116Telefoontelefoneren verboden is, als demobiele telefoon interferentie ver‐
oorzaakt of als er zich gevaarlijke
situaties kunnen voordoen.
Bluetooth
Het telefoonportal is gecertificeerd door de Bluetooth Special Interest
Group (SIG).
Meer informatie over de specificatie
vindt u op internet op
http://www.bluetooth.com
Bluetooth-verbindingBluetooth is een radiografische norm
voor het draadloos verbinden van
bijv. een telefoon met andere appa‐
ratuur. Gegevens zoals een telefoon‐ boek, gesprekslijsten, de naam van
de netwerkoperator en de sterkte van
de verbinding kunnen worden over‐
gedragen. Welke functies er beschik‐ baar zijn hangt af van het type tele‐
foon.
Om een Bluetooth-verbinding met de
telefoonportal tot stand te kunnen
brengen, moet de Bluetooth-functie
van de mobiele telefoon zijn inge‐
schakeld en moet de mobiele tele‐
foon in de stand "zichtbaar" worden
gezet. U vindt een gedetailleerde be‐
schrijving in de gebruiksaanwijzing van de mobiele telefoon.
Bluetooth inschakelen
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen.
Selecteer Instellingen Bluetooth en
vervolgens Bluetooth.
Selecteer Activering en vervolgens
Aan .
Een Bluetooth-apparaat koppelen
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen. Selecteer
Instellingen Bluetooth en vervolgens
Apparaat (telefoon) toevoegen .
Het volgende display verschijnt.
Zodra het telefoonportal van het Info‐
tainmentsysteem wordt gedetec‐
teerd, verschijnt het in de apparaten‐ lijst van uw Bluetooth-toestel. Selec‐
teer het telefoonportal.
Voer op verzoek de pincode op uw
Bluetooth-toetsel in. De apparaten
worden gekoppeld en verbonden.
Telefoon117Let op
Het telefoonboek van uw mobiele te‐
lefoon wordt automatisch gedown‐ load. De presentatie en volgorde
van de telefoonboekvermeldingen
kunnen op het display van het Info‐
tainmentsysteem en op het display
van de mobiele telefoon verschillend
zijn.
Na het tot stand komen van de Blue‐
tooth-verbinding: als er een ander
Bluetooth-apparaat was verbonden
met het Infotainmentsysteem, wordt
dat apparaat nu losgekoppeld van het systeem.
Als de Bluetooth-verbinding niet tot
stand komt: herhaal de bovenstaande procedure of raadpleeg de gebruiks‐
aanwijzing van het Bluetooth-appa‐
raat.
Let op
Aan het Infotainmentsysteem kun‐
nen maximaal 5 toestellen worden
gekoppeld.
De Bluetooth-code wijzigen
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen.Selecteer Instellingen Bluetooth en
vervolgens Bluetooth-code wijzigen .
Voer de gewenste viercijferige pin‐
code in en bevestig de door u inge‐
voerde gegevens met OK.
Een ander gekoppeld apparaat
verbinden
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen.
Selecteer Instellingen Bluetooth en
vervolgens Apparatenlijst . Er ver‐
schijnt een lijst met alle Bluetooth-ap‐
paraten die momenteel aan het info‐
tainmentsysteem gekoppeld zijn.Kies het gewenste apparaat. Er ver‐
schijnt een submenu.
Selecteer Selecteren om de verbin‐
ding tot stand te brengen.
Een apparaat loskoppelen
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen.
Selecteer Instellingen Bluetooth en
vervolgens Apparatenlijst . Er ver‐
schijnt een lijst met alle Bluetooth-ap‐
paraten die momenteel aan het info‐
tainmentsysteem gekoppeld zijn.
Selecteer het gekoppelde apparaat.
Er verschijnt een submenu.
Selecteer Verbreken om het apparaat
los te koppelen.
Een gekoppeld apparaat
verwijderen
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen.
