ALGEMENE FUNCTIES
Toets Functies Modus
ON/OFFInschakelen Toets kort indrukken
Uitschakelen Toets kort indrukken
Volumeregeling Knop linksom/rechtsom draaien
FM ASKeuze radiobron FM1, FM2, FM Autostore Toets kort opeenvolgend indrukken
AMKeuze radiobron MW1, MW2 Toets kort opeenvolgend indrukken
MEDIACD of AUX bronselectie (voor bepaalde versies/markten); Toets kort opeenvolgend indrukken
Volume in-/uitschakelen (MUTE/PAUSE) Toets kort indrukken
AUDIOAudioregelingen: lage tonen (BASS), hoge tonen (TREBLE),
balans rechts/links (BALANCE), balans voor/achter
(FADER)Menu inschakelen: toets kort indrukken
Keuze van type regeling: toets
of
indrukken Waarden instellen: toetsofindrukken
MENURegeling geavanceerde functiesMenu inschakelen: toets kort indrukken
Keuze van type regeling: toets
of
indrukken Waarden instellen: toetsofindrukken
242
AUTORADIO
RADIOFUNCTIES
Toets Functies Modus
Radiostation zoeken:
- Automatisch zoeken
- Handmatig zoekenAutomatisch zoeken:oftoets indrukken (langer
ingedrukt houden voor snel vooruitzoeken)
Handmatig zoeken:
oftoets indrukken (langer
ingedrukt houden voor snel vooruitzoeken)
123456Huidige radiostation opslaanToetsen 1 t/m 6 voor preset/geheugen langer ingedrukt
houden
Opgeslagen radiostation oproepenToetsen 1 t/m 6 voor preset/geheugen langer ingedrukt
houden
CD-FUNCTIES
Toets Functies Modus
CD uitwerpen Toets kort indrukken
Vorige/volgende nummer weergeven Toetsofkort indrukken
CD-nummer snel vooruit-/terugspoelen Toets
ofkort indrukken
Vorige/volgende map weergeven (bij CD-MP3) Toetsofkort indrukken
243
AUTORADIO
BEDIENINGSTOETSEN OP STUURWIEL
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Toets Functies Modus
AudioMute inschakeling/uitschakeling (Radio modus) of
Pauzefunctie (MP3 modus)Toets kort indrukken
+Toename volume Toets indrukken
–Afname volume Toets indrukken
SRCSelectie radiofrequentiebereik (FM1, FM2, FMT, FMA, MW) en
luisterbronnen: Radio, MP3 of AUX (voor bepaalde versies/markten)Toets indrukken
Radio: opgeslagen radiostation oproepen (van 1 tot 6)
CD/CD MP3: volgende nummer selecterenToets indrukken
Radio: opgeslagen radiostation oproepen (van 6 tot 1)
CD/CD MP3: vorig nummer selecterenToets indrukken
OPMERKINGUitgaande van de FM- of AM-bron ingesteld op de radio (bijv. FM1 of MW1), als u bladert door de audiobronnen met
behulp van de SRC-toets op de stuurwielbedieningen (en als u stopt op een andere bron dan de radio), schakelt de radio, wanneer de
radiobron (FM of AM) geselecteerd wordt met de toetsen op het bedieningspaneel van de radio, altijd de laatste radiobron (FMA of
MW2) in.
fig. 2A0J0052
244
AUTORADIO
ALGEMENE INFORMATIE
De autoradio biedt de volgende functies:
Radio
❒PLL-tuner met FM/AM/MW golfbanden;
❒RDS (Radio Data System) met TA-functie (verkeersinformatie) - TP
(verkeersprogramma's) - EON (Enhanced Other Network) - REG
(regionale programma's);
❒AF: zoeken naar alternatieve frequenties in RDS;
❒voorbereiding voor noodberichten;
❒automatisch/handmatig afstemmen op stations;
❒FM Multipath detector;
❒handmatige opslag van 30 stations: 18 op FM-golfband (6 op
FM1, 6 op FM2, 6 op FMT), 12 op MW-golfband (6 op MW1,
6 op MW2);
❒automatische opslag (AUTOSTORE-functie) van 6 stations op
betreffende FM-golfband;
❒SPEED VOLUME functie (behalve uitvoeringen met Bose HI-FI
systeem): automatische snelheidsafhankelijke volumeregeling;
❒automatische Stereo/Mono selectie.CD-speler
❒Directe keuze van de CD;
❒Keuze van nummer (vooruit/achteruit);
❒Nummers snel vooruit-/terugspoelen;
❒Functie CD-display: weergave van CD-naam en verstreken tijd
vanaf begin van het nummer;
❒Afspelen van audio CD, CD-R en CD-RW.
