ONDERSTEUNING
USB/iPod/AUX
Er kunnen maximaal drie USB-poorten
zijn, eentje onder het controlepaneel van
de airconditioning, eentje in het
handschoenenkastje in het tunnelconsole
en eentje (alleen opladen) onder de
ventilatie achter het tunnelconsole. Een
AUX-contact in het handschoenenkastje
in het tunnelconsole.
TELEFOONMODUS
TELEFOONmodus kan worden
geactiveerd vanuit het hoofdmenu
(MENU-knop) door aan de Roterende
knop te draaien en erop te drukken.
Het volgende scherm wordt op het
display weergegeven fig. 163:
Recente gesprekken;
Favorieten;
Contacten;
Kies;
met telefoongesprek in gang:
Uitschakelen microfoon;
Einde oproep.
BELANGRIJK Het geluid van de mobiele
telefoon wordt over het audiosysteem
van het voertuig uitgezonden: het
systeem schakelt automatisch het geluid
van het autosysteem uit wanneer de
TELEFOONfunctie wordt gebruikt.BELANGRIJK Voor compatibele mobiele
telefoonlijst en ondersteuningsoperaties
kunt u contact opnemen met
Klantenservice 00 800 0 426 5337.
Mobiele telefoon koppelen
Ga als volgt te werk:
schakel de functie Bluetooth® in op het
apparaat;
Druk op de MENUknop, selecteer de
functie "INSTELLINGEN" door de
Roterende Knop te draaien en in te
drukken;
selecteer “Infotainment”;
selecteer het Bluetooth®-apparaat;
Selecteer “Toestel toev.”;
zoek naar het Uconnect-systeem op
het Bluetooth® audioapparaat (tijdens de
koppelingsfase verschijnt op het scherm
de voortgang van het proces);
selecteer het apparaat dat gekoppeld
moet worden;
voer, als het audioapparaat hierom
vraagt, de PIN-code in die wordt getoond
op het display van het systeem of
bevestig de op het apparaat getoonde
PIN;
wanneer de koppelingsprocedure met
succes is afgesloten, wordt een speciaal
scherm getoond;
de “Bluetooth®” kan ook worden
bereikt door te drukken op de OPTIE
knop in de TELEFOON of MEDIA functies.
Deze laatste kan worden geselecteerd
16311106S0002EM
188
MULTIMEDIA
door te draaien aan en te drukken op de
Roterende Knop in het hoofdmenu
(MENU-knop).
Een nummer bellen
Ga als volgt te werk:
selecteer het pictogram "Recente
oproepen";
selecteer het pictogram "Contacten";
selecteer het pictogram "Kies".
NAVIGATIEMODUS
(indien aanwezig)
BELANGRIJK In het belang van de
veiligheid en om afleiding tijdens het
rijden te beperken, kunt u het beste altijd
uw route plannen voordat u op weg gaat.
Ga als volgt te werk om een route te
plannen:
Activeer de NAVIGATIE-modus door
deze te selecteren op het hoofdmenu
fig. 164;
Activeer de "Bestemming
instellen"-functie;
Om het adres in te voeren, selecteer het
toe te voegen item (Land, Plaats) op het
circulaire toetsenbord, door de toets te
kiezen om de gewenste naam samen te
stellen; ga door met het ingeven van de
letters, het systeem voltooit automatisch
het woord en aan de rechterkant van het
display staat een lijst met opties die vantoepassing zijn op de ingegeven letters. U
kunt nu het woord voltooien of naar de
lijst met suggesties gaan door de
Roterende Knop naar rechts te bewegen
of door naar "OK" te wijzen en de
Roterende Knop in te drukken.
Of
Selecteer een adres in de "Recente
Bestemmingen"-lijst.
Of
Selecteer een adres in de "Favoriete
Bestemmingen"-lijst.
Zodra de gewenste bestemming is
ingesteld, selecteer "Start navigatie".