Selecteer Instellingen Bluetooth en
vervolgens Apparatenlijst . Er ver‐
schijnt een lijst met alle Bluetooth-ap‐
paraten die momenteel aan het info‐
tainmentsysteem gekoppeld zijn.
118TelefoonKies het gewenste apparaat. Er ver‐
schijnt een submenu.
Als het apparaat aangesloten is, moet het eerst worden ontkoppeld (zie hier‐
boven).
Selecteer Wissen om het apparaat te
verwijderen.
Fabriekswaarden terugzetten
De telefooninstellingen, bijv. de ap‐
paratenlijst, de Bluetooth-code en de
beltoon, kunnen op de fabriekswaar‐
den worden teruggezet.
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen. Selecteer
Instellingen Bluetooth en vervolgens
Fabrieksinstellingen herstellen .
In het submenu wordt u een vraag
gesteld. Selecteer Ja om alle waar‐
den op de fabriekswaarden terug te
zetten.Noodoproep9 Waarschuwing
Het tot stand brengen van de ver‐
binding kan niet onder alle om‐
standigheden worden gegaran‐
deerd. Daarom is het belangrijk
dat u bij gesprekken van levens‐
belang (bijv. bij het inroepen van
medische hulp) niet alleen op een
mobiele telefoon vertrouwt.
Voor sommige netwerken kan het
noodzakelijk zijn dat er op de juiste manier een geldige simkaart in de
mobiele telefoon is aangebracht.
9 Waarschuwing
Denk eraan dat u met uw mobiele
telefoon kunt bellen en ontvangen indien u zich in een gebied bevindt
met een voldoende sterk signaal.
Onder bepaalde omstandigheden
kunnen nooddiensten niet op alle
mobiele telefoonnetwerken wor‐
den gebeld; mogelijkerwijs kun‐
nen deze oproepen niet gedaan
worden wanneer bepaalde net‐
werkdiensten en/of telefoonfunc‐
ties actief zijn. U kunt hierover uw lokale netwerkexploitant raadple‐
gen.
Het alarmnummer kan per land en regio variëren. Wij raden u aan het juiste alarmnummer voor de rele‐
vante regio van tevoren op te vra‐
gen.
Een noodoproep doen
Vorm het noodnummer (bijv. 112).
De telefoonverbinding met de alarm‐
centrale wordt tot stand gebracht.
Antwoord als het dienstdoende per‐
soneel u vragen stelt over het nood‐
geval.
9 Waarschuwing
Beëindig het gesprek pas als de
alarmcentrale u daarom vraagt.
Telefoon119BedieningZodra er een Bluetooth-verbinding
tussen uw mobiele telefoon en het In‐
fotainmentsysteem tot stand is ge‐
bracht, kunt u tal van functies van uw mobiele telefoon ook via het Infotain‐
mentsysteem bedienen.
U kunt via het infotainmentsysteem
bijv. een verbinding tot stand brengen
met de telefoonnummers die in uw
mobiele telefoon zijn opgeslagen of
telefoonnummers wijzigen.
Let op
In de handsfree-modus is bediening van de mobiele telefoon nog steeds
mogelijk, bijv. een gesprek beant‐
woorden of het volume regelen.
Na het tot stand brengen van een ver‐
binding tussen de mobiele telefoon
en het Infotainmentsysteem worden
er gegevens van de mobiele telefoon naar het Infotainmentsysteem ver‐stuurd. Afhankelijk van het model te‐
lefoon kan dit enkele minuten duren.
Tijdens deze periode is het bedienen
van de mobiele telefoon via het Info‐
tainmentsysteem slechts beperkt mo‐
gelijk.Let op
Niet elke mobiele telefoon onder‐
steunt alle functies van de telefoon‐
portal. Daarom kan het bereik aan
hieronder beschreven functies afwij‐
ken.
