een in‐
stelbare periode worden weergegeven.
"Verbruiksgeschiedenis"
Periode verbruiksgeschiedenis
instellen
Symbool selecteren.
Verbruiksgeschiedenis resetten
1."Opties" oproepen.2."Verbruiksgesch. terugz."
EfficientDynamics-info weergeven De momentele werking kan worden weergege‐
ven.
"EfficientDynamics Info"
De volgende systemen worden weergegeven:
▷Automatische start-stop-functie.▷Energieterugwinning.▷Vermogen van de airconditioning.
Rijdynamieksystemen
Weergave De systeemtoestanden van de
rijdynamiek worden op het in‐
strumentenpaneel weergege‐
ven.
SymbolenBeschrijvingM-motordynamiekcontrole, zie
pagina 86.Vertical Dynamic Control, zie pa‐
gina 142Servotronic, zie pagina 143.
Weergave activeren
1."Instellingen"2."Info-display"3.Evt. "M rijdynamieksystemen"
De weergave voor de rijdynamieksys‐
temen is actief.
Afbeelding Huidig verbruik, zie pa‐
gina 94, en Energieterugwinning, zie pa‐
gina 94.
Benodigd onderhoud
Principe Afstand of tijd tot het volgende onderhoud
wordt na inschakelen van het contact kort
weergegeven op het instrumentenpaneel.
De actuele servicebehoefte kan door een ser‐
viceadviseur worden uitgelezen uit de af‐
standsbediening.
Weergave
Gedetailleerde informatie over het benodigde onderhoud
Nadere informatie over de omvang van het on‐
derhoud kan op het Control Display worden
weergegeven.
1."Auto-info"2."Autostatus"3. "Servicebehoefte"Seite 95WeergavenBediening95
Online Edition for Part no. 01 40 2 964 071 - VI/15