Page 147 of 175

Basisbediening147
Datum- en tijdinstellingenDruk op MENU om het betreffende
audiomenu te openen.
Selecteer Tijd en datum .
Tijd instellen
Selecteer Tijd instellen om het betref‐
fende submenu te openen.
Selecteer Auto In. onder in het
scherm. Activeer Aan - RDS of Uit
(handmatig) .
Als u Uit (handmatig) selecteert, kunt
u de uren en minuten instellen.
Druk op de schermtoets 12-24 uur on‐
der in het scherm tot u de gewenste
tijdnotatie vindt.
Als de 12-uurs modus wordt geselec‐ teerd, verschijnt er een derde kolom
voor AM en PM. Selecteer de gewen‐
ste optie.
Datum instellen
Selecteer Datum instellen om het be‐
treffende submenu te openen.
Selecteer Auto In. onder in het
scherm. Activeer Aan - RDS of Uit
(handmatig) .
Als u Uit (handmatig) selecteert, kunt
u de datum instellen.
Taal
Druk op MENU om het betreffende
audiomenu te openen.
Selecteer Indstillinger (Settings) , bla‐
der door de lijst en selecteer Voer‐
tuiginstellingen (Vehicle Settings) .
Selecteer Talen (Languages) .
Blader door de lijst en selecteer de
gewenste taal.
Fabrieksinstellingen terugzetten Druk op MENU om het betreffende
audiomenu te openen.
Selecteer Indstillinger (Settings) , bla‐
der door de lijst en selecteer Voer‐
tuiginstellingen (Vehicle Settings) .Selecteer Fabrieksinstellingen
herstellen om het betreffende sub‐
menu te openen.
Selecteer de gewenste optie en be‐
vestig het bericht.
Software-informatie Het menu Software-informatie bevat
specifieke informatie over de soft‐
ware.
Druk op MENU om het betreffende
audiomenu te openen.
Selecteer Indstillinger (Settings) , bla‐
der door de lijst en selecteer Voer‐
tuiginstellingen (Vehicle Settings) .
Selecteer Software-informatie .
Valetmodus Is de valetmodus geactiveerd, danzijn alle voertuigdisplays vergrendeld
en kunnen er in het systeem geen
veranderingen worden doorgevoerd.
Let op
Voertuigmeldingen blijven geacti‐
veerd.
Page 151 of 175

Radio151Let op
Overschrijdt het aantal opgeslagen
favorieten het aantal favorieten dat
in het instellingenmenu is ingesteld, dan worden extra opgeslagen favor‐
ieten niet gewist, maar worden deze niet weergegeven. U kunt ze herac‐
tiveren door het aantal weer te ge‐ ven favorieten te verhogen.
Radio Data System (RDS) RDS is een dienst van FM-zenders
die het vinden van de gewenste zen‐
der en een storingsvrije ontvangst
aanzienlijk verbetert.
Voordelen van RDS ● Op het display verschijnt de pro‐ grammanaam van de zender in
plaats van de frequentie.
● Bij het zoeken naar zenders stemt het infotainmentsysteemalleen af op RDS-zenders.● Het infotainmentsysteem stemt altijd af op de zendfrequentie van
de ingestelde zender met de
beste ontvangst via AF (alterna‐
tieve frequentie).
● Afhankelijk van de ontvangen zender geeft het infotainment‐
systeem radioteksten weer met
bijv. informatie over het actuele
programma.
RDS-instellingen
Activeer de radiofunctie en selecteer
vervolgens de FM-golfband om de RDS-instellingsopties te configure‐ren. Druk op MENU om het FM-golf‐
band weer te geven.
RDS
Zet RDS op AAN of UIT .
Let op
Als f RDS is ingesteld op UIT, zijn de
RDS-functies niet beschikbaar.
Verkeersinformatie
Verkeersinformatiezenders zijn RDS-
zenders die verkeersinformatie uit‐
zenden. Als verkeersinformatie is in‐geschakeld, wordt de momenteel ac‐
tieve functie voor de duur van het ver‐ keersbericht onderbroken.
Activeer of deactiveer
Verkeersinformatie (TP) .
Als de verkeersinformatie geacti‐
veerd is, verschijnt [TP] op de boven‐
ste regel van alle menu's. Als de ac‐
tuele zender geen verkeersinforma‐
tiezender is, wordt [ ] weergegeven en
wordt er automatisch naar de vol‐
gende verkeersinformatiezender ge‐
zocht. Zodra er een verkeersinforma‐
tiezender wordt gevonden, licht [TP]
op. Wordt er geen verkeersinforma‐
tiezender gevonden, dan blijft [ ] op
het scherm staan.
Als er een verkeersbericht op de be‐
treffende verkeersinformatiezender
wordt uitgezonden, verschijnt er een
bericht.
Annuleer het alarm om de melding te
onderbreken en naar de laatst geac‐
tiveerde functie te gaan.
Regio
Soms zenden RDS-zenders regio‐
naal verschillende programma's op
verschillende frequenties uit.
Page 163 of 175