Voorwaarden
Voor de handsfreemodus van het in‐
fotainmentsysteem moet aan de vol‐
gende voorwaarden zijn voldaan:
● De Bluetooth-functie van het in‐ fotainmentsysteem moet geacti‐
veerd zijn 3 116.
● De Bluetooth-functie van de mo‐ biele telefoon moet geactiveerd
zijn (zie gebruiksaanwijzing van het apparaat).
● De mobiele telefoon moet op "zichtbaar" staan (zie gebruiks‐
aanwijzing van het apparaat).
● De mobiele telefoon moet aan het infotainmentsysteem gekop‐
peld zijn 3 116.Handsfreemodus activeren
Druk op y / @ op het bedieningspa‐
neel van het Infotainmentsysteem.
Het hoofdmenu van de telefoon ver‐
schijnt.
Let op
Als er geen mobiele telefoon met het
Infotainmentsysteem verbonden is,
verschijnt Geen telefoon
beschikbaar . Voor een gedetail‐
leerde beschrijving van het tot stand brengen van een Bluetooth-verbin‐
ding 3 116.
Veel functies van de mobiele telefoon
kunnen nu worden bediend via het
hoofdmenu van de telefoon (en bijbe‐ horende submenu's) en via de tele‐
foonspecifieke knoppen op het stuur‐ wiel.
Telefoongesprek initiëren
Handmatig een nummer invoeren
Druk in het telefoonhoofdmenu op de
multifunctionele knop om Menu
telefoon te openen.
Selecteer Nummer invoeren . Het vol‐
gende scherm verschijnt.
124TrefwoordenlijstAAlgemene aanwijzingen..... 106, 109, 110, 115
AUX-ingang ............................. 109
Bluetooth-muziek ....................113
CD-speler ................................ 106
Infotainmentsysteem .................86
Telefoon .................................. 115
USB-poort ............................... 110
Algemene informatie................... 113
Antidiefstalfunctie ........................87
Audioknoppen op stuurwiel ..........88
Automatische volumeregeling ......95
Autostore-lijsten ............................ 98
Zenders ophalen .......................98
Zenders opslaan .......................98
AUX-functie activeren .................109
AUX-ingang Algemene aanwijzingen ..........109
Bediening ................................ 109
Inschakelen ............................. 109
Volume aanpassen .................109
B Basisbediening ............................. 92
Bediening ........................... 113, 119
AUX-ingang ............................. 109
Bluetooth-muziek ....................113
CD-speler ................................ 107
Menu ......................................... 92Radio......................................... 97
Telefoon .................................. 119
USB-poort ............................... 111
Bedieningselementen Infotainmentsysteem .................88
Stuurwiel ................................... 88
Telefoon .................................. 115
Bedieningspaneel Infotainment ....88
Bel Beltoon .................................... 119
Functies tijdens het gesprek ...119
Inkomend gesprek ..................119
Telefoongesprek initiëren ........119
Beltoon Beltoon selecteren ..................119
Beltoonvolume .......................... 95
Bluetooth Bluetooth-muziek ....................113
Bluetooth-verbinding ...............116
Telefoon .................................. 119
Bluetooth-muziek Algemene aanwijzingen ..........113
Bediening ................................ 113
Inschakelen ............................. 113
Voorwaarden ........................... 113
Bluetooth-verbinding ..................116
C
Categorielijst ................................. 99
Cd afspelen starten ....................107
125Cd-menu..................................... 107
CD-speler Algemene aanwijzingen ..........106
Cd afspelen starten .................107
Cd plaatsen ............................. 107
Cd-menu ................................. 107
Een cd verwijderen .................107
Gebruik.................................... 107
Inschakelen ............................. 107
CD-speler activeren ....................107
D DAB ............................................ 104
Datuminstellingen .........................91
De radio inschakelen ....................97
Digital Audio Broadcasting .........104
Dynamisch audioaanpassing .....104
F
Favoriete lijsten ............................ 99
Zenders ophalen .......................98
Zenders opslaan .......................98
Favorietenlijst ............................... 98
Frequentiebereikmenu's ...............99
Frequentiebereik selecteren .........97
Functie Opnieuw kiezen .............119
G
Gebruik ................... 91, 97, 107, 109
AUX-ingang ............................. 109
Bluetooth-muziek ....................113CD-speler................................ 107
Menu ......................................... 92
Radio ......................................... 97
Telefoon .................................. 119
USB-poort ............................... 111
Geluidsinstellingen .......................95
Gesprekslijsten ........................... 119
H
Handsfree telefoonmodus activeren.................................. 119
I Infotainmentsysteem inschakelen 91
M
Maximaal inschakelvolume........... 95 Menubediening ............................. 92
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur .................122
Multifunctionele knop ....................92
Mute.............................................. 91
N Noodoproep ................................ 118
O Opgeslagen audiobestanden afspelen................................... 111
Overzicht bedieningselementen ...88R
Radio Afstemmen op zender ...............97
Autostorelijsten.......................... 98
Bereik selecteren ....................104
Categorielijst ............................. 99
DAB configureren ....................104
DAB-berichten ........................... 99
Digital audio broadcasting
(DAB) ...................................... 104
Dynamisch audioaanpassing ..104
Favoriete lijsten ...................98, 99
Frequentiebereik selecteren .....97
Frequentiebereikmenu's............ 99
Gebruik...................................... 97
Inschakelen ............................... 97
Radio Data System (RDS) ......102
RDS configureren.................... 102
Regio-instelling........................ 102
Verkeersberichten ...................102
Verkeersinformatie ..................102
Zender zoeken .......................... 97
Zenderlijsten.............................. 99
Zenderlijsten bijwerken .............99
Zenders ophalen .......................98
Zenders opslaan .......................98
Radio activeren............................. 97
Radio Data System (RDS) ......... 102 RDS ............................................ 102
Regio-instelling ........................... 102
126SStreaming audio via Bluetooth activeren.................................. 113
Systeeminstellingen Fabrieksinstellingen terugzetten 91
Taal ........................................... 91
Tijd- en datuminstellingen .........91
Voertuiginstellingen ...................91
T
Taalinstellingen............................. 91
TA-volume .................................... 95
Telefoon Algemene aanwijzingen ..........115
Bedieningselementen .............115
Beltoon selecteren ..................119
Bluetooth ................................. 115
Bluetooth-verbinding ...............116
Een telefoonnummer kiezen ...119
Functies tijdens het gesprek ...119
Gesprekslijsten........................ 119
Inkomend gesprek ..................119
Inschakelen ............................. 119
Noodoproepen ........................ 118
Opmerkingen........................... 115
Telefoonboek .......................... 119
Telefoonnummer opnieuw
kiezen ...................................... 119
Voorwaarden ........................... 119Telefoonboek.............................. 119
Tijdinstellingen .............................. 91
U USB-functie activeren .................111
USB-menu .................................. 111
USB-poort Activering ................................ 111
Algemene aanwijzingen ..........110
Bediening ................................ 111
Opmerkingen........................... 110
USB-apparaat aansluiten ........110
USB-apparaat verwijderen ......111
USB-menu............................... 111
V
Verkeersberichten ......................102
Verkeersberichten blokkeren ......102
Verkeersinformatie .....................102
Volume Automatische volumeregeling ...95
Beltoonvolume .......................... 95
Maximaal inschakelvolume .......95
Stiltefunctie................................ 91
TA-volume ................................. 95
Volume instellen ........................91
Volumebeperking bij hoge
temperaturen ............................. 91
Voor snelheid
gecompenseerd volume ............95
Volume-instellingen ......................95Z
Zenderlijsten ................................. 99
Zenderlijsten bijwerken .................99
Zenders ophalen .......................... 98
Zenders opslaan ........................... 98
Zender zoeken.............................. 97