Multimedia CD's bevatten naast audiotracks ook
tracks met gegevens. Het afspelen van dit type
CD kan ruis met een zodanig volume
veroorzaken, dat niet alleen de verkeersveiligheid in
gevaar komt, maar ook de eindversterker en de
speakers beschadigd kunnen raken.
245
AUTORADIO
MP3 CD-speler
❒Functie MP3-Info (ID3-TAG);
❒Keuze van map (vorige/volgende);
❒Keuze van nummer (vooruit/achteruit);
❒Nummers snel vooruit-/terugspoelen;
❒Functie MP3-Display: weergave van mapnaam, ID3-TAG
informatie, verstreken tijd vanaf het begin van het nummer,
bestandsnaam;
❒Afspelen van audio- of gegevens-CD, CD-R en CD-RW.
Audiogedeelte
❒Mute/Pause functie;
❒Soft-Mute functie;
❒Loudness functie (behalve uitvoeringen met Bose HI-FI systeem);
❒Grafische 7-bands equalizer (behalve uitvoeringen met Bose
HI-FI systeem);
❒Gescheiden regeling hoge/lage tonen;
❒Balansregeling linker/rechter kanalen.AUX-gedeelte
(voor bepaalde uitvoeringen/markten, waar aanwezig)
❒Selectie AUX-bron;
❒AUX Offset functie: afstelling volume van draagbaar apparaat
op dat van een van de andere bronnen;
❒Draagbare speler afspelen.
246
AUTORADIO
FUNCTIES EN INSTELLINGEN
INSCHAKELING AUTORADIO
De autoradio wordt ingeschakeld als er kort op de toets/knop
(ON/OFF) wordt gedrukt.
Bij inschakeling van de autoradio, wordt het volume beperkt tot de
waarde 20 als eerder een hogere waarde was ingesteld of tot de
waarde 5 als eerder de waarde 0 of Mute/Pause was ingesteld. In
alle andere gevallen wordt de eerder ingestelde waarde
behouden.
Wanneer de radio wordt ingeschakeld terwijl de sleutel uit het
contactslot is gehaald, dan schakelt hij automatisch na circa 20
minuten uit. Nadat de radio zichzelf automatisch heeft
uitgeschakeld, kan hij weer 20 minuten extra worden ingeschakeld
door op de ON/OFF toets te drukken.
UITSCHAKELING AUTORADIO
Druk kortstondig op de (ON/OFF) toets.
RADIOFUNCTIES KIEZEN
Door kortstondig en herhaaldelijk op de FM AS toets te drukken,
kunnen achter elkaar de volgende audiobronnen geselecteerd
worden:
❒TUNER (“FM1”, “FM2”, “FMA”).
Door kortstondig en herhaaldelijk op de AM toets te drukken,
kunnen achter elkaar de volgende audiobronnen geselecteerd
worden:
❒TUNER (“MW1”, “MW2”).
CD-FUNCTIE KIEZEN
Door kortstondig op de MEDIA toets te drukken, kan de CD-functie
gekozen worden.
GEHEUGENFUNCTIE AUDIOBRON
Als een andere functie (bijv. de radio) wordt gekozen, terwijl u
naar een CD luistert, dan wordt de weergave onderbroken en weer
hervat vanuit hetzelfde punt als weer naar de CD-bron wordt
teruggekeerd.
Als een andere functie wordt gekozen terwijl naar de radio wordt
geluisterd, dan wordt afgestemd op het laatst gekozen station als
weer naar de radio wordt teruggekeerd.
VOLUMEREGELING
Draai aan de ON/OFF knop om het volume te regelen.
Als het volumeniveau wordt gewijzigd tijdens het uitzenden van
verkeersinformatie, dan blijft deze nieuwe instelling slechts
gehandhaafd tot het einde van deze verkeersinformatie.
MUTE/PAUSE FUNCTIE
(volume op nul stellen)
Druk kortstondig op detoets op de Mute-functie te activeren. Het
volume zal geleidelijk afnemen en het opschrift “RADIO Mute” zal
getoond worden (bij radiogebruik) of “PAUSE” (bij gebruik van de
CD-speler).
Druk opnieuw op de
toets om de Mute-functie uit te schakelen.
Het volume wordt geleidelijk verhoogd tot het eerder ingestelde
niveau.
247
AUTORADIO
Wanneer het volumeniveau wordt gewijzigd met de hiervoor
bestemde toetsen, dan wordt de Mute-functie uitgeschakeld en het
volume ingesteld op het nieuwe gekozen niveau.
Bij geactiveerde Mute-functie, wordt deze genegeerd wanneer
verkeersinformatie binnenkomt (als de TA-functie is geactiveerd) of
als een alarmbericht wordt ontvangen. De functie wordt weer
ingeschakeld wanneer het bericht beëindigd is.
