Stoelen, veiligheidssystemen35Stoelen,
veiligheidssysteme
nHoofdsteunen .............................. 35
Voorstoelen .................................. 36
Stoelpositie ................................ 36
Stoelverstelling .......................... 37
Rugleuning neerklappen ...........38
Verwarming ............................... 40
Veiligheidsgordels .......................40
Driepuntsgordel ......................... 41
Airbagsysteem ............................. 43
Frontaal airbagsysteem .............46
Zijdelings airbagsysteem ...........47
Gordijnairbagsysteem ...............48
Airbag deactiveren ....................48
Kinderveiligheidssystemen ..........50
Inbouwposities kinderveilig‐ heidssystemen ......................... 52
ISOFIX- kinderveiligheidssystemen ......55
Top-Tether-bevestigingsogen ..55Hoofdsteunen
Stand9 Waarschuwing
Alleen met correct ingestelde
hoofdsteunen rijden.
De bovenzijde van de hoofdsteun moet op gelijke hoogte zijn als de bo‐
venzijde van het hoofd. Is dit bij zeer
lange personen niet mogelijk, dan de
hoofdsteun in de hoogste stand zet‐
ten (bij zeer kleine personen de
hoofdsteun juist in de laagste stand
zetten).
Instellen
Hoofdsteunen voor,
hoogteverstelling
Ontgrendelingsknop indrukken,
hoogte instellen, vastklikken.
50Stoelen, veiligheidssystemenKinderveiligheidssyste‐
men
Wij bevelen Opel-kinderveiligheids‐
systemen aan die specifiek voor mon‐ tage in uw auto geschikt zijn.
De volgende kinderveiligheidssyste‐
men worden aanbevolen voor de vol‐ gende gewichtsklassen:
● Groep 0, groep 0+
Maxi Cosi Cabriofix plus Easyfix,
voor kinderen tot 13 kg
● Groep I
OPEL Duo, voor kinderen van 13 kg tot 18 kg in deze groep
Wanneer u een kinderveiligheidssys‐
teem gebruikt, moet u de gebruikers-
en montagehandleiding én de instruc‐ ties bij het kinderveiligheidssysteem
opvolgen.
Raadpleeg de plaatselijke wetgeving
en richtlijnen voor het verplichte ge‐
bruik van kinderveiligheidssystemen.
In sommige landen is het gebruik van
kinderveiligheidssystemen op be‐
paalde zitplaatsen verboden.9 Gevaar
Bij gebruik van een achterwaarts
gericht kinderveiligheidssysteem
op de passagiersstoel voor moet
het airbagsysteem voor de passa‐ giersstoel voor gedeactiveerd zijn.
Dit geldt ook voor bepaalde voor‐ waarts gerichte kinderveiligheids‐
systemen zoals aangegeven in de
tabellen 3 52.
Airbag deactiveren 3 48.
Airbaglabel 3 43.
De achterbank is de beste plaats om een kinderzitje vast te maken.
Kinderen zo lang mogelijk tegen de
rijrichting in vervoeren. Hierdoor
wordt de nog erg zwakke ruggengraat
van het kind bij een ongeval minder belast.
Juiste systeem selecteren Gebruik uitsluitend geschikte veilig‐heidssystemen, bijv. die systemen
die voldoen aan geldige UN ECE-
voorschriften.
Het kinderveiligheidssysteem dat u
gaat monteren, moet geschikt zijn voor het autotype. Raadpleeg de ta‐
bellen op de volgende pagina's, de
instructies die bij het kinderveilig‐
heidssysteem worden geleverd en de voertuigtypelijst van niet-universele
kinderveiligheidssystemen.
Het kinderveiligheidssysteem moet
op de correcte positie in de auto wor‐
den gemonteerd, zie de onder‐
staande tabellen.
Laat kinderen alleen aan de trottoir‐
kant van de auto uit- en instappen.
Wanneer het kinderveiligheidssys‐
teem niet wordt gebruikt, moet u vast‐ zetten met een veiligheidsgordel of
verwijderen.
Kinderveiligheidssystemen kunnen
worden bevestigd met ISOFIX-be‐ vestigingsbeugels, Top-tether, indien
beschikbaar, en/of een driepuntsgor‐
del. Raadpleeg de volgende tabellen.
52Stoelen, veiligheidssystemenInbouwposities kinderveiligheidssystemenToegestane opties voor het bevestigen van een kinderveiligheidssysteem met een driepuntsgordelGewichts- of leeftijdsgroep
Op passagiersstoelOp buitenste zitplaatsen
achterinOp middelste
zitplaats achteringeactiveerde airbaggedeactiveerde airbagGroep 0: tot 10 kg
of ca. 10 maandenXU 1,2U/L 3XGroep 0+: tot 13 kg
of ca. 2 jaarXU 1,2U/L 3XGroep I: 9 tot 18 kg
of ca. 8 maanden tot 4 jaarXU 1,2U/L 3,4XGroep II: 15 tot 25 kg
of ca. 3 tot 7 jaarU 1,2XU/L 3,4XGroep III: 22 tot 36 kg
of ca. 6 tot 12 jaarU 1,2XU/L 3,4XU:universeel bruikbaar in combinatie met een driepuntsgordelL:geschikt voor bepaalde ISOFIX-kinderveiligheidssystemen uit de categorieën 'specifieke auto', 'beperkt' of 'semi-
universeel'. Het kinderveiligheidssysteem moet voor het specifieke voertuigtype zijn goedgekeurd (raadpleeg de
voertuigtypelijst van het kinderveiligheidssysteem)X:kinderveiligheidssystemen zijn in deze gewichtsgroep niet toegestaan1:zo ver als nodig de stoel naar voren brengen en de hoek van de rugleuning naar een verticale stand brengen om te
verzekeren dat de gordel naar voren loopt vanaf het bovenste verankeringspunt2:zo ver als nodig de stoelhoogte omhoog brengen en de hoek van de rugleuning naar een verticale stand brengen om te verzekeren dat de gordel strak zit aan de slotzijde
Stoelen, veiligheidssystemen533:de betreffende voorstoel vóór het kinderveiligheidssysteem zo ver als nodig naar voren brengen4:de betreffende rugleuning zo ver mogelijk naar achteren 3 68 brengen, de betreffende hoofdsteun zo nodig bijstellen
of zo nodig verwijderen 3 35
Toegestane mogelijkheden voor de bevestiging van een ISOFIX-kinderveiligheidssysteem
GewichtsklasseMaatklasseBevestiging
Op passagiersstoel voor 5Op buitenste
zitplaatsen
achterinOp middelste zitplaats
achteringeactiveerde
airbaggedeactiveerde
airbagGroep 0: tot 10 kg
of ca. 10 maandenEISO/R1XILIL 3XGroep 0+: tot 13 kg
of ca. 2 jaarEISO/R1XILIL 3XDISO/R2XILIL3XCISO/R3XILIL3XGroep I: 9 tot 18 kg
of ca. 8 maanden tot 4 jaarDISO/R2XILIL 3,4XCISO/R3XILIL3,4XBISO/F2XIL/IUFIL, IUF 3,4XB1ISO/F2XXIL/IUFIL, IUF 3,4XAISO/F3XIL/IUFIL, IUF3,4XGroep II: 15 tot 25 kg
of ca. 3 tot 7 jaarIL 1,2XIL3,4XGroep III: 22 tot 36 kg
of ca. 6 tot 12 jaarIL 1,2XIL 3,4X
54Stoelen, veiligheidssystemenIL:geschikt voor bepaalde ISOFIX-veiligheidssystemen uit de categorieën 'specifieke auto', 'beperkt' of 'semi-univer‐seel'. (ISOFIX/Top-tether bevestigingspunten optioneel voor de passagiersstoel voor maar niet leverbaar voor
sportstoelen). Het ISOFIX-veiligheidssysteem moet voor het specifieke voertuigtype zijn goedgekeurd (raadpleeg de voertuigtypelijst van het kinderveiligheidssysteem)IUF:geschikt voor voorwaarts gerichte ISOFIX-kinderveiligheidssystemen uit de universele categorie, goedgekeurd voor
gebruik in deze gewichtsklasse (ISOFIX/Top-tether bevestigingspunten optioneel voor de passagiersstoel voor maar niet leverbaar voor sportstoelen)X:geen ISOFIX kinderveiligheidssysteem goedgekeurd voor deze gewichtsklasse1:zo ver als nodig de stoel naar voren brengen en de hoek van de rugleuning naar een verticale stand brengen omte verzekeren dat de gordel naar voren loopt vanaf het bovenste verankeringspunt2:zo ver als nodig de stoelhoogte omhoog brengen en de hoek van de rugleuning naar een verticale stand brengenom te verzekeren dat de gordel strak zit aan de slotzijde3:de betreffende voorstoel vóór het kinderveiligheidssysteem zo ver als nodig naar voren brengen4:de betreffende rugleuning zo ver mogelijk naar achteren 3 68 brengen, de betreffende hoofdsteun zo nodig
bijstellen of zo nodig verwijderen 3 355:ISOFIX/Top-tether bevestigingspunten optioneel voor de passagiersstoel voor (niet leverbaar voor sportstoelen)
ISOFIX-maatklasse en zitgelegenheid
A - ISO/F3:voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kinderen met max. lengte in de gewichtsklasse
9 tot 18 kgB - ISO/F2:voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse 9 tot 18 kgB1 - ISO/F2X:voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse 9 tot 18 kgC - ISO/R3:achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kinderen met max. lengte in de gewichtsklasse tot
18 kgD - ISO/R2:achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse tot 18 kgE - ISO/R1:achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor jonge kinderen in de gewichtsklasse tot 13 kg
Stoelen, veiligheidssystemen55ISOFIX-
kinderveiligheidssystemen
Bevestig de voor de auto goedge‐
keurde ISOFIX-kinderveiligheidssys‐
temen aan de ISOFIX bevestigings‐
beugels. ISOFIX veiligheidssyste‐
men voor specifieke auto's worden in de tabel aangeduid met IL.
De auto is uitgevoerd met geleiders in
de rugleuning ter ondersteuning van
de inbouw van het kinderveiligheids‐
systeem.
ISOFIX-
kinderveiligheidssystemen op
achterbankISOFIX-bevestigingsbeugels op de
achterbank worden aangeduid door
het ISOFIX-logo op de rugleuning.
Open de kleppen van de geleiders al‐ vorens een kinderveiligheidssysteem
te monteren. Sluit de kleppen nadat
het kinderveiligheidssysteem is ver‐
wijderd.
ISOFIX-
kinderveiligheidssystemen op de
passagiersstoel voor
Plaats het kinderveiligheidssysteem
in het midden van de stoel en duw het naar achteren. Zorg dat het kinder‐
veiligheidssysteem goed vastzit.
Top-Tether-
bevestigingsogen
Aanvullend op de ISOFIX bevestiging
zet u de Top-tether -band vast aan de
Top-tether-bevestigingsogen.
ISOFIX kinderveiligheidssystemen
uit de universele categorie worden in
de tabel aangeduid met IUF.
Top-Tether-bevestigingsogen op
achterbank
De auto heeft twee bevestigingsogen
op de rugleuning van de achterbank.
Top-Tether-bevestigingsogen wor‐
den aangeduid met het symbool :
van een kinderzitje.
270HHalogeenkoplampen .................201
Handbediende ruiten ...................30
Handgeschakelde modus ..........149
Handgeschakelde versnellingsbak ......................146
Handmatige dimfunctie ................29
Handmatige modus ...................144
Handrem ............................. 150, 151
Handschoenenkastje ...................57
Handzender ................................. 21
Hellingrem ................................. 152
Hoofdsteunen .............................. 35
Hoofdsteunverstelling ....................8
I
Inbouwposities kinderveilig‐ heidssystemen ......................... 52
Indicatie afstand tot voorligger ...161
Info-Displays ................................. 97
Inhouden ................................... 256
Inklapbare spiegels .....................29
Inleiding ......................................... 3
Instapverlichting ......................... 122
Instrumentengroep ......................84
Instrumentenverlichting .............209
Interieurverlichting ......................120
ISOFIX- kinderveiligheidssystemen ........55K
Katalysator ................................. 142Kentekenverlichting ...................208
Keuzehendel ..................... 143, 148
Kilometerteller .............................. 84
Kindersloten ................................. 25 Kinderveiligheids-systemen ..........50
Klimaatregeling ............................ 15
Klimaatregelsystemen ................124
Klok .............................................. 81
Koelvloeistof .............................. 196
Koelvloeistof en antivries ............242
Koelvloeistoftemperatuurmeter ...86
Koplampinstelling in het buitenland .............................. 116
Koplampverstelling ....................116
L
Laadsysteem ............................... 92
Lane Departure Warning ......93, 179
Leeslampen ............................... 121
Lekke band ................................. 228
Lichtschakelaar .......................... 114
Lichtsignaal ................................ 115
Luchtinlaat ................................. 133
M Meters........................................... 84
Mistachterlicht ...................... 96, 119
Mistlamp ...................................... 96
Mistlampen ................................ 204Mistlampen voor ........................119
Motorgegevens .......................... 249
Motor-ID...................................... 245
Motorkap .................................... 194
Motorolie .................... 195, 242, 246
Motoroliedruk ............................... 95
Motor starten ..................... 136, 147
Motorvermogen verminderd .........96
N Nieuwe auto inrijden ..................135
O Obstakeldetectiesystemen .........162
Olie, motor .......................... 242, 246
OnStar ........................................ 110
Ontlaadbeveiliging accu ............123
Opbergruimte................................ 57
Opbergruimten.............................. 57
Opbergruimte voor........................ 58
Opbergvakken .............................. 57
Opbergvak onder passagiersstoel 59
Opgeslagen instellingen ...............22
Overzicht instrumentenpaneel .....10
P Panne ......................................... 235
Parkeerhulp ............................... 162
Parkeerlichten ............................ 119
Parkeren .............................. 19, 140
Park pilot met ultrasoonsensoren 162