Met de navigatie gestart en met gebruik
van de controlebalk op het display, kunt u
kiezen uit de volgende opties:
Navigatie onderbreken: hiermee kunt u
de navigatie onderbreken;
Navigatievolume: hiermee kunt u het
berichtvolume instellen;
Routebeheer: hiermee kunt u de route
van uw keuze verfijnen, met een reeks
opties;
Route preview: hiermee kunt u een
preview zien van de geplande route;
Zoom: hiermee kan de kaart worden
vergroot/verkleind;
Kaart onderzoeken: laat u binnen de
kaart verplaatsen.
16411186S0003EM
189
Waarschuwingsrem, Waarschuwing, uit
(waar voorzien);
"Sensivity": hiermee kunt u de
reactiesnelheid van het systeem op basis
van de afstand tot het obstakel
selecteren (dichtbij, gemiddeld, ver).
Waarschuwing Rijbaanoverschrijding
Deze functie kan gebruikt worden om de
"reactiesnelheid" van het Lane
Departure-systeem te selecteren. De
beschikbare opties zijn:
"Sensivity": hiermee kunt u de
reactiesnelheid van het systeem
selecteren (hoog, laag).
Alarm blinde hoek
Met deze functie kunt u de
geluidssignaalwaarschuwing van
voorwerpen in de blinde vlek van de
buitenspiegel activeren/deactiveren.
Passagierairbag(waar voorzien)
Laat u de voorste passagierairbagfunctie
activeren/deactiveren. Wanneer er bij
deze functie wordt gekomen, zal het
systeem activering/deactivering van de
airbags detecteren en de statuswijziging
bevestigen. Druk op de Roterende Knop
om verder te gaan.
De airbagstatus is zichtbaar via de led
naast het statuspictogram op het
dashboard.
Passagiersbescherming ingeschakeld: de
AAN LED gaat vast branden.Passagiersbescherming uitgeschakeld:
de UIT LED gaan vast branden.
Seat Belt Reminder (SBR)
Deze functie verschijnt alleen als de
gordelverklikker gedeactiveerd was en
hij gereactiveerd kan worden.
Bestuurdersbijstand
Om toegang te krijgen tot de functie
"Bestuurdersbijstand", deze selecteren
door te draaien aan de Roterende Knop
en te drukken op de Roterende knop om
hem te activeren.
Met deze functie zijn de volgende
instellingen mogelijk:
ParkSense
Met deze functie kan het type
waarschuwing dat door het
ParkSense-systeem wordt afgegeven
geselecteerd worden.
De beschikbare opties zijn:
“Modus”: de volgende opties zijn
beschikbaar in deze functie: “Geluid”, het
systeem meldt de bestuurder over de
aanwezigheid van een obstakel alleen
door middel van geluidssignalen, door
middel van de speakers in de auto of
“Geluid en Display”, het systeem meldt de
bestuurder over de aanwezigheid van een
obstakel door middel van geluidssignalen
(door middel van de speakers in de auto)
en visuele signalen, op het
instrumentenpaneeldisplay.
"Audio": hiermee kan het volume van
de akoestische waarschuwingen geleverd
door het ParkSensesysteem worden
geselecteerd, de beschikbare opties zijn:
"Hoog", "Medium" of "Laag".
Achteruitkijkcamera
(indien aanwezig)
Met deze functie zijn de volgende
instellingen mogelijk:
"Actief": hiermee kunt u de
videocamera op het display zien;
"Vertraging uitschakelen": hiermee
kunt u het uitschakelen van de camera
met een paar seconden vertragen
wanneer de achteruitversnelling is
uitgeschakeld.
"Rooster": Hiermee kan de weergave
van de dynamische richtlijnen die de
route van het voertuig aangeven
ingeschakeld worden.
Automatische parkeerrem
Met deze functie kunt u de automatische
parkeerrem activeren/deactiveren door
het uitschakelen van de motor.
"Remservice"
(indien aanwezig)
Deze functie zorgt voor activering van de
procedure om het onderhoud van het
remsysteem uit te voeren.
