Als knop A fig. 56 nogmaals langer dan
een halve seconde wordt ingedrukt,
wordt het dak automatisch tot de
eindaanslag gebracht. Het voorste
glazen paneel kan in een tussenstand
worden stopgezet door nogmaals
op knop A te drukken.
3)
22)
Het schuifdak sluiten
Druk vanaf de compleet geopende
stand langer dan een halve seconde op
knop B fig. 56: als de knop langer dan
een halve seconde wordt ingedrukt,
wordt het glazen paneel automatisch in
de tussenstand staan (“Comfort”-
stand).Als de knop nogmaals langer dan een
halve seconde wordt ingedrukt, wordt
het schuifdak in de spoilerstand
gebracht. Tenslotte, als nogmaals op
de sluitknop B wordt gedrukt, wordt het
schuifdak in de volledig gesloten stand
gebracht.
KNELBEVEILIGING
Het schuifdak is uitgerust met een
knelbeveiliging die tijdens het sluiten
van het dak een eventueel obstakel kan
herkennen; wanneer dit gebeurt,
onderbreekt het systeem de beweging
en keert de beweging van de voorste
ruitpaneel onmiddellijk om.
ZONNESCHERMEN
Om de zonneschermen te openen, trek
het handvat A fig. 57 in de richting
van de pijl tot de gewenste stand wordt
bekomen.Ga in omgekeerde volgorde te werk om
de zonneschermen te sluiten.
INITIALISATIEPROCEDURE
Als de accu werd losgekoppeld of als
een zekering is doorgebrand, dan moet
de werking van het schuifdak opnieuw
worden geïnitialiseerd.
Ga als volgt te werk:
❒houd knop B fig. 56 ingedrukt tot het
schuifdak helemaal gesloten is. Laat
daarna de knop los;
❒druk op knop B en houd deze
minstens 10 seconden ingedrukt
en/of tot het glazen paneel vooruit
vastklikt. Laat de knop vervolgens
los;
❒druk binnen 5 seconden na de vorige
bediening opnieuw op knop B en
houd deze ingedrukt: het voorste
ruitpaneel zal een volledige cyclus
openen en sluiten uitvoeren. Laat de
knop pas na afloop van deze cyclus
los.
56A0K0576
57A0K0577
53
De portieren
ontgrendelen van
buitenaf
Druk op de knop
van de
afstandsbediening of steek en draai de
metalen baard (in de sleutel) in het
slot van de bestuurdersportier.
De portieren ver-/
ontgrendelen van
binnenuit
Druk op de knop
fig. 59 op het
dashboard.
BELANGRIJK Bij ingeschakelde
centrale portiervergrendeling, kan het
portier aan passagierzijde worden
ontgrendeld door aan de binnenste
handgreep te trekken. Als aan de
binnenste handgreep van het
bestuurdersportier wordt getrokken,
worden alle portieren ontgrendeld.
BELANGRIJK De achterportieren
kunnen niet van binnenuit worden
geopend als het kinderslot is
ingeschakeld.
Als er geen stroomtoevoer is
(doorgebrande zekering, losgekoppelde
accu, enz.) kunnen de portieren nog
steeds met de hand worden
vergrendeld.KINDERSLOT
Deze voorziening zorgt ervoor dat de
achterportieren van binnenuit niet
geopend kunnen worden.
Het kinderslot A fig. 60 kan alleen bij
geopende portieren worden
ingeschakeld:
❒stand 1 - kinderslot ingeschakeld
(portier vergrendeld);
❒stand 2 - kinderslot uitgeschakeld
(portier kan van binnenuit worden
geopend).De voorziening blijft ook ingeschakeld
wanneer de portieren centraal
ontgrendeld worden.
4) 5)
BELANGRIJK De achterportieren
kunnen niet van binnenuit worden
geopend als het kinderslot is
ingeschakeld.
NOODVERGRENDELING
PORTIEREN
Voorportier aan
passagierszijde
De voorportier aan passagierszijde is
voorzien van een
vergrendelingssysteem wanneer er
geen stroom aanwezig is.
Om de vergrendeling in te schakelen,
steek de metalen baard van de sleutel
in de opening A fig. 61 en trek hem
omhoog.
Achterportieren
De achterportieren zijn voorzien van een
noodsysteem waarmee de portieren
kunnen worden vergrendeld wanneer er
geen stroom aanwezig is.
In dit geval moet men als volgt te werk
gaan:
60A0K0579
55
❒steek de metalen baard van de
contactsleutel in de zitting B;
❒draai de sleutel linksom en verwijder
hem uit de zitting B.
Ga als volgt te werk om het knopje van
het slot weer in dezelfde stand te zetten
(alleen wanneer de acculading hersteld
is):
❒druk op knop
van de sleutel;
❒druk op de knop
voor
vergrendeling/ontgrendeling op het
dashboard;
❒open het voorportier door de sleutel
in het slot te steken;
❒trek aan de binnenhandgreep van het
portier.
6)
Initialisatie open-/
sluitmechanisme
Als de accu is losgekoppeld of als een
zekering is doorgebrand, dan moet
het open-/sluitmechanisme als volgt
opnieuw geïnitialiseerd worden:
❒sluit alle portieren;
❒druk op de knop
van de sleutel of
op de knop
op het dashboard;
❒druk op de knop
van de sleutel of
op de knop
op het dashboard.
BELANGRIJK
4) Gebruik dit mechanisme altijd
wanneer kinderen worden
vervoerd.
5) Controleer na bediening van dit
mechanisme op bij beide
achterportieren of het
daadwerkelijk is ingeschakeld
door aan de handgreep aan de
binnenzijde van de portieren te
trekken.6) Als bij ingeschakeld kinderslot en
de eerder beschreven
vergrendelingswijze de
binnenhandgreep van een
achterportier wordt bediend, lukt
het niet om het portier te openen
en komt alleen het knopje van
de sloten omhoog. Om het portier
te openen, moet de buitenste
handgreep worden bediend. Bij
inschakeling van de
noodvergrendeling wordt de knop
van de centrale
portiervergrendeling
niet buiten
werking gesteld.
61A0K0580
56
WEGWIJS IN UW AUTO
❒houd, nadat de ruit de eindaanslag
heeft bereikt, de knop "naar boven"
minstens 1 seconde ingedrukt.
Voor bepaalde versies/markten, na een
stroomonderbreking van de
regeleenheden (accu vervangen of
losgekoppeld of zekeringen van de
regeleenheden voor elektrische
ruitbediening vervangen), moet de
automatische ruitbediening opnieuw
geïnitialiseerd worden.De initialisatieprocedure moet met
gesloten portieren uitgevoerd worden,
zoals hieronder beschreven:
❒open de ruit van het
bestuurdersportier volledig en houd
de bedieningstoets minstens drie
seconden ingedrukt nadat de
(onderste) eindaanslag bereikt is;
❒sluit de ruit van het
bestuurdersportier helemaal en houd,
nadat de ruit het einde van de
opwaartse slag heeft bereikt, de
bedieningsknop minstens 3
seconden ingedrukt;
❒ga vervolgens op dezelfde wijze te
werk zoals beschreven onder punten
1 en 2 voor de ruit van het
passagiersportier;
❒controleer na afronding van de
initialisatieprocedure of de
automatische ruitbediening goed
werkt.
BAGAGERUIMTE
De ontgrendeling van de bagageruimte
gebeurt elektrisch en is uitgeschakeld
wanneer de auto rijdt.
OPENEN
Indien ontgrendeld, kan de
bagageruimte van buitenaf geopend
worden met het elektrische embleem
fig. 63 tot de klik van het ontgrendelen
wordt gehoord of met behulp van de
knop op de afstandsbediening.
Wanneer de achterklep wordt geopend,
knipperen de richtingaanwijzers twee
keer en gaat de
bagageruimteverlichting branden.
Wanneer de achterklep wordt gesloten,
gaat de verlichting automatisch uit.
De verlichting gaat ook uit wanneer de
bagageruimte een paar minuten open
wordt gelaten.
63A0K0068
59
Initialisatie elektrische
ruitbediening
Als de accu werd losgekoppeld of als
de zekering van de knelbeveiliging is
doorgebrand, moet het systeem
opnieuw worden geïnitialiseerd.
Initialisatieprocedure:
❒sluit de ruit volledig om handmatig te
initialiseren;
Achterklep van
binnenuit openen in
geval van nood
On de achterklep in geval van nood te
openen: verwijder de achterste
hoofdsteunen, klap de zittingen volledig
om (zie de paragraaf "Bagageruimte
uitbreiden") en druk op hendel A fig. 64.
SLUITEN
Laat de achterklep zakken en druk in
de buurt van het slot totdat het
vastklikt.
Op de binnenkant van de achterklep
zijn hendels A fig. 65 voorzien waarmee
de achterklep makkelijk kan worden
gesloten.BELANGRIJK Controleer of u in het
bezit van de sleutels bent voordat de
achterklep wordt gesloten. De
achterklep wordt namelijk automatisch
vergrendeld.
INITIALISATIE
BAGAGERUIMTE
BELANGRIJK Als de accu is
losgekoppeld of een zekering is
doorgebrand, dan moet de
vergrendeling van de achterklep
opnieuw worden geïnitialiseerd. Ga
hiervoor als volgt te werk:
❒sluit alle portieren en de achterklep;
❒Druk op knop
van de sleutel;
❒Druk op knop
van de sleutel.BAGAGERUIMTE
UITBREIDEN
De bagageruimte kan gedeeltelijk (1/3
of 2/3) of volledig worden uitgebreid
door de achterbank te scheiden.
Zie voor het uitbreiden van de
bagageruimte de beschrijvingen in de
paragrafen “Hoedenplank verwijderen”
en “Achterbank neerklappen”.
Hoedenplank
verwijderen
Ga als volgt te werk:
❒maak de uiteinden van de twee
trekkoorden A fig. 66 van de
hoedenplank los door de oogjes C uit
de steunpennen te verwijderen;
❒maak de pennen A fig. 67 buiten de
hoedenplank vrij en verwijder de
hoedenplank B door hem naar buiten
te trekken;
64A0K0583
65A0K0584
67A0K0585
60
WEGWIJS IN UW AUTO
Wat het betekent Wat te doen
geelStoring buitenverlichting
Het lampje gaat branden wanneer er een storing
in een van de volgende lichten wordt
gedetecteerd.
❒dagrijlichten (DRL)
❒stadslicht
❒richtingaanwijzers
❒mistachterlichten
❒kentekenverlichting
De storing met betrekking tot deze lichten kan
veroorzaakt zijn door: een of meer doorgebrande
zekeringen, een of meer doorgebrande lampen of
een verbroken elektrische verbinding.Controleer en vervang indien nodig de
betreffende zekeringen, in overeenstemming met
de paragraaf "Zekering vervangen" in het
hoofdstuk "Noodgevallen". Als dit de storing niet
verhelpt, controleer en vervang dan indien nodig
de betreffende lampen, in overeenstemming met
de paragraaf "Lamp buitenverlichting vervangen"
in het hoofdstuk "Noodgevallen".
Als deze handeling het probleem ook niet oplost,
neem dan contact op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk, voor een algemene controle van
de elektrische installatie.
geelMISTACHTERLICHTEN
Dit lampje gaat branden wanneer de
mistachterlichten worden ingeschakeld.
120
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
Waarschuwingslampjesop
instrumentenpaneel
SYMBOLEN EN MELDINGEN OP HET DISPLAY
Symbool op het
displayWat het betekent Wat te doen
AFSLUITER VAN DE BRANDSTOFTOEVOER
Bij sommige versies verschijnt een bericht plus
symbool op het display wanneer de afsluiter van
de brandstoftoevoer inschakelt.Zie, voor het herstellen van de afsluiter van de
brandstoftoevoer, de paragraaf
"Bedieningselementen" van het hoofdstuk
"Kennismaking met de auto". Neem contact op
met het Alfa Romeo Servicenetwerk als de
brandstoftoevoer nog steeds niet hersteld kan
worden.
MOGELIJKE IJSVORMING OP WEGDEK
Bij versies voorzien van herconfigureerbaar
multifunctioneel display verschijnen er een bericht
en een symbool op het display wanneer de
buitentemperatuur 3°C of lager bedraagt.
Bij versies met “Multifunctioneel display”
verschijnt alleen het speciale bericht.
BELANGRIJK Indien er een storing is in de
buitentemperatuursensor, worden de cijfers die
de waarde aangeven door streepjes vervangen.
STORING REMLICHTEN
Bij sommige versies verschijnt er een bericht plus
symbool op het display wanneer een storing in de
remlichten optreedt.De storing kan veroorzaakt zijn door een
doorgebrande lamp, een doorgebrande zekering
of een onderbroken elektrische verbinding.
STORING SCHEMERSENSOR
(voor bepaalde versies/markten)
Bij sommige versies verschijnt er een bericht plus
symbool op het display wanneer een storing in de
schemersensor optreedt.Neem contact op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk om de storing zo spoedig
mogelijk te laten verhelpen.
133
NOODGEVALLEN
Een lekke band of een doorgebrand
lampje?
Soms kan een probleem uw reis in
gevaar brengen.
De pagina's over noodsituaties kunnen
u helpen om op zelfstandige en kalme
wijze kritieke situaties op te lossen.
Wij adviseren u om in een noodsituatie
het gratis telefoonnummer te bellen
dat in het garantieboekje is vermeld.
U kunt ook het gratis telefoonnummer
00 800 2532 4200 bellen om het
dichtstbijzijnde Alfa Romeo Servicepunt
te vinden.DE MOTOR STARTEN ....................178
EEN WIEL VERVANGEN .................179
"FIX&GO AUTOMATIC" KIT .............185
EEN LAMP VERVANGEN ................188
BUITENLAMPEN VERVANGEN .......191
LAMPEN BINNENVERLICHTING
VERVANGEN ..................................194
ZEKERINGEN VERVANGEN ............196
ACCU OPLADEN ............................205
OPHEFFEN VAN HET VOERTUIG ...205
SLEPEN VAN DE AUTO ..................206
177