Telefoon123TelefoonAlgemene aanwijzingen.............123
Bluetooth-verbinding ..................124
Noodoproep ............................... 126
Bediening ................................... 127
Mobiele telefoons en
CB-zendapparatuur ..................131Algemene aanwijzingen
De telefoonportal biedt u de mogelijk‐ heid om via een microfoon en de luid‐
sprekers van de auto telefoonge‐
sprekken te voeren en met het info‐
tainmentsysteem van de auto de be‐
langrijkste functies van de mobiele te‐
lefoon te bedienen. Om de telefoon‐
portal te kunnen gebruiken, moet de
mobiele telefoon via Bluetooth met
het infotainmentsysteem verbonden
zijn.
Niet alle functies van de telefoon wor‐ den door elke mobiele telefoon on‐
dersteund. Welke telefoonfuncties
bruikbaar zijn, hangt af van de des‐
betreffende mobiele telefoon en van
de netwerkprovider. Verdere informa‐
tie hierover kunt u in de bedienings‐
handleiding van uw mobiele telefoon
vinden. U kunt hierover ook informa‐
tie vragen bij uw netwerkprovider.Belangrijke informatie voor de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Mobiele telefoons hebben invloed
op uw omgeving. Daarom zijn er
veiligheidsvoorschriften en richtlij‐
nen opgesteld. Alvorens gebruik
te maken van de telefoonfunctie
dient u op de hoogte te zijn van de desbetreffende richtlijnen.
9 Waarschuwing
Het gebruik van de telefoon in
handsfree-modus tijdens het rij‐
den kan gevaarlijk zijn doordat uw concentratie afneemt tijdens het
telefoneren. Parkeer uw auto
voordat u de telefoon in hands‐
free-modus gebruikt. Volg de be‐
palingen van het land waarin u
zich bevindt.
Volg de voorschriften die in som‐
mige gebieden gelden op en zet
uw mobiele telefoon uit als mobiel
124Telefoontelefoneren verboden is, als demobiele telefoon interferentie ver‐
oorzaakt of als er zich gevaarlijke
situaties kunnen voordoen.
Bluetooth
De telefoonportal is gecertificeerd
door de Bluetooth Special Interest
Group (SIG).
Meer informatie over de specificatie
kunt u op internet op http://www.blue‐
tooth.com vinden
Bluetooth-verbinding
Bluetooth is een standaard voor het
draadloos verbinden van bijv. mo‐
biele telefoons, smartphones, iPod/
iPhone-modellen en andere appara‐
ten.
Via het menu Bluetooth worden Blue‐
tooth-apparaten met het infotain‐
mentsysteem gekoppeld (uitwisselen
van pincode tussen Bluetooth-appa‐
raat en infotainmentsysteem) en ver‐
bonden.
Menu Bluetooth
Druk op ; en selecteer vervolgens
INSTELLINGEN .
Selecteer Bluetooth om het Blue‐
tooth-menu weer te geven.
Een apparaat koppelen
Opmerkingen ● Aan het systeem kunnen maxi‐ maal vijf apparaten worden ge‐
koppeld.
● Er kan slechts één gekoppeld ap‐
paraat tegelijk met het infotain‐
mentsysteem worden verbon‐
den.
● Koppelen is in de regel slechts één keer noodzakelijk, tenzij het
apparaat van de lijst met gekop‐
pelde apparaten wordt gewist.
Als het apparaat eerder verbon‐
den was, brengt het infotainment‐ systeem de verbinding automa‐
tisch tot stand.
● Door de bediening van Bluetooth
wordt de accu van het apparaat
aanzienlijk belast. Sluit het appa‐ raat daarom aan op een USB-
poort, zodat het wordt opgela‐
den.
Een nieuw apparaat koppelen 1. Activeer de Bluetooth-functie van het Bluetooth-apparaat. Raad‐
pleeg voor meer informatie de ge‐ bruiksaanwijzing van het Blue‐
tooth-apparaat.
2. Druk op ; en selecteer vervol‐
gens INSTELLINGEN op het info‐
display.
Selecteer Bluetooth en dan
Apparaatbeheer om het betref‐
fende menu weer te geven.
