DAanwijzingen autotoestand (bijv. open portieren, eventuele
ijsvorming op de weg, etc.) /Aanduiding Start&Stop-functie (voor
bepaalde versies/markten)/Gear Shift Indicator (voor bepaalde
versies/markten)
EStand hoogteregeling koplampen (alleen bij ingeschakeld dimlicht).
FBuitentemperatuur
Bij sommige versies toont de display bij het kiezen van de rijmodus
“DYNAMIC” (zie de paragraaf “Alfa DNA-systeem” in dit hoofdstuk)
de turbinedruk fig. 8.
Het instrument is gekalibreerd voor motoren met hogere
turbodrukwaardes. Daarom is het, bij sommige versies, normaal dat
het einde van de schaal bereikt wordt.
GEAR SHIFT INDICATOR
(voor bepaalde versies/markten)
De "GSI" (Gear Shift Indicator) adviseert de bestuurder een andere
versnelling in te schakelen via een speciale melding op de display fig.
9.
Via de GSI wordt de bestuurder gewaarschuwd dat een andere
versnelling brandstofbesparing kan opleveren.
Daarom is het voor een zuinig brandstofverbruik raadzaam om de
rijmodus "Natural" of "All Weather" te selecteren, en om de
aanwijzingen van de Gear Shift Indicator op te volgen wanneer de
verkeersomstandigheden dit toelaten.
Wanneer het pictogram SHIFT UP (
SHIFT) op de display wordt
getoond, geeft de GSI het advies om een hogere versnelling in te
schakelen, terwijl wanneer het pictogram SHIFT DOWN (
SHIFT)
wordt getoond, de bestuurder wordt geadviseerd een lagere
versnelling in te schakelen.
fig. 8A0J0228fig. 9A0J0233
21
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
OpmerkingDe aanduiding op het instrumentenpaneel blijft branden
zolang de bestuurder niet schakelt of zolang de rijomstandigheden
niet terugkeren naar een situatie waarin schakelen niet nodig is om het
verbruik te optimaliseren.
WELCOME MOVEMENT
Bij sommige versies gebeurt het volgende wanneer de sleutel in de
stand MAR-ON wordt gezet:
❒snelle beweging (op en neer) van de wijzers van de snelheidsmeter
en de toerenteller;
❒verlichting van grafische symbolen/display;
❒weergave van een grafische animatie van het autoprofiel.
Wijzerbewegingen
❒Als de sleutel uit het contactslot wordt verwijderd terwijl de wijzers
bewegen, keren ze onmiddellijk naar hun beginstand terug.
❒Nadat de wijzers de maximum schaalwaarden hebben bereikt,
keren ze terug naar de door de auto aangegeven waarde.
❒De beweging van de wijzers stopt wanneer de motor is gestart.
Verlichting van grafische symbolen/display
Enkele seconden nadat de sleutel is ingebracht, worden de meters, de
grafische symbolen en de display achter elkaar verlicht.
Weergave van een grafische animatie
Wanneer de sleutel uit het contactslot wordt verwijderd (bij gesloten
portieren), blijft de display branden en wordt een grafische animatie
weergegeven.
De displayverlichting wordt geleidelijk aan gedimd en tenslotte
volledig uitgeschakeld.
BEDIENINGSKNOPPEN
"+" of(versies met Start&Stop systeem): om naar boven te
bladeren door het scherm en de bijbehorende optie of om de
weergegeven waarde te verhogen fig. 10.
SET/
: kort indrukken om het menu te openen en/of naar het
volgende scherm te gaan of de keuze te bevestigen. Lang indrukken
om naar het standaardscherm terug te keren.
"–" of
(versies met Start&Stop systeem): om naar beneden te
bladeren door het scherm en de bijbehorende opties of om de
weergegeven waarde te verlagen.
BELANGRIJK De "+" en "–" knoppen (of
envoor versies
met Start&Stop systeem) activeren verschillende functies afhankelijk
van de volgende situaties:
fig. 10A0J0302
22
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
❒deze zorgen binnen het menu voor het naar beneden en naar boven
doorlopen;
❒zorgen tijdens instellingen voor het verhogen en verlagen van de
waarden.
MENUOPTIES
BELANGRIJK Bij hetuconnect™ 5" radiosysteem (voor bepaalde
versies/markten), of hetuconnect™ 5" Radio Nav systeem (voor
bepaalde versies/markten), worden sommige menuopties op het
display van het systeem en niet op het display van het
instrumentenpaneel weergegeven (zie de betreffende supplementen).
