Page 218 of 245

216Service en onderhoudExtra motorolieadditieven
Het gebruik van extra motorolieaddi‐
tieven kan schade tot gevolg hebben
en de garantie ongeldig maken.
Motorolieviscositeitswaarden
De SAE-viscositeitswaarde geeft in‐
formatie over de dikte van de olie.
Multigrade-olie wordt geklasseerd
door twee cijfers, bijv. SAE 5W-30.
Het eerste cijfer, gevolgd door een W,
geeft de viscositeit bij lage tempera‐
turen, het tweede cijfer de viscositeit
bij hoge temperaturen aan.
Selecteer de betreffende viscositeits‐ index afhankelijk van de minimumom‐
gevingstemperatuur 3 219.
Alle aanbevolen viscositeitswaarden
zijn geschikt voor hoge omgevings‐
temperaturen.
Koelvloeistof en antivries
Alleen silicaatvrije antivries voor long‐ life-koelvloeistof (LLC) gebruiken. De
hulp van een werkplaats inroepen.
Het systeem is af fabriek afgevuld
met koelvloeistof voor optimale cor‐
rosiebescherming en vorstbescher‐
ming tot een temperatuur van ca.–28 °C . In noordelijke landen met ex‐
treem lage temperaturen biedt de af
fabriek bijgevulde koelvloeistof vor‐
stbescherming tot ca. –37 °C. Deze
concentratie dient het gehele jaar in
stand te worden gehouden. Extra
koelvloeistofadditieven die bedoeld
zijn om extra corrosiebestendigheid
te bieden of om kleine lekken te dich‐ ten kunnen functiestoringen veroor‐zaken. Aansprakelijkheid voor even‐
tuele gevolgen van het gebruik van
extra koelvloeistofadditieven wordt
niet aanvaard.
Rem- en koppelingsvloeistof Remvloeistof absorbeert na verloop
van tijd vocht waardoor de remmen
minder efficiënt werken. De remvloei‐ stof moet daarom na het aangegeven
interval worden ververst.
Page 221 of 245
Technische gegevens219AutogegevensAanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen
Europees serviceschema Vereiste motoroliekwaliteitAlle Europese landen met Europees onderhoudsinterval 3 214MotoroliekwaliteitBenzinemotoren
(met inbegrip van CNG, LPG, E85)dexos 1–dexos 2✔
Wanneer er geen dexos-kwaliteit beschikbaar is, kunt u één keer tussen olieverversingen max. één liter motorolie van de
kwaliteit ACEA C3 bijvullen.
Motorolieviscositeitswaarden
Alle Europese landen met Europees onderhoudsinterval 3 214OmgevingstemperatuurBenzine- en dieselmotorentot –25 °CSAE 5W-30 of SAE 5W-40onder –25 °CSAE 0W-30 of SAE 0W-40
Page 222 of 245
220Technische gegevensInternationaal serviceschemaVereiste motoroliekwaliteitAlle landen met internationaal onderhoudsinterval 3 214MotoroliekwaliteitBenzinemotoren
(met inbegrip van CNG, LPG, E85)dexos 1✔dexos 2✔
Wanneer er geen dexos-kwaliteit beschikbaar is, kunt u de onderstaande oliekwaliteiten gebruiken:
Alle landen met internationaal onderhoudsinterval 3 214MotoroliekwaliteitBenzinemotoren
(met inbegrip van CNG, LPG, E85)GM-LL-A-025✔GM-LL-B-025–Alle landen met internationaal onderhoudsinterval 3 214MotoroliekwaliteitBenzinemotoren
(met inbegrip van CNG, LPG, E85)ACEA A3/B3✔ACEA A3/B4✔ACEA-C3✔
Page 237 of 245

