ABS
Het ABS is geïntegreerd in het remsysteem en voorkomt dat de wielen
tijdens het remmen blokkeren, ongeacht de conditie van het wegdek en
de druk die op het pedaal wordt uitgeoefend. Het ABS verhindert zo
dat één of meerdere wielen doorslippen. Daardoor blijft de auto
bestuurbaar, zelfs bij noodstops.
Het geheel wordt aangevuld met het EBD-systeem (Electronic Braking
Force Distribution) dat zorgt voor de verdeling van de remkracht tussen
de voor- en de achterwielen.
BELANGRIJK Een inrijperiode van circa 500 km is vereist om het beste
uit het remsysteem te halen: vermijd tijdens deze periode bruusk,
herhaaldelijk of langdurig remmen.
INSCHAKELING VAN HET SYSTEEM
De bestuurder kan merken wanneer het ABS wordt ingeschakeld
doordat een trilling aan het rempedaal voelbaar is en het systeem
ietwat meer geluid maakt: dit geeft aan dat de snelheid moet worden
aangepast aan het type wegdek waarop wordt gereden.
MECHANICAL BRAKE ASSIST
(remassistent bij noodstop)
(voor bepaalde versies/markten)
Dit systeem, dat niet uitgeschakeld kan worden, herkent eventuele
noodstops (in functie van de snelheid waarmee het rempedaal wordt
ingetrapt). Hierdoor kan het remsysteem sneller en krachtiger
ingrijpen.
BELANGRIJK Bij het ingrijpen van de Mechanical Brake Assist kan
geluid hoorbaar zijn. Dit is een normaal verschijnsel . Houd in elk
geval het rempedaal goed ingetrapt.
Als het ABS-systeem ingrijpt, dan is de grip van de
banden op het wegdek beperkt. Verlaag en pas de
snelheid aan in functie van de beschikbare grip.
Het ABS benut zoveel mogelijk de beschikbare grip
maar kan hem niet verhogen. Rijd dus altijd
voorzichtig op gladde weggedeelten en neem geen
onnodige risico’s.
Wanneer het ABS wordt ingeschakeld, is een trilling
aan het rempedaal voelbaar. Verlaag de remdruk niet
en houd het rempedaal goed ingetrapt; zo zorgt het
systeem voor de kortste remweg in functie van de conditie van
het wegdek.
89
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
ESC (Electronic Stability
Control) SYSTEEM
Dit is een elektronisch systeem dat de voertuigstabiliteit regelt als de
wielen hun grip verliezen, waardoor de richtingsstabiliteit behouden
blijft.
Het systeem herkent potentieel gevaarlijke situaties voor de stabiliteit
van de auto en grijpt automatisch en op gedifferentieerde manier in op
de remmen van de vier wielen door een stabiliserend koppel te
leveren.
Het ESC systeem omvat ook de volgende subsystemen:
❒Hill Holder
❒ASR
❒Brake Assist
❒MSR
❒CBC
❒“ELECTRONIC Q2” (“E-Q2”)
❒DST
ACTIVERING SYSTEEM
Het ESC-systeem wordt automatisch ingeschakeld wanneer de motor
wordt gestart; het kan niet worden uitgeschakeld.
INGREEP VAN HET SYSTEEM
Als het systeem wordt ingeschakeld, gaat het lampjeop het
instrumentenpaneel knipperen, om de bestuurder te waarschuwen dat
de stabiliteit en de grip van de auto erg beperkt is.
HILL HOLDER
Dit systeem is een onderdeel van het ESC-systeem en helpt de
bestuurder bij het wegrijden op hellingen.
Het wordt in de volgende gevallen automatisch geactiveerd:
❒opwaartse helling: als het voertuig stilstaat op een opwaartse helling
van meer dan 5% met draaiende motor, ingetrapt rempedaal en de
versnellingsbak in de vrijstand of met ingeschakelde versnelling
(andere dan achteruit);
❒neerwaartse helling: als het voertuig stilstaat op een neerwaartse
helling van meer dan 5% met draaiende motor, ingetrapt rempedaal
en ingeschakelde achteruitversnelling.
Tijdens het wegrijden houdt de regeleenheid van het ESC-systeem de
wielen geremd, totdat het nodige motorkoppel is bereikt om te kunnen
wegrijden, of in ieder geval circa 2 seconden, zodat de bestuurder
de rechtervoet zonder problemen van het rempedaal naar het
gaspedaal kan verplaatsen.