Menu
Met deze functie kan toegang tot het Setupmenu worden verkregen.
Druk op de knop "+" of "−" om de verschillende Menuopties te
selecteren. Houd de SET/
knop lang ingedrukt om naar het
standaardscherm terug te keren.
Piep snelheid (Snelheidslimiet)
Deze functie wordt gebruikt om de snelheidslimiet van de auto (km/h
of mph) in te stellen; de bestuurder wordt gewaarschuwd wanneer
deze limiet wordt overschreden.
Ga als volgt te werk om de snelheidslimiet in te stellen:
❒druk kort op de knop SET/
: op de display verschijnt het
opschrift "Piep snelheid";
❒druk op de knop "−" of "+" om de snelheidsbegrenzing in ("On") of
uit ("Off") te schakelen;
❒druk, als de functie is ingeschakeld, op de knop "+" of "−" om de
gewenste snelheidslimiet te selecteren en druk vervolgens op de
knop SET/
om te bevestigen.BELANGRIJK Deze waarde kan men instellen tussen 30 en 200 km/h
of tussen 20 en 125 mph, afhankelijk van de eerder ingestelde
eenheid. Zie de paragraaf “Meeteenheid instellen" die hierna wordt
beschreven. Elke druk op de knop +/– verhoogt of verlaagt de waarde
met vijf eenheden. Houd de knop +/– ingedrukt voor snel automatisch
verhogen/verlagen. Wanneer de gewenste waarde wordt bereikt,
kan men de instelling afronden door opnieuw de knop kortstondig in
te drukken.
Druk kort op de SET/
knop om terug te keren naar het
menuscherm of druk langdurig op de knop om terug te keren naar het
standaardscherm zonder op te slaan.
Ga als volgt te werk om de instelling te annuleren:
❒druk kortstondig op de SET/
knop, op het display knippert
"On";
❒druk op de knop−,dedisplay knippert ("Off");
❒druk kort op de SET/
knop om terug te keren naar het
menuscherm of druk langdurig op de knop om terug te keren naar
het standaardscherm zonder op te slaan.
Sensor koplampen (Gevoeligheid
schemersensor/automatische
inschakeling koplampen instellen)
(voor bepaalde versies/markten)
Deze functie wordt gebruikt om de koplampen in of uit te schakelen in
functie van de sterkte van het buitenlicht.
De gevoeligheid van de schemersensor kan worden ingesteld op 3
niveaus (niveau 1 = minimum gevoeligheid, niveau 2 = gemiddelde
gevoeligheid, niveau 3 = maximum gevoeligheid).
24
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Hoe hoger de gevoeligheid, des te minder buitenlicht er nodig is om
de buitenverlichting in te schakelen (bijv. bij een lichtgevoeligheid van
niveau 3 zullen de koplampen bij zonsondergang vroeger aangaan
dan bij de niveaus 1 en 2).
Ga als volgt te werk om de gewenste lichtgevoeligheid in te stellen:
❒druk op de SET/
knop, op het display verschijnt het eerder
ingestelde niveau;
❒druk op de knop "+" of "−" om te kiezen;
❒druk kort op de SET/
knop om terug te keren naar het
menuscherm of druk langdurig op de knop om terug te keren naar
het standaardscherm zonder op te slaan.
Regensensor (Afstelling gevoeligheid
regensensor)
(voor bepaalde versies/markten)
Met deze functie kan de gevoeligheid van de regensensor op 4
niveaus worden ingesteld.
Ga als volgt te werk om het gewenste gevoeligheidsniveau in te stellen:
❒druk kortstondig op de SET/
knop, op het display begint het
eerder ingestelde gevoeligheidsniveau te knipperen;
❒druk op de knop "+" of "−" om aan te passen;
❒druk kort op de SET/
knop om terug te keren naar het
menuscherm of druk langdurig op de knop om terug te keren naar
het standaardscherm zonder op te slaan.
