Telefoon67TelefoonAlgemene aanwijzingen...............67
Bluetooth-verbinding ....................68
Noodoproep ................................. 69
Bediening ..................................... 70
Tekstberichten ............................. 73
Mobiele telefoons en
CB-zendapparatuur ....................75Algemene aanwijzingen
De telefoonportal biedt u de mogelijk‐ heid om via een microfoon en de luid‐
sprekers van de auto telefoonge‐
sprekken te voeren en met het info‐
tainmentsysteem van de auto de be‐
langrijkste functies van de mobiele te‐
lefoon te bedienen. Om het telefoon‐
portaal te kunnen gebruiken, moet de mobiele telefoon via Bluetooth aan‐
gesloten zijn.
Het telefoonportaal kan daarnaast
ook met het spraakherkenningsys‐
teem worden bediend.
Niet alle functies van de telefoonpor‐
tal worden door elke mobiele telefoon ondersteund. Welke telefoonfuncties
mogelijk zijn, hangt af van de desbe‐
treffende mobiele telefoon en van de
netwerkprovider. Verdere informatie
hierover vindt u in de bedienings‐
handleiding van uw mobiele telefoon.
U kunt hierover ook informatie vragen bij uw netwerkprovider.Belangrijke informatie voor de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Mobiele telefoons hebben invloed
op uw omgeving. Daarom zijn er
veiligheidsvoorschriften en richtlij‐
nen opgesteld. Alvorens gebruik
te maken van de telefoonfunctie
dient u op de hoogte te zijn van de desbetreffende richtlijnen.
9 Waarschuwing
Het gebruik van de telefoon in
handsfree-modus tijdens het rij‐
den kan gevaarlijk zijn doordat uw concentratie afneemt tijdens het
telefoneren. Parkeer uw auto
voordat u de telefoon in hands‐
free-modus gebruikt. Volg de be‐
palingen van het land waarin u
zich bevindt.
Volg de voorschriften die in som‐
mige gebieden gelden op en zet
uw mobiele telefoon uit als mobiel
68Telefoontelefoneren verboden is, als demobiele telefoon interferentie ver‐
oorzaakt of als er zich gevaarlijke
situaties kunnen voordoen.
Bluetooth
Het telefoonportal is gecertificeerd door de Bluetooth Special Interest
Group (SIG).
Meer informatie over de specificatie
vindt u op internet op
http://www.bluetooth.com
Bluetooth-verbindingBluetooth is een radiografische norm
voor het draadloos verbinden van
bijv. mobiele telefoons, iPod/iPhone-
modellen of andere apparaten.
Voor het maken van een Bluetooth-
verbinding met het Infotainmentsys‐
teem moet de Bluetooth-functie van
het Bluetooth-apparaat geactiveerd
zijn. Voor nadere informatie verwijzen
wij u naar de gebruiksaanwijzing van
het Bluetooth-apparaat.
Via het menu Bluetooth worden Blue‐
tooth-apparaten met het Infotain‐ mentsysteem gekoppeld (uitwisselen
van pincode tussen Bluetooth-appa‐
raat en Infotainmentsysteem) en ver‐
bonden.
Opmerkingen ● Aan het systeem kunnen maxi‐ maal vijf apparaten worden ge‐
koppeld.
● Er kan slechts één gekoppeld ap‐
paraat tegelijk met het infotain‐
mentsysteem worden verbon‐
den.
● Koppelen is in de regel slechts één keer noodzakelijk, tenzij het
apparaat van de lijst met gekop‐ pelde apparaten wordt gewist.
Als het apparaat eerder verbon‐
den was, brengt het Infotain‐ mentsysteem de verbinding au‐
tomatisch tot stand.
● Bij werken via Bluetooth wordt de
accu van het apparaat aanzienlijk
belast. Laat het apparaat daarom
via een stopcontact opladen.Bluetooth-menu
Druk op CONFIG om het menu
Bluetooth te openen. Selecteer Tele‐
fooninstelling en dan Bluetooth .
De menuopties Apparatenlijst en
Apparaat koppelen verschijnen.
Apparaat koppelen
Activeer het koppelen op het Infotain‐ mentsysteem door Apparaat
koppelen te selecteren. Er verschijnt
een bericht met de viercijferige code van het Infotainmentsysteem.