Als na deze tijd niet is weggereden, wordt het systeem automatisch
uitgeschakeld en wordt de remdruk geleidelijk gereduceerd. Tijdens
deze fase kan een geluid hoorbaar zijn. Dit geluid wijst erop dat
het voertuig weldra in beweging zal komen.
BELANGRIJK Het Hill Holder-systeem is geen handrem. Verlaat
daarom nooit de auto zonder eerst de handrem te hebben
aangetrokken, de motor te hebben afgezet en de eerste versnelling te
hebben ingeschakeld.
ASR (AntiSlip Regulation) SYSTEEM
Dit systeem is een onderdeel van het ESC-systeem. Het grijpt
automatisch in als één of beide aangedreven wielen slippen, grip
verliezen op natte wegen (aquaplaning) en bij het optrekken op glad,
besneeuwd of met ijzel bedekt wegdek, enz.
90
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Afhankelijk van de slipcondities, kunnen twee verschillende
regelsystemen worden geactiveerd:
❒als beide aangedreven wielen doorslippen, grijpt het ASR-systeem
in door het door de motor doorgegeven vermogen te reduceren;
❒als slechts één aangedreven wiel slipt, grijpt het ASR-systeem
automatisch in door het slippende wiel te remmen.
Voor een goede werking van de ESC- en ASR-systemen
moeten alle vier de banden van hetzelfde merk en
type zijn, in uitstekende staat verkeren en, vooral, van
het voorgeschreven type en maat zijn.
Het ESC-systeem blijft ook ingeschakeld wanneer met
het noodreservewiel wordt gereden. Onthoud altijd
dat het noodreservewiel kleiner is dan een normale
band, waardoor het minder grip levert.
De prestaties van het ESC- en het ASR-systeem mogen
de bestuurder nooit aanmoedigen om onnodige risico's
te nemen. Pas het rijgedrag steeds aan de conditie
van het wegdek, het zicht en het verkeer aan. De bestuurder is in
elk geval verantwoordelijk voor een veilige rijstijl.
BRAKE ASSIST (remassistent bij
noodstop)
Dit systeem, dat niet uitgeschakeld kan worden, herkent eventuele
noodremmanoeuvres (op basis van de snelheid waarmee het
rempedaal wordt ingetrapt) en versnelt de reactie van het remsysteem.
Het Brake Assist systeem wordt uitgeschakeld in geval van storing
van het ESC-systeem.
MSR-SYSTEEM
(Motor Schleppmoment Regelung)
Dit systeem is een onderdeel van het ABS-systeem dat bij bruusk
terugschakelen ingrijpt door het motorkoppel te regelen, zodat
overmatige aandrijving op de aangedreven wielen wordt voorkomen,
wat vooral bij slechte gripcondities tot verlies van stabiliteit van de
auto kan leiden.
CBC (Cornering Brake Control)
SYSTEEM
Deze functie verbetert de verdeling van de remdruk over de vier wielen
(om de beschikbare grip volledig te benutten), wanneer in bochten
wordt geremd als het ABS ingrijpt. Dit zorgt voor een kortere remweg
en vooral voor meer stabiliteit bij het nemen van bochten.
91
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
BELANGRIJK Het afdichtmiddel van de snelle bandenreparatiekit werkt
bij buitentemperaturen tussen –20 °C en +50 °C. Het afdichtmiddel
heeft een houdbaarheidsdatum.
Overhandig de informatiefolder aan het personeel dat
de band zal repareren die behandeld is met de
"Fix&Go Automatic" bandenreparatiekit.
Als de band door vreemde voorwerpen lek is gelaakt, kan
de kit gebruikt worden voor beschadigingen in het
loopvlak of de schouder met een diameter van maximaal
4 mm.
Lekken en beschadigingen in de flanken kunnen niet
gerepareerd worden. Gebruik de reparatiekit niet
als de band beschadigd is geraakt door het rijden met
een lege band.
Reparatie is niet mogelijk bij schade aan de velg
(zodanige vervorming van de groef dat er lucht
weglekt). Verwijder niet het eventueel in de band
binnengedrongen voorwerp (schroef of spijker).
Bedien de compressor nooit langer dan 20 minuten
achter elkaar. Gevaar voor oververhitting. De snelle
bandenreparatiekit is niet geschikt voor definitieve
reparatie. Banden gerepareerd met de snelle bandenreparatiekit
mogen slechts tijdelijk gebruikt worden.
Laat het busje en het afdichtmiddel niet in het milieu achter.
Verwerk het busje en het afdichtmiddel overeenkomstig
de nationale en plaatselijke voorschriften.
Het busje bevat ethyleenglycol en latex: kan een
allergische reactie veroorzaken. Schadelijk bij
inslikken. Irriterend voor de ogen. In geval van
inhalatie of contact zou er geen reactie moeten optreden. Vermijd
contact met huid, ogen en kleding. Spoel bij contact onmiddellijk
uit met rijkelijk water. Vermijd braken bij inslikken. Spoel de
mond uit, drink veel water en raadpleeg onmiddellijk een arts.
Buiten bereik van kinderen bewaren. Het product mag niet
gebruikt worden door astmapatiënten. Adem de dampen niet in
tijdens het inbrengen en oppompen. Raadpleeg onmiddellijk
een arts bij allergische reacties. Bewaar het busje in zijn houder,
uit de buurt van warmtebronnen. Het afdichtmiddel heeft een
houdbaarheidsdatum. Vervang het busje als het vervallen
afdichtmiddel bevat.
fig. 128A0J0113
150
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
ALFABETISCH REGISTER
Aanhangers trekken ........................... 139
– Montage van de trekhaak ................ 139
Aansteker ............................................ 72
ABS .................................................... 89
– Inschakeling van het systeem ............ 89
– Mechanical Brake Assist................... 89
Accu ................................................... 189
– advies voor verlengen levensduur ..... 189
– vervangen ...................................... 189
Accu (opladen) .................................... 171
Achterruitsproeier
– vloeistofniveau achterruitsproeier ...... 188
Achterruitsproeier/-wisser..................... 64
Achterruitwisser
– wisserbladen................................... 192
– wisserblad vervangen ...................... 193
Achteruitkijkspiegels ............................. 47
– Binnenspiegel.................................. 47
– Buitenspiegels ................................. 47
Afmetingen .......................................... 219
Afsluiter van de brandstoftoevoer .......... 70
Alarmknipperlichten ............................. 69
"Alfa DNA"-systeem ........................... 92– Inschakeling/uitschakeling
“All Weather” modus ....................... 94
– Inschakeling/uitschakeling
“Dynamic” modus ........................... 93
– “Natural” Modus ............................. 93
– Rijmodussen.................................... 92
Alfa romeo code systeem .................... 34
Armsteun voor ..................................... 71
Asbak ................................................. 73
ASR systeem (AntiSlip Regulation) ......... 90
Automatische dual-zone
klimaatregeling .................................. 53
Bagageruimte .................................... 81
– Achterklep openen in geval van
nood .............................................. 82
– Bagageruimte openen...................... 81
– Bagageruimte sluiten ....................... 82
– Bagageruimte uitbreiden .................. 82
– Initialisatie bagageruimte ................. 82
Bagageruimteverlichting
– lamp vervangen .............................. 160
Banden
– bandenspanning ............................. 217
– de bandenmaat lezen ...................... 212
– Fix&Go Automatic (kit) .................... 149
– standaard banden ........................... 215– winterbanden.................................. 215
Banden - onderhoud............................. 191
Bedieningselementen ............................ 69
Bedieningsknoppen .............................. 22
Bougies (type) ...................................... 203
Brake Assist ......................................... 91
Brandblusser ........................................ 74
Brandstofbesparing .............................. 137
Brandstofmeter ..................................... 6
Brandstoftoevoer .................................. 209
Brandstofverbruik ................................. 230
Buitenverlichting ................................... 59
– Linker hendel .................................. 59
Carrosserie
– bescherming tegen atmosferische
invloeden........................................ 195
– garantie ......................................... 195
– onderhoud ...................................... 195
CBC (Cornering Brake Control)
systeem ............................................. 91
Centrale portiervergrendeling................ 70
CO2-emissie ........................................ 232
Code-card ........................................... 35
Contactslot........................................... 42
– Stuurslot ......................................... 42
Cruise-control ...................................... 65
269
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER