LADING VASTZETTEN
In de bagageruimte zijn twee
bevestigingen A fig. 70
de vervoerde lading
stevig vastgezet kan worden. Er zijn
tevens twee van deze bevestigingen op
de achterste dwarsbalk B aanwezig.
24) 25)
BELANGRIJK Aan elke bevestiging
mag een lading van maximaal 100 kg
worden vastgezet.BAGAGEHAKEN
In de bagageruimte zijn ook
bagagehaken aanwezig.
BAGAGENET
(voor bepaalde versies/markten)
Dit is nuttig voor een correcte schikking
van de lading en/of voor het vervoeren
van lichte materialen. Het bagagenet
is beschikbaar in het Alfa Romeo
Lineaccessori-assortiment.
BELANGRIJK
24) Een zware lading die niet is
vastgezet kan ernstig letsel bij
passagiers tijdens een ongeval
veroorzaken.
25) Als in een gebied wordt gereden
waar weinig tankstations
aanwezig zijn en men benzine in
een tankje wil meenemen, moet
dit overeenkomstig de geldende
voorschriften en in een
goedgekeurd tankje gebeuren dat
op passende wijze met de
bevestigingen is verankerd. Maar
hoe dan ook zal het risico op
brand bij een ongeval toenemen.
MOTORKAP
OPENEN
Ga als volgt te werk:
❒trek de hendel A fig. 71 in de richting
van de pijl;
❒verplaats de hendel B in de richting
van de pijl en til de motorkap op.
BELANGRIJK Het openen van de
motorkap wordt vergemakkelijkt door
twee gasveren aan de zijkanten. Kom
nooit aan deze gasveren en begeleid de
motorkap tijdens het openen.
BELANGRIJK Verzeker u ervan, voordat
u de motorkap opent, dat de armen
van de ruitenwissers tegen de ruit
liggen en dat de ruitenwisser niet werkt.
70A0K0589
71A0K0607
62
WEGWIJS IN UW AUTO
(voor bepaalde versies/markten)
voor kabelsaanwezig waarmee
De hermetische afsluiting kan een lichte
toename van de druk in de tank
veroorzaken. Een eventueel
ontluchtingsgeluid wanneer de dop
wordt losgedraaid is dus volkomen
normaal.
BELANGRIJK
61) Breng geen open vuur of
brandende sigaretten in de buurt
van de vulopening van de tank:
brandgevaar. Kom niet te dicht
met uw gezicht bij de vulopening,
om geen schadelijke dampen in
te ademen.
MILIEUBESCHERMING
Benzinemotoren hebben de volgende
emissiereductiesystemen: katalysator,
lambda sensoren en
brandstofverdampingsregelsysteem
Dieselmotoren hebben de volgende
emissiereductiesystemen:
oxidatiekatalysator, katalysator,
uitlaatgasrecirculatie (EGR) en
dieselroetfilter (DPF).
62)
DIESELROETFILTER
(DPF)
(Dieselroetfilter)
(voor bepaalde versies/markten)
Het dieselroetfilter is een mechanisch
filter in het uitlaatsysteem dat
roetdeeltjes in de uitlaatgassen van
dieselmotoren opvangt.
Het dieselroetfilter is nodig om
praktisch alle roetdeeltjes op te vangen
overeenkomstig de huidige en
toekomstige regelgeving en normen.
Tijdens normale rijomstandigheden
registreert de elektronische
regeleenheid een reeks gegevens (bijv.
reistijd, type route, temperaturen, etc.)
en berekent vervolgens hoeveel
roetdeeltjes door het filter zijn
opgevangen.Aangezien dit filter roetdeeltjes opvangt,
moet het regelmatig geregenereerd
(gereinigd) worden om de roetdeeltjes
te kunnen verbranden.
De regeneratie wordt automatisch
geregeld door de elektronische
motorregeleenheid afhankelijk van de
toestand van het roetfilter en de
gebruiksomstandigheden van het
voertuig.
Tijdens de regeneratie kan er een
beperkte toename van de stationaire
motorsnelheid optreden, kan de
ventilator geactiveerd worden, kunnen
de rookgassen iets toenemen en
kunnen er hoge uitlaattemperaturen
optreden.
Dit is normaal en heeft geen negatieve
invloed op de normale rijeigenschappen
van het voertuig of op het milieu.
Raadpleeg, als het betreffende bericht
wordt weergegeven, de paragraaf
"Lampjes en berichten" in het
hoofdstuk "Kennismaking met het
instrumentenpaneel".
87