Activering trip B/gegevens
(Trip B inschakelen)
Met deze optie kan de weergave van Trip B (dagteller) ingeschakeld
(On) of uitgeschakeld (Off) worden. Zie voor meer informatie "Trip
computer".Ga als volgt te werk om deze functie in- en uit te schakelen:
❒druk kortstondig op de SET/
knop om "On" of "Off" op het
display te doen knipperen in functie van wat eerder is ingesteld;
❒druk op de knop "+" of "−" om te kiezen;
❒druk kort op de SET/
knop om terug te keren naar het
menuscherm of druk langdurig op de knop om terug te keren naar
het standaardscherm zonder op te slaan.
Tijd instellen (Klok instellen)
Met deze functie kan de klok ingesteld worden via twee submenu’s:
"Tijd" en "Formaat".
Ga als volgt te werk om in te stellen:
❒druk kort op de SET/
knop en de twee submenu's ("Uur" en
"Formaat") worden weergegeven;
❒druk op de knop "+" of "–" om een van beide submenu's te
selecteren;
❒druk na selectie van het te wijzigen submenu kort op SET/
;
❒als het submenu "Tijd" is gekozen en er wordt kort op de knop
SET/
gedrukt, dan knipperen de uren op de display.
❒druk op de knop "+" of "−" om aan te passen;
❒druk kortstondig op de SET/
knop, op het display knippert
"minuten";
❒druk op de knop "+" of "−" om aan te passen.
BELANGRIJK Met elke druk op de knop "+" of "−" wordt de waarde
met een eenheid verhoogd of verlaagd. Houd de knop ingedrukt
om de waarde automatisch snel te verhogen/verlagen. Wanneer de
gewenste waarde wordt bereikt, kan men de instelling afronden door
opnieuw de knop kortstondig in te drukken.
25
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
❒Bij selectie van het submenu "Formaat": door kort te drukken op de
knop SET/
geeft het display op knipperende wijze de
weergavemodus aan;
❒druk op "+" of "–" om “24h” of “12h” te selecteren.
Wanneer de gewenste instellingen zijn uitgevoerd, druk kortstondig op
de SET/
knop om terug te keren naar het menuscherm of druk
langdurig op de knop om terug te keren naar het hoofdmenu zonder
op te slaan.
Druk nogmaals langdurig op de SET/
knop om terug te keren
naar het standaardscherm of het hoofdmenu in functie van waar men
zich bevindt.
Stel datum in (datuminstelling)
Met deze functie kan de datum ingesteld worden (dag - maand - jaar).
Ga als volgt te werk om de instelling uit te voeren:
❒druk kort op de SET/
knop: het "jaar" knippert op het display;
❒druk op de knop "+" of "−" om aan te passen;
❒druk kort op de SET/
knop: de "maand" knippert op het
display;
❒druk op de knop "+" of "−" om aan te passen;
❒druk kort op de SET/
knop: de "dag" knippert op het display;
❒druk op de knop "+" of "−" om aan te passen.
BELANGRIJK Met elke druk op de toets "+" of "−" wordt de waarde
met een eenheid verhoogd of verlaagd. Houd de toets ingedrukt om de
waarde automatisch snel te verhogen/verlagen. Wanneer de
gewenste waarde wordt bereikt, kan de instelling afgerond worden
door de toets een paar keer kort in te drukken.Druk kort op de SET/
knop om terug te keren naar het
menuscherm of druk langdurig op de knop om terug te keren naar het
standaardscherm zonder op te slaan.
Eerste pagina (Weergave van
informatie op het hoofdscherm)
(voor bepaalde versies/markten)
Met deze functie kan het type informatie worden geselecteerd die men
op het hoofdscherm wenst te zien. Zo kan men de datum en de
afgelegde afstand weergeven.
Ga als volgt te werk om te kiezen:
❒druk kort op de SET/
knop: de "Startpagina" verschijnt op het
display;
❒druk nogmaals kort op de SET/
knop om de opties “Datum” en
“Info motor” weer te geven;
❒druk op "+" of "–" om de gewenste weergave op het hoofdscherm
van de display te selecteren;
❒druk kort op de SET/
knop om terug te keren naar het
menuscherm of druk langdurig op de knop om terug te keren naar
het standaardscherm zonder op te slaan.
Wanneer de sleutel na de controlefase naar MAR wordt gedraaid, zal
de display de informatie weergeven die via de menufunctie "Eerste
pagina" is geselecteerd.
Zie radio (audio-informatie
weergeven)
Deze functie geeft informatie over de radio weer.
❒Radio: frequentie van het radiostation of RDS melding, inschakeling
automatische afstemming of AutoSTore;
❒CD audio/CD, MP3: tracknummer.