Telefoon125
Let op
Als er geen telefoon is verbonden, is het menu Apparaatbeheer ook toe‐
gankelijk via het telefoonmenu. Druk
op ; en selecteer dan TELEFOON.
3. Druk op Apparaat zoeken . Alle
detecteerbare Bluetooth-appara‐
ten in de omgeving verschijnen in
een nieuwe zoekresultatenlijst.
4. Druk op het Bluetooth-apparaat dat u wilt koppelen.
5. Bevestig de koppelprocedure: ● Als SSP (secure simple pai‐ ring) wordt ondersteund:
Bevestig de berichten op het
infotainmentsysteem en het
Bluetooth-apparaat.
● Als SSP (secure simple pai‐ ring) niet wordt ondersteund:
Op het infotainmentsysteem:
er verschijnt een Info-bericht
waarin u wordt gevraagd om
een pincode op uw Blue‐
tooth-apparaat in te voeren.
Op het Bluetooth-apparaat: voer de pincode in en beves‐ tig de ingevoerde gegevens.
6. Het infotainmentsysteem en het apparaat zijn gekoppeld.
Let op
Na het koppelen van het Bluetooth-
apparaat geeft h naast het Blue‐
tooth-apparaat aan dat de telefoon‐ functie geactiveerd is en geeft y aan
dat de functie Streaming audio via
Bluetooth geactiveerd is.
7. Het telefoonboek wordt automa‐ tisch naar het infotainmentsys‐
teem gedownload. Afhankelijk
van de telefoon moet het infotain‐ mentsysteem toegang verkrijgen
tot het telefoonboek. Bevestig zonodig de berichten op het Blue‐
tooth-apparaat.
Als deze functie niet door het
Bluetooth-apparaat wordt onder‐
steund, verschijnt er een bijbeho‐
rend bericht.
De Bluetooth-pincode wijzigen
Druk op ; en selecteer vervolgens
INSTELLINGEN .
Selecteer Bluetooth en vervolgens
Andere PIN voor koppelen om het be‐
treffende submenu weer te geven. Er verschijnt een toetsenblok.
Voer de gewenste viercijferige pin‐
code in.
Selecteer ⇦ om een ingevoerd num‐
mer te wissen.
Bevestig dit door Invoeren te selecte‐
ren.
Een gekoppeld apparaat
verbinden
Druk op ; en selecteer vervolgens
INSTELLINGEN .
Selecteer Bluetooth en dan
Apparaatbeheer om het betreffende
menu weer te geven.
Telefoon127Een noodoproep maken
Kies het noodnummer (bijv. 112).
Er wordt verbinding gemaakt met de
alarmcentrale.
Beantwoord de vragen van het per‐
soneel over het noodgeval.9 Waarschuwing
Beëindig het gesprek pas als de
alarmcentrale u daarom vraagt.
Bediening
Zodra er een Bluetooth-verbinding
tussen uw mobiele telefoon en het in‐
fotainmentsysteem tot stand is ge‐
bracht, kunt u tal van functies van uw mobiele telefoon via het infotainment‐
systeem bedienen.
Let op
In de handsfree-modus blijft bedie‐
ning van de mobiele telefoon moge‐
lijk, bv. om een gesprek te beant‐
woorden of het volume te regelen.
Na het tot stand brengen van een ver‐ binding tussen de mobiele telefoon
en het infotainmentsysteem worden
er gegevens van de mobiele telefoon
naar het infotainmentsysteem ver‐
stuurd. Afhankelijk van de mobiele te‐ lefoon en de hoeveelheid over te dra‐
gen gegevens kan dit enige tijd in be‐ slag nemen. Tijdens deze periode is
bediening van de mobiele telefoon via
het infotainmentsysteem slechts be‐ perkt mogelijk.
Let op
De verschillende functies van de te‐
lefoonportal worden niet door elke
mobiele telefoon ondersteund.
Daarom kan het bereik aan hieron‐
der beschreven functies afwijken.
Hoofdmenu Telefoon
Druk op ; en selecteer vervolgens
TELEFOON om het betreffende
menu weer te geven.
Let op
Het TELEFOON hoofdmenu is al‐
leen beschikbaar als er via Blue‐
tooth een mobiele telefoon met het
infotainmentsysteem verbonden is.
Voor een gedetailleerde beschrij‐
ving 3 124.
Veel functies van de mobiele telefoon
kunt u nu bedienen via het hoofd‐
menu van de telefoon (en bijbeho‐
rende submenu's) en via de telefoon‐
specifieke knoppen op het stuurwiel.
128TelefoonTelefoongesprek initiëren
Een telefoonnummer invoeren
Druk op ; en selecteer vervolgens
TELEFOON .
Voer een telefoonnummer in met het
toetsenblok in het telefoonhoofd‐
menu.
Druk op ⇦ of houd deze toets inge‐
drukt om een of meerdere ingevoerde
tekens te wissen.
Druk op v op het scherm of druk op
qw op het stuurwiel om het kiezen te
starten.
Het telefoonboek gebruiken Let op
Bij het koppelen van een mobiele te‐
lefoon aan het infotainmentsysteem
via Bluetooth wordt het telefoonboek van de mobiele telefoon automa‐
tisch gedownload 3 124.
Druk op ; en selecteer vervolgens
TELEFOON .
Selecteer Contacten in het telefoon‐
hoofdmenu.Snelzoeken 1. Selecteer u om een lijst met alle
contactpersonen weer te geven.
2. Blader door de lijst met contact‐ personen.
3. Druk op de contactpersoon die u wilt bellen. Er verschijnt een menumet alle telefoonnummers die
voor het geselecteerde contact
zijn opgeslagen.
4. Selecteer het gewenste telefoon‐ nummer om de oproep te starten.Zoekmenu
Als het telefoonboek veel contactper‐ sonen bevat, kunt u via het zoekmenu
de gewenste contactpersoon zoeken.Selecteer o in het menu Contacten
om het zoektabblad weer te geven.
De letters zijn alfabetisch gegroe‐
peerd op de schermtoetsen: abc, def ,
ghi , jkl , mno , pqrs , tuv en wxyz .
Gebruik ⇦ om een ingevoerde letters
te wissen.
1. Selecteer de knop met de eerste letter van de contactpersoon
waarnaar u wilt zoeken.
Bijvoorbeeld: Als de contactper‐
soon die u wilt zoeken met een 'g'
begint, selecteert u de knop ghi op
het scherm.
Alle contactpersonen verschijnen
die een van de letters op deze
134TrefwoordenlijstAAfbeeldingen weergeven ............118
Afbeeldingsbestanden ................114
Afbeelding via USB activeren .....118
Algemene aanwijzingen .......92, 123
Algemene informatie ..........114, 122
AUX ......................................... 114
Bluetooth ................................. 114
DAB ......................................... 111
Infotainmentsysteem .................92
Smartphone-applicaties ..........114
Telefoon .................................. 123
USB ......................................... 114
Antidiefstalfunctie ........................93
Audio afspelen ............................ 116
Audiobedieningsknoppen aan stuurwiel .................................... 94
Audiobestanden ......................... 114
Audio via AUX activeren .............116
Audio via iPod activeren .............116
Audio via USB activeren .............116
Automatisch volume ...................103
AUX Algemene informatie ...............114
Apparaat aansluiten ................114
Audiomenu AUX .....................116
B Basisbediening ........................... 100
Bediening.................................... 127Externe apparaten ..................114
Menu ....................................... 100
Radio ....................................... 107
Telefoon .................................. 127
Bedieningselementen Infotainmentsysteem .................94
Stuurwiel ................................... 94
Bedieningspaneel Infotainment ....94
Beginmenu ................................. 100
Bel Beltoon .................................... 127
Functies tijdens het gesprek ...127
Inkomend gesprek ..................127
Telefoongesprek initiëren ........127
Beltoon Beltoon wijzigen ......................127
Beltoonvolume ........................ 103
Bestandsindelingen Afbeeldingsbestanden ............114
Audiobestanden ......................114
Filmbestanden......................... 114
Bluetooth Algemene informatie ...............114
Apparaat aansluiten ................114
Bluetooth-verbinding ...............124
Koppelen ................................. 124
Menu Streaming audio via
Bluetooth ................................. 116
Telefoon .................................. 127
Bluetooth-verbinding ..................124
135DDAB ............................................ 111
Digital Audio Broadcasting .........111
Display-instellingen ............118, 119
F Favorietenlijst ............................. 109
Favorietenlijsten Zenders ophalen .....................109
Zenders opslaan .....................109
Filmbestanden ............................ 114
Films afspelen ............................ 119
Film via USB activeren ...............119
G Gebruik ......................... 97, 107, 122
AUX ......................................... 114
Bluetooth ................................. 114
iPod ......................................... 114
Menu ....................................... 100
Radio ....................................... 107
Telefoon .................................. 127
USB ......................................... 114
Geluidsinstellingen .....................102
I
Infotainmentsysteem inschakelen 97
Intellitext ..................................... 111
iPod ............................................ 114
Apparaat aansluiten ................114
iPod-audiomenu ......................116K
Koppelen .................................... 124
M
Maximaal inschakelvolume......... 103 Menubediening ........................... 100
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur .................131
Mute.............................................. 97
N Noodoproep ................................ 126
O
Oproepenhistorie ........................127
Overzicht bedieningselementen ...94
R Radio Afstemmen op zender .............107
DAB configureren ....................111
DAB-berichten ......................... 111
Digital audio broadcasting
(DAB) ...................................... 111
Favorietenlijsten ......................109
Gebruik.................................... 107
Golfband selecteren ................107
Inschakelen ............................. 107
Intellitext .................................. 111
Radio Data System (RDS) ......110
RDS configureren.................... 110Regio-instelling........................ 110
Regionaal ................................ 110
Zender zoeken ........................ 107
Zenders ophalen .....................109
Zenders opslaan .....................109
Radio activeren........................... 107
Radio Data System (RDS) ......... 110
RDS ............................................ 110
Regio-instelling ........................... 110
Regionaal ................................... 110
S Selectie van golfband .................107
Smartphone ................................ 114
Telefoonweergave ..................120
Smartphone-applicaties gebruiken ................................ 120
Snelkiesnummers .......................127
Spraakherkenning ......................122
Stemherkenning ......................... 122
Streaming audio via Bluetooth activeren.................................. 116
Systeeminstellingen.................... 104
T
Telefoon Algemene informatie ...............123
Beltoon selecteren ..................127
Bluetooth ................................. 123
Bluetooth-verbinding ...............124
Een nummer invoeren .............127
138InleidingInleidingAlgemene aanwijzingen.............138
Antidiefstalfunctie ......................139
Overzicht bedieningselementen 140
Gebruik ...................................... 143Algemene aanwijzingen
Het infotainmentsysteem biedt u eer‐
steklas infotainment voor in uw auto.
Met de FM-, AM-, of DAB-radiofunc‐
ties kunt u op verschillende favorie‐
tenpagina's een groot aantal zenders
opslaan.
U kunt externe gegevensopslagappa‐ raten als alternatieve audiobron op
het infotainmentsysteem aansluiten,
bijv. een iPod, USB-apparaten of an‐
dere externe apparaten; via een ka‐
bel of via Bluetooth.
Het digitale geluidssysteem heeft di‐
verse vooraf ingestelde equalizer‐
modi, waarmee u het geluid kunt op‐
timaliseren.
Ook is het infotainmentsysteem uit‐
gevoerd met een Telefoonportaal waarmee u uw mobiele telefoon com‐
fortabel in de auto kunt gebruiken.
Als optie kunt u het infotainmentsys‐
teem gebruiken met de bedienings‐
elementen op het stuurwiel, of – als
uw mobiele telefoon dit ondersteunt –
via het spraakherkenningssysteem.Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor
de diverse Infotainmentsystemen beschikbare opties en functies. Be‐
paalde beschrijvingen, zoals die
voor display- en menufuncties, gel‐
den vanwege de modelvariant,
landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en toebehoren wellicht niet voor uw auto.
Belangrijke informatie over de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Rijd altijd veilig wanneer u het in‐
fotainment-systeem gebruikt.
Stop bij twijfel de auto voordat u het infotainment-systeem bedient.