Klantinformatie235Registratie van
voertuigdata en privacy
Event Data Recorders(EDR)
Gegevensopslagmodules in de
auto
Een groot aantal elektronische com‐
ponenten van uw auto bevat gege‐
vensopslagnodules waarin techni‐
sche gegevens over de conditie van
de auto, gebeurtenissen en fouten tij‐ delijk of permanent worden opgesla‐
gen. Over het algemeen documen‐
teert de technische onformatie de
conditie van onderdelen, modules,
systemen of de omgeving:
● bedrijfsomstandigheden van sys‐
teemcomponenten (bijv. vulni‐
veaus)
● statusberichten van de auto en de componenten ervan (bijv.
aantal wielomwentelingen / rota‐
tiesnelheid, afremming, dwars‐
acceleratie)
● storingen en defecten in belang‐ rijke systeemcomponenten● reacties van de auto in bepaalderijsituaties (bijv. afgaan van air‐
bag, activering van stabiliteitsre‐
geling)
● omgevingsomstandigheden (bijv. temperatuur)
Deze gegevens zijn uitsluitend tech‐
nisch en helpen fouten identificeren
en corrigeren alsook de functies van
de auto optimaliseren.
Bewegingsprofielen die afgelegde
routes aangeven, kunnen niet met
deze gegevens worden gemaakt.
Als diensten worden gebruikt ( bijv. re‐
paraties, serviceprocessen, garantie‐
gevallen, kwaliteitsborging) kunnen
medewerkers van het servicenetwerk (met inbegrip van de fabrikant) deze
technische informatie lezen in de ge‐
beurtenis- en foutgegevensopslag‐
modules waarbij speciale diagnosti‐
sche apparaten worden gebruikt. Zo
nodig ontvangt u verdere informatie bij deze werkplaatsen. Nadat een fout gecorrigeerd is, worden de gegevens
uit de foutopslagmodule verwijderd of worden ze constant overschreven.Bij gebruik van de auto kunnen zichsituaties voordoen waarin deze tech‐
nische gegevens die samenhangen
met andere informatie (rapport over
aanrijding, schade aan de auto, ver‐
klaring van getuigen enz.) in verband
kunnen worden gebracht met een
specifieke persoon - mogelijk met de
hulp van een expert.
Extra functies die contractueel zijn overeengekomen met de klant (bijv.
locatie van auto in noodgevallen) ma‐ ken de overdracht van bepaalde au‐
togegevens uit de auto mogelijk.
Page 243 of 245

241Ruiten........................................... 29
Rijregelsystemen ........................140
Rijverlichting .......................... 12, 90
S
Service ....................................... 126
Service-display ............................ 82
Service-indicatie .......................... 87
Service-informatie ...................... 214
Sjorogen ...................................... 67
Sleutel, opgeslagen instellingen ...22
Sleutels ........................................ 20
Sleutels, sloten ............................. 20
Sneeuwkettingen .......................194
Snelheidsbegrenzer ...................146
Snelheidsmeter ............................ 80 Spiegelverstelling ..........................8
Sproeiervloeistof ........................169
Stadsmodus................................ 143
Startbeveiliging ......................27, 90
Starten en bedienen ...................128
Starthulp gebruiken ...................206
Stoelpositie .................................. 34
Stoelverstelling ........................7, 35
Stoelverwarming ........................... 38
Stop/Start-systeem .....................130
Storing ....................................... 138
Storingsindicatielamp ..................87
Sturen ......................................... 128
Stuurbedieningsknoppen .............72Stuurbekrachtiging........................ 88
Stuurwiel instellen .......................... 9
Stuurwielverstelling ...................... 72
Symbolen ....................................... 4
T
Tanken ....................................... 161
Te laag brandstofpeil ...................89
Toerenteller ................................. 80
Top-Tether-bevestigingsogen ......51
Traction Control .........................140
Trekken....................................... 207
Typeplaatje ................................ 218
U Uitlaatgassen ............................. 133
Uitrol-brandstofafsluiter .............130
Uitstapverlichting .......................115
Ultrasoonparkeerhulp ..................88
Uplevel-display ............................. 90
Uw autogegevens ..........................3
V Van banden- en velgmaat veranderen ............................. 193
Vaste luchtroosters ....................125
Veiligheidsgordel ...........................8
Veiligheidsgordels .......................38
Velgen en banden .....................187
Ventilatie ..................................... 117
Ventilatieopeningen ....................125Verbanddoos ............................... 68
Vergrendelingssysteem ...............26
Versnellingsbak ........................... 16
Versnellingsbakdisplay ..............135
Verstelbare luchtroosters ........... 125
Vertraagde uitschakeling stroom 128
Verwarmde spiegels ....................28
Verwarmd stuurwiel .....................72
Verwarming ................................. 38
Verwarmings- en ventilatiesysteem .................... 117
Verwerking van sloopauto .........166
Verzorging .................................. 210
Verzorging exterieur ..................210
Verzorging interieur ...................212
Vloerafdekking bagageruimte ......66
Voertuiggewicht .........................225
Voertuigidentificatienummer ......217
Voordat u wegrijdt ........................ 17 Voorruit ......................................... 29
Voorstoelen .................................. 34
W
Waarschuwingslichten ..................80
Werkzaamheden uitvoeren .......167
Wieldoppen ................................ 194
Wiel verwisselen ........................198
Winterbanden ............................ 187
Wis-/wasinstallatie .......................14
Wis-/wasinstallatie achterruit .......75
Page:
< prev 1-8 9-16 17-24