26
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Ga als volgt te werk om de weergave van de informatie over de
autoradio op de display in ("On") of uit ("Off") te schakelen:
❒druk kort op de SET/
knop om "On" of "Off", op het display
knippert "On" of "Off" afhankelijk van wat eerder is ingesteld;
❒druk op de knop "+" of "−" om te kiezen;
❒druk kort op de SET/
knop om terug te keren naar het
menuscherm of druk langdurig op de knop om terug te keren naar
het standaardscherm zonder op te slaan.
Autoclose (automatische centrale
portiervergrendeling bij rijdend
voertuig)
Bij inschakeling van deze functie (On), worden de portieren
automatisch vergrendeld wanneer sneller dan 20 km/h wordt
gereden.
Ga als volgt te werk om de functie in- en uit te schakelen:
❒druk kortstondig op de SET/
knop om een submenu weer te
geven;
❒druk kortstondig op de SET/
knop om "On" of "Off" op het
display te doen knipperen in functie van wat eerder is ingesteld;
❒druk op de knop "+" of "−" om te kiezen;
❒druk kortstondig op de SET/
knop om terug te keren naar het
menuscherm of druk langdurig op de knop om terug te keren naar
het hoofdmenu zonder op te slaan.
❒houd de SET/
knop nogmaals ingedrukt om terug te keren
naar het standaardscherm of het hoofdmenu in functie van waar
men zich bevindt.
Meeteenheid (Meeteenheid instellen)
Met deze functie kunnen de meeteenheden via drie submenu’s
ingesteld worden: “Afstand”, “Verbruik” en “Temperatuur“.
Ga als volgt te werk om de meeteenheid in te stellen:
❒druk kort op de SET/
knop om de drie submenu's weer te
geven;
❒druk op de knop "+" or "–" om een van de drie submenu's te
selecteren;
❒nadat het te wijzigen submenu is gekozen, kort op de SET/
knop drukken;
❒wanneer het submenu “Afstand” wordt gekozen: kortstondig drukken
op SET/
toont "km" of "mi" , afhankelijk van de vorige
instelling;
❒druk op de knop "+" of "−" om te kiezen;
❒wanneer het submenu “Verbruik” wordt gekozen: kortstondig
drukken op SET/
toont km/l, l/100 km of mpg, afhankelijk van
de vorige instelling;
Wanneer “km” is ingesteld, wordt het brandstofverbruik in km/l of
l/100km op de display weergegeven.
Wanneer “mi” is ingesteld, wordt het brandstofverbruik in “mpg" op
de display weergegeven.
❒druk op de knop "+" of "−" om te kiezen;
❒wanneer het submenu “Temperatuur” wordt gekozen: drukken op
SET/
toont “°C” of “°F”, afhankelijk van de vorige instelling;
❒druk op de knop "+" of "−" om te kiezen;
27
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Wanneer de gewenste instellingen zijn uitgevoerd, druk kortstondig op
de SET/
knop om terug te keren naar het menuscherm of druk
langdurig op de knop om terug te keren naar het hoofdmenu zonder
op te slaan.
Druk nogmaals langdurig op de SET/
knop om terug te keren
naar het standaardscherm of het hoofdmenu in functie van waar men
zich bevindt.
Taal (Taal instellen)
De meldingen op de display kunnen in de volgende talen worden
weergegeven: Italiano, English, Deutsch, Português, Español, Français,
Nederlands, Türk en Português Brasileiro.
Ga als volgt te werk om de gewenste taal in te stellen:
❒druk kortstondig op de SET/
knop: op het display begint de
voorheen ingestelde "taal" te knipperen;
❒druk op de knop "+" of "−" om te kiezen;
❒druk kort op de SET/
knop om terug te keren naar het
menuscherm of druk langdurig op de knop om terug te keren naar
het standaardscherm zonder op te slaan.
Geluidssterkte waarschuwingen
(Volumeregeling geluidssignaal
storing/waarschuwing)
Met deze functie kan het volume van de zoemer, die klinkt als een
storing/waarschuwing op de display wordt weergegeven, worden
ingesteld op 8 niveaus.