Ga naar de functies en selecteer de
instelling door aan de Roterende Knop te
draaien en deze in te drukken;
191
Portieren en vergrendelingen
Om toegang te krijgen tot de functie
"Portieren en vergrendelingen", deze
selecteren door te draaien aan de
Roterende Knop en te drukken op de
Roterende knop om hem te activeren. De
volgende instellingen kunnen worden
gewijzigd wanneer deze modus is
geselecteerd:
Portiervergrendeling tijdens rijden;
Alle portieren ontgrendelen bij
uitstappen;
Passive Entry;
Portierontgrendeling bij instappen;
Claxon w/Starten op Afstand (voor
bepaalde versies/markten)
Claxon bij sluiten;
Auto relock;
Instellingen herstellen.
Instrumentenpaneel
Om toegang te krijgen tot de functie
"Instrumentenpaneel", deze selecteren
door te draaien aan de Roterende Knop
en te drukken op de Roterende knop om
hem te activeren. De volgende
instellingen kunnen worden gewijzigd
wanneer deze modus is geselecteerd:
Waarschuwingszoemervolume;
Trip B;
Telefoon herhalen;
Audio herhalen;
Nav herhalen;
Instellingen herstellen.Infotainment
Om toegang te krijgen tot de functie
"Infotainment", deze selecteren door te
draaien aan de Roterende Knop en te
drukken op de Roterende knop om hem
te activeren. De volgende instellingen
kunnen worden gewijzigd wanneer deze
modus is geselecteerd:
Scherm Uit;
Splitscreen (voor bepaalde
versies/markten);
Audio;
Bluetooth®;
Radio;
Media;
Telefoon;
Navigatie (voor bepaalde
versies/markten);
Apps.
Systeem
Om toegang te krijgen tot de functie
"Systeem", deze selecteren door te
draaien aan de Roterende Knop en te
drukken op de Roterende knop om hem
te activeren. De volgende instellingen
kunnen worden gewijzigd wanneer deze
modus is geselecteerd:
Automatische start;
Vertraging uitschakelen;
Software updaten;
Update van kaarten;
Persoonl. gegevens wissen;
Instellingen herstellen.
TOEPASSINGEN
TOEPASSINGEN-modus kan worden
geactiveerd vanuit het hoofdmenu
(MENU-knop) door aan de Roterende
knop te draaien en erop te drukken.
Op het display wordt de volgende
informatie weergegeven:
"Mijn auto": laat u een reeks informatie
zien gekoppeld aan de autostatus;
"Efficiënt rijden": deze laat u wat
rijstijlparameters zien;
"Gebruik en onderhoud": laat u de
gebruikshandleiding van de auto
raadplegen.
16611126S0004EM
192
MULTIMEDIA
ALFABETISCH REGISTER
"Alfa DNA"-systeem...........114
ABS (systeem)...............68
Accu ....................152
Accu opladen...............153
Achterbank.................20
Achteruitkijkcamera / dynamisch
raster . .................122
Achteruitkijkspiegels...........24
Actieve veiligheidssystemen.......68
Afmetingen ................167
AFS-functie.................27
Afsluiter van de brandstoftoevoer . .142
Airbag (SRS aanvullend
veiligheidssysteem)..........99
Airbags
Frontairbags..............99
Zij-airbags...............103
Alarmknipperlichten...........126
Noodremmen.............126
Alarmsysteem...............14
ATV-systeem (Alfa™ Active Torque
Vectoring).................70
Automatische dual-zone
klimaatregeling.............32
Automatische versnellingsbak.....111
Bagageruimte...............37
Banden (bandenspanning).......165
Bandenreparatiekit...........137
BEDIENINGSELEMENTEN.......181Bedieningen op de tunnel......181
BEDIENINGSELEMENTEN OP HET
STUURWIEL..............184
Bedieningspaneel en
boordinstrumenten...........40
Belangrijke informatie en
aanbevelingen.............194
Beschermingssystemen
inzittenden................82
Bijgeleverde velgen en banden.....164
Brandstofverbruik............174
BSM (Blind Spot Monitoring).......72
Buitenverlichting..............26
Carrosserie (reiniging en
onderhoud)...............159
CO2-emissie...............175
Contactslot.................12
Cruise-control...............117
Dagverlichting (DRL)...........26
De motor starten.............106
De sleutels.................11
Dimlicht...................26
Dimlicht (lamp vervangen).......129
