Page 107 of 127

USB-poort107USB-poortAlgemene aanwijzingen.............107
Opgeslagen audiobestanden
afspelen ..................................... 107Algemene aanwijzingen
In de middenconsole bevindt zich een
USB-poort voor het aansluiten van
externe audiodatabronnen.
Apparaten die zijn aangesloten op de USB-poort worden bediend via de be‐ dieningselementen en menu’s van
het infotainmentsysteem.
Let op
Deze poort moet u altijd schoon- en
drooghouden.
Opmerkingen
De volgende apparaten kunnen wor‐
den aangesloten op de USB-poort:
● iPod
● Zune
● PlaysForSure apparaten (PFD)
● USB-opslagstation
Let op
Niet alle modellen iPod, Zune, PFD
of USB-drive worden door het info‐
tainment-systeem ondersteund.Opgeslagen
audiobestanden afspelen
Druk één of meerdere malen op
AUX om de modus USB te activeren.
Het afspelen van audiogegevens die
op het USB-apparaat zijn opgesla‐
gen, wordt gestart.
De bediening van de via USB aange‐
sloten gegevensbronnen is in het al‐
gemeen hetzelfde als bij een audio
MP3 CD 3 104.
Op de volgende pagina's worden al‐
leen de afwijkende/aanvullende be‐
dieningsaspecten beschreven.
Bediening van de displayschermen is alleen beschreven voor USB-opslag‐
stations. De bediening van andere
apparaten, bijv. iPod of Zune, is in het
algemeen gelijk.
Selecteren van tracks via het
USB-menu
Druk op de multifunctionele knop om
het USB-gerelateerde menu te ope‐
nen.
Voor het achter elkaar afspelen van
alle tracks: selecteer Alles afspelen.
Page 110 of 127

110SpraakherkenningTelefoonregelingSpraakherkenning activeren
Druk op w op het stuurwiel om de
spraakherkenning van het telefoon‐
portaal in te schakelen. Voor de duur
van de dialoog wordt het geluid van
alle actieve audiobronnen onderdrukt
en worden er geen verkeersmeldin‐ gen weergegeven.
Het volume van de stemoutput
instellen
Draai de volumeknop op het Infotain‐
mentsysteem of druk op + of ― op het
stuurwiel.
Een dialoog annuleren
Er zijn diverse manieren om de
spraakherkenning uit te schakelen en de dialoog te annuleren:
● Druk op x op het stuurwiel.
● Zeg " Annuleren ".● Gedurende een bepaalde tijd
geen commando's invoeren
(zeggen).
● Na het derde niet herkende com‐
mando.
Bediening
Met behulp van de spraakherkenning kunt u de mobiele telefoon handig
met uw stem bedienen. Het is vol‐
doende om de spraakherkenning te
activeren en het gewenste com‐
mando in te voeren (te zeggen). Na
het geven van het commando leidt het Infotainmentsysteem u door de
dialoog door de voor het uitvoeren
van de gewenste handeling beno‐
digde vragen te stellen en feedback
te geven.
Hoofdcommando's Na het inschakelen van de spraak‐
herkenning geeft een korte toon aan
dat de spraakherkenning een com‐
mando verwacht.
Beschikbare hoofdcommando's: ● " Kiezen "
● " Bellen "● "Opnieuw kiezen "
● " Opslaan "
● " Verwijderen "
● " Lijst"
● " Koppelen "
● " Selecteer apparaat "
● " Gesproken feedback "
Veelal beschikbare commando's ● " Help ": de dialoog wordt afgeslo‐
ten en alle in de actuele functie beschikbare commando's wor‐
den opgesomd.
● " Annuleren ": de spraakherken‐
ning is uitgeschakeld.
● " Ja": afhankelijk van de context
wordt een geschikte actie onder‐
nomen.
● " Nee": afhankelijk van de context
wordt een geschikte actie onder‐
nomen.
Een telefoonnummer invoeren
Na het commando " Kiezen" vraagt de
spraakherkenning om het invoeren
van een nummer.
Page 124 of 127

124TrefwoordenlijstAAlgemene aanwijzingen....... 86, 103, 106, 107, 115
Algemene informatie................... 109
Antidiefstalfunctie ........................87
Automatische detectie van verkeersinformatie..................... 99
Autostore-lijsten ............................ 97
B BACK-knop ................................... 92
Basisbediening ............................. 92
Bediening.................................... 120
Bluetooth .................................... 115
Bluetooth-verbinding ..................116
Bijwerken zenderlijst .....................98
C
Cd afspelen starten ....................104
CD-speler activeren.................................. 104
belangrijke informatie ..............103
gebruik .................................... 104
CD-speler activeren ....................104
CD-speler gebruiken................... 104
Configureren DAB ......................101
Configureren van RDS .................99
D
DAB ............................................ 101
De AUX-ingang gebruiken ..........106De radio gebruiken .......................96
De radio inschakelen ....................96
De USB-poort gebruiken ............107
Digital Audio Broadcasting .........101
E EON .............................................. 99
F
Favorietenlijst ............................... 97
Frequentiebereikmenu's ...............98
Frequentiebereik selecteren .........96
G
Gebruik ................... 91, 96, 104, 106
Geluidsinstellingen .......................94
H Handsfree-modus .......................116
Het Infotainmentsysteem in- of uitschakelen .............................. 91
I
Infotainment-systeem automatische aanpassing van
het volume................................. 95 maximaal opstartvolume ...........95
tooninstellingen ......................... 94
volume voor verkeersberichten. 95
volume: instellingen ..................95
Infotainmentsysteem gebruiken ...91
Page 125 of 127

125MMenubediening ............................. 92
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur .................122
Multifunctionele toets ....................92
Mute.............................................. 91
N
Noodoproep ................................ 119
O
Opgeslagen audiobestanden afspelen................................... 107
Overzicht bedieningselementen ...88
R Radio Radio Data System (RDS) ........99
activeren.................................... 96
autostorelijsten .......................... 97
Digital audio broadcasting
(DAB) ...................................... 101
favorietenlijst ............................. 97
frequentiebereik selecteren .......96
frequentiebereikmenu's .............98
gebruik ...................................... 96
zender zoeken .......................... 96
zenderlijsten .............................. 98
Radio activeren............................. 96
Radio Data System (RDS) ........... 99RDS .............................................. 99
Regionalisatie ............................... 99
S SAP-modus ................................ 116
SIM-toegangsprofiel (SAP) .........116
Spraakherkenning ..............109, 110
activeren.................................. 110
gebruik .................................... 110
telefoonregeling ......................110
volume voor stemoutput ..........110
Spraakherkenning activeren .......110
Stemherkenning ......................... 109
T Telefoon bedieningselementen ..............115
belangrijke informatie ..............115
belsignalen instellen ................116
berichtfuncties ......................... 120
Bluetooth ................................. 115
Bluetooth-verbinding ...............116
een telefoonnummer vormen ..120
functies tijdens een gesprek ...120
gesprekkenlijsten ....................120
handsfree-modus ....................116
het volume instellen ................120
noodoproepen ......................... 119
SIM-toegangsprofiel (SAP) .....116
telefoonbatterij opladen ...........115
telefoonboek ........................... 120Telefoonbatterij opladen .............115
Telefoonregeling .........................110
V Verkeersberichten ........................95
Volume instellen ........................... 91
Volume-instellingen ......................95
Volume voor stemuitvoer ............110
Voor snelheid gecompenseerd volume....................................... 91
Z
Zenders oproepen ........................97
Zenders opslaan ........................... 97
Zender zoeken.............................. 96