Ga als volgt te werk om het gewenste volume in te stellen:
❒druk kort op de SET/
knop, op het display gaat het eerder
ingestelde volumeniveau knipperen;❒druk op de knop "+" of "−" om aan te passen;
❒druk kort op de SET/
knop om terug te keren naar het
menuscherm of druk langdurig op de knop om terug te keren naar
het standaardscherm zonder op te slaan.
Geluidsterkte toetsen
(Volumeregeling toetsen)
Met deze functie kan het volume van het geluidssignaal worden
ingesteld (op acht niveaus) dat klinkt wanneer de SET/
knop
wordt ingedrukt om een submenu te verlaten en om terug te keren naar
het standaardmenu.
Ga als volgt te werk om het gewenste volume in te stellen:
❒druk kortstondig op de SET/
knop, op het display verschijnt het
eerder ingestelde volume;
❒druk op de knop "+" of "−" om het volume te regelen; tijdens het
regelen klinkt een geluidssignaal gelijk aan het geselecteerde
volume;
❒druk kort op de SET/
knop om terug te keren naar het vorige
menuscherm of druk langdurig op de knop om terug te keren naar
het standaardscherm zonder op te slaan.
Bij versies met herconfigureerbaar multifunctioneel display, wordt het
volumeniveau met streepjes weergegeven.
Piep veiligheidsgordels (Inschakeling
zoemer voor SBR-aanwijzing)
(voor bepaalde versies/markten)
Deze functie kan alleen worden weergegeven wanneer het SBR-
systeem door het Alfa Romeo Servicenetwerk is uitgeschakeld (zie
“SBR-systeem” in het hoofdstuk “Veiligheid”).
28
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Ga als volgt te werk om deze functie opnieuw te activeren:
❒druk kortstondig op de knop SET/
; op de display knippert
"OFF". Druk op de knop "+" of "−" en "On" wordt getoond;
❒druk kort op de SET/
knop om terug te keren naar het vorige
menuscherm of druk langdurig op de knop om terug te keren naar
het standaardscherm zonder op te slaan.
Service (Geprogrammeerd
onderhoud)
Met deze functie kan de informatie over de kilometerstand of, voor
bepaalde versies/markten, de nog resterende tijd tot de volgende
onderhoudsbeurt van het voertuig worden weergegeven.
Ga voor het raadplegen van deze informatie als volgt te werk:
❒druk kort op de toets SET/
: op het display wordt het interval in
kilometers of dagen aangegeven (indien aanwezig) of in mijlen of
dagen (indien aanwezig), op grond van wat eerder is ingesteld (zie
paragraaf "Meeteenheden");
❒druk op de SET/
knop om terug te keren naar het menuscherm
of houd de knop ingedrukt om terug te keren naar het
standaardscherm.BELANGRIJK In het “Geprogrammeerd Onderhoudsschema” zijn de
onderhoudsbeurten van de auto op vaste intervallen vermeld (zie
het hoofdstuk "Onderhoud en zorg"). Dit wordt automatisch
weergegeven, met de contactsleutel op MAR, 2000 km (of het
equivalent in mijlen) vóór de onderhoudsbeurt of, indien aanwezig, 30
dagen vóór de onderhoudsbeurt. Het wordt ook weergegeven
wanneer de sleutel op MAR wordt gedraaid of, voor bepaalde
versies/markten, om de 200 km (of het equivalent in mijlen). Onder
deze drempel wordt dit bericht met kortere intervallen weergegeven.
Op het display wordt het onderhoudsinterval in kilometers of mijlen
weergegeven, afhankelijk van wat is ingesteld. Wanneer het
onderhoudsinterval bijna is vervallen en de sleutel in de stand MAR
wordt gedraaid, verschijnt het woord "Service" op het display,
gevolgd door het aantal resterende kilometers/mijlen of het aantal
resterende dagen (indien aanwezig). Neem contact op met het
geautoriseerde Alfa Romeo Servicenetwerk om de werkzaamheden
van het "Geprogrammeerd onderhoudsschema" te laten verrichten en
het bericht te laten resetten.
Wanneer het interval voor de onderhoudsbeurt is vervallen en daarna
voor ongeveer 1000 km/600 mijl of 30 dagen, wordt een bericht
hierover weergegeven.
In-/uitschakeling airbags aan
passagierszijde (frontairbag
passagierzijde en zijairbag ter
bescherming van bekken, borst en
schouders - Zijairbag)
Deze functie zorgt voor de in-/uitschakeling van de zijairbag aan de
passagierszijde.
29
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER