Page 147 of 239

Rijden en bediening145Snelheid verlagenHoud, terwijl de cruise control actief
is, het stelwiel naar SET/- gedraaid of
draai het meermaals kort naar SET/-:
de snelheid neemt continu of in kleine
stappen af.
Deactivering Druk op y: de controlelamp m in de
instrumentengroep brandt wit. De
cruise control is gedeactiveerd. De
laatst opgeslagen snelheid blijft in het
geheugen voor het later hervatten
van de snelheid.
Automatisch uitschakelen: ● De rijsnelheid is lager dan ca. 30 km/u.
● De rijsnelheid is hoger dan ca. 200 km/u.
● Het rempedaal wordt bediend.
● Het koppelingspedaal wordt een aantal seconden ingedrukt.
● De keuzehendel is in N.● Het motortoerental is in een zeer
laag bereik.
● De Traction Control (TC) of elek‐
tronische stabiliteitsregeling
(ESC) is actief.
Opgeslagen snelheid hervatten
Draai het stelwiel naar RES/+ bij een
snelheid boven 30 km/u. De opgesla‐ gen snelheid wordt nu hervat.
Uitschakelen
Druk op m: de controlelamp m in de
instrumentengroep gaat uit. De op‐
slagen snelheid wordt gewist.
Via L voor het activeren van de snel‐
heidsbegrenzer of het uitschakelen
van het contact wordt ook de cruise
control uitgeschakeld en wordt de op‐
geslagen snelheid gewist.
Snelheidsbegrenzer
De snelheidsbegrenzer voorkomt dat
de auto een vooraf ingestelde snel‐
heidslimiet overschrijdt.
De snelheidslimiet kan worden inge‐
steld op een snelheid hoger dan
25 km/u.De bestuurder kan alleen accelereren tot de vooraf ingestelde snelheid. Bijhet afrijden van hellingen zijn afwij‐
kingen van de snelheidslimiet moge‐
lijk.
Als het systeem geactiveerd is, wordt de ingestelde snelheidslimiet in de
bovenste regel van het Driver Infor‐ mation Center weergegeven.
Activering
Druk op L. Als de cruise control of
adaptieve cruise control eerder geac‐
tiveerd was, wordt deze uitgescha‐
keld als de snelheidsbegrenzer wordt geactiveerd en de controlelamp m
dooft.
Page 148 of 239

146Rijden en bedieningIngestelde snelheidslimietAls de snelheidsbegrenzer geacti‐
veerd is, het stelwiel op RES/+
draaien of herhaaldelijk kort naar
RES/+ draaien tot de gewenste snel‐
heidslimiet op het Driver Information
Center wordt getoond.
Of accelereer tot de gewenste snel‐
heid en draai het stelwiel kort naar
SET/- : de huidige snelheid wordt als
snelheidslimiet opgeslagen. De snel‐
heidslimiet verschijnt op het Driver In‐ formation Center.Snelheidslimiet wijzigen
Als de snelheidsbegrenzer geacti‐
veerd is, het stelwiel naar RES/+
draaien om te verhogen of naar
SET/- om de gewenste snelheidsli‐
miet te verlagen.
Snelheidslimiet overschrijden
In noodgevallen is het mogelijk de
snelheidslimiet te overschrijden door
het gaspedaal stevig door de weer‐
stand heen in te trappen.
De snelheidslimiet knippert in het Dri‐ ver Information Center en er klinkt te‐gelijkertijd een geluissignaal.
Gaspedaal loslaten en de functie
snelheidsbegrenzing wordt na het be‐ reiken van een lagere snelheid dande snelheidslimiet opnieuw geacti‐
veerd.
Deactivering
Druk op y: snelheidsbegrenzer
wordt gedeactiveerd en de snelheid
van de auto is niet meer begrensd.
De snelheidslimiet wordt opgeslagen
en een bijbehorend bericht verschijnt
in het driver information center.Snelheidslimiet hervatten
Draai het stelwiel naar RES/+. De op‐
geslagen snelheidslimiet wordt be‐
reikt.
Uitschakelen
Druk op L, de indicatie van de snel‐
heidslimiet in het Driver Information
Center dooft. De opslagen snelheid
wordt gewist.
Door via m de cruise control of adap‐
tieve cruise control te activeren of
door het contact uit te schakelen
wordt de snelheidsbegrenzer ook ge‐
deactiveerd en de opgeslagen snel‐
heid gewist.
Frontaanrijdingswaarschu‐ wing
De frontaanrijdingswaarschuwing
kan helpen schade bij frontale aanrij‐
dingen te vermijden of beperken. Als
een voorligger te snel nadert, klinkt er een geluidssignaal en verschijnt er
een waarschuwing in het Driver Infor‐
mation Center.
Page 235 of 239

233Binnenverlichting ...............116, 183
Bolle vorm .................................... 28
Boordgereedschap .....................189
Boordinformatie ........................... 95
Brandstof .................................... 157
Brandstofkeuzeschakelaar ..........79
Brandstofmeter ............................ 79
Brandstofverbruik - CO 2-uitstoot. 163
Brandstof voor benzinemotoren 157
Brandstof voor dieselmotoren ...157
Brandstof voor rijden op LPG .....157
Buitenspiegels .............................. 28
Buitentemperatuur .......................75
Buitenverlichting .........................109
C Centrale vergrendeling ................21
Claxon ................................... 13, 73
Code ............................................. 95
Conformiteitsverklaring ...............226
Contactslotstanden ....................129
Controlelampen ......................78, 81
Controle over de auto ................128
Controles .................................... 170
Cruise control ...................... 89, 144
D Dagrijlicht ................................... 112
Dagteller ...................................... 78
Dak ............................................... 32
Dakbelasting ................................. 69Dakdrager .................................... 69
De belangrijkste informatie voor uw eerste rit................................. 6
Derde remlicht ........................... 182
Diefstalalarmsysteem ..................26
Dieselbrandstofsysteem ontluchten .............................. 176
Draagsysteem achterzijde ............56
Driepuntsgordel ........................... 40
Driver Information Center .............89
E Elektrisch bediende ruiten ...........30
Elektrische aansluitingen .............77
Elektrische verstelling ..................28
Elektrisch systeem...................... 184
Elektronische rijprogramma's ....137
Elektronische stabiliteitsregeling en Traction Control-systeem .....86
Elektronische stabiliteitsregeling (ESC) ...................................... 142
Elektronische stabiliteitsregeling UIT ...............86
Elektronisch klimaatregelsysteem ..............121
Erkenning van software ..............227
Event Data Recorders (EDR) .....230
F
Fietsendrager ............................... 56
Flex-Fix-systeem .......................... 56Frontaal airbagsysteem ...............45
Frontaanrijdingswaarschuwing ...146
G
Gebruik van deze handleiding .......3
Geluidssignalen ........................... 96
Gereedschap ............................. 189
Gevaar, Waarschuwing en Voorzichtig ................................. 4
Gevarendriehoek .........................68
Gloeilamp vervangen ................177
Gordelverklikker ........................... 84
Gordijnairbagsysteem .................. 46
Graphic-Info-Display, Color-Info-Display .....................93
Grootlicht ............................. 88, 110
H Halogeenkoplampen .................177
Handbediende ruiten ...................30
Handgeschakelde versnellingsbak ......................138
Handmatige dimfunctie ................29
Handmatige modus ...................136
Handrem ............................. 139, 140
Handschoenenkastje ...................55
Handzender ................................. 20
Hellingrem ................................. 141
Hoofdsteunen .............................. 34
Hoofdsteunverstelling ....................8
Hulpverwarming.......................... 124