GELUIDSINSTELLINGEN
De functies die in het audiomenu gekozen kunnen worden,
veranderen afhankelijk van de context: AM/FM/CD/AUX (voor
bepaalde versies/markten).
Druk kortstondig op de AUDIO toets om de audiofuncties te
veranderen.
Na de eerste druk op de AUDIO toets, toont de display de waarde
van het bass-niveau voor de op dat moment ingeschakelde bron
(bijv. bij gebruik van FM, toont de display het opschrift "FM Bass
+2").
Gebruik de
oftoets om door de menufuncties te lopen.
Gebruik voor het wijzigen van de instelling van de gekozen functie
de
oftoets. De huidige status van de gekozen functie
verschijnt op de display.
De functies waarin het menu voorziet zijn:
❒BASS (regeling van lage tonen);
❒TREBLE (regeling hoge tonen);
❒BALANCE (regeling balans rechts/links);
❒FADER (regeling balans voor/achter);
❒LOUDNESS (inschakeling/uitschakeling LOUDNESS functie);❒EQUALISER (activering en selectie van in de fabriek ingestelde
equalizerniveaus);
❒USER EQUALISER (persoonlijke equalizerinstelling).
TOONREGELING (lage/hoge tonen)
Ga als volgt te werk:
❒Gebruik de
oftoets om “Bass” of “Treble” in het AUDIO-
menu in te stellen;
❒druk op de
oftoets om de lage of hoge tonen te
verhogen/verlagen.
Door kortstondig op de toetsen te drukken, zullen de niveaus in
stappen veranderen. Door ze langer ingedrukt te houden, zullen
de niveaus sneller veranderen.
BALANSREGELING
Ga als volgt te werk:
❒Gebruik de
oftoets om de "Balance" in het AUDIO-menu
in te stellen;
❒druk op de
toets om het volume van de rechter speakers te
verhogen of op de
toets om het volume van de linker
speakers te verhogen.
Door kortstondig op de toetsen te drukken, zullen de niveaus in
stappen veranderen. Door ze langer ingedrukt te houden, zullen
de niveaus sneller veranderen.
Kies de waarde "
0" om de audio-uitgangen rechts en links
op dezelfde waarde in te stellen.
248
AUTORADIO
FADERREGELING
Ga als volgt te werk:
❒Gebruik de
oftoets om de "Fader" in het AUDIO-menu in
te stellen;
❒druk op de
toets om het volume van de achterste speakers te
verhogen of op de
knop om het volume van de voorste
speakers te verhogen.
Door kortstondig op de toetsen te drukken, zullen de niveaus in
stappen veranderen. Door ze langer ingedrukt te houden, zullen
de niveaus sneller veranderen.
Kies de waarde "
0" om de audio-uitgangen achter en voor
op dezelfde waarde in te stellen.
LOUDNESSFUNCTIE
De loudnessfunctie verbetert het geluidsvolume wanneer naar een
laag volume wordt geluisterd, door de bassen en de hoge tonen te
versterken.
Kies voor het inschakelen/uitschakelen van de functie, de instelling
Loudness in het AUDIO-menu m.b.v. de
oftoets.
De toestand van de functie (in- of uitgeschakeld) wordt enige
seconden op de display getoond door het opschrift “Loudness On”
of "Loudness Off”.
PRESET/USER/CLASSIC/ROCK/JAZZ
FUNCTIES
(equalizer inschakelen/uitschakelen)
De ingebouwde equalizer kan in- of uitgeschakeld worden.
Wanneer de equalizerfunctie is uitgeschakeld, kunnen uitsluitend
de audio-instellingen "Bass" (lage tonen) en "Treble" (hoge tonen)
geregeld worden, terwijl als de functie is ingeschakeld tevens de
geluidscurven geregeld kunnen worden.
Kies voor het uitschakelen van de equalizer, de "EQ Preset" functie
met de
oftoets.
Gebruik voor het inschakelen van de equalizer de
oftoets
om een van de instellingen te kiezen:
❒"FM/AM/CD...EQ User" (instelling van 7 equalizerbanden die
door de gebruiker veranderd kunnen worden);
❒"Classic" (vooraf ingestelde equalizerinstelling voor optimaal
geluid van klassieke muziek);
❒"Rock" (vooraf ingestelde equalizerinstelling voor optimaal
geluid van rock- en popmuziek);
❒"Jazz" (vooraf ingestelde equalizerinstelling voor optimaal
geluid van jazzmuziek).
Wanneer een van de equalizerinstellingen ingeschakeld is, licht het
opschrift “EQ” op.
249
AUTORADIO