Activeer het koppelen op het Blue‐
tooth-apparaat. Voer zo nodig de
code van het Infotainmentsysteem op
het Bluetooth-apparaat in.
Voor het koppelen verschijnt er een
zescijferige pincode op het Infotain‐
mentsysteem.
Koppelen bevestigen: ● Als SSP (secure simple pairing) wordt ondersteund:
Telefoon69Vergelijk (desgevraagd) de pin‐
codes op het Infotainmentsys‐
teem en op het Bluetooth-appa‐
raat en bevestig het bericht op
het Bluetooth-apparaat.
● Als SSP (secure simple pairing) niet wordt ondersteund:
Voer de pincode op het Blue‐
tooth-apparaat in en bevestig uw invoer.
De apparaten zijn gekoppeld en het
telefoonhoofdmenu verschijnt.
Het telefoonboek en de oproeplijsten
(indien beschikbaar) worden vanaf
het Bluetooth-apparaat gedownload.
Bevestig zo nodig het bijbehorende
bericht op het Bluetooth-apparaat.
Apparatenlijst De apparatenlijst bevat alle Blue‐
tooth-apparaten die aan het Infotain‐
mentsysteem gekoppeld zijn.
Als een nieuw appraat wordt gekop‐
peld, verschijnt het in de apparaten‐
lijst.
Een apparaat aansluiten
Selecteer het apparaat dat u wenst te
koppelen. Er verschijnt een submenu.
Selecteer Selecteren .
Het eerder verbonden apparaat wordt ontkoppeld en dit apparaat wordt ver‐
bonden.
Een apparaat wissen
Selecteer het apparaat dat u wenst te
wissen. Er verschijnt een submenu.
Selecteer Verw..
Het apparaat is gewist.
Noodoproep9 Waarschuwing
Het tot stand brengen van de ver‐
binding kan niet onder alle om‐
standigheden worden gegaran‐
deerd. Daarom is het belangrijk
dat u bij gesprekken van levens‐
belang (bijv. bij het inroepen van
medische hulp) niet alleen op een
mobiele telefoon vertrouwt.
Voor sommige netwerken kan het
noodzakelijk zijn dat er op de juiste manier een geldige simkaart in de
mobiele telefoon is aangebracht.
9 Waarschuwing
Denk eraan dat u met uw mobiele
telefoon kunt bellen en ontvangen indien u zich in een gebied bevindt
met een voldoende sterk signaal.
Onder bepaalde omstandigheden
kunnen nooddiensten niet op alle
70Telefoonmobiele telefoonnetwerken wor‐den gebeld; mogelijkerwijs kun‐
nen deze oproepen niet gedaan
worden wanneer bepaalde net‐
werkdiensten en/of telefoonfunc‐
ties actief zijn. U kunt hierover uw lokale netwerkexploitant raadple‐
gen.
Het alarmnummer kan per land en
regio variëren. Wij raden u aan het juiste alarmnummer voor de rele‐
vante regio van tevoren op te vra‐
gen.
Een noodoproep doen
Vorm het noodnummer (bijv. 112).
De telefoonverbinding met de alarm‐
centrale wordt tot stand gebracht.
Antwoord als het dienstdoende per‐
soneel u vragen stelt over het nood‐
geval.
9 Waarschuwing
Beëindig het gesprek pas als de
alarmcentrale u daarom vraagt.
Bediening
Zodra er een Bluetooth-verbinding
tussen uw mobiele telefoon en het in‐
fotainmentsysteem tot stand is ge‐
bracht, kunt u tal van functies van uw mobiele telefoon ook via het infotain‐
mentsysteem bedienen.
Na het tot stand brengen van een ver‐
binding tussen de mobiele telefoon
en het Infotainmentsysteem worden
de gegevens van de mobiele telefoon naar het Infotainmentsysteem ver‐
stuurd. Afhankelijk van het model te‐
lefoon kan dit enige tijd duren. Tijdens
deze periode is het bedienen van de
mobiele telefoon via het Infotainment‐ systeem slechts beperkt mogelijk.
Niet elke telefoon ondersteunt alle
functies van de telefoonapplicatie.
Daarom kan het bereik aan beschre‐ ven functies afwijken.
Hoofdmenu Telefoon Druk op O om het telefoonhoofd‐
menu weer te geven. Het volgende scherm verschijnt (als een mobiele
telefoon aangesloten is).
Telefoongesprek initiëren
Een nummer invoeren
Druk op O en selecteer dan
Nummer invoeren . Er verschijnt een
toetsenblok.
Telefoon73Naar handset doorschakelen
Selecteer Doorverb.naar handset om
het gesprek door te schakelen naar
de mobiele telefoon. Het Privé
gesprekken -menu verschijnt.
Selecteer Gesprek doorverbinden in
het menu Privé gesprekken om het
gesprek weer terug te schakelen naar
het Infotainmentsysteem.
Wisselgesprek
Wisselgesprek initiëren
Selecteer tijdens een actieve oproep
Nummer invoeren op het in-ge‐
sprekscherm. Het toetsenblok ver‐
schijnt. U kunt een nummer invoeren
of een nummer uit het telefoonboek
selecteren, zie bovenstaand.
Tweede inkomende oproep
Bij een wisselgesprek verschijnt er
een bericht onderaan op het scherm.
Selecteer de gewenste optie.
Bij het aannemen van het gesprek
wordt het eerste gesprek in de wacht
gezet en wordt het wisselgesprek ac‐ tief.Beide gesprekken verschijnen op het in-gesprekscherm.
Selecteer Gesprekken wisselen om
tussen gesprekken te wisselen.
Conferentiegesprek
Selecteer Conferentiegesprek om
beide gesprekken tegelijkertijd te ac‐
tiveren.
Conferentiegesprek verandert in
Gesprek vrijgeven .
Selecteer Gesprek vrijgeven om een
conferentiegesprek te beëindigen.
Telefoongesprekken beëindigen
Selecteer in een conferentiegesprek
Ophangen om beide telefoonge‐
sprekken te beëindigen.
Tekstberichten
Zodra er een Bluetooth-verbinding
tussen uw mobiele telefoon en het In‐ fotainmentsysteem tot stand is ge‐
bracht, hebt u via het Infotainment‐
systeem toegang tot het Postvak IN
van uw mobiele telefoon.
Niet elke telefoon ondersteunt de
tekstberichtenfunctie van het Infotain‐
mentsysteem.
Berichtenapplicatie op de
mobiele telefoon activeren
Het verzenden van tekstberichtgege‐
vens naar het Infotainmentsysteem
moet op de mobiele telefoon geacti‐
veerd zijn.
Na verbinding met het Infotainment‐
systeem kan er op uw telefoon een
bericht verschijnen met het verzoek
tot toegang tot de tekstberichten op
de mobiele telefoon via het Infotain‐
mentsysteem. Bevestig het bericht.
74TelefoonGa als er geen bericht verschijnt naarhet Bluetooth-menu op uw mobiele
telefoon, selecteer de naam van het
Infotainmentsysteem en activeer de bijbehorende toegangsfunctie.
Let op
Raadpleeg voor nadere informatie
over toegang op verschillende mo‐
biele telefoons onze website.
Het pictogram Berichten in het menu
Start van het Infotainmentsysteem is
dan selecteerbaar.
Inkomend tekstbericht
Bij het ontvangen van een nieuw
tekstbericht verschijnt er een bericht
met de naam of het nummer van de
afzender.
Selecteer één van de opties in het be‐ richt.
Beluisteren
Als u het bericht door het systeem wilt laten voorlezen, selecteer dan
Luisteren .Weergave
Selecteer voor het weergeven van
het bericht op het scherm de respec‐
tievelijke schermtoets.
Let op
Berichten verschijnen alleen op het
scherm wanneer de auto gepar‐ keerd is.
Weigeren
Selecteer voor het weigeren van het bericht de respectievelijke scherm‐
toets.
Beantwoorden
Selecteer Antwoord om het bericht
onmiddellijk te beantwoorden. Er ver‐
schijnt een lijst met voorgedefinieerde berichten.
Selecteer het gewenste bericht en
bevestig uw invoer.
Het bericht wordt verzonden.
Let op
U kunt nieuwe voorgedefinieerde
berichten in het instellingenmenu
aanmaken.
Bel
Selecteer Bellen om de afzender van
het tekstbericht te bellen.Postvak IN
Druk op ; en selecteer dan
Berichten om het betreffende menu
weer te geven.
Selecteer Inbox om een lijst met alle
berichten in het Postvak IN weer te geven.
Selecteer het gewenste bericht. Het
bericht verschijnt op het scherm.
Veelgestelde vragen77Telefoon?Hoe koppel ik mijn telefoon aan het
Infotainmentsysteem?
! Druk op
O om een telefoon te
koppelen, selecteer Telefoonin‐
stelling en dan Bluetooth . Selec‐
teer Apparaat koppelen en volg de
instructie op het Infotainmentsys‐ teem en uw mobiele telefoon. Con‐
troleer of Bluetooth geactiveerd is.
Gedetailleerde beschrijving 3 68.? Hoe ga ik via het Infotainmentsys‐
teem naar mijn contacten of de re‐ cente oproepen?
! Afhankelijk van het toestel moet u
de toegang tot de betreffende in‐
stellingen in de instellingen van uw mobiele telefoon vrijgeven. In het
algemeen ondersteunen niet alle mobiele telefoons het downloaden van de contacten en de recente
oproepen.
Gedetailleerde beschrijving 3 68.? Hoewel ik toegang tot mijn contac‐
ten heb, zijn ze niet alle beschik‐
baar op het Infotainmentsysteem.
Waarom is dat?
! Afhankelijk van het toestel kunnen
contacten op de simkaart niet door het Infotainmentsysteem worden
gelezen.
Gedetailleerde beschrijving 3 68.
Navigatie? Hoe kan ik omschakelen tussen de
totale reistijd of resterende reistijd
en de totale afstand of de gedeel‐ telijke afstand?
! Druk bij een actieve navigatietoe‐
passing op de multifunctionele
toets om de Navigatiemenu weer
te geven. Selecteer Wisselen tijd/
bestemming en pas de instellingen
naar wens aan.
Gedetailleerde beschrijving 3 40.? Bij het indrukken van DEST/NAV
verschijnen er soms verschillende
menu's. Waarom is dat?
! Als routebegeleiding actief is, ver‐
schijnt de bestemmingstoepas‐
sing zodat u een bestemming kunt
kiezen.
Gedetailleerde beschrijving 3 44.
Als routebegeleiding niet actief is,
verschijnt de Routemenu.
Gedetailleerde beschrijving 3 53.
Audio? Bij het afspelen van mediabestan‐
den van een via Bluetooth verbon‐
den toestel, verschijnen de titel
van de track en de artiest niet op
het Infotainmentsysteem en is de
mediabladerfunctie niet beschik‐
baar. Waarom is dat?
! Bij het aansluiten van een toestel
Bluetooth zijn er vanwege het on‐
dersteunde Bluetooth-protocol al‐
leen beperkte functies beschik‐
baar.
Gedetailleerde beschrijving 3 36.
80TrefwoordenlijstAAdresboek .................................... 44
Afbeeldingen ................................ 37
Afbeeldingen weergeven ..............37
Afbeeldingsbestanden ..................34
Afbeelding via USB activeren .......37
Algemene aanwijzingen ...31, 39, 67
AUX ........................................... 34
Bluetooth-muziek ......................34
CD ............................................. 31
Infotainmentsysteem ...................6
Navigatie ................................... 39
Radio ......................................... 24
Telefoonportal ........................... 67
USB ........................................... 34
Algemene informatie ..............34, 58
Antidiefstalfunctie ..........................7
Apps ............................................. 38
Apps gebruiken............................. 38
Audio afspelen .............................. 36
Audiobestanden ........................... 34
Audio via USB activeren ...............36
Automatisch volume .....................20
Autostore-lijsten ............................ 26
Zenders ophalen .......................26
Zenders opslaan .......................26
AUX .............................................. 34
AUX activeren............................... 36B
BACK-toets ................................... 16
Balance......................................... 19
Basisbediening ............................. 16
Bass.............................................. 19
Bediening...................................... 70 AUX ........................................... 36
Bluetooth-muziek ......................36
CD ............................................. 32
Infotainmentsysteem .................14
Menu ......................................... 16
Navigatiesysteem ......................40
Radio ......................................... 24
Telefoon .................................... 70
USB ..................................... 36, 37
Bedieningselementen Infotainmentsysteem ...................8
Stuurwiel ..................................... 8
Bedieningspaneel Infotainment ......8
Beeldscherm................................. 21
Begeleiding .................................. 53
Bestandsindelingen ......................31
Afbeeldingsbestanden ..............34
Audiobestanden ........................34
Bluetooth-muziek ..........................34
Bluetooth-verbinding ....................68
Broodkruimels............................... 53