Display....................42
DTC (systeem)...............68
Een lamp vervangen...........126
Elektrisch schuifdak............35
Elektrisch slot (systeem).........16
Elektrische parkeerrem.........107
Elektrische ruitbediening.........34Elektrische verwarming stuurwiel....23
Elektrische verwarming
voorstoelen...............20
ESC-systeem (Electronic Stability
Control)..................69
Forward Collision Warning
(systeem).................74
Gebruik van het Instructieboek......3
Gepland onderhoudsprogramma
(2.2 JTD diesel motor versies) . . .147
Geprogrammeerd onderhoud.....146
Gescheiden inklapbare
achterbank................20
Gewichten . . ...............168
Gordelspanners..............85
Krachtbegrenzers...........86
Grootlicht..................28
Automatische inschakeling
grootlicht................28
Grootlicht koplampen (lamp
vervangen)...............129
Handgeschakelde
versnellingsbak............110
Herconfigureerbaar tft display.....42
Het voertuig opkrikken .........157
Hoofdairbag................103
Hoofdsteunen . . .............22
Hoogteregeling koplampen.......28
HSA-systeem (Hill Starting Assist)
(Ondersteuning bij wegrijden op
een helling)................69
i-Size kinderzitjes.............93
Identificatiegegevens..........162
Interieurverlichting............30
ISOFIX-kinderzitje (montage)......91
Kinderen veilig vervoeren........87
Kinderslot..................17
Kinderzitjes.................87
Klimaatregeling...............32
KNOPPEN
Samenvattende tabel knoppen
aan het stuur..............184
Samenvattende tabel knoppen op
de tunnelconsole...........181
Lakwerk (reiniging en onderhoud). .159
Lamp buitenverlichting vervangen . .129
Lampen
typen lampen.............127
Lampjes en berichten...........49
Lichtschakelaar..............26
Mistlampen (lamp vervangen).....130
Mistlampen voor..............26
Modificaties/wijzigingen aan het
voertuig..................5
Motor....................163
niveau motorkoelvloeistof.....151
Motorkap..................36
Motorolie
niveau controleren..........151
verbruik................151
Motorruimte...............150
Niveaus controleren...........150
Noodstart.................140
Onderhoudsprocedures........155
Parkeerlichten...............27
Parkeersensorensysteem.......118
Passive Entry (systeem).........15
PBA-systeem (Panic Brake Assist) . . .69
Plafondverlichting voor..........30
Portieren..................14
Prestaties (topsnelheid)........173
RCP-systeem...............73
Regensensor................31
Remmen
remvloeistofniveau..........151
Richtingaanwijzers (lamp
vervangen)...............130
Richtlijnen voor de behandeling van
het voertuig aan het einde van
de levensduur.............176
Rijbaanwissel................28
Rijhulpsystemen..............72
Rijmodi...................114
Ruitensproeiervloeistof voor
voorruit/koplampen.........151
Ruitenwisser................30
wisserbladen vervangen.......155
Ruitenwisser/-sproeier..........30
"Intelligente" wis-/wasfunctie....31
SBA (Gordelwaarschuwing).......84SBA (Gordelwaarschuwing)
Systeem.................84
SBL-functie.................28
Schemersensor...............26
Slepen van het voertuig.........143
Slepen van voertuig met pech.....143
Sleutels
elektronische sleutel . .........11
Sneeuwkettingen. ............157
Snelheidsbegrenzer...........116
SRS (aanvullend
veiligheidssysteem) . .........99
Stadslicht..................26
Start & Stop-Evo.............115
Starten met een sleutel met lege
batterij..................12
Starten met hulpaccu..........141
Startonderbreking (systeem)......13
Stoelen....................18
Stuurslot. . .................12
Stuurwiel..................23
Symbolen...................4
Systeem Waarschuwing
Rijbaanoverschrijding........121
Tanken...............124 ,169
Tankprocedure..............124
TC-Systeem (Traction Control).....69
TFT-display (3,5") . ............40
TFT-display (7")..............41
ALFABETISCH REGISTER