Telefoon163Gesprekkenlijsten
Druk op PHONE om het telefoon‐
menu weer te geven.
Selecteer Recente gesprekken . De
recente gesprekkenlijst wordt weer‐ gegeven.
Selecteer Gemist, Ontvangen of
Verzonden , afhankelijk van de op‐
roep die u zoekt.
Selecteer een van de telefoonnum‐
mers in de recente gesprekkenlijst.
Het nummer wordt gebeld.
Inkomend telefoongesprek
Telefoongesprek aannemen
Is er een radio- of mediabron actief
als er een gesprek binnen komt, dan
wordt de audiobron gedempt. Dit blijft
zo tot het gesprek wordt beëindigd.
Er verschijnt een melding met de
naam of nummer van de beller.Selecteer Aannemen om het gesprek
aan te nemen.
Telefoongesprek afwijzen
Oproep weigeren: selecteer
Negeren in het bericht.
Functies tijdens een
telefoongesprek
Tijdens een telefoongesprek wordt het gespreksscherm weergegeven.
Telefoongesprek beëindigen
Selecteer Einde om het gesprek te
beëindigen.
Microfoon uitschakelen
Selecteer Dempen om de microfoon
tijdelijk te deactiveren.
De schermtoets verandert in Demp
niet .
Selecteer Demp niet om de microfoon
weer te activeren.
Handsfree-functie uitschakelen
Selecteer Handset om het gesprek op
uw mobiele telefoon te vervolgen.
De schermtoets verandert in
Handsfree .
Selecteer Handsfree om de hands‐
free-functie weer te activeren.
Tweede inkomende oproep
Als een tweede gesprek binnenkomt,
verschijnt er een ander bericht met de naam van de beller of het nummer.
Selecteer Wisselen om het telefoon‐
gesprek te beantwoorden en het eer‐ ste gesprek in de wacht te zetten.
Oproep weigeren: selecteer
Negeren in het bericht.
Tussen telefoongesprekken
schakelen
Druk op PHONE of qw op de audio‐
knoppen van het stuurwiel om tussen de twee gesprekken te wisselen.
Op het display verschijnt informatie
over het huidige gesprek.
Page 164 of 175

164TelefoonBeëindigen van telefoongesprekken
De gesprekken kunnen één voor één worden beëindigd.
Selecteer Einde. Het huidige gesprek
wordt beëindigd.
Tekstberichten
Tekstberichten die binnenkomen
wanneer de telefoon op het infotain‐
mentsysteem is aangesloten, kunnen op het infodisplay worden weergege‐
ven.
Voorwaarden Er moet aan de volgende voorwaar‐
den worden voldaan:
● De Bluetooth-functie van de be‐ treffende telefoon moet geacti‐
veerd zijn (zie gebruiksaanwij‐
zing van het apparaat).
● Afhankelijk van de telefoon moet het apparaat wellicht op "zicht‐baar" staan (zie gebruiksaanwij‐
zing van het apparaat).● De betreffende telefoon moet
aan/op het infotainmentsysteemgekoppeld en aangesloten zijn.
Voor een gedetailleerde beschrij‐ ving 3 160.
● De betreffende telefoon moet Bluetooth Message Access Pro‐
file (BT MAP) ondersteunen.
Een bericht bekijken Let op
Bij een snelheid van meer dan 8 km/
h verschijnt het tekstbericht niet op
het scherm.
Als er een nieuw tekstbericht binnen‐
komt, verschijnt er een bericht.
Selecteer Bekijken om het bericht te
lezen.
Mobiele telefoons en
CB-zendapparatuur
Montage- en
gebruiksvoorschriften
Bij de montage en het gebruik van
een mobiele telefoon moeten de mo‐
delspecifieke montagehandleiding en de gebruiksvoorschriften van de fa‐
brikant van de telefoon en de hands‐
free-carkit in acht genomen worden.
Anders kan de typegoedkeuring van
de auto vervallen (EU-richtlijn
95/54/EG).
Aanbevelingen voor een storingsvrij
gebruik:
● De buitenantenne moet profes‐ sioneel worden geïnstalleerd om
het maximaal mogelijke bereik te krijgen.
● Maximaal zendvermogen: 10 watt
● De mobiele telefoon moet op een
geschikte plek worden geïnstal‐
leerd. Neem de betreffende op‐
merking in de Gebruikershandlei‐
ding, hoofdstuk Airbagsysteem
ter harte.